Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2017, 303 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2017, 303 | Verordeningen |
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland 2012
Dit besluit is niet van toepassing op besluiten en beslissingen op grond van het Mandaatbesluit Personeelszaken, met uitzondering van de artikelen 14 en 15.
Gedeputeerde Staten verlenen mandaat inzake hun bevoegdheden om besluiten te nemen en volmacht en machtiging aan:
Het mandaat en de volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 2 hebben geen betrekking op de volgende aangelegenheden:
instelling van commissies als bedoeld in artikel 81 en 82 van de Provinciewet, behoudens het instellen van een schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord Holland 2007 alsmede het aanwijzen van een adviseur inzake een aanvraag tegemoetkoming planschade als bedoeld in artikel 6.1.3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening;
Het mandaat, de volmacht en de machtiging bedoeld in artikel 2, onder b, hebben geen betrekking op een besluit of beslissing:
tot het afhandelen van schadeclaims van derden, waaronder het aangaan van een planschadeovereenkomst, een schikking of een vaststellingsovereenkomst, met uitzondering van schadeclaims die vallen onder de dekking van een door de provincie afgesloten aansprakelijkheidsverzekering of onder de werking van een wettelijke regeling;
het instellen van de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord Holland 2007, alsmede tot het aanwijzen van een adviseur inzake de aanvraag tegemoetkoming planschade als bedoeld in artikel 6.1.3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening;
De provinciesecretaris kan ter uitoefening van het mandaat, de volmacht of de machtiging bedoeld in artikel 2, onder b, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, ondervolmacht of machtiging verlenen aan de directeuren en het hoofd van het Kabinet voor bevoegdheden zonder financiële gevolgen, met uitzondering van de benoeming van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht en beslissingen om een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur geheel of gedeeltelijk af te wijzen.
De provinciesecretaris kan eveneens schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, ondervolmacht of machtiging verlenen aan (adjunct-)sectormanagers, unitmanagers, programmamanagers, projectleiders en medewerkers vanaf schaal 11 voor bevoegdheden zonder financiële gevolgen en voor zover passend binnen hun respectieve takenpakket, met uitzondering van de bevoegdheid tot het indienen van een verweerschrift in het kader van een hogere beroepsprocedure.
De provinciesecretaris kan ondermandaat verlenen voor het nemen van besluiten in verband met het verstrekken van subsidies op grond van een uitvoeringsregeling, op grond van artikel 4:23, derde lid onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht of op grond van een subsidie verordening alsmede het verstrekken van investeringsbudgetten op basis van een verordening, aan:
De provinciesecretaris kan ondervolmacht of machtiging verlenen voor het uitoefenen van bevoegdheden met financiële gevolgen in het kader van inkoop en aanbesteding met inachtneming van de volgende grenzen.
De provinciesecretaris kan ondervolmacht of machtiging verlenen voor het nemen van besluiten aangaande aan- en/of verkopen van onroerende zaken, anders dan genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, pachtovereenkomsten, huurovereenkomsten of de vestiging van zakelijke rechten:
Ondervolmacht of machtiging voor het nemen van besluiten tot het aangaan van andere privaatrechtelijke rechtshandelingen dan die bedoeld in artikel 7 en artikel 8 kan slechts worden verleend aa
Gedeputeerde Staten staan op grond van artikel 59a van de Provinciewet de commissaris van de Koning toe de ondertekening van besluiten van Gedeputeerde Staten op te dragen aan de provinciesecretaris, voor het geval dat:
Een gedeputeerde, de provinciesecretaris en diens plaatsvervanger zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten in rechtsgedingen op te treden.
De uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid, een verleende volmacht of machtiging geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde en met inachtneming van het geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.
Een gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde stelt Gedeputeerde Staten of de betrokken portefeuillehouders in kennis van in (onder)mandaat genomen besluiten en met (onder)volmacht of machtiging genomen beslissingen waarvan zij aannemen dat kennisneming door het college of de betrokken portefeuillehouders van belang is.
De sectormanager Juridische Zaken houdt een mandaatregister bij, waarin dit besluit en de in de artikel 11 bedoelde ondermandaat –volmacht en machtigingsbesluiten worden bijgehouden.
