Regeling tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en enkele andere rechtspositieregelingen

Bekendmaking van het besluit van 29 augustus 2017 - zaaknummer 2017-005609 tot wijziging van een regeling

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

 

Gelet op artikel 125 Ambtenarenwet;

 

Overwegende dat de partijen in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) in het kader van de onderhandelingen over de cao 2017 – 2018 overeenstemming hebben bereikt over de navolgende wijzigingen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en enkele andere rechtspositieregelingen;

 

BESLUITEN

 

Vast te stellen de volgende regeling

 

Regeling tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en enkele andere rechtspositieregelingen

Artikel I  

De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wijzigt als volgt:

 

A.

Artikel C.7 komt te luiden:

Gedeputeerde staten verhogen het op grond van artikel C.6 bepaalde salaris van de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt op 1 januari van elk kalenderjaar, met 3% van het maximumsalaris, tenzij:

  • a.

    het salaris van de ambtenaar in het voorafgaande kalenderjaar tussentijds met 3% is verhoogd op grond van een beoordeling, of:

  • b.

    blijkens een beoordeling het functioneren van de ambtenaar niet aan de gestelde eisen voldoet.

 

B.

Artikel C.9 komt te vervallen.

 

C.

Artikel C.10 inclusief aanhef komt te luiden:

Artikel C.10 Waarderen van bijzondere prestaties of extra inzet

Aan de ambtenaren of een groep van ambtenaren kan een extra waardering ‘boter bij de vis’ worden toegekend bij een bijzondere prestatie of geleverde extra inzet.

 

D.

Artikel F.7 komt te luiden:

De ambtenaar en zijn leidinggevende houden periodiek een planningsgesprek en een voortgangsgesprek.

Artikel II  

Aan artikel 3 van de Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4.

    De minimale duur van de WW-uitkering en de aanvullende uitkering gezamenlijk is nooit minder dan 1 maand per volledig jaar arbeidsverleden van de ambtenaar dat meetelt voor de opbouw van zijn WW. Deze minimale duur is maximaal 38 maanden.

Artikel III  

De regeling jaargesprekken inclusief bijlagen en toelichting wordt ingetrokken.

Artikel IV  

  • 1.

    De medewerkers die op 1 juli 2017 voor de provincie werkzaam waren op basis van een aanstelling door of een arbeidsovereenkomst met de provincie, ontvangen bij de salarisbetaling van november 2017 een éénmalige uitkering.

  • 2.

    Voor de medewerker met een formele arbeidsduur per week van 36 uur, bedraagt de éénmalige uitkering € 500 bruto.

  • 3.

    Voor de medewerker met een afwijkende formele arbeidsduur per week, wordt de hoogte van de éénmalige uitkering naar rato bepaald.

Artikel V  

Deze regeling treedt in werking na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 september 2017.

 

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven