Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2017, 4449 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2017, 4449 | Verordeningen |
14e wijziging Regels Ruimte voor Gelderland 2016
Bekendmaking van het besluit van 26 september 2017– zaaknummer 2017-009899 tot wijziging van een regeling
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 3, zesde lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016;
vast te stellen de veertiende wijziging van de regels Ruimte voor Gelderland 2016
Paragraaf 2.10 Ondersteuning bewonersinitiatieven op het gebied van sociale samenhang Artikel 2.10.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor activiteiten van bewoners van wijken, dorpen of gemeenten die zich richten op een versterking van de samenhang binnen een bevolkingsgroep of tussen bevolkingsgroepen met inbegrip van de evaluatie daarvan.
Artikel 2.10.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 10.000 en een maximum van € 24.999.
Artikel 2.10.6 Niet-subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.3.5 zijn komen niet voor subsidie in aanmerking kosten voor:
De subsidieontvanger is verplicht het initiatief te vermelden op de initiatievenkaart van de provincie via http://leefbaarheid.gelderland.nl en publiciteit te verzorgen over het initiatief op sociale media, waaronder in elk geval de website of de facebookpagina van de subsidieontvanger en de provincie.
Artikel 2.12.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 2.12.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:
Subsidie als bedoeld in artikel 2.12.2, onder b, wordt slechts verstrekt indien er een energiescan is uitgevoerd.
Subsidie wordt verstrekt aan een privaatrechtelijke rechtspersoon die blijkens zijn statuten of akte van oprichting of blijkens zijn feitelijke werkzaamheden tot taak heeft om een gemeenschapsvoorziening te beheren en om ondersteuning te bieden bij de programmatische invulling van de activiteiten binnen een gemeenschapsvoorziening.
Artikel 4.13.7 (nieuw), vierde lid komt te luiden:
De subsidieontvanger stelt de opgedane kennis en ervaring beschikbaar aan een brede groep van grondgebruikers. De subsidieontvanger zal daarbij afzien van het inroepen van eventuele intellectuele eigendomsrechten. De onderzoeksresultaten zullen worden gepubliceerd op de website van de provincie en blijven daar beschikbaar gedurende tenminste vijf jaar.
Artikel 6.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
daadwerkelijke samenwerking: samenwerking tussen ten minste twee onafhankelijke partijen om kennis of technologie uit te wisselen of om een gemeenschappelijke doelstelling op basis van een taakverdeling te bereiken, waarbij de partijen samen de omvang van het samenwerkingsproject bepalen, bijdragen aan de tenuitvoerlegging ervan, en het risico en de resultaten ervan delen. Eén of meer partijen kunnen de volledige kosten van het project dragen en zodoende de andere partijen bevrijden van de aan het project verbonden financiële risico's. Contractonderzoek en het verrichten van onderzoeksdiensten worden niet als vormen van samenwerking beschouwd.
Paragraaf 6.10 Versterking routes voor fietsen, wandelen, mountainbiken, paardrijden, mennen en varen
Artikel 6.10.1 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor de uitwerking van een businesscase voor de ontwikkeling of doorontwikkeling van een specifieke route.
Artikel 6.10.2 Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor het inhuren van een externe adviseur.
Subsidie als bedoeld in artikel 6.10.1 wordt verstrekt aan een rechtspersoon die blijkens zijn statuten of akte van oprichting of blijkens zijn feitelijke werkzaamheden mede de ontwikkeling of het onderhoud van specifieke routes tot doel heeft.
Artikel 6.11.1 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:
Artikel 6.18.4 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt:
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag om subsidie zoals bedoeld in artikel 6.18.1, onder b, in elk geval een door de verhuurder en aanvrager ondertekende huurovereenkomst gevoegd waaruit blijkt dat de aanvrager voor een periode van ten minste drie jaren vanaf het moment van subsidieverlening bedrijfsruimte huurt op de Novio Tech Campus.
Artikel 6.34.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor activiteiten, gericht op de experimentele ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en processen voor de top- en breedtesport.
Subsidie voor een activiteit wordt alleen verstrekt als deze:
leidt tot deelnamevergroting en prestatieverbetering in de sport en verbetering van de gezondheid van top- en breedtesporters en, als afgeleide daarvan, van anderen; bij de toetsing aan dit criterium wordt in elk geval beoordeeld in hoeverre aannemelijk is dat de activiteit bijdraagt aan:
Artikel 6.34.5 Subsidiabele kosten
Subsidiabel zijn de kosten genoemd in artikel 25, derde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
Artikel 6.34.7 Omvang van de subsidie
Als de subsidie wordt verleend ten behoeve van een samenwerking van middelgrote ondernemingen als bedoeld in artikel 2 van Bijlage 1 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, bedraagt de subsidie niet meer dan 35% van de subsidiabele kosten. Als de subsidie wordt verleend ten behoeve van een samenwerking van kleine of micro-ondernemingen als bedoeld in artikel 2 van Bijlage 1 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, bedraagt deze niet meer dan 45%.
