Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie flevoland houdende nadere regels omtrent herstructureringsprojecten Nadere regel herstructureringsprojecten Flevoland 2017

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 10 oktober 2017, nummer 2124661 hebben vastgesteld de:

 

Nadere regel herstructureringsprojecten Flevoland 2017

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

het Rijk aan de provincie Flevoland in 2011 middelen ter beschikking heeft gesteld voor het doen uitvoeren van herstructureringsprojecten;

 

zij om dit geld daadwerkelijk in te kunnen zetten voor herstructureringsprojecten op grond van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006, bij besluit van 20 september 2011, nummer 1201520 de “Beleidsregel Herstructureringsprojecten Flevoland 2011” hebben vastgesteld;

 

in 2013 werd geconstateerd dat er vanwege de verslechterde economische omstandigheden en de in deze beleidsregel genoemde criteria geen aanvragen werden ingediend;

 

zij daarom bij besluit van 4 juni 2013, nummer 1493923 deze beleidsregels hebben ingetrokken en op grond van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 de “Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2013” hebben vastgesteld waarin inhoudelijke criteria zijn opgenomen waaraan aanvragen om subsidie die zijn ingediend door Flevolandse gemeenten die betrekking hebben op het gebied van de herstructurering van werklocaties moeten voldoen;

 

met de ‘Eerste wijziging Nadere Regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2013’ op 1 december 2015 de looptijd van de regeling is verlengd tot 31 december 2019;

 

uit een op 6 februari 2017 gehouden evaluatie is gebleken dat behoefte bestaat om deze nadere regel te actualiseren;

 

daarbij omwille van de leesbaarheid ervoor wordt gekozen om de “Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2013” in te trekken en onderhavige “Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2017” vast te stellen;

 

gelet op artikel 2, tweede lid van de, Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,

 

BESLUITEN:

de "Nadere regel herstructureringsprojecten Flevoland 2017" vast te stellen.

 

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    Herstructurering: Activiteiten en processen die beogen (veelal) verouderde werklocaties op te knappen en eventueel in gewijzigde vorm voort te zetten als werklocatie (revitalisering en herprofilering). Activiteiten en processen die een functieverandering beogen (transformatie) en regulier onderhoud vallen niet onder de nadere regel. Bij transformatie houdt de locatie (het plangebied waarin de herstructurering plaatsvindt) op te bestaan als werklocatie.

  • b.

    Herstructureringsopgave: Het aantal hectares dat moet worden aangepakt door revitalisering en herprofilering.

  • c.

    Revitalisering: Ingrepen op de werklocatie om de kwaliteiten van de locatie te verbeteren (aanpak van de infrastructuur, openbare en private ruimte, duurzaamheidsmaatregelen) die nodig is indien er sprake is van (dreigende) structurele leegstand en ernstige achteruitgang van de werklocatie, uitgevoerd door de gemeente en in samenwerking met de gevestigde bedrijven.

  • d.

    Herprofilering: Ingrepen die leiden tot een (gedeeltelijke) nieuwe werkfunctie op de werklocatie zoals kantorenlocatie of detailhandel, die veelal vraagt om (gedeeltelijke) sloop van panden en een aanpassing van de infrastructuur.

  • e.

    Duurzaamheidmaatregelen: Het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer, ruimtelijke inrichting, ruimtelijke kwaliteit of parkmanagement, die leiden tot een lagere milieubelasting en zorgvuldig ruimtegebruik.

  • f.

    Ruimtewinst: De extra ruimte die voor bedrijfsmatige activiteiten ter beschikking komt als gevolg van herstructurering ten opzichte van het huidige ruimtebeslag op een bestaande werklocatie.

  • g.

    Project: Het samenhangend geheel van activiteiten en prestaties waarvoor een subsidie wordt gevraagd.

  • h.

    Ontvanger subsidie / Aanvrager: Flevolandse gemeenten

  • i.

    Betaling: Betaling door middel van een overschrijving via bank.

Artikel 2. Doel van de nadere regel

 

Deze nadere regel heeft tot doel de beschikbare middelen ten behoeve van herstructureringsprojecten zelfstandig in te zetten. Veelal flink verouderde werklocaties worden opgeknapt en dragen zo bij aan een verbetering van het ruimtegebruik, een aantrekkelijk werkmilieu en een kansrijke economie.

 

Artikel 3. Beschikbaar bedrag (subsidieplafond)

  •  

  • a.

    Het subsidieplafond voor herstructurering bedraagt 4.000.0000 voor de periode 20 september 2011 tot en met 31 december 2019. Er zal nooit meer aan middelen ingezet kunnen worden dan op het moment van de behandeling van een subsidieaanvraag beschikbaar is.

     

  • b.

    Van het eerste lid genoemde bedrag worden onderstaande bedragen tot 1 jaar na inwerkingtreding van deze nadere regels gereserveerd:

    • Gemeente Almere: 18.593,50 euro

    • Gemeente Dronten: 29.486 euro

    • Gemeente Lelystad: 100.000 euro;

    • Gemeente Urk: 100.000 euro;

      Wanneer gedurende de in het tweede lid genoemde periode door de genoemde gemeenten geen aanvraag wordt ingediend voor deze gereserveerde bedragen dan komt deze reservering te vervallen en kunnen deze gemeenten hierop geen exclusieve aanspraak mee maken.

Artikel 4. Aanvraag

 

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    Een begroting

  • b.

    Een financieringsplan

  • c.

