|
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN
|
TOELICHTING/VOORWAARDEN
|
NADERE BEPALINGEN
MANDAATTOEWIJZING
|
AAA01
|
Besluiten in:
-procedures waartoe met behulp van BA01 is besloten: alle besluiten en proceshandelingen die nodig zijn in het kader van die procedure met uitzondering van de in BA01 genoemde besluiten;
-bestuursrechtelijke procedures:
∘het voeren van verweer, tenzij wijziging van het bestreden besluit wordt bepleit en alle overige besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste bezwaar-of beroepsprocedure,
∘waarin wordt verzocht om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van art. 7:1a, Awb*,
∘alle besluiten en proceshandelingen in procedures op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv);
-civielrechtelijke procedures waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van de procedures als bedoeld in ACJ01, alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure.
-strafzaken omtrent voeging.
|
Onder civielrechtelijke procedures vallen gerechtelijke procedures, arbitragezaken en bindend adviezen.
In procedures op grond van de Wahv en in civielrechtelijke procedures met een financieel belang van minder dan € 50.000,- betreft het zowel besluiten tot het starten van een procedure, het voeren van verweer, het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie en het beëindigen van de procedure, als alle andere besluiten en proceshandelingen die in het kader van die procedure nodig zijn.
N.b. Dit mandaat ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.
Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.
* Dit mandaat kan op grond van art. 10:3 Awbniet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
Zie ook BA01
|
Bureauhoofd
|
AAA02
|
Besluiten op grond:
a.art. 4:5 en 4:6, Awb(vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag);
a.art. 4.7 en 4:8, Awb (horen);
b.afdeling 4.1.3, Awb(opschorten beslistermijn; besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen);
c.titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel);
d.art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak)
Besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb.
|
Het mandaat voor besluiten op grond van de art. 4:5 en 4:6 van de Awb geldt niet voor subsidies.
|
Bureauhoofd
|
AAA03
|
Besluiten op grond van afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel).
|
|
Bureauhoofd
|
AAA04
|
Het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke en belastingprocedures.
|
N.b. Dit ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.
|
Bureauhoofd
|
AAA05
|
Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten; en
het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken.
|
Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in ambtelijk mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een op ambtelijk niveau in mandaat genomen besluit.
|
Bureauhoofd
|
AAA06
|
Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awbconform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd of een afdelingshoofd.
Het mandaat omvat mede:
•rechtspositionele besluiten als bestreden besluit, met uitzondering van de vaststelling van een beoordeling van een medewerker;;
•besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing van art. 2:2 (weigeren raadsman of vertegenwoordiger), en 7:10 (verdagen beslistermijn), Awb.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
Indien het primair besluit is genomen door een bureauhoofd kan dit mandaat in ondermandaat worden uitgeoefend door een afdelingshoofd.
Indien het primair besluit is genomen door een afdelingshoofd kan het mandaat niet in ondermandaat worden uitgeoefend.
Voorbereidende handelingen vinden (mede) plaats door het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie.
Zie ook BA11, AP5a en AP5b
|
Directeur DBI
|
AAA07
|
Het afdoen van klachten al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris.
|
Voor zover het een gedraging betreft van een onder verantwoordelijkheid van de directeur van een directie of dienst ressorterende functionaris.
Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
|
Directeur DBI
|
AAA08
|
Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht en van buitengewone opsporingsambtenaren.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA09
|
(vervallen)
|
|
|
AAA10
|
Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheden, zoals het Rijk alsook de Europese Unie, alsmede het aangaan van overeenkomsten in verband met deze subsidies.
Het mandaat ziet niet op:
-Het besluit om als leadpartner (ook wel coordinating beneficiary of omschrijvingen van gelijke strekking, dan wel penvoerder genoemd) op te treden en daarmee (mede) de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van projecten door derden.