Het besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland 2011 wordt ingetrokken.
Haarlem, 5 juni 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
E. Post, plv. voorzitter
G.E.A. Craaikamp, provinciesecretaris
Bijna dagelijks moeten er allerlei besluiten door GS genomen worden. Het zou niet werkbaar zijn als al die besluiten steeds het voltallige college van GS zouden moeten passeren. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat besluiten van GS namens dat college
door anderen – een gedeputeerde of een ambtenaar – worden genomen. Die ander heeft dan mandaat van GS. Degene die mandaat heeft kan ondermandaat verlenen, als het mandaatgevende bestuursorgaan daarin heeft toegestemd. Mandaat is in de Algemene wet bestuursrecht gedefinieerd als: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk voor in mandaat genomen besluiten. Verder geldt dat het mandaatgevende bestuursorgaan altijd ad hoc een bepaald besluit zelf kan nemen, ondanks verleend mandaat.
Binnen de provincie bestaat de afspraak dat van een verleend mandaat of ondermandaat geen gebruik wordt gemaakt als een zaak ‘gevoelig’ ligt. In dat geval neemt de (onder)gemandateerde contact op met de provinciesecretaris. In overleg met deze wordt de zaak dan op een hoger niveau afgedaan. Een zaak ligt bijvoorbeeld gevoelig er grote belangstelling voor is in de pers of er maatschappelijke onrust over bestaat, zodat duidelijk is dat GS of een GS – lid daarover aangesproken zullen worden. Ook besluiten in het kader van grote, complexe en in een projectteam uitgevoerde aanbestedingsprojecten moeten als ‘gevoelig’ worden aangemerkt.
Tot slot wordt de aandacht op het volgende gevestigd. Door dit mandaatbesluit valt de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom binnen het mandaat van de provinciesecretaris. Deze kan die bevoegdheid in ondermandaat geven aan de directeuren en anderen. Dit om een lik-op-stukbeleid mogelijk te maken.
De artikelen 14 en 15, waarin geregeld is wie gemachtigd zijn om namens Gedeputeerde Staten in rechtsgedingen op te treden, en welke medewerkers een doorlopende procesmachtiging kunnen krijgen, zijn ook van toepassing op besluiten en beslissingen waarop het Mandaatbesluit
Personeelszaken betrekking heeft.
Het mandaat aan de leden van GS, de provinciesecretaris en zijn vervanger is open, dat wil zeggen dat zij bevoegd zijn alle besluiten en beslissingen te nemen waartoe Gedeputeerde Staten bevoegd zijn met uitzondering van de in artikel 3 en 4 genoemde besluiten.
Door de bepalingen in deze leden krijgen de leden van GS, de provinciesecretaris en zijn vervanger mandaat. Wat de leden van GS betreft is het mandaat niet gebonden aan een portefeuille. Er is dus altijd een bevoegd lid van het college. De indeling in portefeuilles is een interne afspraak.
Ten aanzien van de volmacht en machtiging het volgende:
Artikel 158 Provinciewet kent de bevoegdheden met betrekking tot het dagelijks bestuur toe aan GS, tenzij bij of krachtens de wet Provinciale Staten of de commissaris ter zake bevoegd zijn. De Provinciewet bevat geen opsomming van taken en bevoegdheden. Gedacht kan worden aan de dagelijkse bestuurtaken zoals de dagelijkse leiding van het apparaat, het onderhouden van contacten, het verzorgen van de post enz.
De bevoegdheden die in artikel 3 zijn opgesomd, zijn voorbehouden aan GS plenair. Dit betreft de categorie van de zogenaamde rode minuten binnen de organisatie.
Los van de besluiten en beslissingen die in dit artikel zijn genoemd, zijn in de Awb verschillende besluiten uitgezonderd van mandaat (artikel 10:3, lid 2). Het gaat om de volgende besluiten.
Verder is in de Awb bepaald dat besluiten op bezwaarschriften zijn uitgezonderd van mandaat aan degene die het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt. Uit de jurisprudentie blijkt dat mandaat om te beslissen op bezwaar aan iemand die hiërarchisch ondergeschikt is aan degene die het primaire besluit genomen heeft, evenmin is toegestaan.
