Besluit van Gedeputeerde Staten van 29 augustus 2017 met besluitnummer PZH-2017-607194749, tot wijziging van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

overwegende dat met ingang van 21 april 2015 de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 van kracht is geworden;

 

overwegende dat in de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 nog enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht;

 

besluiten de volgende wijzigingsregeling vast te stellen:

 

Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

 

ARTIKEL I  

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

Onderdeel A

 

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Onderdeel l komt te luiden:

l. landbouwgrond: landbouwareaal als bedoeld en omschreven in artikel 2, onder f, van Verordening (EU) nr. 1305/2013, plus eventuele landschapselementen of watergangen;

 

2. Onderdeel x komt te luiden:

 

x. openstellingsbijdrage: extra vergoeding voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein of het houden van toezicht op een natuurterrein, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging;

 

Onderdeel B

 

Na artikel 1.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 1.8 Weigeringsgrond

 

Subsidie wordt geweigerd voor zover voor het natuurterrein of het gedeelte van het leefgebied waarvoor subsidie is aangevraagd, al op grond van deze of enige andere regeling een subsidie is verstrekt met betrekking tot agrarisch natuurbeheer of natuurbeheer.

 

Onderdeel C

 

Artikel 2.4 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Het tweede lid komt te luiden:

 

2. Indien een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c of d, niet beschikt over een certificaat samenwerkingsverband natuurbeheer, gaat de aanvraag voor subsidie vergezeld van de individuele certificaten natuurbeheer, of afschriften van aanvragen daartoe, van de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren.

 

2. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

 

4. Indien een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder a of b, niet beschikt over een individueel certificaat natuurbeheer, gaat de aanvraag van subsidie vergezeld van een afschrift van de aanvraag voor het individueel certificaat natuurbeheer.

 

Onderdeel D

 

Artikel 2.5 wordt gewijzigd als volgt:

 

Onderdeel c van het eerste lid komt te luiden:

c. de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01), of jegens wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

 

Onderdeel E

 

Artikel 2.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onder c, wijzigt “0,5 hectare” in “75 hectare”.

 

2. In het tweede lid wordt “recreatietoeslag” vervangen door: “openstellingsbijdrage”.

 

3. Het derde lid komt te luiden:

 

3. De openstellingsbijdrage kan slechts worden verstrekt voor zover het natuurterrein niet ingevolge artikel 2.11, vierde lid, is vrijgesteld van de openstellingsplicht.

 

Onderdeel F

 

Artikel 2.7 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede “, indien de subsidieaanvrager over een certificaat beschikt”.

 

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

 

d. kosten ten behoeve van het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein of het houden van toezicht op een natuurterrein;

 

3. Het vijfde lid komt te luiden:

 

5. Indien een aangevraagd individueel certificaat als bedoeld in artikel 2.4, tweede of vierde lid, niet is afgegeven binnen negen maanden na het einde van de periode van openstelling als bedoeld artikel 1.2, tweede lid onder d, zijn de activiteiten die de desbetreffende natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft verricht niet subsidiabel.

 

4. Na het vijfde lid wordt een zesde lid ingevoegd, luidende:

 

6. Kosten zijn slechts subsidiabel indien zij zijn gemaakt nadat de aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Onderdeel G

 

Artikel 2.8 wordt gewijzigd als volgt:

In het tweede lid, onderdeel b, wordt “recreatietoeslag” vervangen door: “openstellingsbijdrage”.

 

Onderdeel H

 

Artikel 3.4 vervalt.

 

Onderdeel I

 

Artikel 3.5 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel c, onder 4°, wordt de puntkomma aan het einde van de zin vervangen door een punt.

 

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel c, onder 5°, vervalt.

 

Onderdeel J

 

Artikel 3.12 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. het eerste lid, onder b wordt de zinsnede “voor 1 januari van ieder kalenderjaar” vervangen door: “op 15 december voorafgaand aan het beheerjaar”.

 

  • 2.

