Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2017, 3242 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2017, 3242 | Verordeningen |
Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1.6 Niet subsidiabele kosten
Punt wordt vervangen door een komma en wordt toegevoegd:
met uitzondering van de kosten als bedoeld in artikel 1.1.5 vijfde lid.
Paragraaf 2.6 Ruimtelijke kwaliteit groene omgeving
In de tweede alinea wordt de zin ‘Daarnaast….te bundelen’ vervangen door:
Daarnaast willen Gedeputeerde Staten bij nieuwe functies en voorzieningen gebiedsgerichte ontwikkelingen met ruimtelijke kwaliteit stimuleren die een voorbeeld kunnen zijn voor andere gebieden.
Artikel 2.6.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b komt als volgt te luiden:
Lid 2 sub c komt als volgt te luiden:
Er wordt een nieuw paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 2.8 Vitaliteit van binnensteden (stadsarrangementen)
Gemeenten en de provincie selecteren gezamenlijk projecten die bijdragen aan het vitaler maken van de binnensteden. Een overzicht van die projecten wordt een stadsarrangement genoemd. Het kan gaan om projecten op het gebied van visievorming, uitwerking van concepten, maar ook om fysieke maatregelen om de binnenstad te veranderen.
Artikel 2.8.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
stadsarrangement: een door de provincie en gemeente opgesteld overzicht van activiteiten die bijdragen aan de vitaliteit, leefbaarheid en kwaliteit van de binnenstad van de betreffende gemeente. In het stadsarrangement is opgenomen wat de maximale provinciale bijdrage is, wie de subsidieaanvrager is en waar het project uitgevoerd wordt.
Artikel 2.8.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verlenen voor activiteiten die de vitaliteit, leefbaarheid en kwaliteit van de binnenstad vergroten.
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 2.8.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal het percentage en het bedrag zoals opgenomen in de stadsarrangement van de betreffende gemeente.
Toelichting: Overeenkomstig artikel 1.2.1 tweede lid sub c wordt per activiteit een begroting en een dekkingplan ingediend. Voor de berekening van de hoogte van de subsidie gelden de artikelen 1.1.5 en 1.1.6.
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.
Artikel 2.8.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 2.8.7 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is, in aanvulling op artikel 1.4.1 en artikel 1.4.2 verplicht:
In aanvulling op artikel 1.3.1 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvraag betrekking heeft op reguliere activiteiten of de bedrijfsvoering van de gemeente.
Paragraaf 3.1 wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:
Paragraaf 3.1 Hernieuwbare energie en energiebesparing
Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen en versnellen van investeringen in technische voorzieningen gericht op energiebesparing, en de opwekking van hernieuwbare energie. Ondernemers, overheden en andere organisaties kunnen in aanmerking komen voor de subsidie. Woningen komen niet in aanmerking voor de subsidie.
De subsidieregeling is een tenderregeling. Dit betekent dat de provincie het beschikbare subsidiebudget verdeelt op basis van een behaalde score en voor zover het subsidieplafond het toelaat. Het totale vermeden primaire energieverbruik is het belangrijkste beoordelingscriterium op basis waarvan de score wordt bepaald. De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 200.000,– per aanvraag, met uitzondering van zonne-energie. Voor zonne-energie geldt dat de subsidie maximaal 15% van de subsidiabele kosten bedraagt, met een maximum van € 100.000,- voor zonne-energie en een maximum van € 200.000,- voor de gehele aanvraag.
Artikel 3.1.1 Begripsbepalingen
biomassa: de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval, conform Richtlijn2009/28/EG. De biomassa voldoet aan de duurzaamheidscriteria voor biomassa ten behoeve van energiedoeleinden, zoals bedoeld in NTA 8080-1: 2015.nl en NTA 8080-2: 2015.nl.
bodemenergie: technische voorziening waarmee, zonder per saldo grondwater te onttrekken, gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door middel van een gesloten circuit van leidingen, met inbegrip van een bijbehorende warmtepomp, circulatiepomp en regeneratievoorziening, voor zover aanwezig.
energielijst: energie- en milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met bedrijfsmiddelen die voor de fiscale EnergieInvesteringsaftrek regeling (EIA) in aanmerking komen. Deze lijst wordt elk jaar geactualiseerd. De energielijst is te vinden op de website http://www.rvo.nl/.
