Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2017, 3115 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2017, 3115 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 4 juli 2017 tot wijziging van de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland 2017
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat het wenselijk is de subsidieregeling te actualiseren en bepalingen omtrent R-net daarin op te nemen;
De Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland 2017 wordt als volgt gewijzigd:
In deze regeling wordt verstaan onder:
spaarproject: regionaal project waarvoor maximaal vijf jaar aaneengesloten wordt gespaard door subsidieverstrekking op grond van de Uitvoeringsregeling Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2012, de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2013, de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland of deze regeling en dat uiterlijk in het zesde opeenvolgende jaar wordt gerealiseerd;
uitvoeringsbesluit: door Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten genomen besluit, waarin voor een R-net buscorridor of een R-net treincorridor een beschrijving is opgenomen van de infrastructurele maatregelen ter realisering van R-net in de betreffende R-net buscorridor of R-net treincorridor;
vrijvalproject: door een regio aangemeld infrastructureel project dat gerealiseerd kan worden met BDU-middelen die zijn vrijgevallen nadat subsidie is verstrekt op grond van de Uitvoeringsregeling Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2012 of de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer Zuid-Holland 2013.
In artikel 2.3 wordt “het Bestedingsplan Mobiliteit” vervangen door: de Gebiedsagenda Mobiliteit.
In artikel 2.4, eerste lid wordt “het Bestedingsplan Mobiliteit” vervangen door: de Gebiedsagenda Mobiliteit.
In artikel 2.5 wordt onder verlettering van de onderdelen d, e en f tot e, f en g een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. objectoverstijgende risicokosten;
In artikel 2.6 vervalt, onder verlettering van onderdeel h tot g, onderdeel g.
In artikel 10.3 wordt “1 oktober 2016” vervangen door: 1 oktober 2017.
Artikel 12.3 Staatssteun komt te luiden:
Indien de op grond van deze subsidieregeling te verstrekken gelden door middel van een aanbesteding conform de Aanbestedingswet zijn gegund en er geen sprake is van staatssteun als bedoeld in artikel 107 eerste lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is het eerste lid niet van toepassing.
In artikel 13.5 wordt onder verlettering van de onderdelen d, e en f tot e, f en g een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. objectoverstijgende risicokosten;
In artikel 13.6 vervalt, onder verlettering van onderdeel h tot g, onderdeel g.
Artikel 14.1.1, eerste lid, komt te luiden:
In artikel 14.1.3 vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid, het derde lid.
In artikel 14.1.7 wordt onder verlettering van de onderdelen d, e en f tot e, f en g een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. objectoverstijgende risicokosten;
§ 14.8 Gecombineerde projectsubsidie realisatie en beheer en onderhoud van fietsprojecten vervalt.
In artikel 16.4 wordt onder verlettering van de onderdelen d, e en f tot e, f en g een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. objectoverstijgende risicokosten;
In artikel 16.5 vervalt onder verlettering van onderdeel h tot g onderdeel g.
Na § 16 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Artikel 16A.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie
Subsidie als bedoeld in artikel 16A.1 wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten.
Artikel 16A.3 Weigeringsgronden
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 16A.1 geweigerd indien:
Artikel 16A.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 16A.1, tweede lid, in aanmerking te komen, dient de maatregel gericht te zijn op vergroting van het gemak en comfort van de reiziger waaronder in ieder geval verbetering van de aansluiting van openbaar vervoer met andere vervoerswijzen of verbetering van informatievoorziening voor de reiziger wordt verstaan.
Artikel 16A.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 16A.6 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 16 van de Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Indien zich binnen een gemeente meerdere treinstations bevinden, kunnen Gedeputeerde Staten in afwijking van het tweede lid bepalen dat het de gemeente vrij staat te bepalen welk subsidiebedrag zij aan iedere stationsomgeving besteedt, mits de gemeente in de aanvraag gemotiveerd heeft aangegeven welke kwaliteitsimpuls aan iedere stationsomgeving wordt gegeven, en deze naar het oordeel van Gedeputeerde Staten voldoende is.
Artikel 16A.8 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 18 tot en met 21 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd, dat deze zorgdraagt voor de voortgang van het uitvoeren van de infrastructurele maatregel, bedoeld in artikel 16A.1, eerste lid, onderdeel c en tweede lid.