    Het eerste lid, onder d komt te luiden:

 

d. wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, en wijzigingen als bedoeld in onderdeel e, worden door de subsidieontvanger uiterlijk veertien dagen voorafgaand aan het ingaan van de wijziging gemeld aan Gedeputeerde Staten, door de wijziging op perceelsniveau door te voeren via het daartoe onder b bedoelde systeem. De wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, kunnen tot uiterlijk 30 september van het lopende beheerjaar worden doorgevoerd;

 

3. Het eerste lid, onder e komt te luiden:

 

e. wijzigingen bestaande uit het toevoegen van percelen met de daarbij horende uit te voeren beheeractiviteit worden door de subsidieontvanger in het lopende beheerjaar doorgevoerd via het in onderdeel b bedoelde systeem. De subsidieontvanger voert deze wijzigingen uiterlijk door op de laatste dag waarop de Gecombineerde data inwinning kan worden ingediend;

 

4. Het eerste lid, onder i komt te luiden:

 

i. de subsidieontvanger dient ieder kalenderjaar een voortgangsverslag in;

 

5. Het eerste lid, onder n komt te luiden:

 

n. uiterlijk veertien dagen na het uitvoeren van de hierna genoemde activiteiten doet de subsidieontvanger daarvan een melding in het onder b) bedoelde systeem:

1°. het bemesten met ruige mest;

2°. het schoonmaken van watergangen;

3°. het snoeien;

4°. het spuiten van bagger;

5°. het maaien en/of schonen;

6°. het schoonmaken van een ondergelopen beheereenheid die vrije toegang biedt aan een watergang;

7°. het onderwerken van gewasresten.

 

6. Na het eerste lid, onder n wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

 

o. uiterlijk vijf werkdagen dagen na het treffen van maatregelen ter bescherming van aangetroffen nesten of kuikens doet de subsidieontvanger daarvan een melding in het onder b) bedoelde systeem.

 

7. Het eerste lid, onder o, wordt gewijzigd in het eerste lid, onder p en luidt:

 

p. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is de subsidieontvanger voor het jaar 2016 verplicht om uiterlijk 15 januari 2016 per leefgebied of onderdeel van een leefgebied waarvoor is beschikt een opgave te doen van de beheeractiviteiten op perceelsniveau in het daartoe door Gedeputeerde Staten aangewezen systeem.

 

Onderdeel K

 

Artikel 3.13 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Gedeputeerde Staten verstrekken na afloop van elk van de eerste vijf kalenderjaren een voorschot op het verleende subsidiebedrag, naar aanleiding van het ingediende betaalverzoek, bedoeld in artikel 3.11, onder g, en de verantwoording, bedoeld in artikel 3.11, onder h.

 

2. Het vierde lid komt te luiden:

 

4. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt steeds betaald binnen zes weken na afloop van de beslissing, bedoeld in het tweede of derde lid.

 

Onderdeel L

 

Artikel 3.14 wordt gewijzigd als volgt:

 

In het zesde lid wordt “ten 1º, 4º en 5º” vervangen door: “ten 1º en 4º”.

 

Onderdeel M

Artikel 3.15 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen binnen dertien weken na afloop van de zes aaneengesloten kalenderjaren waarvoor de subsidie is verstrekt, de subsidie ambtshalve vast, naar aanleiding van het door de subsidieontvanger in het zesde en laatste kalenderjaar ingediende betaalverzoek, bedoeld in artikel 3.11, onder g, en de verantwoording, bedoeld in artikel 3.11, onder h.

 

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

 

  • 3.

    Het restant bedrag wordt binnen zes weken na afloop van de beslissing, bedoeld in het eerste of tweede lid, uitbetaald.

 

Onderdeel N

 

Onder aanpassing van de inhoudsopgave van bijlage 1 vervalt landschapsbeheertype L01.04. Landschapsbeheertype L01.16 wordt toegevoegd aan bijlage 1.