    Een inhoudelijke beschrijving van de activiteit

2. Revitalisering en herprofilering

Artikel 5. Criteria

 

Een aanvraag om subsidie wordt aan de volgende criteria getoetst:

  • a.

    De voorwaarden zoals gesteld in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012

     

  • b.

    Een project kan voor subsidie in aanmerking komen indien:

    • 1.

      het revitalisering of herprofilering betreft.

    • 2.

      het een bijdrage levert aan het behalen van ruimtewinst.

    • 3.

      het tot een verbetering van de kwaliteit van het bedrijventerrein leidt in termen van inpassing in de omgeving en ruimtegebruik.

    • 4.

      het in economisch opzicht voor Flevoland van belang is, waarbij een instandhouding dan wel verhoging van het aantal arbeidsplaatsen tot aanbeveling strekt;

    • 5.

      het project door de gemeente in samenwerking met de gevestigde bedrijven wordt uitgevoerd;

    • 6.

      het niet in aanmerking komt voor een andere subsidie van de provincie Flevoland;

    • 7.

      het financieel haalbaar is;

    • 8.

      de aanvrager van de subsidie zorgt voor voldoende medefinanciering van het project;

    • 9.

      het in artikel 3 genoemde subsidieplafond toereikend is.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  •  

  • a.

    Als subsidiabele kosten worden uitsluitend aangemerkt kosten die door de aanvrager tijdens de looptijd van het project (met uitzondering van het bepaalde in lid b.1) daadwerkelijk zijn gemaakt en betaald, die ten laste van de aanvrager zijn gebleven en die voor de uitvoering van het project noodzakelijk zijn.

     

  • b.

    De navolgende soorten kosten zijn subsidiabel binnen het bepaalde in het eerste lid.

    • 1.

      De verwerving van grond, voor zover deze, met het oog op het voorgenomen project, maximaal drie jaar voor de projectaanvang heeft plaatsgevonden.

    • 2.

      De verwerving van opstallen en / of het verbouwen dan wel verwijderen daarvan.

    • 3.

      Kosten van grondonderzoek.

    • 4.

      Kosten van bouwrijp maken.

    • 5.

      Duurzaamheidsmaatregelen

    • 6.

      Kosten van voorzieningen voor verkeer.

    • 7.

      Kosten van infrastructuur.

    • 8.

      Kosten van de aanleg van leidingen voor gas, elektriciteit, water en telecommunicatie, informatie en communicatievoorzieningen.

    • 9.

      Verbruikte materialen.

    • 10.

      Kosten van de aanleg van openbare verlichting.

    • 11.

      Kosten van brandvoorzieningen.

    • 12.

      Advies en financiële diensten

    • 13.

      Reis- en verblijfskosten

    • 14.

      Het gebruik van ruimte en middelen

    • 15.

      Loonkosten van derden die door de aanvragende gemeente ingeschakeld worden om het project uit te voeren met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon van maximaal 225 euro per uur.

    • 16.

      Het instellen van een gemeentelijk herstructureringsfonds ten behoeve van de herstructurering, op het benutten waarvan voor herstructureringsprojecten, artikel 6, lid b 1 t/m 15 en artikel 6, lid d 1 t/m 5 van toepassing dienen te zijn.

       

  • c.

    Voor de beoordeling of de gemaakte kosten subsidiabel zijn worden de bij de aanvraag overgelegde gegevens en de dienaangaande genomen beslissingen als uitgangspunt genomen.

     

  • d.

    Niet subsidiabel zijn:

    • 1.

      Kosten in de projectvoorbereiding en -uitvoering die voortvloeien uit- dan wel te maken hebben met de inzet van personele capaciteit van de aanvragende gemeente (geen loonkostensubsidie).

    • 2.

      De aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem op enigerlei wijze kan worden gecompenseerd.

    • 3.

      Kosten die samenhangen met financiële of contractuele verplichtingen aangegaan voordat een subsidie is aangevraagd, tenzij sprake is van kosten voor onderzoek, voorlichtingsactiviteiten of het ontwikkelen van herstructurerings- en inrichtingsplannen met betrekking tot de in de aanvraag genoemde activiteiten.

    • 4.

      Debetrente, financiële sancties, gerechtskosten en soortgelijke kosten.

    • 5.

      Indirecte kosten (overheadkosten)

Artikel 7. Hoogte subsidie

  • a.

    Met inachtneming van het maximaal beschikbare bedrag bedraagt de per project toe te kennen subsidie maximaal 50% van het financiële tekort tot een maximum van 500.000,- euro.

  • b.

    Het financiële tekort is het negatieve verschil tussen opbrengsten en subsidiabele kosten, verminderd met bijdragen van derden en subsidies van andere bestuursorganen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen

  • c.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan 5.000,- euro.

3. Slotbepalingen

Artikel 8. Start uitvoering

 

De subsidie ontvanger is verplicht om binnen 1 jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit.

Artikel 9. Inwerkingtreding, periode en behandelvolgorde

 

De Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2017 treedt met ingang van 1 november 2017 in werking en loopt tot en met 31 december 2019.

 

De projecten worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 10. Intrekking

 

De Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2013 wordt met ingang van 1 november 2017 ingetrokken.

 

Artikel 11. Citeertitel

 

Deze nadere regel kan worden aangehaald als “Nadere regel Herstructureringsprojecten Flevoland 2017”

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten d.d. 10 oktober 2017.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

T. van der Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

Naar boven