EPC: De Regeling Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe gebouwen. De maat die hierin wordt gebruikt voor energiezuinigheid is de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). De bepaling van de EPC ligt vast in de norm NEN 7120 Energieprestatie van Gebouwen (EPG). (Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 december 2011, nr. 2011-2000589667, tot vaststelling van nadere voorschriften voor bouwwerken).
primaire energie: de fossiele energie zoals gas, olie of kolen die nodig is aan de bron om het uiteindelijke energiegebruik te dekken. De omrekenfactor voor primair energiegebruik van elektriciteit is gebaseerd op het meest recente cijfer uit CBS publicatie (2015) conform referentieparkmethode
Toelichting: Dit betekent dat bijvoorbeeld voor een gebruik van 1 kWh elektriciteit aan de bron in een conventionele elektriciteitscentrale 2,42 kWh energie nodig is. Er gaat immers energie verloren tijdens de omzetting naar elektriciteit, tijdens transport, etc.
totale vermeden primaire energieverbruik: het vermeden primaire energieverbruik over een periode van 15 jaar door energiebesparing + het vermeden primaire energieverbruik over een periode van 15 jaar door hernieuwbare energie– het eigen primaire energieverbruik van de aanvullende technische voorzieningen over een periode van 15 jaar;
Artikel 3.1.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het realiseren van:
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1.2 sub a aan de volgende criteria:
met de technische voorzieningen bij bestaande utiliteitsgebouwen wordt tenminste een energieprestatie van label A++ bereikt of wordt een energielabel bereikt dat minimaal 4 stappen beter is dan dat het was of wordt minimaal de energieprestatie-eis uit de Regeling Bouwbesluit 2012 voor nieuwbouw bereikt.
Artikel 3.1.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 200.000,– per aanvraag, met uitzondering van zonne-energie. Voor zonne-energie geldt dat de subsidie maximaal 15% van de subsidiabele kosten bedraagt, met een maximum van € 100.000,- voor zonne-energie en een maximum van € 200.000,- voor de gehele aanvraag.
Toelichting Indien de te verlenen subsidie staatssteun oplevert dan mag de totale overheidssteun voor dezelfde activiteit niet meer bedragen dan 30% van de subsidiabele kosten. Wanneer voor dezelfde activiteit al steun is verleend dan kan dit betekenen dat onder toepassing van artikel 8 van de AGVV afgeweken wordt van de in dit artikel genoemde maximum percentage.
Artikel 3.1.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de volgende kosten zijn subsidiabel:
loonkosten ten behoeve van de installatie van de technische voorziening overeenkomstig artikel 1.1.5 derde lid of eerste lid sub b;
Toelichting: Indien sprake is van eigen loonkosten van de aanvrager ten behoeve van de installatie van de technische voorziening dan zijn deze overeenkomstig artikel 1.1.5 eerste lid sub b, subsidiabel voor maximaal € 35,- per uur. Voor loonkosten van derden geldt artikel 1.1.5 derde lid.
Artikel 3.1.6 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:
Artikel 3.1.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 3.1.8 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
Een onvolledige aanvraag voor subsidie kan na sluitingsdatum alleen volledig worden gemaakt voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.
Toelichting: Doordat het een tenderregeling is, is het voor de gelijktijdige beoordeling nodig dat alle stukken voor de sluiting van de aanvraagtermijn ingediend zijn. Na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van kleinigheden die niet inhoudelijk van aard zijn, zoals een handtekening of een bankrekeningnummer.