Artikel 16A.9 Prestatieverantwoording en subsidievaststelling
De aanvraag tot vaststelling van een subsidie als bedoeld in artikel 16A.1, eerste lid, onderdeel c, en artikel 16A.1, tweede lid, gaat in aanvulling op artikel 23 van de Asv vergezeld van het proces-verbaal van oplevering van de infrastructurele maatregel, bedoeld in artikel 16A.4, derde en vierde lid.
Artikel 16A.10 Bevoorschotting en betaling
De Subsidieregeling R-net Zuid-Holland wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Met dit tweede wijzigingsbesluit wordt de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland 2017 (SRM 2017) in lijn gebracht met de geactualiseerde beleidskaders. Provinciale doelen vanuit het Hoofdlijnenakkoord en de geactualiseerde Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) zijn verder uitgewerkt in nieuwe en aangescherpte beleidskaders. Met dit wijzigingsbesluit wordt de SRM 2017 in lijn gebracht met de geactualiseerde beleidskaders. Met ingang van 2018 komt het Bestedingsplan Mobiliteit te vervallen. Onderdeel van dit jaarlijks op te stellen Bestedingsplan Mobiliteit was een bijlage waarin een opsomming werd gegeven van de regionale infrastructurele projecten. Deze projectenlijst komt in een andere vorm terug en wel als regionale gebiedsagenda mobiliteit in het PZI (zie hieronder). Het is vervolgens aan gemeenten en waterschappen om subsidie voor deze projecten aan te vragen. Het Bestedingsplan Mobiliteit 2017 wordt komend jaar vervangen door regionale Gebiedsagenda’s Mobiliteit (zie hieronder), waarin de infrastructurele projecten zijn opgenomen waarvoor de regio’s subsidie aanvragen.
Vanuit de wens om te komen tot één integrale subsidieregeling voor alle thema’s binnen Mobiliteit wordt dit jaar ook de Subsidieregeling R-net Zuid-Holland als paragraaf toegevoegd aan de SRM 2017. Inhoudelijk zijn er daarbij geen grote wijzigingen gedaan aan de regeling. De Subsidieregeling R-net Zuid-Holland zelf komt te vervallen voor nieuwe aanvragen.
Toelichting Gebiedsagenda’s Mobiliteit
De aanleiding om te werken aan regionale Gebiedsagenda’s op het gebied van mobiliteit is om met de regio’s een constructiever gesprek te voeren over besteding van middelen van de SRM 2017. Het gesprek met de regio moet gaan over waar de middelen aan worden uitgegeven: hoe worden de doelen van provincie en regio het best ingevuld?
De wens is om minder vanuit de bestaande paragrafen in de regeling te denken en meer het gesprek te voeren over een integrale gebiedsaanpak. Daar hoort een integrale afweging over de verschillende beleidsthema’s binnen Mobiliteit (zoals OV, regionale infra, fiets) bij en mogelijk ontschotting van middelen op deze thema’s.
In de Gebiedsagenda’s worden de maatregelen uit verschillende paragrafen van de SRM 2017 geïntegreerd. De Gebiedsagenda is een integraal uitvoeringsprogramma per regio met een looptijd van vier jaar en jaarlijkse actualisatie. Het vertrekpunt voor deze maatregelen zijn de beleidskaders van zowel de provincie als de regiopartijen. De Gebiedsagenda is dan ook een gezamenlijk product van de provincie en regio. De SRM 2017 is het uitvoeringsinstrument om de provinciale bijdrage aan de projecten te kunnen verstrekken aan de realiserende partij.
Vanaf 2018 wordt een eerste aanzet tot het werken met regionale Gebiedsagenda’s gedaan. Dit houdt in dat in 2018 voor paragraaf 2 Infrastructurele projecten de projectenlijsten vanuit de regio’s worden opgenomen in regionale Gebiedsagenda’s. Hiertoe wordt het afwegingskader van het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) gehanteerd. De projecten worden opgenomen in het PZI, en niet meer in het Bestedingsplan Mobiliteit zoals voorheen gebruikelijk was. Het Bestedingsplan Mobiliteit komt in haar huidige vorm te vervallen. De toelichting op de besteding van de andere paragrafen wordt opgenomen in de begroting.
