Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2017, 3539 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2017, 3539 | Overige besluiten van algemene strekking |
Nadere regels subsidiabele kosten in het kader van het verstrekken van projectsubsidie 2017
Gedeputeerde Staten van Limburg,
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en artikel 11, tweede lid, sub b, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 25 juli 2017 hebben vastgesteld:
Nadere regels subsidiabele kosten in het kader van het verstrekken van projectsubsidies 2017
Deze Nadere regels zijn van toepassing op te verstrekken projectsubsidies als bedoeld in de vigerende Algemene Subsidieverordening van de Provincie Limburg.
De subsidieaanvrager dient de subsidiabele kosten te berekenen, met gebruikmaking van de in artikel 2 omschreven begripsbepalingen en opgenomen berekeningswijzen.
Artikel 2 Begripsbepalingen en berekeningswijzen
Bij het bepalen van de subsidiabele kosten van een project wordt uitgegaan van de volgende definities:
afschrijvingskosten: kosten die de economische waardevermindering weergeven van een nieuwe investering (machines en apparatuur) die specifiek gericht op het project plaatsvindt. Voor deze kosten geldt dat 30% van de investering op jaarbasis subsidiabel is tot een maximum van 90% in totaal. De toerekenbaarheid van de kosten aan het project hangt derhalve af van de looptijd van het project.
indirecte kosten of overhead: kosten die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit worden toegerekend, maar via een opslag op de directe loonkosten. Deze opslag wordt forfaitair vastgesteld op 50% van de directe loonkosten. Hiervan kan in inhoudelijke nadere subsidieregels door Gedeputeerde Staten worden afgeweken.
uurtarief: directe loonkosten per productief uur. Er dient te worden uitgegaan van 1.650 productieve uren per jaar, zijnde het vastgestelde aantal productieve uren per fulltime dienstverband, dan wel een evenredig deel van deze norm, indien het dienstverband van kortere duur is of indien sprake is van een dienstverband met een kleinere omvang dan een fulltime dienstverband.
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of een opvolger daarvan, en de daarvan afgeleide wetgeving. Op basis van de WNT bedraagt het maximale subsidiabele uurtarief bij projectsubsidies de geldende WNT-norm gedeeld door 1.650 productieve uren per jaar, zijnde het vastgestelde aantal productieve uren per fulltime dienstverband, dan wel een evenredig deel van deze norm, indien het dienstverband van kortere duur is of indien sprake is van een dienstverband met een kleinere omvang dan een fulltime dienstverband. Dit maximale uurtarief geldt voor alle direct bij de subsidiabele activiteit betrokken personen in dienstverband bij de subsidieontvanger.
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter
de heer drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris
de heer drs. G.H.E. Derks MPA
Artikel 2, eerste lid, sub f, subsidiabele kosten
De hoogte van het subsidiebedrag wordt berekend op basis van een begroting van de kosten, die nodig zijn voor het uitvoeren van het subsidieproject. De hoofdregel voor het in aanmerking komen van kosten voor subsidie is dat het gaat om kosten die redelijkerwijs moeten worden gemaakt om de activiteiten in het project uit te voeren en dat de kosten rechtstreeks verbonden zijn aan deze activiteiten.
De subsidiabele kosten bestaan uit een aantal kostensoorten:
Afschrijvingskosten van machines en apparatuur:
Afschrijvingskosten van machines en apparatuur die specifiek voor het project worden aangeschaft, worden in de begroting opgenomen onder "machines en apparatuur”.
Afschrijvingskosten moeten worden berekend aan de hand van de aanschafprijs. De afschrijvingstermijn is gefixeerd op 3 jaren en heeft uitsluitend betrekking op specifiek voor het project aangeschafte machines en apparatuur. De restwaarde na 3 jaren is forfaitair bepaald op 10%, hetgeen resulteert in een afschrijving op jaarbasis van 30% van de aanschafprijs tot een maximum van 90%.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3539.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.