Artikel 3.1.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie
indien sprake is van technische voorzieningen als bedoeld in artikel 3.1.2 sub a:
bij bestaande bouw: energielabel van de oude situatie en de nieuwe situatie die inzichtelijk maakt hoe de aanvullende technische voorzieningen bijdragen aan de verbetering van het energielabel of een berekening waaruit blijkt dat in de nieuwe situatie wordt voldaan aan de energieprestatie-eis uit de Regeling Bouwbesluit 2012.
Artikel 3.1.10 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 3.1.11 Volgorde van behandeling
In afwijking van artikel 1.1.4 plaatsen Gedeputeerde Staten de subsidieaanvragen, die voldoen aan de in artikel 3.1.3 gestelde criteria, in een volgorde op basis van behaalde score. Gedeputeerde Staten verstrekken de subsidie in de volgorde van behaalde score, voor zover het subsidieplafond dit toelaat.
De score wordt bepaald op basis van de in Scoretabel 1 genoemde wegingscriteria.
Bij een gelijke score bepaalt het totale vermeden primaire energieverbruik de volgorde.
Artikel 3.1.12 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht de technische voorziening te hebben aangeschaft en geïnstalleerd en in gebruik te hebben genomen uiterlijk drie jaar na datum van subsidieverlening.
Artikel 3.1.13 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidievaststelling
In aanvulling op artikel 1.5.2 tweede lid of artikel 1.5.3 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag tot vaststelling (dus na afloop) tevens een ingevuld factsheet Subsidieregeling Hernieuwbare energie en energiebesparing.
Toelichting: Het factsheet is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie .
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Artikel 3.3.5 Subsidiabele kosten
lid 2 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.3.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
‘aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid ’wordt vervangen door: afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid sub c
Lid 1 sub c komt als volgt te luiden:
Paragraaf 3.7 Duurzame voucher energieaanbod
Artikel 3.7.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag om subsidie
‘aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid ’wordt vervangen door: afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid sub c
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Artikel 3.10.1 Begripsbepalingen
Aan artikel 3.10.1 wordt toegevoegd:
energiestrategie: de regionale of lokale strategie uit te werken in het licht van de landelijke doelstelling om uiteindelijk energieneutraal te zijn in 2050 en de CO2 uitstoot met 80-95% naar beneden te brengen, en een wezenlijke bijdrage te leveren aan het Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023;
Sub a komt als volgt te luiden:
de nieuwe sub c komt als volgt te luiden:
Artikel 3.10.4 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.10.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 250.000,– per aanvraag, met uitzondering van de subsidie aan een gemeente. De subsidie aan gemeenten bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten voor een energiestrategie en 80% van de subsidiabele kosten voor een gebiedsgerichte aanpak met een maximum van € 100.000,- per aanvraag.
Paragraaf 4.3 wordt geheel herzien en komt als volg te luiden:
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Artikel 4.3.1 Begripsbepalingen
In deze subparagrafen wordt verstaan onder:
Artikel 4.3.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die:
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
de activiteit draagt ook bij aan minimaal één van de andere provinciale doelen;
Toelichting: De provinciale doelen zijn te vinden in de Programmabegroting die jaarlijks door Provinciale Staten wordt vastgesteld ( http://www.overijssel.nl/ ). Voorbeelden van provinciale doelen zijn waterretentie, behoud en versterken cultureel erfgoed, duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, versterking toerisme en recreatief medegebruik, klimaat adaptatie, sociale kwaliteit en versterking biodiversiteit.
Artikel 4.3.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 35.000,- per aanvraag.
Artikel 4.3.5 Subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.5 zijn uren van vrijwilligers subsidiabel tegen een maximum uurtarief van € 15,- per uur.
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.3.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.3.8 Weigeringsgronden
In afwijking van artikel 1.1.7 tweede lid weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de subsidiabele kosten € 10.000,- of minder bedragen.
