Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en Provinciale Staten van Zuid-Holland;
Gelet op de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen;
Overwegende dat het wenselijk geacht wordt te beschikken over een toetsingskader voor de beoordeling van de activiteiten ten behoeve waarvan aan de provinciale ondersteuningsinstelling als bedoeld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen subsidie wordt verleend;
Besluit:
- I.
Vast te stellen, een beleidsregel inhoudende een toetsingskader voor de activiteiten van de provinciale ondersteuningsinstelling voor de provincie Zuid-Holland, als bedoeld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen:
- 1.
Dit document beschrijft het inhoudelijk toetsingskader voor de activiteiten van de provinciale ondersteuningsinstelling voor Zuid-Holland. Uit hoofde van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) zijn zogenoemde provinciale ondersteuningsinstellingen verantwoordelijk voor onder andere de distributie van fysieke werken door middel van het interbibliothecair leenverkeer en de ontwikkeling van innovaties voor lokale bibliotheken. De Wsob definieert deze ondersteuningsinstellingen als een “in overwegende mate door een of meer provincies gesubsidieerde of in stand gehouden voorziening die een pakket aan ondersteunende activiteiten biedt voor de lokale bibliotheken in de desbetreffende provincie of provincies”. Gevolg gevend aan de Wsob kent ook de provincie Zuid-Holland een provinciale ondersteuningsinstelling als bedoeld in de wet. De instandhoudingsfiguur die de provincie Zuid-Holland gekozen heeft, is die van een -ook in de wet genoemde- subsidierelatie in de vorm van een boekjaarsubsidie aan een private organisatie. Op het moment waarop dit toetsingskader tot stand komt is dit ProBiblio, die (mede) voor de provincie Zuid-Holland de functie van provinciale ondersteuningsinstelling vervult.
Voor de beoordeling van de activiteiten ten behoeve waarvan de subsidie wordt verleend, is het raadzaam geacht het onderhavige toetsingskader te formuleren. Voor de provincie dient dit toetsingskader als leidraad voor de beoordeling van het jaarwerkplan dat jaarlijks in het kader van de subsidieverlening door de ondersteuningsinstelling dient te worden ingediend en bij de beoordeling van de uitgevoerde activiteiten ten behoeve van de subsidievaststelling. Ook wordt het gebruikt bij de periodieke evaluatie van de boekjaarsubsidie aan de provinciale ondersteuningsinstelling. Voor de subsidie ontvangende ondersteuningsinstelling kan dit toetsingskader houvast bieden bij het opstellen van het jaarwerkplan, de uitvoering van de activiteiten en de aanvraag voor subsidievaststelling
Het toetsingskader is niet het enige sturingsinstrument in de relatie met de provinciale ondersteuningsinstelling. Goede aansturing vereist een duidelijke rolopvatting, een heldere ambitie, een goede informatiepositie, een adequate planning- en control-cyclus en voldoende beleidscapaciteit van de provincie. Elk van deze punten heeft de aandacht en waar mogelijk worden verbeteringen doorgevoerd.
Het toetsingskader is gebaseerd op provinciaal beleid en de per 1 januari 2015 geldende Wsob. Deze kaders worden toegelicht in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de rol van de provincie in het bibliotheekstelsel en de relatie met de provinciale ondersteuningsinstelling. Hoofdstuk 4 beschrijft per taak van de provinciale ondersteuningsinstelling het relevante kader, de provinciale taak en datgene wat de provinciale ondersteuningsinstelling uitvoert. Tot slot staat beschreven wanneer evaluatie van dit toetsingskader plaats vindt.
2. Kaders
Dit hoofdstuk beschrijft de kaders die als uitgangspunt dienen voor het toetsingskader.
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen
Op 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De Wsob gaat uit van een bibliotheekstelsel, waarin de drie overheden nadrukkelijk samen de netwerkverantwoordelijkheid dragen. Dit netwerk wordt gevormd door: de lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek voor wat betreft haar taak tot het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek.