-De aanvraag van een subsidie bij andere overheden zoals het Rijk alsook de Europese Unie die leidt tot het vaststellen door Gedeputeerde Staten van een subsidieregeling teneinde de ontvangen subsidiegelden te kunnen verstrekken.
|
De uitgezonderde besluiten blijven voorbehouden aan Gedeputeerde Staten.
|
Bureauhoofd
|
AAA11
|
Alle besluiten omtrent subsidies en ISV welke niet in bestuurlijk mandaat BA05 en BR05 zijn belegd, met uitzondering van:
-het verlenen van incidentele subsidies als bedoeld in art. 3, vijfde lid, onder a, Asv van meer dan € 50.000,-;
-het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen;
-besluiten met gebruikmaking van de hardheidsclausule van de Asv.
|
Het betreft het verlenen, weigeren, intrekken en buiten behandeling laten van aanvragen van subsidies, alsmede, ongeacht het gevraagde bedrag, bevoorschotten, wijzigingen van ondergeschikt belang, wijzigen van de uitvoeringstermijn, wijzigen van de termijn indienen aanvraag subsidievaststelling, terugvorderen onverschuldigd betaald subsidiebedrag, vaststellen van subsidie, het aangaan van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst en dergelijke.
|
Bureauhoofd
|
AAA12
|
Het aan andere overheden, instellingen of bedrijven vragen van informatie in een politiek-bestuurlijk gevoelige context.
|
-Het betreft bijvoorbeeld het vragen van informatie bij subsidieontvangende instellingen over eventuele beloningen van bestuurders of functionarissen boven de normen op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.
- Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeuren van diensten of aan een afdelingshoofd.
|
-Directeur DBI
|
AAA13
|
Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (bestuurlijke sancties) met uitzondering van:
a.het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awbjuncto 5.17, Wabo;
a.besluiten tot invordering van dwangsommen;
b.besluiten tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.
|
Betreft in ieder geval:
-het opleggen, intrekken en wijzigen van een bestuurlijke sanctie,
-het afzien van verhaal van de kosten van bestuursdwang, alsmede van de invordering van dwangsommen en andere geldschulden voortvloeiend uit een bestuurlijke sanctie als bedoeld in hoofdstuk 5, Awb.
Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
Omvat niet besluiten tot voorbereidings- en uitvoeringshandelingen (AAA14).
|
Directeur DBI
|
AAA14
|
Besluiten
a.ter voorbereiding en uitvoering van de besluiten als bedoeld in AAA13;
b.tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awbjuncto 5.17, Wabo;
c.tot invordering van dwangsommen;
d.tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA15
|
Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA16
|
Besluiten in het kader van de inkoop van werken met een geraamde waarde tot € 3.000.000,-, en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,-, voor zover niet vallend onder AAA17, tot:
-aanbesteden;
-het uitvragen en de opdrachtverlening (inclusief bekrachtiging) op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem, ongeacht de geraamde waarde;
-het gunnen van een opdracht waarvoor het besluit tot aanbesteding is genomen met toepassing van BA06 of BA07, indien het bedrag van de gunning de oorspronkelijke raming met niet meer dan 10% overschrijdt;
-het bekrachtigen van reeds gegeven spoedopdrachten;
-(het bekrachtigen van) aanvullende opdrachten, voor zover het werken betreft tot een waarde van maximaal € 1 miljoen per aanvullende opdracht..
-het mede namens (een) andere aanbestedende dienst(en) in de markt zetten;
-het door een andere aanbestedende dienst mede namens PZH in de markt laten zetten.
Alsmede besluiten in het kader van de uitvoering van een aanbestedingsprocedure, die is gestart met toepassing van BA06 of BA07, voor zover niet uitdrukkelijk uitgezonderd.
Alsmede besluiten tot verkoop van afgeschreven roerende zaken.
|
Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01).
Alle bedragen zijn exclusief BTW.
Zie ook BA06, BA07, AAA17 en AAA18
Kan door directeur DBI niet worden ondergemandateerd.
|
Directeur DBI
|
AAA16a
|
Besluiten in het kader van de inkoop van werken, leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,-, tot:
-aanbesteden;
-het uitvragen en de opdrachtverlening (inclusief bekrachtiging) op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem, ongeacht de geraamde waarde;
-het gunnen van een opdracht waarvoor het besluit tot aanbesteding is genomen met toepassing van BA06 of BA07, indien het bedrag van de gunning de oorspronkelijke raming met niet meer dan 10% overschrijdt;
-het bekrachtigen van reeds gegeven spoedopdrachten;
-(het bekrachtigen van) aanvullende opdrachten, voor zover het werken betreft tot een waarde van maximaal € 1 miljoen per aanvullende opdracht;
-het mede namens (een) andere aanbestedende dienst(en) in de markt zetten;
-het door een andere aanbestedende dienst mede namens PZH in de markt laten zetten.