Artikel 4.3.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Paragraaf 6.2 Innovatie agro&food in Overijssel
Artikel 6.2.1 Begripsbepalingen
Onder ‘agro&food sector’ wordt toegevoegd:
‘subsidie’ komt als volgt te luiden:
Lid 2: achter ‘geldlening’ wordt toegevoegd: of garantie
Artikel 6.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Zinsdeel ‘, inclusief onderbouwing van de subsidiabele kosten aan de hand van offertes’ komt te vervallen
‘onderneming in financiële moeilijkheden’ wordt vervangen door: onderneming in moeilijkheden
Sub d komt als volgt te luiden:
Artikel 6.2.11 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.2.11 Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 6.2.12 Kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst
Aan artikel 6.2.12 wordt lid 5 en 6 toegevoegd:
Artikel 6.2.14 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.2.14 Indieningstermijn aanvraag tot subsidievaststelling
In afwijking van artikel 1.5.2 dan wel artikel 1.5.3 wordt een aanvraag tot vaststelling van een subsidie in geval van een geldlening of garantie ingediend uiterlijk 13 weken na de laatste aflossing van de geldlening of einde van de garantie.
Artikel 6.2.16 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.2.16 Vaststelling subsidie
In aanvulling op artikel 1.5.3 derde lid wordt de verleende subsidie lager vastgesteld indien de verleende subsidie hoger is dan wat nodig is om de exploitatietekorten plus een redelijke winst over de subsidieperiode te dekken.
Toelichting: In de subsidieverleningbeschikking wordt op basis van prognoses bepaald wat de redelijke winst is en welk percentage van de winst maximaal teruggevorderd wordt. Winst is volgens artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001 'het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming '. Het gaat om de opbrengsten minus kosten.
Paragraaf 6.7 MKB Innovatie topsectoren (MIT) Oost
Lid 1 sub e komt als volg te luiden:
Artikel 6.7.12 wordt toegevoegd:
In afwijking van artikel 1.5.1 wordt de subsidie die verstrekt is op grond van de AGVV of de de-minimisverordening direct vastgesteld.
Paragraaf 6.8 Leren van elkaar kringen
In de titel van paragraaf 6.8 vervalt: (ZP-ers)
In de eerste zin van de toelichting wordt achter ‘ZP-ers’ een komma geplaatst en toegevoegd: sociale innoveerders en snelle groeiers
In de tweede zin van de toelichting wordt ‘ZP-ers’ vervangen door: ondernemers
Artikel 6.8.1 Begripsbepalingen
In de tekst van het begrip leren van elkaar kring wordt ‘ZP-ers ’vervangen door: ondernemers
Na het begrip ‘ondernemer ’worden de volgende begrippen toegevoegd:
sociale innoveerder: de ondernemer die professionaliseringsactiviteiten verricht die zowel op zichzelf als op de medewerkers, processen en structuren in de onderneming gericht zijn door het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden, het hanteren van innovatieve organisatieprincipes of het realiseren van hoogwaardige arbeidsvormen om het concurrentievermogen en de productiviteit te verbeteren;
Toelichting: Het gaat uitdrukkelijk niet om sociaal ondernemerschap of social media.
Artikel 6.8.2 Subsidiabele activiteiten
Achter ‘Leren van elkaar kring’ wordt toegevoegd: voor ZP-ers, snelle groeiers of sociale innoveerders
sub a: ‘ZP-er’ wordt vervangen door: ondernemer
er wordt een nieuw sub b toegevoegd:
bestaande sub b,c, d worden vernummerd tot c,d en e
in de nieuwe sub c,d, en e wordt:
‘ZP-er’ vervangen door: ondernemer
‘ZP-ers’vervangen door: ondernemers
Artikel 6.8.5 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,- per aanvraag en per Leren van elkaar kring, met uitzondering van een aanvraag van een snelle groeier die actief is in de circulaire economie, voor die aanvrager bedraagt de subsidie maximaal 80% van de subsidiabele kosten met een m van € 5.000,- per aanvraag en per Leren van elkaar kring.