De provincie Zuid-Holland heeft de uitvoering van de wettelijke provinciale taken belegd bij de provinciale ondersteuningsinstelling. De Wsob bevat de volgende definitie van een provinciale ondersteuningsinstelling: in overwegende mate door één of meer provincies gesubsidieerde of in stand gehouden voorziening die een pakket aan ondersteunende activiteiten biedt voor de lokale bibliotheken in de desbetreffende provincie of provincies.
In de Wsob staan de verantwoordelijkheden en taken van de verschillende deelnemers aan het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen op hoofdlijnen beschreven. In artikel 16 lid 2 zijn twee wettelijke taken specifiek belegd bij provinciale ondersteuningsinstellingen:
- •
Interbibliothecair leenverkeer: de distributie van fysieke werken tussen de provincies.
- •
Ontwikkeling van innovaties ten behoeve van lokale bibliotheken (in overeenstemming met de Koninklijke Bibliotheek in verband met haar coördinerende taak).
De vraag wat vanuit de Wsob exact van de provincie wordt verwacht voor wat betreft de invulling van de wettelijke taken is op basis van de wet alleen niet eenduidig te beantwoorden. De wet beschrijft wel waaraan provinciale ondersteuningsinstellingen moeten bijdragen, maar maakt niet expliciet wat de verwachte omvang, aard en kwaliteit van die bijdrage zou moeten zijn. De taken interbibliothecair leenverkeer en de ontwikkeling van innovaties staan in de Wsob alleen op hoofdlijnen beschreven. Ze zijn bovendien niet uitgewerkt in doelen en normen. Netwerkverantwoordelijkheid is wel nader ingevuld, maar ook hiervoor geldt dat de wet geen doelen en normen bevat. Dit toetsingskader vult deze leemte voor wat betreft de provincie Zuid-Holland in en biedt ook kaders voor de niet-wettelijke taken die de provinciale ondersteuningsinstelling in opdracht van de provincie uitvoert.
Hoofdlijnenakkoord ‘Zuid-Holland: slimmer, schoner en sterker (2015 - 2019)
Het hoofdlijnenakkoord benoemt maatschappelijke opgaven waar lokale bibliotheken een bijdrage aan kunnen leveren. In het akkoord voor 2015 – 2019 staat: “Wij willen een toonaangevende provincie zijn waar mensen met plezier, wonen, werken en recreëren. Daarvoor is het nodig dat we extra inzetten op innovatie en verduurzaming van de economie. Dat er voor iedereen kansen zijn op de arbeidsmarkt. En dat wij de kwaliteit van onze leefomgeving verder verbeteren. Wij willen een proeftuin zijn waar oplossingen worden bedacht een ontwikkeld voor maatschappelijke opgaven op terreinen als klimaatverandering, energieschaarste, vergrijzing, voedselproductie en verstedelijking. Ook voor bestuurlijke en maatschappelijke vernieuwing. Wij willen een brug slaan tussen overheden en samenleving, tussen stad en land, tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven.
Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017 – 2020
De Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017 – 2020 beschrijft de wettelijke taken die de provinciale ondersteuningsinstelling heeft en welke zij met subsidie van de provincie uitvoert. Hierbij wordt ten aanzien van innovatie gesteld dat er een provinciale uitvoeringsagenda innovatie wordt opgesteld om de innovatiekracht in Zuid-Holland te versterken en dat relevante partijen hierbij betrokken worden. In dit kader wordt aansluiting gezocht bij het landelijk traject rondom de innovatieagenda. In de beleidsvisie staat verder: “Het streven voor interbibliothecair leenverkeer is dat dit toekomstbestendig wordt georganiseerd waarbij rekening wordt gehouden met technologische en maatschappelijke ontwikkelingen”. Over de rol van de provincie is opgenomen dat de inzet wordt geïntensiveerd en dat ze een meer sturende opdrachtgever voor de provinciale ondersteuningsinstelling wil zijn waarbij tegelijkertijd van de provinciale ondersteuningsinstelling wordt gevraagd te investeren in de organisatie zodat deze toegerust is op de eisen van de toekomst en de wensen van de provincie. De beleidsvisie vermeldt dat een toetsingskader wordt opgesteld om sturing te geven aan de werkzaamheden van de provinciale ondersteuningsinstelling. Tot slot wordt vermeld dat de provincie met de provincie Noord-Holland in gesprek gaat om (samenwerkings)afspraken te maken waar dat een toegevoegde waarde heeft, maar dat van de provinciale ondersteuningsinstelling wel verwacht wordt een gescheiden boekhouding te voeren voor beide provincies.
Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland 2013
De Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland 2013 is van toepassing op het verstrekken van een begroting-boekjaarsubsidie aan de provinciale ondersteuningsinstelling. De provinciale ondersteuningsinstelling is gehouden aan de subsidieverplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.
3. Rol provincie
De Wet stelsel openbare bibliotheken gaat uit van een bibliotheekstelsel, waarin de drie overheden (Rijk, provincies en gemeenten) nadrukkelijk samen de verantwoordelijkheid voor het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen en hun kwaliteit dragen. De provincie realiseert zich dat haar rol in het gehele bibliotheekstelsel, gezien de financiële bijdrage in verhouding tot die van de gemeenten, relatief beperkt is. Toch wil de provincie serieus bijdragen en daar waar mogelijk het verschil maken door knelpunten in het netwerk te signaleren en te agenderen, zich nadrukkelijker in het netwerk te begeven, partijen bij elkaar te brengen en middelen gericht in te zetten.
De Wsob beschrijft de verantwoordelijkheden en taken van deelnemers aan het netwerk, maar doet dit alleen op hoofdlijnen. Daarbinnen is veel ruimte voor interpretatie. Deelnemers kunnen hun rol alleen goed vervullen als onderling goede afspraken zijn gemaakt over de rolverdeling. Dit geldt ook voor de provincie, die enerzijds als tussenlaag tussen lokaal en landelijk opereert, maar die tegenwoordig ook meer horizontaal is ingebed als middelpunt in netwerken van organisaties.
De provincie Zuid-Holland subsidieert de provinciale ondersteuningsinstelling in het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen in Zuid-Holland ten behoeve van de zes taken die in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt worden. In de Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen 2017 – 2020 is het volgende opgenomen ten aanzien van de provinciale rol: “De bibliotheeksector is sterk in beweging en daarom vragen bibliotheken en andere partners in het netwerk om een betrokken en goed geïnformeerde provincie die een volwaardig sparringpartner en sturend opdrachtgever voor de provinciale ondersteuningsinstelling is. Wij zullen daarom onze inzet intensiveren”.
In hoofdstuk 4 wordt gespecificeerd waarover de provincie gaat en wat wordt overgelaten aan de andere bestuurslagen.
4. Te leveren prestaties
Algemene verwachtingen van de provincie ten aanzien van (de taakuitvoering van) de provinciale ondersteuningsinstelling:
- •
werkt opgavegericht en waar nodig en mogelijk gebiedsgericht.
- •
vervult een voortrekkersrol binnen het netwerk van Zuid-Hollandse bibliotheekvoorzieningen. De provinciale ondersteuningsinstelling is dé verbinder tussen lokaal en landelijk en is dé verbinder in het bovenlokale netwerk.
- •
is een innovatieve organisatie en werkt voortdurend aan de versterking van haar innovatiekracht in afstemming met haar omgeving.
- •
verantwoordt zich op transparante wijze over (de kwaliteit van) haar functioneren als provinciale ondersteuningsinstelling van Zuid-Holland.
- •
voert een gescheiden boekhouding voor de activiteiten voor Zuid-Holland en Noord-Holland.
- •
voert de activiteiten zo effectief en efficiënt mogelijk uit.
- •
draagt zorg voor een goede informatiepositie van de provincie Zuid-Holland door het aanleveren van monitorings- en vergelijkingsinformatie.
Hieronder volgt een overzicht van taken die de provinciale ondersteuningsinstelling uit hoofde van de Wsob uitvoert. Uitsluitend deze 6 taken kunnen opgenomen worden in het jaarwerkplan van de provinciale ondersteuningsinstelling en kunnen worden uitgevoerd met de middelen uit de boekjaarsubsidie. Alle activiteiten in het jaarwerkplan dienen te passen binnen onderstaande kaders.