Hieronder vallen alle voordrachten, de beantwoording van statenvragen, ingekomen stukken die aan PS zijn geadresseerd etc. Verder vallen hieronder besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen en andere rechtspersonen, zoals genoemd in artikel 158, lid 2 van
de Provinciewet. In de tweede volzin van dit artikellid is immers bepaald dat PS daarover eerst hun mening moeten geven.
In de gevallen dat het vaststellen of wijzigen van algemeen provinciaal beleid door PS gebeurd is mandaat voor voorstellen daartoe uitgesloten op grond van het bepaalde onder a.
Hier wordt onder convenant verstaan: een schriftelijke en door partijen ondertekende afspraak of een samenstel van zulke afspraken, hoe ook genoemd, die betrekking of mede betrekking heeft op de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of anderszins gericht of mede gericht is op het voorbereiden dan wel realiseren van provinciaal beleid.
Hieronder vallen zowel besluiten om over te gaan tot bemiddeling in geschillen als besluiten over die geschillen.
Strategische grondaankopen betreffen aankopen van onroerende zaken die worden gefinancierd uit het door Provinciale Staten vastgestelde krediet strategische aankopen.
Anticiperende grondaankopen betreffen aankopen van onroerende zaken die worden gefinancierd uit het door Provinciale Staten vastgesteld krediet anticiperende aankopen.
Aankopen van onroerende zaken, anders dan genoemd in onderdeel k betreffen bijvoorbeeld de project- en/of taakgebonden aankopen van onroerende zaken die zijn opgenomen in de door Provinciale Staten vastgestelde nota “Gegronde Ontwikkeling”, of wel de 3e nota grondbeleid, van 10 juli 2006.
De bevoegdheden die in dit artikel zijn opgenoemd, zijn voorbehouden aan GS en aan de portefeuillehouder. Dit heeft betrekking op de categorie blauwe minuten.
In dit onderdeel gaat het om besluiten en beslissingen die ertoe leiden dat de hoofdlijnen van het provinciaal beleid zullen worden aangepast. De hoofdlijnen van het provinciaal beleid zelf worden in het algemeen door PS vastgesteld. Voorstellen daartoe worden vastgesteld door GS-plenair; zie artikel 3 onder b en de toelichting daarbij.
Besluiten op bezwaar die contrair zijn aan het advies van de HAC zijn uitgesloten van mandaat (artikel 3 onder d).
Besluiten op bezwaar die inhouden dat het besluit niet-ontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, en besluiten die inhouden dat het bezwaar gegrond wordt verklaard maar zonder inhoudelijke wijziging van het primaire besluit vallen onder het open mandaat van directeur en (plv) provinciesecretaris.
Dit moet ruim worden opgevat. Onder ‘personen’ vallen naast GS-leden ook statenleden, personen van buiten de provinciale organisatie, etc. Daarnaast kan het gaan om interne en externe bestuurlijke functies en commissies.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de in artikel 158, lid 1 Provinciewet genoemde rechtsgedingen een ruime categorie vormen. Deze omvat ook het kort geding, de voeging in strafzaken, de instelling van beroep, het verzoek tot schorsing van een aangevochten beslissing of om een voorlopige voorziening ter zake. Het maken van bezwaar tegen een besluit betreft geen rechtsgeding en wordt daarom apart genoemd. Het betreft hierbij college behoeft dus in geen enkel geval meer achteraf formeel te worden gelegitimeerd door een beslissing van PS. Zie de MvT bij de Wet dualisering gemeentebestuur (toelichting bij artikel 160, lid 1, dat hetzelfde
luidt als artikel 158, lid 1 Provinciewet).
Let op: besluiten aangaande aan- en/of verkopen van onroerende zaken anders dan genoemd in artikel 3 onderdeel k, pachtovereenkomsten, huurovereenkomsten of de vestiging van zakelijke rechten, waarvan de financiële gevolgen groter zijn dan
Є 2.000.000,- zijn voorbehouden aan GS plenair (artikel 3 onder l).