Toelichting: Een circulaire economie is gericht op het langer in de keten houden van grondstoffen en het zoveel mogelijk voorkomen van afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht. In een circulaire economie zijn minder nieuwe grondstoffen nodig. Veelal is daardoor ook minder energie nodig omdat het winnen van grondstoffen en maken van producten veel energie vraagt. Belangrijke doelen in de transitie naar een circulaire economie zijn minder milieudruk, het creëren van economische kansen en grondstoffenzekerheid.
Artikel 6.8.7 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.8.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Paragraaf 6.10 Product Markt Partner Combinaties (PMPC’s) Toerisme Overijssel
Artikel 6.10.9 Volgorde van behandeling
In scoretabel wordt ‘Verhouding tussen te verlenen subsidie en begrote kosten’ vervangen door: Verhouding tussen aangevraagde subsidie en subsidiabele kosten.
Artikel 6.12.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Voor ‘De aanvrager’ wordt toegevoegd: 1.
Paragraaf 6.14 Scholingsvouchers zelfstandig professionals (ZP-ers)
Toelichting sub e komt als volgt te luiden:
Toelichting: De subsidie kan niet worden gebruikt voor omscholing en kan alleen worden gebruikt voor vakinhoudelijke verbetering van beroepskwalificaties.
Artikel 6.14.5 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.14.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.
Toelichting: Reiskosten of aanschaf van materiaal ten behoeve van de bijscholing zijn ook subsidiabele kosten, mits deze voldoen aan artikel 1.1.5 derde lid.
Artikel 6.14.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie
In de aanhef wordt ‘aanvulling’ vervangen door: afwijking
sub a komt als volgt te luiden:
Artikel 6.14.8 Weigeringsgronden
Sub c komt als volgt te luiden:
de bijscholing bijdraagt aan de verbetering van algemene ondernemersvaardigheden;
Toelichting: Algemene ondernemersvaardigheden zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen van het ondernemerschap, balans privé/werk, verkoopontwikkeling, marktanalyse, opstellen van marketingplan en strategie en financiële begroting en exploitatie.
Paragraaf 6.16 Kiezen voor techniek in het primair en voortgezet onderwijs
Sub b komt als volgt te luiden;
Paragraaf 6.20 Versterken MKB en ondernemerschap Overijssel
Sub a i komt als volgt te luiden:
Paragraaf 6.22 Kiezen, leren en werken in de techniek
Artikel 6.22.2 Subsidiabele activiteiten
Sub c: ‘.’ wordt vervangen door: ,
‘aanvrager’ wordt vervangen door: penvoerder
Achter ‘namens’ wordt toegevoegd; de partijen in
In de toelichting wordt ‘aanvrager’ vervangen door: penvoerder
‘aanvrager ‘wordt vervagen door: penvoerder
Achter ‘namens’ wordt toegevoegd: de partijen in
Artikel 6.22.5 komt als volgt te luiden:
Artikel 6.22.5 Grondslag subsidie
Artikel 6.22.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.22.9 Verplichtingen subsidieontvanger
De huidige tekst wordt vernummer tot een lid 1
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 6.24 Duurzame ondersteuning startende ondernemers
Startende ondernemers brengen dynamiek, vernieuwing en nieuwe werkgelegenheid in onze regionale economie. De provincie wil, samen met regionale partners en gemeenten, de startende ondernemers in Overijssel optimaal faciliteren om overlevingskansen van starters te vergroten, groei te versterken en ondernemerschap meer en meer aan te jagen. Daarbij is het belangrijk dat de startende ondernemer gemakkelijk toegang krijgt tot beschikbare ondersteuning en informatie. Het doel van deze regeling is om gemeenten te stimuleren en te faciliteren in het organiseren van een eerstelijns ondersteuningstructuur voor de startende ondernemer.