1 Interbibliothecair leenverkeer
Wettelijk kader
art. 15 Wsob
|
Artikel 15. Interbibliothecair leenverkeer
1. Alle lokale bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen nemen deel aan het interbibliothecaire leenverkeer.
2. Deelname aan het interbibliothecaire leenverkeer houdt in ieder geval in:
a) op verzoek van een lokale bibliotheek ter beschikking stellen van fysieke werken ten behoeve van gebruikers van die bibliotheek;
b) op verzoek van een gebruiker doen van een verzoek als bedoeld in onderdeel a aan de daarvoor in aanmerking komende bibliotheek; en
c) distributie van fysieke werken door provinciale ondersteuningsinstellingen.
|
Taken ter uitvoering van deze wettelijke opdracht
|
De provincie stelt de provinciale ondersteuningsinstelling in staat om deel te nemen aan het interbibliothecair leenverkeer. De provinciale ondersteuningsinstelling verzorgt het transport van fysieke werken tussen bibliotheekvestigingen. Dit gebeurt op verzoek van de Zuid-Hollandse bibliotheken en ten behoeve van de bibliotheekgebruikers.
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling bevoorraadt Zuid-Hollandse openbare bibliotheekvestigingen met fysieke werken van binnen en buiten Zuid-Holland die door het interbibliothecair leenverkeer zijn aangevraagd.
• De provinciale ondersteuningsinstelling bevoorraadt Zuid-Hollandse openbare bibliotheken met nieuwe fysieke werken die de bibliotheek bij aankomst direct in de collectie kan opnemen.
• Het is de provinciale ondersteuningsinstelling toegestaan transportdiensten in combinatie met het interbibliothecair leenverkeer aan te bieden zolang dit geen nadelige gevolgen heeft voor het interbibliothecair leenverkeer en er geen sprake is van oneerlijke concurrentie.
• De provinciale ondersteuningsinstelling onderhoudt de aan het IBL gelieerde ict-systemen voor de Zuid-Hollandse bibliotheken, voor zover dit in aansluiting op de Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC+) nodig is.
• De provinciale ondersteuningsinstelling regelt de jaarlijkse verrekening tussen bibliotheken in Zuid-Holland en met landelijke bibliotheken op basis van het aantal onderlinge aanvragen en leveringen.
• De provinciale ondersteuningsinstelling monitort het interbibliothecair leenverkeer en voorziet de provincie Zuid-Holland van relevante informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling.
• De provinciale ondersteuningsinstelling voert het interbibliothecair leenverkeer zo effectief en (financieel) efficiënt mogelijk uit.
• De provinciale ondersteuningsinstelling denkt na over verbetering van het interbibliothecair leenverkeer.
• De provinciale ondersteuningsinstelling streeft naar een waarderingscijfer van 7,5 van bibliotheken voor efficiëntie en effectiviteit van transport en logistiek van fysieke werken in het kader van bibliothecair leenverkeer.
• 100% van de bibliotheken wordt, indien gewenst, door de provinciale ondersteuningsinstelling ondersteund bij de implementatie van hetgeen landelijk wordt opgeleverd in het kader van IBL en bijbehorende ICT.
• 100% van de bibliotheken wordt continue op de hoogte gebracht van ontwikkelingen en adviezen rondom zaken die landelijk worden opgeleverd in het kader van IBL en bijbehorende ICT. Tevens wordt maatwerkadvies over consequenties van deze ontwikkelingen voor individuele bibliotheken gegeven.
•Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten.
|
2 Ontwikkelen van innovaties voor lokale bibliotheken
Wettelijk kader
art. 16, lid 2 sub b Wsob
|
Artikel 16. Provinciale ondersteuningstaken
1. De provinciale ondersteuningsinstellingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:
a) ontwikkeling van innovaties ten behoeve van de lokale bibliotheken, in overeenstemming met de Koninklijke Bibliotheek in verband met haar coördinerende taak.
|
Taken ter uitvoering van deze wettelijke opdracht
|
Het samen met andere provinciale ondersteuningsinstellingen, en in overeenstemming met de Koninklijke Bibliotheek, ontwikkelen van innovaties voor en met de openbare bibliotheken in Zuid-Holland.