Alsmede besluiten in het kader van de uitvoering van een aanbestedingsprocedure, die is gestart met toepassing van BA06 of BA07, voor zover niet uitdrukkelijk uitgezonderd.
Alsmede besluiten tot verkoop van afgeschreven roerende zaken.
|
Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01).
Alle bedragen zijn exclusief BTW.
Zie ook BA06, BA07, AAA17 en AAA18
Uitsluitend ten behoeve van ondermandaat door directeur DBI.
|
Bureauhoofd
|
AAA17
|
Het bekrachtigen van reeds informeel gegeven opdrachten van werken met een geraamde waarde tot € 3.000.000,-, en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,-, met uitzondering van spoedopdrachten, aanvullende opdrachten, meerwerkopdrachten en opdrachten op basis van een raamovereenkomst ongeacht de waarde.
Het treffen of bekrachtigen van een minnelijke regeling ter voorkoming of beëindiging van een aanbestedingsgeschil met een financieel belang tot € 50.000,-.
|
Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
Alle bedragen zijn exclusief BTW.
Zie ook BA06, BA07, AAA16 en AAA18
|
Directeur DBI
|
AAA18
|
Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten.
Indien de overeenkomst is aangegaan door GS, blijven daaruit voortvloeiende wezenlijke rechtshandelingen voorbehouden aan GS.
Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering.
|
Het betreft rechtshandelingen als:
-het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst;
-beroep doen op bepalingen in een overeenkomst, zoals een boetebeding;
- het verlenen en bekrachtigen van een meerwerkopdracht;
-het goedkeuren van een herziene planning
voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst.
Onder wezenlijke rechtshandelingen dienen rechtshandelingen te worden verstaan die de verplichtingen van de provincie in niet geringe mate verzwaren of de risicoverdeling in niet geringe mate in het nadeel van de provincie wijzigen.
Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures (BA01, BA01a, AAA01).
Zie ook BA06, BA07, AAA16 en AAA17
|
Bureauhoofd
|
AAA19
|
(vervallen)
|
|
|
AAA20
|
Het verstrekken van opdrachten aan gemeenschappelijke regelingen waarin de provincie deelneemt met uitzondering van Regionale uitvoeringsdiensten.
|
Betreft werkzaamheden die behoren tot de taken van de gemeenschappelijke regeling, maar niet zijn meegenomen in het jaarplan van die gemeenschappelijke regeling.
|
Bureauhoofd
|
AAA21
|
Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstelling (bankgarantie).
|
|
Bureauhoofd
|
AAA22
|
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA23
|
Het verlenen van toestemming tot gebruik van, dan wel werkzaamheden in of aan een provinciaal eigendom, anders dan op basis van huur of pacht. De toestemming kan ook zien op het kappen van bomen.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA24
|
Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van:
-nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010 (AAA34 en AAA35);
- kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet (AAA34 en AAA35);
-besluiten in verband met onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen zoals opgenomen in ACJ01 en ABI10.
|
Omvat het buiten rechte:
a.aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden;
a.erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;
b.toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;
c.treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen.
Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.
Zie ook BA01a
|
Bureauhoofd
|
AAA25
|
(vervallen)
|
Zie AAA24
|
|
AAA26
|
Besluiten met betrekking tot gegevensverzamelingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens.
|
Betreft onder andere aanmelding gegevensverzameling bij Autoriteit Persoonsgegevens.
Melden datalekken is voorbehouden aan de directeur Concernzaken.
|
Bureauhoofd
|
AAA27
|
(vervallen)
|
|
|
AAA28
|
Besluiten inzake legitimatiebewijzen ten aanzien van:
-ambtenaren op grond van art. 5:12 Awb;
-personen in dienst van dan wel werkzaam voor of vanwege de provincie (in contact met derden).
|
|
Bureauhoofd
|
AAA29
|
Afgeven van een verklaring in het kader van een cliëntenonderzoek, zoals bedoeld in art. 3, Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, alsmede het afgeven van vergelijkbare verklaringen in een Europees subsidietraject.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA30
|
Besluiten betreffende het oninbaar verklaren van openstaande vorderingen tot een bedrag van € 50.000,--.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA31
|
Het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie (via BZK) inzake provinciale steunmaatregelen die van aanmelding zijn vrijgesteld.
|
De feitelijk uitvoerende handeling, te weten de elektronische melding via het ministerie van BZK, wordt gecoördineerd door bureau K&C, afdeling FJZ.
|
Bureauhoofd
|
AAA32
|
Besluiten omtrent gebruiksovereenkomsten ten behoeve van de provincie: overeenkomsten om niet of domeinnaamregistraties.
