Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 17 juli 2017, nr. 17015530, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van de restauratie van rijksmonumenten bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • overwegende dat in deze bijzondere bepalingen periodiek wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

  • besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Hoofdstuk 5 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt vervangen door:

Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor restauratie rijksmonumenten

§ 5.1 Begripsbepalingen

Artikel 5.1.1  

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    rijksmonument: een zich in de provincie Zeeland bevindend rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • b.

    restauratie: het verrichten van die werkzaamheden, de normale instandhouding te boven gaand, die voor het herstel van een rijksmonument noodzakelijk zijn;

  • c.

    herbestemming: het geven van een nieuwe functie aan een rijksmonument of het herstellen van de functie die het rijksmonument had voor een periode van leegstand;

  • d.

    Sim: Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • e.

    Brim: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

  • f.

    restauratieplan: een plan bestaande uit:

    • een adequaat overzicht van aard en omvang van de werkzaamheden en beschrijving van de daarmee beoogde resultaten in de vorm van een bestek inclusief tekeningen van de huidige en nieuwe situatie, gecombineerd met een projectplan voor de bestemming of herbestemming;

    • actuele overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het rijksmonument en zijn gebreken; en

    • een begroting van de restauratiewerkzaamheden gespecificeerd in hoeveelheden, manuren, materialen, stelposten en onderaannemers en niet ouder dan 2 jaar;

  • g.

    deskundig restauratiebedrijf: een bedrijf dat de restauratiewerkzaamheden uitvoert volgens de in de beroepsgroep geldende kwaliteitsrichtlijnen en normen, voor zover deze zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg.

§ 5.2 Subsidieverlening

Artikel 5.2.1  

Subsidie kan worden verleend voor de restauratie van een rijksmonument indien het rijksmonument vóór het einde van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het rijksmonument is gelegen bij gedeputeerde staten is voorgedragen voor restauratie.

 

Artikel 5.2.2  

  • 1.

    Subsidie wordt verleend aan de eigenaar van het rijksmonument.

  • 2.

    Subsidie kan worden verleend aan een natuurlijke persoon.

Artikel 5.2.3  

Een subsidie voor de restauratie van een rijksmonument bedraagt maximaal zeventig procent van de subsidiabele kosten met een maximum van € 750.000,-.

 

§ 5.3 Weigeringsgronden

Artikel 5.3.1  

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel a, wordt subsidie niet verstrekt indien op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie met de werkzaamheden waarvoor subsidie is aangevraagd al is begonnen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1, tweede lid, wordt subsidie niet verstrekt:

    • a.

      indien niet schriftelijk wordt aangetoond dat:

      • een aanvullend geldbedrag boven het maximaal door het Nationaal Restauratiefonds te financieren leningsbedrag noodzakelijk is om te voorzien in de totale financieringsbehoefte, of

      • financiering door het Nationaal Restauratiefonds niet mogelijk is;

    • b.

      voor restauratie van:

      • een woonhuis als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel i, van de Sim, tenzij het een aanvraag betreft van een professionele organisatie voor monumentenbehoud, gemeente, waterschap of openbaar lichaam dat is ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

      • een groen monument als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, van de Sim; of

      • een archeologisch monument als bedoeld in art 1, aanhef en onderdeel c, van de Monumentenwet 1988;

    • c.

      indien naar het oordeel van gedeputeerde staten het reguliere onderhoud van het rijksmonument niet voor zes jaar na realisatie van de restauratie waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoende is gewaarborgd.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing wanneer de subsidie wordt aangevraagd door een overheid.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt subsidie niet verstrekt indien de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 100.000,-, behoudens het geval een aanvullend geldbedrag boven het maximaal door het Nationaal Restauratiefonds te financieren leningsbedrag noodzakelijk is om te voorzien in de totale financieringsbehoefte, in welk geval subsidie niet wordt verstrekt indien de te verstrekken subsidie € 50.000,- of minder bedraagt.

§ 5.4 Subsidiabele kosten

Artikel 5.4.1  

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.3.1 en artikel 1.3.2 zijn subsidiabel de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten die als bijlage bij de Sim is opgenomen.

  • 2.

    Indien voor de instandhouding van het rijksmonument een subsidie in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten is verstrekt, komen de in de beschikking tot subsidieverstrekking subsidiabel geachte kosten niet in aanmerking voor subsidie op basis van dit hoofdstuk.

§ 5.5 De aanvraag van de subsidie

Artikel 5.5.1  

Een subsidie voor restauratie rijksmonumenten kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een openstellingsperiode voor de indiening van de aanvraag voor subsidie.

 

Artikel 5.5.2  

In aanvulling op artikel 1.4.2, eerste lid, bevat de aanvraag voor een subsidie voor restauratie rijksmonumenten:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier subsidie restauratie rijksmonumenten Provincie Zeeland;

  • b.

    een restauratieplan voor het rijksmonument;

  • c.

    een sluitende begroting inclusief dekkingsplan, indien van toepassing voorzien van stukken waaruit de toezegging van geldelijke bijdragen door derden aan de restauratie blijkt;

  • d.