De Wsob beschrijft de taken van de deelnemers in het netwerk. Bij sommige taken raken de verantwoordelijkheden van de verschillende deelnemers elkaar. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de innovatietaak. Daarom heeft de Koninklijke Bibliotheek in opdracht van OCW, IPO en VNG een landelijke innovatieagenda opgesteld die als leidraad dient voor de activiteiten van de provincie. De provincie Zuid-Holland legt haar eigen accenten in de provinciale uitvoeringsagenda innovatie.
De technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen van het bibliotheeknetwerk om te blijven innoveren, waarbij de vijf kernfuncties van de bibliotheek als vaste waarden een centrale plaats hebben: (1) informeren, (2) leren, (3) lezen, (4) organiseren van ontmoeting en debat en (5) kennismaken met kunst en cultuur.
De provinciale uitvoeringsagenda innovatie heeft als hoofddoel om de vernieuwingskracht van de bibliotheeksector in Zuid-Holland te versterken om zo toegevoegde waarde te kunnen bieden aan burgers en samenleving in lijn met de vijf functies van de bibliotheek. Om dat doel te kunnen realiseren wordt met de provinciale uitvoeringsagenda Zuid-Holland ingezet op:
• het aanbrengen van focus door de innovatiekracht te bundelen op een overzichtelijk aantal , dat breed worden gedeeld door het netwerk.
• het op gang brengen van een proces van permanente innovatie in Zuid-Holland op deze prioriteiten.
• Het geven van helderheid over de concrete rolverdeling tussen partijen zodat optimale samenwerking kan ontstaan bij dit proces van permanente innovatie.
Een innovatiecyclus kent verschillende fasen: de fase waarin ideeën en vernieuwingen ontstaan of worden bedacht, de uitwerking in de testfase (prototypes, experimenten, proeftuinen), doorontwikkeling, de fase waarin ze breed beschikbaar worden gesteld (geïmplementeerd) en waarin ze vervolgens nog verder worden ontwikkeld en spin offs worden bedacht. Bij elk van de fasen van de innovatiecyclus vindt de provincie het belangrijk dat de krachten worden gebundeld en afstemming plaatsvindt. Dit betekent overigens niet dat alle partijen in elke fase een actieve rol hebben. Per innovatie zullen hierover afspraken gemaakt moeten worden. De provincie zet haar middelen vooral in op de eerste twee fasen.
Voor de provincie zijn er 3 inhoudelijke prioriteiten voor innovatie. Deze staan hieronder beschreven.
1. De provincie wil het interbibliothecair leenverkeer en het collectioneren in Zuid-Holland toekomstgericht organiseren.
a) Een effectieve en efficiënte inrichting en organisatie;
b) Alternatieve concepten voor fysiek interbibliothecair leenverkeer onderzoeken, ontwikkelen en implementeren.
c) De provincie dient als proeftuin voor innovaties ontwikkeld door de Koninklijke Bibliotheek.
1. De provincie wil door middel van innovaties bijdragen aan de bereikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de bibliotheekfuncties in het landelijk gebied.
a) Slim samenwerken (publiek, privaat en particulier)
b) Alternatieve concepten voor bibliotheekvestiging en fysieke bibliotheek
c) Maatwerkoplossingen in het kader van interbibliothecair leenverkeer.
d) Doelgroepgericht aanbod van functies in landelijk gebied.