Artikel 6.24.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 6.24.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het realiseren of versterken van een duurzame eerstelijns ondersteuningsstructuur voor startende ondernemers.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.24.2 voldoet aan de volgende criteria:
de eerstelijns ondersteuningsstructuur is voor een brede doelgroep startende ondernemers toegankelijk;
Toelichting: Dit betekent dat de eerstelijns ondersteuningsstructuur niet enkel beschikbaar is voor een bepaalde groep startende ondernemers, bijvoorbeeld start ups of mensen die vanuit een uitkering starten.
Artikel 6.24.4 Grondslag subsidie
Artikel 6.24.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 december 2017 vóór 17.00 uur.
Artikel 6.24.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.24.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.24.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op grond van deze paragraaf.
Artikel 6.24.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 6.25 Vernieuwende arbeidsmobiliteitsconcepten
Artikel 6.25.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
arbeidsorganisatie: iedere organisatorische eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die economische activiteiten uitoefent;
Toelichting: Het gaat om zowel publieke als private partijen die economische activiteiten uitoefenen, zoals bedrijven, maar ook publieke werkgevers zoals zorg- en welzijnsinstellingen.
Artikel 6.25.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het ontwikkelen van nieuwe aanpakken voor intersectorale arbeidsmobiliteit of voor de doorontwikkeling van bestaande aanpakken voor intersectorale arbeidsmobiliteit.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.25.2 voldoet aan de volgende criteria:
er is sprake van een intersectoraal samenwerkingsverband dat bestaat uit ten minste twee arbeidsorganisaties, waarvan ten minste een O&O-fonds, een werkgeversorganisatie of een werknemersorganisatie;
Toelichting: Samenwerkingsverbanden kunnen in verschillende samenstellingen voorkomen. Een samenwerkingsverband kan bijvoorbeeld bestaan uit (a) twee werkgeversorganisaties, (b) een werkgeversorganisatie en een andere arbeidsorganisatie, (c) een werkgeversorganisatie en een werknemersorganisatie of (d) een O&O-fonds en een andere arbeidsorganisatie.
Artikel 6.25.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per aanvraag, per arbeidsmarktregio, per jaar.
Toelichting: Dit betekent dat per arbeidsmarktregio eenmaal per jaar subsidie verleend kan worden. In de artikelen 1.1.5 en 1.1.6 zijn de subsidiabele kosten opgenomen.
Artikel 6.25.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.25.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.25.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de activiteiten betrekking hebben op slechts één arbeidsorganisatie.
Artikel 6.25.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsdieontvanger verplicht:
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 6.26 Jonge bedrijfsopvolgers
Familiebedrijven zijn voor de economische structuur van Overijssel zeer belangrijk. Door hun focus op continuïteit wordt de basis gelegd voor maatschappelijk ondernemen. Familiebedrijven zijn vaak sterk regionaal geworteld en hebben een belangrijke bijdrage in het regionale leefklimaat. Er zijn vele verklaringen voor het succes van het familiebedrijf maar de betrokkenheid van aandeelhouders bij het bedrijf is een belangrijke verklaring voor het succes.
Gedeputeerde Staten willen bedrijfsopvolging graag stimuleren en ondersteunen. Het gaat om jonge ondernemers jonger dan 41 jaar die minder dan twee jaar geleden het familiebedrijf hebben overgenomen van een familielid. Met de subsidie kunnen jonge bedrijfsopvolgers investeren in het familiebedrijf. Zo kunnen zij beter inspelen op marktontwikkelingen en wensen van de samenleving.
Artikel 6.26.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
bedrijfsopvolging: de dagelijkse bedrijfsvoering is overgenomen van een familielid in de eerste, tweede of derde graad;
Toelichting: Eerstegraads familieleden zijn de partner, ouders, schoonouders, kinderen, schoonzoons, schoondochters. Tweedegraads familieleden zijn broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden zijn ooms, tantes, neven, nichten, overgrootouders, achterkleinkinderen.
Artikel 6.26.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende investeringen van een familiebedrijf:
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.26.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 6.26.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele investeringskosten met een maximum van € 20.000,- per aanvrager.
Artikel 6.26.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.