    Een kopie van de (gedeeltelijke) toekenning dan wel de afwijzing door het Nationaal Restauratiefonds inzake de financieringsaanvraag;

  • e.

    een niet meer dan twee jaar oud inspectierapport dat de technische of fysieke staat van het rijksmonument beschrijft en dat is opgesteld door een ter zake deskundige persoon of instantie, zoals de Monumentenwacht Zeeland;

  • f.

    een exploitatieplan waaruit tevens blijkt dat het reguliere onderhoud voor zes jaar na afronding van de restauratie is gewaarborgd;

  • g.

    indien rijkssubsidie is ontvangen of is aangevraagd in het kader van de Brim of de Sim, een kopie van de subsidiebeschikking dan wel de ontvangstbevestiging van de subsidieaanvraag;

  • h.

    een door een erkend bureau opgestelde bouwhistorische verkenning, voor zover sprake is van herbestemming of herstel van de oorspronkelijke bestemming na leegstand, uitgevoerd conform de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek van de Rijksdiensten voor het Cultureel Erfgoed, 2009;

  • i.

    een lijst van restauratiebedrijven die worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor de uitvoering van het restauratieplan;

  • j.

    een bewijs waaruit blijkt hoeveel leerling werkplekken ten behoeve van de opleiding van vakmensen in de restauratie worden gecreëerd;

  • k.

    een toelichting op de openbare toegankelijkheid waarin wordt aangegeven hoe vaak het pand is opengesteld voor het publiek.

Artikel 5.5.3  

Een onvolledige aanvraag voor een subsidie voor restauratie rijksmonumenten kan na het einde van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, alleen volledig worden gemaakt voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.

 

§ 5.6 Subsidieplafond een wegingsfactoren

Artikel 5.6.1  

Gedeputeerde staten stellen voor de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1, een subsidieplafond vast.

 

Artikel 5.6.2  

  • 1.

    Indien de subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten en waarop geen weigeringsgronden van toepassing zijn het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, maken gedeputeerde staten voor het bepalen van de volgorde van behandeling een rangschikking van de aanvragen door middel van het toekennen van punten op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de uniciteit van het rijksmonument, maximaal 25 punten;

    • b.

      de bouwkundige urgentie, maximaal 30 punten;

    • c.

      de herbestemming of herstel van de oorspronkelijke bestemming na leegstand, maximaal 10 punten;

    • d.

      de mate waarin het rijksmonument aantoonbaar toegankelijk is voor het publiek, maximaal 10 punten;

    • e.

      indien de aanvraag bijdraagt aan prioritaire provinciale beleidsdoelstellingen, namelijk instandhouding van kerkgebouwen, agrarisch erfgoed en industrieel erfgoed: 5 punten.

  • 2.

    Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen op volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 3.

    Gedeputeerde staten verdelen het bedrag van het subsidieplafond op volgorde van de rangschikking.

  • 4.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt subsidie verleend aan de aanvraag met het hoogste aantal punten behaald op basis van het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

§ 5.7 Beslissing op de aanvraag

Artikel 5.7.1  

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.5.2, eerste lid, beslissen gedeputeerde staten op de aanvraag voor de subsidie binnen zestien weken na afloop van de openstellingsperiode, bedoeld in artikel 5.5.1.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen de beslistermijn eenmalig met maximaal vier weken verlengen.

Artikel 5.7.2  

Voor de beoordeling van de aanvraag kan advies worden gevraagd aan een extern deskundige.

Artikel II  

 

In de Toelichting bij het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt na de toelichting op Hoofdstuk 2 ingevoegd:

 

Toelichting op hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor restauratie rijksmonumenten

 

Artikel 5.1.1  

Onder f .

Voor de kwaliteitsrichtlijnen en normen van het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg, wordt verwezen naar www.stichtingerm.nl/richtlijnen

 

Artikel 5.6.2  

Onder a.

De uniciteit van het rijksmonument (max. 25 punten) wordt gewaardeerd aan de hand van de cultuurhistorische waarde, architectuurhistorische waarde, ensemblewaarde, gaafheid en zeldzaamheid. Ieder onderdeel kan met maximaal 5 punten gewaardeerd worden.

 

Onder b

Bij de bouwkundige urgentie (max. 30 punten) gaat het om de bouwtechnische staat waarin het rijksmonument zich vóór aanvang van de werkzaamheden bevindt. Hoe slechter de bouwtechnische staat hoe hoger wordt gescoord.

 

Onder c.

Hierbij gaat het om herbestemming of herstel van de oorspronkelijke bestemming na leegstand (max. 10 punten). Bij volledige (her)bestemming worden meer punten gescoord dan bij gedeeltelijke of geen (her)bestemming.

 

Onder d.

Bij de mate waarin het rijksmonument aantoonbaar toegankelijk is voor het publiek (maximaal 10 punten) wordt hoger gescoord naarmate de toegankelijkheid voor het publiek groter is.

 

Onder e.

In de Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020 wordt prioriteit gegeven aan de instandhouding van kerken, agrarisch erfgoed en industrieel erfgoed. Het gaat hierbij om de oorspronkelijke functie zoals aangegeven in het Rijksmonumentenregister. Bedoeld worden rijksmonumenten met de hoofdcategorie Religieuze gebouwen én de subcategorie Kerk en kerkonderdeel, en rijksmonumenten in de hoofdcategorie Boerderijen, molens en bedrijven. Rijksmonumenten in deze categorieën kunnen 5 punten extra scoren.

 

Artikel III  

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 17 juli 2017.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter,

A.W. Smit, secretaris,

Uitgegeven 20 juli 2017

De secretaris, A.W. Smit

Naar boven