1. Verbreding klassieke functie naar de maatschappelijke en educatieve functie van de bibliotheek
Gemeenten zien steeds meer een rol voor bibliotheken bij het realiseren van de gemeentelijke taken in het sociaal domein. Voor bekostiging van de klassieke functie wordt de laatste jaren minder budget beschikbaar gesteld. Het bibliotheekwerk staat hierdoor voor de uitdaging om de klassieke uitleenfunctie effectiever en efficiënter in te richten en de maatschappelijke en educatieve functie uit te breiden en te innoveren.
a) De provincie wil door middel van innovaties een bijdrage leveren aan taalvaardigheid, leesvaardigheid en mediawijsheid van jongeren, het voorkomen van taalachterstanden en laaggeletterdheid op latere leeftijd en de samenwerking tussen bibliotheken, onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen bevorderen.
b) Door innovaties te ontwikkelen met en voor lokale bibliotheken wordt een bijdrage geleverd aan het vergroten van de persoonlijke ontwikkeling, zelfredzaamheid en participatie van burgers die niet over voldoende vaardigheden beschikken om goed te kunnen meekomen in de maatschappij of een leesbeperking hebben.
c) De provincie wil door middel van innovaties de samenwerking tussen bibliotheken (vanuit de vijf kernfuncties) en partners op terreinen als cultuur, erfgoed, sociaal domein en educatie en mogelijke het bedrijfsleven stimuleren.
d) De provincie wil met innovaties bibliotheken ondersteunen en toerusten in de transitie van hun rol op het gebied van de klassieke naar de meer maatschappelijke en educatieve functie van de bibliotheek.
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling stelt in samenspraak met de provincie, gemeenten, bibliotheken en relevante maatschappelijke organisaties een provinciale uitvoeringsagenda innovatie voor Zuid-Holland op en draagt er zorg voor dat deze jaarlijks met de betrokken partijen wordt geactualiseerd.
• De provinciale ondersteuningsinstelling versterkt en ondersteunt innovaties op lokaal niveau. Alle activiteiten in het kader van innovatie passen binnen de 3 provinciale prioriteiten, vloeien voort uit de Zuid-Hollandse uitvoeringsagenda innovatie en passen bij de ontwikkelingen en dynamiek binnen de prioriteit.
• De provinciale ondersteuningsinstelling participeert in samenwerkingsverbanden rond innovatie met onder andere bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek, kennisinstellingen, andere provinciale ondersteuningsinstellingen en/of in communities of practice.
• De provinciale ondersteuningsinstelling ontwikkelt zelf innovaties op grond van gesignaleerde behoeften (als uitvloeisel van de provinciale uitvoeringsagenda) of op verzoek van de provincie (passend binnen de 3 gestelde prioriteiten).
• De provinciale ondersteuningsinstelling vervult een scharnierfunctie tussen lokaal en landelijk. De provinciale ondersteuningsinstelling verzamelt informatie over innovaties en draagt er zorg voor dat lokale innovaties beschikbaar worden gesteld aan andere bibliotheken en in andere provincies. De provinciale ondersteuningsinstelling brengt landelijke programma’s, afspraken en effectieve innovaties onder de aandacht bij lokale bibliotheken een bevordert de implementatie er van (passend binnen de 6 gestelde prioriteiten).
• De provinciale ondersteuningsinstelling signaleert en stimuleert cross-overs tussen bibliotheken en economische en sociale opgaven waar gemeenten en provincies meer te maken hebben.
• De provinciale ondersteuningsinstelling deelt kennis en stemt af met de andere provinciale ondersteuningsinstellingen ten einde de innovatiekracht en –middelen zo goed mogelijk samen en op elkaar afgestemd in te zetten.
• De middelen van de provincie Zuid-Holland worden vooral ingezet voor innovatieactiviteiten in de eerste en tweede fase en het door ontwikkelen van innovaties voor algemeen gebruik.
• Voor alle activiteiten wordt in samenspraak met de betrokken partijen een projectvoorstel opgesteld. Hierin zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen: provinciale prioriteit, onderdeel provinciale uitvoeringsagenda innovatie, doelstelling, activiteiten, prestaties, deelnemers, gespecificeerde kosten, bijdrage deelnemers, fase van innovatie, rol provinciale ondersteuningsinstelling en doorlooptijd. Deze projectvoorstellen worden op verzoek ter beschikking gesteld aan de provincie.