Artikel 6.26.6 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn kosten voor vervanging van machines en apparatuur voor machines en apparatuur met een gelijksoortige functie niet subsidiabel.
Artikel 6.26.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.26.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.26.9 Adviescommissie
Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.26.2 ter advies voorleggen aan de adviescommissie MKB en ondernemerschap, die advies geeft over de mate waarin de investering bijdraagt aan de toekomstbestendigheid van het familiebedrijf en in hoeverre de investering een vernieuwing of verbetering van het productieproces of marktimplementatie van een nieuw product of dienst betreft.
Artikel 6.26.10 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 6.26.11 Verplichtingen subsidieontvanger
Paragraaf 8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Sub a komt als volgt te luiden:
Artikel 8.2.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Voor ‘De aanvrager’ wordt toegevoegd: 1.
Paragraaf 9.1 Uitvoering ontwikkelopgave EHS/Natura 2000
De titel van paragraaf 9.1 komt als volgt te luiden:
Paragraaf 9.1 Uitvoering Ontwikkelopgave Natura 2000
In de eerste alinea van de algemene toelichting wordt ‘de EHS’ vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland (NNN)
In de tweede alinea van de toelichting wordt ‘ontwikkelopgave EHS/Natura 2000’ vervangen door: Ontwikkelopgave Natura 2000
‘ontwikkelopgave’ wordt vervangen door: Ontwikkelopgave
Laatste zin van de tweede alinea vervalt
Artikel 9.1.1 Begripsbepalingen
EHS maatregelen wordt vervangen door NNN Maatregelen en komt als volg te luiden:
NNN maatregelen: de maatregelen die voortvloeien uit de afronding van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de EHS), zoals door Provinciale Staten vastgesteld op 3 juli 2013 (PS/2013/413) in het kader van de Ontwikkelopgave N2000, en gewijzigd door Provinciale Staten op 8 oktober 2014 (PS/2014/702);
Artikel 9.1.2 Subsidiabele activiteiten
Voor ‘programma’ wordt toegevoegd: het
Sub d komt als volg te luiden:
het realiseren van een gebiedsplan of –offerte danwel het realiseren van interne maatregelen (fase 3), waarbij voor particuliere grondeigenaren, als bedoeld in artikel 9.1.3 lid 1 sub a (ii) geldt dat een subsidieaanvraag niet eerder mogelijk is dan nadat zijn of haar percelen zijn opengesteld op de Ambitiekaart die onderdeel is van het Natuurbeheerplan Overijssel;
Toelichting: De Ambitiekaart is te vinden op http://gisopenbaar.overijssel.nl/viewer/app/atlasvanoverijssel_basis/v1 (kaartlaag: Landelijk Gebied / Natuurbeheerplan / Ambitiekaart).
‘het PAS’ wordt vervangen door: de PAS
Lid 3 komt als volgt te luiden:
Artikel 9.1.5 Subsidiabele kosten
Lid 2 komt als volgt te luiden:
In aanvulling op artikel 1.1.5 eerste lid geldt voor de loonkosten als maximum de tarieven zoals opgenomen in de Handleiding Overheidstarieven, op basis van de tarieven uit de tabel ‘integrale loonkosten’, kosten-plus tarief. Voor het afleiden van het maximale tarief per functie sluit de subsidieaanvrager hierbij per functie aan op een passende of vergelijkbare functieschaal van het functiegebouw van de Rijksoverheid;
Toelichting: Het Functiegebouw van de Rijksoverheid is te vinden op https://www.functiegebouwrijksoverheid.nl/functiegebouw-html
Lid 3 komt als volgt te luiden:
Na lid 3 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd:
De huidige leden 4,5, en 6 worden vernummerd tot 5,6,7
lid 5 komt als volgt te luiden:
‘financiele’ wordt vervangen door: financiële
‘achter ‘het eerste lid’ wordt toegevoegd: en tweede lid
Artikel 9.1.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 2 komt als volgt te luiden:
Artikel 9.1.10 Verplichtingen subsidieontvanger
Afgesproken wordt vervangen door: ‘in de verleningsbeschikking opgenomen’
‘Natura 2000- maatregelen’ wordt vervangen door: NNN -dan wel Natura 2000-maatregelen
‘EHS/ Natura 2000- maatregelen’ wordt vervangen door NNN- dan wel Natura 2000-maatregelen
