Wijzigingsbesluit Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v.

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 25 juli 2017 hebben vastgesteld:

 

Wijzigingsbesluit Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v.

Artikel I Wijziging Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v.

De Subsidieverordening investeringen Landelijk Gebied Limburg 2015 e.v. wordt als volgt gewijzigd:

 

In de bijlage wordt paragraaf 4.4. “Waardenetwerken ter verbetering van de grondwaterkwaliteit” gewijzigd en komt als volgt in zijn volledigheid nu te luiden:

4.4 Waardenetwerken ter verbetering van de grondwaterkwaliteit

Doel

Organiseren van waardenetwerken die tot doel hebben de grondwaterkwaliteit te verbeteren. Waardenetwerken zijn tijdelijke organisaties van kleine groepen agrarische ondernemers, die gedurende een bepaalde tijd gezamenlijk werken aan het oplossen van één specifiek probleem. Is het probleem opgelost dan heft de organisatie zich op.

Beoogde activiteiten

Opzetten van zogeheten waardenetwerken (groepen van ca. 10 – 15 boeren), die onder begeleiding van een landbouwkundig adviseur maatregelen implementeren, die tot doel hebben de grondwaterkwaliteit te verbeteren. Het gaat om maatregelen, die erop gericht zijn om de uitspoeling van nutriënten en/of bestrijdingsmiddelen naar het grondwater te beperken. De maatregelen moeten eenvoudig in de bedrijfsvoering zijn in te passen.

Aanvrager

(Groep van) primaire landbouwers

Toepassingsgebied

De gehele provincie Limburg

Subsidiabele kosten

De kosten van niet-productieve investeringen zoals tijdelijk ingehuurde adviseurs voor de implementatie van de maatregelen en monitoring die nodig is om de effectiviteit van de genomen proefmaatregelen aan te tonen.

Subsidiepercentage/bedrag

De subsidie bedraagt maximaal 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 45.000,-.

Nadere eisen, voorwaarden en verplichtingen; EU-kaders

De activiteiten dienen uiteindelijk een bijdrage te leveren aan één of meer van de volgende subsidiecriteria:

 

a. Een significante reductie van de nitraatuitspoeling. Het streven dient te zijn om te voldoen aan de grenswaarde van 50 mg nitraat /l in het grondwater. Een reductie van de nitraatuitspoeling kan o.a. gerealiseerd worden door:

• door een betere verdeling over de percelen, waardoor er minder lekverliezen zijn;

• door een betere benutting van de stikstof;

• door een verminderde uitspoeling als gevolg van het verhogen van het organische stofgehalte.

 

In sommige gevallen testen deelnemers een maatregel uit. In andere gevallen maken de deelnemers een keuze uit een palet aan maatregelen. Dit is afhankelijk van de inpasbaarheid in hun bedrijfsvoering. De aanvrager dient een onderbouwde inschatting te maken van de verwachte reductie van de nitraatuitspoeling en dient aan te geven op welke wijze dit bepaald wordt. In het verleden hebben waardenetwerken gedraaid op de volgende onderwerpen:

• rijenbemesting met organische mest in mais en kool

• precisiebemesting d.m.v. plantsapmetingen in peen, asperges prei, spruitkool en courgettes

• uitspoeling onder nieuw aangelegde aspergevelden

• ploegloze grondbewerking

• sensor gestuurde bemesting in aardappelen

• optimalisatie mestgift door middel van plaats specifieke sensingtechnieken

• betere benutting van tussenteelten

• effect van grondbewerking

• maisteelt op blijvend grasland

• verbetering van de graszode d.m.v doorzaai

• afstelling van kunstmeststrooiers

 

Voorstellen dienen nieuwe onderwerpen of toepassingen aan te dragen. Indien er toch voorstellen over bovenstaande onderwerpen worden ingediend, dan dient duidelijk aangegeven te worden waarin deze voorstellen afwijken van de voorgaande waardenetwerken uit het verleden. Onderwerpen of toepassingen mogen zich elders bewezen hebben, bv op proefboerderijen, binnen het waardenetwerk wordt vervolgens de toepasbaarheid in de praktijk onderzocht. Indien aan het bovenstaande niet wordt voldaan dan zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.

 

b. Een significante reductie m.b.t. gewasbestrijdingsmiddelen. In sommige gevallen testen deelnemers een maatregel uit. In andere gevallen maken de deelnemers een keuze uit een palet aan maatregelen. Dit is afhankelijk van de inpasbaarheid in hun bedrijfsvoering. De aanvrager dient een onderbouwde inschatting te maken van de verwachte reductie van de uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en dient aan te geven hoe deze reductie wordt bepaald. In het verleden hebben waardenetwerken gedraaid op de volgende onderwerpen:

• onkruidbestrijding in asperges en aardbeien.

• onkruidbestrijding bij niet kerende grondbewerking in zomergraan

• aanpak van emelten en ritnaalden

• onkruidbestrijding op basis van verdienmodellen

 

Voorstellen dienen nieuwe onderwerpen of toepassingen aan te dragen. Indien er toch voorstellen over bovenstaande onderwerpen worden ingediend, dan dient duidelijk aangegeven te worden waarin deze voorstellen afwijken van de voorgaande waardenetwerken uit het verleden. Onderwerpen of toepassingen mogen zich elders bewezen hebben, bv op proefboerderijen, binnen het waardenetwerk wordt vervolgens de toepasbaarheid in de praktijk onderzocht.

Indien aan het bovenstaande niet wordt voldaan dan zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.

 

De ingediende subsidieaanvragen dienen naast bovenstaande onderbouwing in ieder geval de volgende informatie te bevatten om voor subsidiëring in aanmerking te komen:

• Werkwijze hoe de activiteit uitgevoerd gaat worden;

• Manier van communiceren tussen de deelnemers en de sector tijdens en na beëindiging van het netwerk;

• Ervaring van de landbouwkundig adviseur met het begeleiden van soortgelijke groepen;

• Het vernieuwend effect van het initiatief;

• Een inschatting van het effect van de maatregelen. Deze inschatting moet geloofwaardig zijn en goed onderbouwd zijn, bv met resultaten uit eerder gedane experimenten en dient in de praktijk te worden getoetst me behulp van (eenvoudige) veldmetingen;

• De kans van slagen van de maatregelen. De maatregelen dienen zich elders bewezen te hebben;

• Grootte van de groep deelnemers. Dit kunnen naast agrariërs ook toeleveranciers of loonwerkers zijn.

 

De ingediende voorstellen zullen op deze subsidiecriteria getoetst worden.

 

Indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarden dan zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.

 

Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend in de periode van 4-9-2017 tot en met 22-9-2017 worden ingediend.

 

De subsidie zal voor maximaal 2 jaar worden verstrekt. Indien subsidie voor één jaar wordt aangevraagd dient aangetoond te worden, hoe men in één jaar –onafhankelijk van het weer- het resultaat denkt te behalen.

 

Het EU-kader waarbinnen het project valt is de Kaderrichtlijn Water

ARTIKEL II Overgangsrecht

  • 1.

    Voor besluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van deze wijziging blijven de bepalingen van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v. (Pb. 2016, nr. 4329) van kracht zoals die golden vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 2.

    Aanvragen die op basis van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v. (Pb. 2016, nr. 4329) zijn ingediend en waarover bij inwerkingtreding van deze wijziging nog niet is beslist, worden geacht op basis van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v. met inachtneming van deze wijziging te zijn ingediend, tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v. (Pb. 2016, nr. 4329).

Artikel III Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 25 juli 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven