Provinciaal blad van Flevoland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2017, 3391 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2017, 3391 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent vouchers voor ondernemers Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020
Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 21 juli 2017, nummer 2096765 hebben vastgesteld de:
Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
De economische positie van Flevoland versterkt wordt door een impuls te geven aan het individueel ondernemerschap;
Provinciale Staten bij de vaststelling van het Economische Programma Flevoland: ecosysteem voor ondernemerschap financiële middelen beschikbaar hebben gesteld voor het stimuleren van het ondernemerschap in het Flevolandse midden- en kleinbedrijf;
de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;
het wenselijk is om voor het beschikbaar stellen van een subsidie in de vorm van een voucher ter stimulering van ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf, deze nadere regels vast te stellen;
getoetst is of bij het in het leven roepen van de in deze nadere regels genoemde subsidiemogelijkheid sprake is van staatssteun;
uit deze toets is gebleken dat deze subsidiemogelijkheid weliswaar aangemerkt wordt als staatssteun, maar dat deze gerechtvaardigd kan worden verstrekt onder toepassing van artikel 18 en artikel 25 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) Vo 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 inzake staatssteunregels als neergelegd in de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU);
gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,
De volgende nadere regels vast te stellen:
Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
ondernemers: bij de KvK als onderneming ingeschreven rechtsvormen die een econo¬mische activiteit uitoefent, gevestigd in Flevoland en waarvan de bedrijfsactiviteit plaatsvindt in Flevoland. Hiervan zijn verenigingen, stichtingen en beheermaatschappijen uitgezonderd. Als één onderneming wordt beschouwd de groep of fiscale eenheid waartoe de aanvrager behoort.
Artikel 2. Reikwijdte nadere regels
Deze nadere regels zijn van toepassing op vouchers die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken in het kader van het ondersteunen en versterken van ondernemerschap.
Artikel 3. Doel van de nadere regels
Deze nadere regels hebben tot doel om aan potentiële aanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan aanvragen worden getoetst.
Een voucher kan worden aangevraagd door een mkb-ondernemer in Flevoland met kansrijke ambities om de onderneming te laten versterken en/of te laten groeien. Criteria hiervoor zijn omzet of werk of een combinatie van beide.
Artikel 6. Doel van de voucher
De voucher biedt de ondernemer een financiële tegemoetkoming bij het inschakelen van externe deskundigheid bij het vertalen van de groeiambitie in een goede strategie en/of het managen van de transformatie die leidt tot meer omzet en/of werk.
Deze ondersteuning betreft de volgende type vouchers:
Artikel 13. Hoogte van de voucher
De volgende maximumbedragen gelden bij onderstaande type vouchers:
Artikel 14. Maximale aanspraak per ondernemer
Uitgangspunt is dat een ondernemer van alle typen vouchers gebruik kan maken. Een ondernemer mag meerdere keren een voucher van eenzelfde type aanvragen totdat het in artikel 13 genoemde maximum bedrag van dat type voucher is bereikt.
Artikel 15. Verplichtingen voucherontvanger, start uitvoering
De ontvanger van een voucher is verplicht om binnen een half jaar na toekenning van de voucher te starten met de uitvoering van de activiteit. Deze activiteit dient binnen een jaar na toekenning van de voucher, doch uiterlijk 31-12-2021 te zijn afgerond.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Flevoland van 21 juli 2017.
T. v.d. Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter
Uitgegeven op 24 juli 2017
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Deze nadere regels vloeien voort uit het Economisch Programma Flevoland: ecosysteem voor ondernemerschap dat Provinciale Staten op 21 september 2016 hebben vastgesteld.
De uitwerking van het Economisch Programma is gedaan door op grond van de Algemene Subsidieverordening een nadere subsidieregeling in het leven te roepen die het mogelijk maakt om vouchers toe te kennen om ondernemerschap van het mkb met de potentie en de ambitie om te groeien in Flevoland, te ondersteunen en te versterken.
2. Waarom nadere regels als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is.
Een bestuursorgaan mag op grond van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Alge¬mene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidie¬spel¬regels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen, nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen.
De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie, en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid-specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleidspecifieke voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er, wanneer sprake is van subsidiering, niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. DE BASISSPELREGELS VOOR SUBSDIERING ZIJN OPGENOMEN IN DE ASF 2012 EN DE SUBSIDIETITEL VAN DE AWB. De beleidspecifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.
3. Wat betekent de AGVV-verordening voor de staatssteun die in de overwegingen is opgenomen? De EU wil gelijke concurrentievoorwaarden scheppen voor alle ondernemingen op de interne markt. Controle op overheids- en/of staatssteun aan ondernemingen is dan ook een van de belangrijkste onderdelen van het Europese mededingingsbeleid. Decentrale overheden die steun willen verlenen, moeten goed kijken naar de regels voor staatssteun. Hoewel staatssteun in beginsel verboden is en moet worden aangemeld bij de Europese Commissie ter goedkeuring, zijn er veel mogelijkheden om staatssteun zogezegd ‘staatssteunproof’ te verlenen. Zo heeft de Europese Commissie een aantal vrijstellings¬verordeningen ontworpen op basis waarvan decentrale overheden steun kunnen verlenen voor bepaalde beleidsdoelen, zonder dat een formele aanmeldingsprocedure nodig is. Een van die vrijstellingsverordeningen is de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) Vo 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014. De te verstrekken steun vanuit de voucherregeling wordt verstrekt onder de artikelen 18 en 25 van de AGVV en wordt op deze wijze geoorloofd verstrekt.
Omdat het de bedoeling is dat op grond van de nadere regels alleen vouchers worden verstrekt wanneer ondernemerschap gerelateerd is aan groei, is bij sub h gedefinieerd wat onder groei wordt verstaan.
In dit artikel wordt verwezen naar twee specifieke artikelen van de AGVV-verordening 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 inzake staatssteun. In deze artikelen 18 en 25 lid 2 sub d wordt omschreven wat wordt verstaan onder consultancysteun resp. steun voor haalbaarheidsstudies.
In dit artikel zijn in verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigerings¬gronden zich voordoen, moet de aanvraag om een voucher worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag om voucher moet worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. Het kan in de praktijk voorkomen dat een aanvraag om een voucher, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet, moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor een voucher wordt gevraagd niet zodanig door de voucheraanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.
Overzicht van relevante links:
Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV): https://europadecentraal.nl/onderwerpen/staatssteun/vrijstellingen/algemene-groepsvrijstellingsverordening/
Formele regeling “Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieënsteun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard”, Publicatieblad EU: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=OJ:L:2014:187:FULL&from=EN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3391.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.