De in het tweede en derde lid genoemde percentages worden met 10 procentpunten verhoogd als wordt voldaan aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
het project behelst daadwerkelijke samenwerking:
tussen ondernemingen waarvan er ten minste één een middelgrote, kleine of micro-onderneming is als bedoeld in artikel 2 van Bijlage 1 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, of wordt uitgevoerd in tenminste twee lidstaten of in een lidstaat en in een overeenkomst-sluitende partij bij de EER-overeenkomst, en geen van de ondernemingen neemt meer dan 70 % van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening, of
De subsidieontvanger zal de kennis en ervaring, die hij met de activiteit heeft opgedaan, tijdens en na de uitvoering eigener beweging en op verzoek van Gedeputeerde Staten tot vierentwintig maanden na vaststelling van de subsidie delen met de provincie, gemeenten, sportbonden en andere belangstellenden.
Artikel 3.35.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:
Subsidie wordt alleen verstrekt als is aangetoond dat de sportieve buitenruimte gedurende tenminste drie jaar na vaststelling van de subsidie actief wordt beheerd en gebruikt. Voorts moet aannemelijk worden gemaakt dat perspectief bestaat op continuering van het actieve beheer en gebruik na die periode.
De ontvanger van subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 6.35.1, onder a of b, realiseert de sportieve buitenruimte binnen anderhalf jaar, te rekenen vanaf de datum van subsidieverlening of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, vanaf de datum van subsidievaststelling. Gedeputeerde Staten kunnen deze termijn op verzoek van de subsidieontvanger één keer verlengen.
De subsidieontvanger zal de kennis en ervaring, die hij met de activiteit heeft opgedaan, tijdens en na de uitvoering eigener beweging of op verzoek van Gedeputeerde Staten tot twee jaar na vaststelling van de subsidie delen met de provincie, gemeenten, sportverenigingen en andere belangstellende derden.
Artikel 7.1.1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
duurzaam: een wijze van uitvoering waarbij energie wordt bespaard dan wel opgewekt, (schaarse) materialen bespaard, water bespaard, een gezond binnenmilieu gecreëerd, de maatregelen niet tot vervuiling leiden, uit materialen bestaan die men kan hergebruiken of bijdragen tot een (grond)waterstand die de instandhouding van erfgoed bevordert;
Artikel 7.4.7 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een lid ingevoegd, dat luidt:
In afwijking op artikel 1.3.6 tot en met 1.3.9 voldoen de door de aanvrager opgevoerde onderhouds- en restauratiekosten aan de door Gedeputeerde Staten op 24 januari 2006 vastgestelde Lijst van subsidiabele kosten en werkzaamheden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten of de daarvoor in de plaats tredende lijst.
Artikel 7.5.7 (nieuw) Verplichtingen
De gemeente dient bij het verlenen van subsidie te bepalen dat bij werkzaamheden aan een gemeentelijk monument voldaan moet worden aan de op 24 januari 2006 door Gedeputeerde Staten vastgestelde Provinciale Uitvoeringsvoorschriften Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden (PB 2006/17) of daarvoor in de plaats vastgestelde voorschriften.
Artikel 7.10.1. Begripsomschrijvingen
In afwijking van artikel 7.1.1, aanhef en onder e, wordt in de paragraaf onder erfgoed mede verstaan immaterieel erfgoed dat de sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis en vaardigheden omvat die gemeenschappen en groepen erkennen als een vorm van cultureel erfgoed.
Artikel 7.10.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor activiteiten die op vernieuwende wijze bijdragen aan cultuur- of erfgoedparticipatie.
In afwijking van artikel 5, eerste lid, van de AsG kan subsidie ook aan andere personen dan rechtspersonen worden verstrekt.
Onder Algemeen bij hoofdstukken 3 en 6 wordt na paragraaf 6.9 de volgende tekst ingevoegd:
Paragraaf 6.10 Versterking routes voor fietsen, wandelen, mountainbiken, paardrijden, mennen en varen
In de afgelopen periode zijn er met name voor fietsen en wandelen heel veel recreatieve routes gerealiseerd, waarvan vele zonder (provinciale) overheidsbijdrage zijn ontwikkeld op de basisroutenetwerken zoals de knoop- en keuzepuntensystemen. Daarom wil de provincie haar stimulering van kwaliteitsverbetering van routes de komende tijd focussen op de ondersteuning van initiatiefnemers bij de uitwerking van een sluitende business case voor hun route. In die business case wordt ingezoomd op alle aspecten die een route sterk maken en duurzaam in stand houden. Het gaat dan om de aspecten (door)ontwikkeling, beheer en onderhoud, monitoring en marketing, waarbij naar een meerjarige financiering wordt gestreefd; een model business case is beschikbaar.
