Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst West-Holland 2017

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst West-Holland houdende de verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan ambtenaren van de Omgevingsdienst West-Holland

 

De directeur van de Omgevingsdienst West-Holland,

gelet op:

  • -

    Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    De Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland;

  • -

    De Instructie directeur Omgevingsdienst West-Holland;

  • -

    De mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude (hierna gezamenlijk te noemen: “de gemeenten”);

  • -

    Het mandaatbesluit van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland;

  • -

    Het mandaatbesluit Heffingsambtenaar leges ODWH van de teamleider belastingen van de gemeente Noordwijk;

  • -

    Artikel 257ba, tweede lid, Wetboek van Strafvordering, artikel 4.2 van het Besluit OM-afdoening en de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten;

  • -

    Artikel 2 van het Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

     

b esluit:

Artikel 1. Ondermandaat aan afdelingshoofden

  • 1.

    Aan de afdelingshoofden van de Omgevingsdienst West-Holland wordt ondermandaat verleend voor het verrichten van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taken voor zover betrekking hebbend op de eigen afdeling, daaronder in ieder geval begrepen het nemen, ondertekenen en doen uitvoeren van besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Bij afwezigheid van een afdelingshoofd als bedoeld onder 1. zijn de afdelingshoofden van de andere afdelingen bevoegd om uitvoering te geven aan taken en bevoegdheden die aan het afwezige afdelingshoofd zijn ondergemandateerd.

Artikel 2. Ondermandaat aan teamleiders

  • 1.

    Aan de teamleiders van de Omgevingsdienst West-Holland wordt ondermandaat verleend voor het verrichten van alle feitelijke handelingen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taken voor zover betrekking hebbend op de eigen afdeling, daaronder in ieder geval begrepen het voorbereiden van besluiten, de advisering aan de deelnemers en het afdoen en ondertekenen van correspondentie, niet zijnde besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Bij afwezigheid van een teamleider als bedoeld onder 1., worden de taken uitgevoerd door het afdelingshoofd.

Artikel 3. Algemene bepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van dit besluit wordt met ondermandaat gelijkgesteld de machtiging om namens de omgevingsdienst handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2.

    De uitoefening van de bevoegdheden in ondermandaat geschiedt met in achtneming van werkafspraken die de directeur van de Omgevingsdienst met deelnemers heeft gemaakt.

  • 3.

    Het in de voorgaande artikelen bedoelde ondermandaat dan wel ondermachtiging omvat, voor zover niet anders is bepaald in dit besluit, de bevoegdheid tot het nemen van besluiten waaronder wordt verstaan: verlenen, actualiseren, weigeren, (op verzoek van de vergunninghouder) intrekken of wijzigen, aanhouden, stellen van nadere voorwaarden en het niet in behandeling nemen van onvolledige aanvragen;

  • 4.

    De ondergemandateerde is met betrekking tot de ondergemandateerde bevoegdheden tevens bevoegd tot:

    • a.

      het verrichten van alle benodigde voorbereidingshandelingen;

    • b.

      het voeren van correspondentie;

    • c.

      het verstrekken van informatie;

    • d.

      het inwinnen van adviezen;

    • e.

      het uitnodigen voor bijeenkomsten.

  • 1.

    De uitoefening van de in dit besluit genoemde bevoegdheden moet passen binnen:

    • a.

      de (deel-)budgetten die daarvoor in de begroting zijn opgenomen;

    • b.

      de regelgeving, beleidsregels, bestaand beleid, richtlijnen, voorschriften en dergelijke.

  • 1.

    Indien in het kader van de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in dit besluit meer afdelingen en instanties zijn betrokken, dient de ondergemandateerde ervoor te zorgen dat zowel intern als extern advies wordt ingewonnen en overleg plaatsvindt voordat er een beslissing wordt genomen.

Artikel 4. Uitzonderingen

  • 1.

    Van het aan de directeur van de Omgevingsdienst verleende mandaat door de provincie Zuid-Holland is uitgezonderd de bevoegdheid van het verlenen van ondermandaat voor:

    • a.

      het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures;

    • b.

      het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om namens Gedeputeerde Staten ter zitting, binnen de grenzen van het geschil en het daarmee gepaard gaande financiële belang, mee te werken aan finale geschillenbeslechting en toezeggingen ten aanzien daarvan te doen;

    • c.

      het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken;

    • d.

      het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten;

    • e.

      het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken;

    • f.

      het besluiten op bezwaarschriften conform advies Awb-bezwarencommissie;

    • g.

      het aanvragen en verantwoorden van subsidies en het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidies;

    • h.

      het vragen van advies in het kader van Bibob aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB) en het verwerken van dit advies;

    • i.

      besluiten omtrent gedoogbeschikkingen;

    • j.

      het afzien van bestuurlijk optreden naar aanleiding van een kenbaar gemaakte zienswijze;

    • k.

      het besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom en het opleggen van een last onder bestuursdwang;

    • l.

      het nemen van besluiten in het kader van omgevingsvergunningen voor zover het betreft de PMV, waarbij Gedeputeerde Staten niet het bevoegd gezag zijn;

    • m.

      het nemen van besluiten (incl. voornemen daartoe) op grond van artikel 30 en 32 Wbb (het treffen van maatregelen bij ongewone voorvallen), artikel 43 Wbb (inzet van het bevelinstrumentarium), artikel 70 en 71 Wbb (gedogen van onderzoek en inzet middelen), en artikel 50 lid 1 Wbb (vordering van gebruik of eigendom onroerende zaken of beperkte rechten);

    • n.

      de ontwerpaanwijzing ex. Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen op grond van artikel 4 Besluit verbond.

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het in de voorgaande artikelen bedoelde ondermandaat dan wel de ondermachtiging in beginsel geen betrekking op:

    • a.

      het vaststellen van beleidsregels;

    • b.

      het beslissen op een bezwaarschrift;

    • c.

      taken en bevoegdheden op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

    • d.

      klachten in de zin van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5. Ondervolmacht

Op grond van artikel 3, lid 2 onder i. en artikel 5 lid 5 van de Instructie directeur ODWH ondervolmacht te verlenen aan het afdelingshoofd Bedrijfsbureau tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen tot een bedrag van maximaal € 50.000,--.

Artikel 6. Informatieplicht

  • 1.

    Degene aan wie bij dit besluit mandaat, ondermandaat, ondermachtiging of ondervolmacht is verleend dient aan de directeur gevraagd of ongevraagd informatie te verschaffen over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken en bevoegdheden, dan wel privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • 2.

    Degene aan wie bij dit besluit mandaat, ondermandaat, ondermachtiging of ondervolmacht is verleend dient de directeur te informeren bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de (onder)gemandateerde bevoegdheden, dan wel de ondergemachtigde taken, dan wel de in ondervolmacht uitgevoerde privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Artikel 7. Slotbeplalingen

  • 1.

    Het Ondermandaatbesluit van de Omgevingsdienst West Holland van 5 april 2016 (Provinciaalblad 2016 nr. 1983) wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in werking treedt.

  • 2.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2017.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst West-Holland 2017.

Leiden, 3 augustus 2017

De directeur a.i. van de Omgevingsdienst West-Holland,

N.E. Mier

Naar boven