‘Natura 2000- maatregelen’ wordt vervangen door: NNN- dan wel Natura 2000-maatregelen
Artikel 9.1.11 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot vaststelling
In de eerste en tweede zin wordt ‘inkomsten’ vervangen door: voordelen
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 10.3 Samen voor elkaar - lokaal geleerd, provinciaal gedeeld
Gedeputeerde Staten hechten veel waarde aan maatschappelijke initiatieven in Overijssel, omdat deze de sociale verbanden versterken, maatschappelijke deelname vergroten en de eigen burgerkracht bevorderen. Gedeputeerde Staten ondersteunen maatschappelijke initiatieven die een collectief belang dienen, die niet gericht zijn op persoonlijke belangen en die geen winstoogmerk hebben. Voorbeelden van maatschappelijke initiatieven zijn nieuwe ontmoetingsplekken, het gezamenlijk inrichten en onderhouden van openbare ruimte of het organiseren van lokale voorzieningen of diensten. De Alliantie Sociale Kwaliteit (ASK) Overijssel heeft een online kennisstation beschikbaar gesteld op www.askoverijssel.nl . Aanvragers kunnen hier terecht voor advies over hun initiatief.
Artikel 10.3.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
zelforganiserend vermogen: initiatiefnemers weten zich als groep te organiseren om voor een gedeeld idee een plan te bedenken en uit te voeren. De initiatiefnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de organisatie, het in gang zetten van het initiatief en de verbinding met de samenleving en andere betrokken partijen;
Artikel 10.3.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor een maatschappelijk initiatief dat bijdraagt aan het zelforganiserend vermogen van inwoners van Overijssel.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 10.3.2 voldoet aan de volgende criteria:
de activiteit is een maatschappelijk initiatief dat betrekking heeft op:
Toelichting: Gezond bewegen betekent een beweegvriendelijk Overijssel, waarbij inwoners worden aangespoord om te bewegen en dat het bewegen bijdraagt bij aan de gezondheid. Enkele voorbeelden zijn talentontwikkeling en breedtesport, inzicht in de preventieve werking van bewegen op gezondheid en beleef- en beweegtuinen.
Artikel 10.3.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 3.000,- per aanvrager.
Toelichting: De te verstrekken subsidie mag op grond van artikel 1.1.7 tweede lid niet lager zijn dan € 1.000,-
Artikel 10.3.5 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.5 en 1.1.6 zijn alle kosten die doelmatig en rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de subsidiabele activiteit subsidiabel.
Artikel 10.3.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend:
Artikel 10.3.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het digitale aanvraagformulier Overijssel: Samen voor elkaar.
Artikel 10.3.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 10.3.9 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien;
de subsidiabele activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd behoort tot de reguliere activiteiten van een organisatie gevestigd in Overijssel;
Toelichting: Een groep van natuurlijke personen kan geen aanvraag indienen voor activiteiten die behoren tot de reguliere activiteiten van een organisatie die in Overijssel gevestigd is.
Artikel 10.3.10 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
leerervaringen binnen twaalf maanden na de datum van verlening van de subsidie te delen op een platform dat beschikbaar is gesteld via www.overijssel.nl/thema's/sociale-kwaliteit/.
Toelichting: om bij te dragen aan kennisdeling in de Provincie deelt de aanvrager de eigen leerervaringen van het proces rondom het maatschappelijke initiatief.
Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal blad.
De wijzigingen van Paragraaf 6.7 MKB Innovatie topsectoren (MIT) Oost, met terugwerkende kracht tot 6 april 2017.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3242.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.