Paragraaf 6.11 Marketing en promotie vrijetijdseconomie
Met dit artikel wordt in eerste instantie en vooral de campagne ‘Gelderland levert je mooie streken’ (multimediaal, beurzen en coördinatie) ondersteund. Daarnaast biedt dit artikel, 6.11.1.b, de mogelijkheid voor ondersteuning van activiteiten van individuele Regionale Bureaus voor Toerisme (RBT’s) onder de voorwaarde dat die activiteiten zijn afgestemd met de andere RBT’s ter voorkoming dat dezelfde activiteiten los van elkaar in de verschillende regio’s worden ontwikkeld en uitgevoerd.
Na de toelichting op artikel 7.7.3 wordt de volgende tekst ingevoegd:
Paragraaf 7.5 Instandhouding gemeentelijke monumenten van de Regels Ruimte voor Gelderland
Deze regeling is een aanvulling op de gemeentelijke subsidieverordening die eigenaren van gemeentelijke monumenten ondersteunt. Na evaluatie van deze regeling is besloten om de regels voor het aanvragen van subsidie voor gemeenten te vereenvoudigen. De belangrijkste wijziging hierin is dat de alle subsidies bij verlening gelijktijdig worden vastgesteld. Om dit mogelijk te maken wordt het maximale subsidiebedrag verlaagd van € 200.000 naar € 125.000.. Als prestatie verleent de gemeente jaarlijks een overzicht van de door haar verleende subsidies op grond van de gemeentelijke subsidieverordening. Bij onderbesteding van de door gemeente en provincie beschikbaar gestelde middelen, dient de gemeente hiervan melding te doen. Dit kan er mogelijk toe leiden dat (een deel van) de subsidie moet worden terugbetaald.
Paragraaf 7.10 Cultuur- en erfgoedparticipatie
Deze subsidie is bedoeld voor activiteiten die op vernieuwende wijze bijdragen aan cultuur- en erfgoedparticipatie onder burgers in hun vrije tijd. Onder cultuur- en erfgoedparticipatie wordt verstaan elke vorm van het actief beoefenen en artistiek ontwikkelen van of betrokken zijn bij cultuur en erfgoed, specifiek in de vrije tijd (artikel 7.1.1, aanhef en onder c). Wat betreft cultuur kan bijvoorbeeld gedacht worden aan uitingsvormen als muziek, dans, toneel, beeldende kunst, vormgeving, film, E-cultuur, literaire cultuur, urban en allerlei dwarsverbanden tussen de disciplines. Wat betreft erfgoed kan het zowel om materieel als immaterieel (cultureel) erfgoed gaan. Een wezenlijk kenmerk is dat dit erfgoed wordt overgedragen van generatie op generatie en van persoon op persoon. Het behoort tot de basis van een gemeenschap. Immaterieel erfgoed is ‘dynamisch, levend erfgoed’.
Door vernieuwende activiteiten te ondersteunen kan de diversiteit van het aanbod worden vergroot. Er wordt voorzien dat daarmee een breder publiek actief deel zal nemen aan de activiteiten op het gebied van cultuur en erfgoed. Via deze subsidie willen we de artistieke, inhoudelijke, methodische of organisatorische vernieuwing van actieve cultuur- en erfgoedparticipatie in de vrije tijd mogelijk maken. Vernieuwing wordt in het bijzonder gezocht door in te zetten op de samenwerking tussen partijen uit verschillende disciplines of sectoren en daarmee in het combineren van activiteiten op het gebied van cultuur en erfgoed met elkaar en met andere sectoren zoals zorg, sport en natuur.
Vernieuwing wordt daarnaast gezocht in de inzet van de nieuwe participatie- en presentatiemogelijkheden die het internet biedt. In het bijzonder doordat het voorleggen van conceptaanvragen, het indienen, de behandeling en beoordeling van de aanvragen in beginsel verloopt via een interactief digitaal platform. Met dit platform creëren Gedeputeerde Staten een directere communicatie tussen de provincie en de aanvragers en tussen aanvragers onderling. Ook betrekt de provincie het publiek bij het tot stand komen van initiatieven en bij de beoordeling daarvan.