Intrekken van een reeds verleende of vastgestelde subsidie of het ten nadele van de ontvanger wijzigen daarvan kan door de directeur in mandaat gebeuren, als dit op verzoek van de aanvrager gebeurt.
Het gaat hierbij om besluiten tot het uitoefenen van preventief financieel toezicht en het opheffen daarvan, besluiten ter uitvoering van preventief toezicht, en mededelingen in het kader van het voortraject.
Vanwege het bijzondere karakter van een weigering van een vergunning of ontheffing op grond van de Flora- en faunawet heeft de provinciesecretaris hiervoor mandaat. Dit volgt uit artikel 2. Op grond van artikel 5 kan hij ondermandaat verlenen.
De artikelen 5-11 hebben betrekking op het verlenen van een ondermandaat, volmacht en machtiging door de provinciesecretaris.
Artikel 5 heeft betrekking op de bevoegdheden zonder financiële gevolgen.
Toezichthouders kunnen alleen door de (plv) provinciesecretaris of de portefeuillehouder benoemd worden. Zij hebben niet de bevoegdheid dit in ondermandaat te geven.
Hetzelfde geldt voor het indienen van verweerschriften in hoger beroepszaken (lid 2).
Ondermandaat is niet alleen mogelijk aan provinciale ambtenaren, maar ook aan medewerkers die bij uitzend- of detacheringbureaus zijn ingehuurd en tijdelijk de functie van sectormanager, unitmanager, programmamanager of projectleider vervullen. Voor de duur van hun functievervulling is er immers sprake van materiële ondergeschiktheid aan de mandaatgever en de ondermandaatgever.
De artikelen 6-9 hebben betrekking op bevoegdheden met financiële gevolgen.
Alvorens principebeslissingen tot aanbesteding te nemen, moet worden nagegaan of aanbestedingspakketten moeten worden gebundeld. Bij twijfel of dit het geval is, wordt vooraf juridisch advies ingewonnen.
De provinciesecretaris stelt het gewijzigde ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit vast.
Voor de overzichtelijkheid verdient het aanbeveling bij aanvulling en wijziging een complete nieuwe lijst te laten goedkeuren en inschrijven.
Artikel 13 besluiten in mandaat door de gedeputeerde genomen.
Omdat uit de ondertekening niet blijkt dat het besluit in mandaat genomen is, komt onder elk besluit dat namens GS door een lid van het college is genomen de zin te staan: “Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van het college dat met dit onderwerp
is belast.” Daarvoor zijn sjablonen in Word beschikbaar (variant met en zonder bezwaarclausule).
Omdat artikel 2 alle leden van het college gelijkelijk bevoegd maakt, is deze zin altijd bruikbaar, welk lid van het college er ook tekent. Dat neemt niet weg dat er interne afspraken zijn over de portefeuilleverdeling. Daaruit blijkt welk lid van het college als eerste in aanmerking
komt om het besluit in mandaat te nemen (via het plaatsen van de paraaf op de minuutomslag) en welk lid als tweede. Is de eerstaangewezen portefeuillehouder er niet en de vervanger evenmin, dan kan elk ander lid van het college het besluit in mandaat nemen.
Artikel 14 en 15 Optreden in rechtsgedingen
Deze artikelen gelden zowel wanneer GS appellant of bezwaarde zijn, als wanneer zij verweerder zijn. Vanwege de uitzondering in artikel 1 gelden deze artikelen bovendien ook voor bezwaar en beroep in personeelszaken.
Artikel 15 lid 2 Schriftelijke machtiging voor personen die niet op de lijst van procesgemachtigden staan
De provinciesecretaris heeft de bevoegdheid medewerkers, advocaten en externen van de provincie aan te wijzen die namens Gedeputeerde Staten in rechtsgedingen optreden.
In art 10:6, lid 2 Awb is bepaald dat de gemandateerde aan Gedeputeerde Staten, als mandaatgever, op hun verzoek inlichtingen verschaft. Art 17, lid 1 regelt dat de (onder)gemandateerden dit ook uit eigen beweging moeten doen. Verder geeft het artikel een soortgelijke bepaling als in art 10:6, lid 2 Awb voor de individuele portefeuillehouders.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-303.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.