In artikel 1.1 zijn nieuwe begrippen opgenomen die verband houden met R-net en de Gebiedsagenda’s Mobiliteit. Verder komt het begrip “Bestedingsplan Mobiliteit” te vervallen.
Deze bepalingen hangen samen met vervallen van het Bestedingsplan Mobiliteit. Onderdeel van het jaarlijks op te stellen Bestedingsplan Mobiliteit was een bijlage waarin een opsomming werd gegeven van de regionale infrastructurele projecten. Deze projectenlijst komt in een andere vorm terug en wel als regionale Gebiedsagenda mobiliteit in het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI). Het blijft vervolgens aan gemeenten en waterschappen om subsidie voor deze projecten aan te vragen.
E en F, I en J, M en N tweede lid, P en Q
De “objectoverstijgende risicokosten” worden toegevoegd aan de subsidiabele kosten. Ook objectoverstijgende risicokosten zijn immers onderdeel van de projectrisico’s. Deze mogen daarom worden opgenomen in de SSK ramingen. Het zijn risico’s die niet tot een bepaald object binnen het totale project behoren maar tot risico’s die kunnen gelden voor het project als geheel.
Gezien het verschil in opleveren van SSK-begrotingen door ingenieursbureaus is gebleken dat het splitsen van risico’s in ‘risico’s bouwkosten’ en ‘objectoverstijgende risicokosten’ de voorkeur heeft, waardoor een nieuw onderdeel bij de artikelen voor “Subsidiabele kosten” nodig werd.
Door de datum in artikel 10.3 te wijzigen kunnen ook in 2017 weer aanvragen worden ingediend voor projecten op het gebied van bedrijfsvervoer Wet sociale werkvoorziening in 2018.
Dit is een technische wijziging die tot doel heeft om artikel 12.3 te voorzien van genummerde leden. Inhoudelijk blijft het artikel ongewijzigd.
Deze artikelen hebben betrekking op het laten vervallen van de mogelijkheid om subsidie in het kader van de fietsprojecten subsidie te verstrekken voor het “beheer en onderhoud van nieuwe fietspaden”. De kosten hiervoor komen voor rekening van de wegbeheerder.
Door de aanpassing van artikel 14.1.8, onderdeel c, worden voor de paragraaf fietsprojecten alle interne kosten aangemerekt als niet-subsidiabel.
In de nieuwe paragraaf 16A worden de artikelen ingevoegd uit de Subsidieregeling R-net Zuid-Holland die met de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit wordt ingetrokken. De overgenomen artikelen zijn met uitzondering van de artikelen 16A.5 (Subsidiabele kosten) en 16A.6 (Niet subsidiabele kosten) inhoudelijk gelijk aan de artikelen uit de Subsidieregeling R-net Zuid-Holland. Bij de artikelen 16A.5 en 16A.6 is aansluiting gezocht bij de artikelen in de andere paragrafen van de SRM 2017, maar in verband met het specifieke karakter van de R-net subsidies worden in artikel 16A.6 de apparaatskosten aangemerkt als “niet subsidiabel”, tenzij deze kosten noodzakelijk en adequaat zijn in verhouding tot het doel van de subsidie. Daarnaast worden, in tegenstelling tot de paragrafen 2, 13, 14 en 16 kosten voor de vergoeding van planschadeclaims niet aangemerkt als “niet subsidiabel”. Gemeenten kunnen deze derhalve claims wel indienen als subsidiabele kosten, indien en voor zover deze planschade specifiek veroorzaakt wordt door de R-net werkzaamheden.
Doordat de artikelen uit de Subsidieregeling R-net Zuid-Holland worden toegevoegd aan de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland 2017 kan eerstgenoemde regeling worden ingetrokken. De Subsidieregeling R-net Zuid-Holland behoudt echter wel haar werking voor aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de dit tweede wijzigingsbesluit van de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland 2017.
Voor de SRM 2017 blijft de regeling zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit van kracht op voordien ingediende aanvragen. Er is sprake van zogenaamde eerbiedigende werking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3115.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.