Het aanvragen en verantwoorden van de subsidie kent vier fasen: de Advies-fase (niet gelimiteerd in tijd), de Beoordelings-fase (van in beginsel enkele weken), de Stem-fase (van maximaal vier weken) en de Doe-fase (van maximaal twee jaar). De interactie tussen aanvrager en de provincie verloopt in principe via het provinciale digitaal platform.
In de Advies-fase leggen aanvragers ideeën of conceptaanvragen via het platform voor aan de provincie en het publiek. Zij maken op het platform een projectpagina aan en beheren deze zelf. Aanvragers krijgen van een medewerker van de provincie, van een coach en van het publiek adviezen om hun aanvraag te versterken, aan te vullen en te verduidelijken. Een aanvraag verblijft in deze Denk mee-fase totdat de aanvrager zijn (uitgewerkte) voorstel indient als subsidieaanvraag. Dan start de Beoordelings-fase en gaat de beslistermijn van maximaal 13 weken lopen.
In de Beoordelings-fase beoordelen Gedeputeerde Staten in de eerste plaats of de aanvraag compleet is. Als dat niet het geval is, dan wordt de aanvrager overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval wordt de beslistermijn opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Daarnaast wordt beoordeeld of voldoende aannemelijk is dat voldaan kan worden aan de specifieke voorwaarden die gelden om voor deze subsidie in aanmerking te komen. Als duidelijk is dat hier geen sprake van is, dan kan een aanvraag in deze fase reeds geweigerd worden op grond van artikel 9, aanhef en onderdeel c, van de AsG. In deze fase wordt een aanvraag bovendien geweigerd als de aanvrager al een aanvraag ter beoordeling heeft voorliggen in de Beoordelings- of Stem-fase (artikel 7.10.6). Op deze manier wordt voorkomen dat aanvragen die niet voldoen aan de voorwaarden de Stem-fase bereiken. Dit laat onverlet dat Gedeputeerde Staten ook tijdens of na verloop van de Stem-fase een aanvraag nog kunnen – of soms zelfs moeten – weigeren als daar in de AsG of Algemene wet bestuursrecht gronden voor zijn aan te wijzen. Bij een eerste positieve beoordeling door Gedeputeerde Staten zetten zij de aanvraag door naar de Stem-fase.
In de Stem-fase wordt de aanvraag beoordeeld door een waardering van het publiek. Een aanvraag verblijft maximaal vier weken in de Stem-fase. Het publiek spreekt zijn waardering uit door het initiatief zijn stem te geven. Bij een totaal van 75 stemmen of meer krijgt de aanvraag een positief advies en ontvangt de aanvrager in beginsel een subsidie. Uiteraard tenzij door de verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden (artikel 4:25, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Bij het verstrekken van subsidie wordt de volgorde in acht genomen waarin de aanvragen zijn ingediend. De uitkomst van de Stem-fase wordt als advies voorgelegd aan Gedeputeerde Staten, dat een definitief besluit neemt over de subsidieaanvraag.
Wanneer Gedeputeerde Staten een positief advies over een aanvraag heeft overgenomen en tot subsidieverstrekking is overgegaan, komt de aanvraag in de Doe-fase terecht. In deze Doe-fase voert de aanvrager de activiteiten uit en informeert Gedeputeerde Staten en het publiek over de uitvoering van de activiteiten (artikel 7.10.7). De aanvrager houdt bijvoorbeeld een weblog bij op het digitaal platform, waaruit blijkt dat en hoe de activiteit waarvoor subsidie is gevraagd wordt of is uitgevoerd. Dat kan door tekst, maar ook door film- of beeldmateriaal te plaatsen. Daarbij kan gedacht worden aan informatie zoals welke lessen geleerd zijn bij de voorbereiding en uitvoering, hoeveel deelnemers er hebben deelgenomen, hoe deze deelnemers de activiteiten hebben ervaren.
Deze – zeker voor een subsidie van € 10.000,--– bijzondere verslagverplichting vloeit voort uit de te verwachten bijdrage hiervan aan het verspreiden van kennis en ervaringen die deze subsidieregeling mede tot doel heeft.
Aanvragen van subsidie op grond van paragraaf 6.26, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, worden behandeld volgens de regels, die van toepassing waren direct voorafgaande aan de inwerkingtreding. Op verzoek van de aanvrager wordt de aanvraag volgens de nieuw in werking getreden regels behandeld. In dat geval wordt de aanvraag geacht te zijn ingediend op de datum van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 1.2.3, eerste lid, en artikel 1.3.5, eerste lid, aanhef en onder b, de feitelijke datum van indiening beslissend is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-4449.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.