 

Onderdeel O

 

In bijlage 2 komt de omschrijving van de beheertypen bij N17 Cultuurhistorische bossen als volgt te luiden:

 

Dit natuurtype omvat de volgende beheertypen:

 

• N17.01 Vochtig hakhout en middenbos (vervallen)

• N17.02 Droog hakhout

• N17.03 Park- en stinzenbos

• N17.04 Eendenkooi

• N17.05 Wilgengriend (nieuw m.i.v. 1-1-2017)

• N17.06 Vochtig en hellinghakhout (nieuw m.i.v. 1-1-2017)

 

Onderdeel P

 

In bijlage 2 komt de afbakening van natuurbeheertype N17.02 als volgt te luiden:

 

1.2 Afbakening

• Droog hakhout wordt periodiek afgezet (vrijwel alle bomen)

• Het beheertype bestaat uit een perceel hakhout of middenbos van enige omvang op droge en vlakke gronden. Kenmerkend is de aanwezigheid van hakhoutstoven. Het bestaat uit boomsoorten zoals zomereik, beuk en winterlinde. De cyclus verschilt per vorm en boomsoort, maar meestal dient om de 10 tot 20 jaar gehakt te worden. Bij middenbos is een deel overstaanders die in een veel lagere cyclus gehakt worden.

 

Onderdeel Q

 

Onder aanpassing van de inhoudsopgave van bijlage 2 vervallen de natuurbeheertypen N16.01, N16.02 en N17.01. De natuurbeheertypen N16.03, N16.04, N17.05 en N17.06 worden toegevoegd aan bijlage 2.

 

Onderdeel R

 

Bijlage 3 komt als volgt te luiden:

 

De koppeltabel zoals bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f, is geplaatst op http://www.portaalnatuurenlandschap.nl

 

 

ARTIKEL II  

Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling is geplaatst.

 

 

TOELICHTING

 

 

ARTIKEL I

Onderdeel B (artikel 1.8)

Dit artikel bevat de aangepaste weigeringsgrond uit het vervallen artikel 3.3. De opsomming is veralgemeniseerd. Daarnaast is de weigeringsgrond naar het algemene deel verplaatst, aangezien ook voor subsidies in het natuurbeheer geldt dat voor subsidieverlening geen plaats is indien op een terrein nog een verlening voor natuurbeheer loopt.

Onderdeel D (artikel 2.5)

De aanpassing van het eerste lid, onder c, is ingegeven door de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (2014/C 204/01).

Onderdeel E en F (artikel 2.6, artikel 2.7)

onderdelen d en e

Uit onderdeel d volgt dat zowel wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden (onderdeel d) als wijzigingen bestaande uit het toevoegen van percelen met de daarbij horende uit te voeren beheeractiviteit (onderdeel e) uiterlijk veertien dagen voorafgaand aan het ingaan van de wijziging moeten worden gemeld aan Gedeputeerde Staten. De wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, kunnen tot uiterlijk 30 september van het lopende beheerjaar worden doorgevoerd. De uiterste termijn om de wijzigingen bedoeld in onderdeel e door te geven ligt eerder: uiterlijk op de laatste dag waarop de Gecombineerde data inwinning kan worden ingediend.

Dit betreft technische aanpassingen die voornamelijk voortvloeien uit het vorig jaar ingevoerde systeem van natuurbeheer door collectieven.

De drempelwaarde van onderdeel E is gewijzigd van 0,5 naar 75 hectare. Deze drempel is landelijk vastgesteld voor alle provincies. Bij het bezitten of beheren van minder dan 75 hectare mag geen subsidie worden aangevraagd.

 

Onderdeel J (artikel 3.12)

Bij deze wijziging draait het om enkele technische aanpassingen die noodzakelijk zijn om de SVNL’16 te laten stroken met artikel 14bis van Verordening 809/2014 en met het daaruit voortvloeiende controle- en handhavingsregime.

 

Onderdeel R (bijlage 3)

De koppeltabel staat op het Portaal Natuur en Landschap. Op dat portaal staan ook eerdere versies van de koppeltabel. Op een beheerjaar is de meest recente versie van de koppeltabel van toepassing.

 

Naar boven