Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2017, 2977 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2017, 2977 | Verordeningen |
Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 1.5 van de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 16 december 2016 de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin onder meer regels zijn vastgesteld ten aanzien van Natura 2000-gebieden;
Overwegende dat in die verordening regels zijn opgenomen om de stikstofdepositie te beperken;
Overwegende dat initiatiefnemer bij het realiseren van een of meer nieuwe stallen dient te voldoen aan de vereisten die zijn opgenomen in bijlage 2 behorende bij die verordening;
Overwegende dat in die verordening is bepaald dat bijlage 2 door Gedeputeerde Staten wordt gewijzigd indien ontwikkelingen in emissie reducerende technieken of het regionale stikstofdepositieniveau daartoe aanleiding geven;
Overwegende dat op 14 juni 2017 de Eerste wijzigingsverordening natuurbescherming Noord-Brabant in werking is getreden. Dat gebleken is dat onder andere in Provinciale Staten vragen zijn gerezen over het ontbreken van aparte categorieën voor de biologische veehouderij;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden de verordening op dit punt aan te passen en daarbij tevens op een aantal punten verduidelijking aan te brengen;
De Verordening natuurbescherming Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 2 behorende bij de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant
Lijst met technische staleisen als bedoeld in artikel 1.4
Emissiefactoren voor de emissie vanuit het dierenverblijf, inclusief de emissie van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen, die van toepassing zijn op nieuwe of bestaande huisvestingssystemen die op grond van artikel 1.4 aan deze bijlage moeten worden getoetst. De in deze bijlage opgenomen (streef)reducties zijn percentages die gelden ten opzichte van de traditionele emissies, zoals opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij. De bijbehorende emissiefactor is de emissie uitgedrukt in het aantal kilogrammen ammoniak per dierplaats per jaar dat maximaal is toegestaan.
Toelichting toepassing huisvestingssystemen voor diercategorieën waarin de Regeling ammoniak en veehouderij niet voorziet.
A2 Zoogkoeien ouder dan 2 jaar en A3 vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
Indien zoogkoeien en/of vrouwelijk jongvee gehouden worden in een huisvestingssysteem met ligboxen zoals dat wordt toegepast in de categorie A1 melkveehouderij, wordt voor deze categorieën aangesloten bij de huisvestingssystemen opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij bij de categorie A1. Er wordt dan vergelijkbaar reductiepercentage als bij categorie A1 gehanteerd. Een huisvestingsysteem uit de categorie A1 met een emissie van 7,0 kg ammoniak per dierplaats per jaar en een reductie van 46% geeft bij toepassing in de categorieën A2 en A3 een gelijk reductiepercentage ten opzichte van de factor van traditionele huisvesting in de categorieën A2 en A3.
A6 vleesstieren en overig vleesvee van 8 tot 24 maanden en A7 fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar.
Vleesstieren worden tegenwoordig veelal in strostallen gehouden, hebben vaak een open karakter en worden veelal natuurlijk geventileerd en lenen zich daarom minder goed voor luchtwassystemen. De effectiviteit van een luchtwasser zal onder zulke omstandigheden lager zijn en meer in lijn liggen met die van de melkveehouderij. Aan bedrijven met weinig dieren (minder dan 100 dieren als som categorie A6 en A7) wordt daarom vooralsnog geen emissiereductieverplichting opgelegd. Voor de grotere gespecialiseerde bedrijven met meer dan 100 dieren uit de categorieën A6 en A7 wordt aangesloten bij de reductieeisen voor de melkveehouderij.
C1 geiten ouder dan 1 jaar, C2 opfokgeiten van 61 dagen t/m 1 jaar en C3
Voor deze categorieën is toepassing van luchtwassers uit de categorie D (varkens) mogelijk. In verband met de bedrijfsvoering wordt rekening gehouden met lekverliezen waardoor 5% van de lucht ongezuiverd naar buiten gaat. Voor toepassing in de geitenhouderij wordt daarom 5% van het verwijderingsrendement dat is toegekend aan het systeem in mindering gebracht. Een luchtwasser met een verwijderingsrendement van 85% voor de varkenshouderij heeft een rendement van 80% bij toepassing in de geitenhouderij. Een luchtwasser met een rendement van 70% voor de varkenshouderij voldoet hiermee niet aan de reductiedoelen voor de geitenhouderij. De verwachting is dat deze systemen in oktober 2017 opgenomen worden in de Regeling ammoniak en veehouderij.
’s-Hertogenbosch, 3 juli 2017
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris,
mw. ir. A.M. Burger
Toelichting behorende bij de Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant
Op 13 juni 2017 hebben Gedeputeerde Staten de Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant vastgesteld. Deze voorziet in een wijziging van bijlage 2, waarin de technische eisen voor stallen zijn opgenomen. Er wordt daarbij zowel een reductiepercentage opgenomen als een emissiefactor, uitgedrukt in kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. Het reductiepercentage geldt ten opzichte van de traditionele emissies, zoals opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij op het moment van inwerkingtreding van de wijziging.
Na bekendmaking van de gewijzigde versie van bijlage 2 van de Verordening natuurbescherming zijn veel vragen uit de praktijk ontvangen. Een groot deel van de vragen gaat in op de gewijzigde normen voor de biologische veehouderij. Het blijkt nu dat de bestaande uitzondering voor biologische varkenshouderij per abuis is weggevallen en dat de uitzondering voor biologische bedrijven bij het opnemen van de eisen voor geiten en vleesrundveehouderij abusievelijk niet zijn opgenomen. Een ander belangrijk deel van de vragen gaat over de vrijstelling van de emissie-eisen van bijlage 2 voor zoogkoeien, vleesstieren, fokstieren en geiten tot een emissie van 500 kg. De bepaling leidt tot discussie, waardoor ten behoeve van een verduidelijking gekozen is voor een gewijzigde systematiek.
Naar aanleiding van deze vragen is er voor gekozen om de bijlage 2 opnieuw vast te stellen. Daarbij zijn tevens enkele kleine inhoudelijke en tekstuele wijzigingen doorgevoerd.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-2977.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.