De overeenkomsten hebben geen betrekking op inkoop van diensten of leveringen.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA33
|
Aanschrijvingen tot het verleggen van kabels en leidingen, alsmede de eventueel daarmee samenhangende ingebrekestelling.
|
De aanschrijving ziet op het verleggen van kabels en leidingen in infrastructurele projecten waarin o.a. sprake is van een kabel of leiding die op een zakelijk recht ligt.
Het mandaat ziet niet op het intrekken of wijzigen van een ontheffing op grond waarvan een kabel of leiding binnen het beheergebied van de provincie is gelegen (zie ABI01).
|
Bureauhoofd
|
AAA34
|
Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:
-de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en
-kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet;
voor zover het financiële belang niet hoger is dan € 250.000,00.
|
Zie ook AAA35 en BA01b
|
Bureauhoofd
|
AAA35
|
Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:
-de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en
-kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet;
voor zover het financiële belang € 250.000,00 tot € 1.000.000,00 bedraagt.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
Zie ook BA01b en AAA34
|
Directeur DBI
|
AAA35a
|
Het voorafgaand aan de uitvoering van een project maken van afspraken met kabelexploitanten (projectovereenstemmingen), met uitzondering van afspraken over definitieve schadevergoeding.
|
Het betreft afspraken over te verrichten werkzaamheden en planning. Tevens kan er inzicht worden gegeven in een eventuele schadevergoeding, maar hieromtrent kunnen geen definitieve afspraken worden gemaakt .
|
Bureauhoofd
|
AAA36
|
Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA37
|
Besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet.
|
Het betreft:
-financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet;
-andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen.
N.b. het betreft niet de aanslagoplegging.
|
Bureauhoofd
|
AAA38
|
Het vaststellen van aanvraagformulieren voor besluiten van Gedeputeerde Staten.
|
|
Bureauhoofd
|
AAA39
|
Het op grond van art. 9f, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 bevoegd verklaren van een gemeente tot het afhandelen en coördineren van de benodigde vergunningen voor windturbines tussen de 5 en 100 MW.
|
De gemeente is – voor zover nodig - bereid tot aanpassing van het bestemmingsplan en locatie past binnen het provinciaal ruimtelijk (windenergie) beleid.
|
Bureauhoofd
|
AAA40
|
Besluiten omtrent samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden met een financieel belang van minder dan € 50.000,-- exclusief BTW.
|
-Het betreft praktische samenwerking met geringe financiële gevolgen.
-Omvat niet het aangaan van overeenkomsten met andere overheden:
•in de verkenning en planstudie of realisatiefase in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken (BV14, AV09 en AV10);
•in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden (ABI11).
|
Bureauhoofd
|
AAA41
|
Indeplaatsstelling op basis van art. 124 van de Gemeentewet en het algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 23 augustus 2011 (en de aanvullende beleidskaders voor Huisvesting voor verblijfsgerechtigden en Archief).
Het mandaat omvat fase 1 (signaleren) en fase 2 (valideren van informatie) van de interventieladder van het genoemde algemene beleidskader.
|
Rapportage per kwartaal aan portefeuillehouder.
Zie ook BA14
|
Bureauhoofd
|
AAA42
|
Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tot € 250.000 waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1, Wro.
|
ZieBV13 en AAA43
|
Bureauhoofd
|
AAA43
|
Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tussen € 250.000 en € 1.000.000 waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1 Wro.
|
Zie BV13 en AAA42
Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.
|
Directeur DBI
|
AAA44
|
Coördinatie van voorbereiding en bekendmaking van besluiten als bedoeld in art. 3.33 Wro.
|
|
Bureauhoofd
|