Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2017, 3158 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2017, 3158 | Verordeningen |
Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 4 juli 2017, nr. 81B81566, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht)
Gedeputeerde staten van Utrecht;
Gelet op artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 6 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;
Overwegende dat Provinciale Staten op 18 april 2016 de cultuur- en erfgoednota provincie Utrecht 2016-2019 ‘Alles is NU’ hebben vastgesteld;
Overwegende dat de provincie Utrecht zich wil inzetten voor de volgende onderwerpen:
In deze verordening wordt verstaan onder:
AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EU), nr. 651/2014 (PB L187, van 26 juni 2014, blz. 1.);
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en subsidiecriteria
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 33 van de Asv die gericht zijn op:
het stimuleren en sturen van vroegtijdige inbreng van cultuurhistorische waarden in ruimtelijke ontwikkelingen door middel van cultuurhistorische verkenningen en het publieksbereik daarvan met als doel de bescherming van materieel cultureel erfgoed.
Een subsidie voor deze activiteiten wordt slechts verstrekt als de activiteiten:
Subsidie in het kader van onderzoek en ontwikkeling wordt slechts verstrekt voor de volgende activiteiten:
Ontwikkeling gericht op nieuwe verbindingen en samenwerking tussen bedrijfsleven, culturele, cultuurhistorische en maatschappelijke instellingen; voor zover het betreft het onderzoek of de ontwikkeling als bedoeld onder a en b dient dit direct betrekking te hebben op (1) het (kunnen) doen van investeringen in materiële of immateriële activa of (2) een of meer van de activiteiten als bedoeld in artikel 53, vierde lid onder e van de AGVV.
Publieksbereik in de erfgoedsector, nl.:
Activiteiten die collecties van Utrechtse erfgoedinstellingen op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar maken voor het (grote) publiek.
Een subsidie met betrekking tot publieksbereik in de erfgoedsector wordt slechts verstrekt indien de activiteiten:
Voor zover het betreft (digitale) continuïteit, een bijdrage aan UtrechtAltijd of berusten op maatschappelijk draagvlak als bedoeld onder a, b en c dient dit direct betrekking te hebben op (1) het (kunnen) doen van investeringen in materiële of immateriële activa of (2) een of meer van de activiteiten als bedoeld in artikel 53, vierde lid onder c en d van de AGVV.
Dit dient direct betrekking te hebben op (1) het (kunnen) doen van investeringen in materiële of immateriële activa of (2) een of meer van de activiteiten als bedoeld in artikel 53, vijfde lid onder a van de AGVV.
Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op innovatie van bibliotheken ten behoeve van de maatschappelijke bibliotheek zoals beschreven in de provinciale bibliotheekvisie ‘Samen bouwen aan de maatschappelijke bibliotheek’.
Dit dient direct betrekking te hebben op (1) het (kunnen) doen van investeringen in materiële of immateriële activa of (2) een of meer van de activiteiten als bedoeld in artikel 53, vierde lid onder e van de AGVV.
Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen
Subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a en b kunnen alleen door gemeenten in de provincie Utrecht subsidie worden aangevraagd, waarbij de subsidiabele activiteiten betrekking dienen te hebben op grondgebied binnen de provincie Utrecht. Daarnaast kunnen subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b ook door eigenaren worden aangevraagd.
Bij de aanvraag wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens: een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager zelf wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie; en een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is en wie de samenwerkingspartners zijn.
In aanvulling op artikel 10 van de Asv, kan subsidie worden geweigerd indien:
Indien de aanvrager een ‘onderneming in moeilijkheden’ betreft, zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 18 AGVV.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet exploitatiekosten; m.u.v. activiteiten als bedoeld in artikel 2, vierde lid. In de gevallen waarin exploitatiekosten wel als subsidiabele kosten kunnen worden aangemerkt kan dit slechts voor zover het gaat om kosten als bedoeld in artikel 53, vijfde lid, AGVV.
Slechts voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, vierde lid zal bij de beoordeling van de aanvragen gebruik worden gemaakt van een adviescommissie.
Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van artikel 53 van de AGVV of anderszins in overeenstemming met de staatssteunregels.
Ingetrokken wordt de uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht van 24 mei 2016, nr. 8183ADA3.
Artikel 2 Criteria, tweede lid, onder a en b:
Ontwikkeling: We benadrukken het belang van cross overs tussen kunst en vormgeving, tussen kunst en erfgoed, maar ook bij creatieve verbeeldingskracht in gebiedsontwikkeling. Cultuur- en erfgoedinstellingen kunnen elkaar verrijken en versterken door hun waarde proposities te combineren en daarmee nieuwe waarde te creëren. Zij kunnen met hun creativiteit en net-even-andere manier van denken ook van waarde zijn voor het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
Artikel 2 Criteria, vierde lid:
De artistieke kwaliteit wordt beoordeeld op grond van de begrippen vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid. Het festival moet een helder en onderscheidend profiel en een duidelijke missie hebben. De zakelijke kwaliteit wordt beoordeeld op grond van de aspecten organisatie, financieringsmix, financieel beheer, productie, publiekswerving, pr en marketing.
De mate van (inter)nationale uitstraling van een festival wordt op een aantal aspecten beoordeeld. Het gaat dan om de samenstelling van het publiek, het programma en de samenwerkingspartners. Bij samenwerking met (inter)nationale partners gaat het primair om de bijdrage van deze partners gedurende het festival. Secundair kan het echter ook gaan om het door de festivalorganisatie ontwikkelde producten en/of diensten die (inter)nationaal worden vermarkt. Deze laatst genoemde toepassing is echter in dit kader niet subsidiabel.
Artikel 3 Subsidieontvangers / doelgroepen
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
Artikel 6, eerste lid: de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. Co-financiering kan o.a. geregeld worden door het kapitaliseren van de inzet van vrijwilligers.
Op 15 maart 2016 hebben Gedeputeerde Staten de adviescommissie festivals benoemd, nr. 817A37ED (Instellingsbesluit Adviescommissie festivals provincie Utrecht).
De adviescommissie geeft advies over zowel de artistieke kwaliteit van festivals als de financiële verdeling tussen de festivals.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3158.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.