• Alle activiteiten worden gemonitord en jaarlijks geëvalueerd. Van elke activiteit wordt jaarlijks een inhoudelijk evaluatierapport opgesteld en tijdig gedeeld met de provincie en de betrokken partijen zodat deze betrokken kunnen worden bij de beoordeling van het jaarwerkplan van het volgende jaar.
• Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten in het jaarwerkplan.
|
3 Netwerktaken
Wettelijk kader
art. 6, lid 1-4 Wsob
art. 7 Wsob
art. 8 Wsob
|
Artikel 6. Netwerkverantwoordelijkheid
1. Onze Minister, de provinciebesturen, de gemeentebesturen en de besturen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen.
2. De partijen, genoemd in het eerste lid, geven zich bij de uitoefening van de verantwoordelijkheid, bedoeld in het eerste lid, rekenschap van de gemiddelde afstand tussen de lokale bibliotheekvoorziening en de inwoners van de financierende gemeente of gemeenten.
3. Zij bevorderen dat een door hen gesubsidieerde of in stand gehouden openbare bibliotheekvoorziening aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8, voldoet.
4. Bij een voorgenomen besluit van een partij als bedoeld in het eerste lid dat tot gevolg heeft dat een openbare bibliotheekvoorziening ophoudt te bestaan of redelijkerwijs niet meer kan voldoen aan de verplichtingen in deze wet, overlegt zij eerst met de andere partijen op wie dit van invloed kan zijn waaronder de ingezetenen. Zo nodig maken zij afspraken over de toegankelijkheid van een openbare bibliotheekvoorziening voor het betrokken algemene publiek.
Artikel 7. Netwerk en deelnemers
De lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek, voor wat betreft haar taak tot het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek, vormen één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen als bedoeld in artikel 6.
Artikel 8. Netwerktaken
Een deelnemer aan het netwerk (Koninklijke Bibliotheek, provinciale ondersteuningsinstellingen en lokale bibliotheken):
a) maakt met de andere deelnemers gebruik van een gezamenlijke catalogus van beschikbare werken;
b) is onderdeel van het interbibliothecaire leenverkeer;
c) voert zijn collectiebeleid overeenkomstig het gezamenlijk collectieplan;
d) maakt gebruik van een op de andere deelnemers afgestemde digitale infrastructuur;
e) stemt zijn administratie van leden en zijn algemene voorwaarden af op de andere deelnemers; en
f) ondersteunt het onderwijs.
|
Taken ter uitvoering van deze wettelijke opdracht
|
De Zuid-Hollandse lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstelling en de Koninklijke Bibliotheek, voor wat betreft haar taak tot het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek, vormen één Zuid-Hollands netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen. De provincie bevordert als één van de netwerkverantwoordelijken (art. 6) dat elke deelnemer van het Zuid-Hollandse netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen kan voldoen aan de netwerkverplichtingen (art. 8):
a) met de andere deelnemers gebruik maakt van een gezamenlijke catalogus van beschikbare werken;
b)onderdeel is van het interbibliothecaire leenverkeer, bedoeld in artikel 15;
c) zijn collectiebeleid voert overeenkomstig het gezamenlijk collectieplan, bedoeld in artikel 10;
d) gebruik maakt van een op de andere deelnemers afgestemde digitale infrastructuur;
e) zijn administratie van leden en zijn algemene voorwaarden af stemt op de andere deelnemers; en
f) het onderwijs ondersteunt.
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling voldoet volledig aan de netwerkverplichtingen (Wsob art. 8).
• De provinciale ondersteuningsinstelling informeert de provincie tijdig en volledig zodat zij haar verantwoordelijkheid t.a.v. het netwerk naar behoren kan nemen (Wsob art. 6).
∘ De provinciale ondersteuningsinstelling informeert de provincie jaarlijks over de kwaliteit van het Zuid-Hollandse netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen.
∘ De provinciale ondersteuningsinstelling zorgt ervoor dat de provincie zich rekenschap kan geven van de gemiddelde afstand tussen de lokale bibliotheek en de inwoners van de gefinancierde gemeente of gemeenten (art 6). De provinciale ondersteuningsinstelling maakt hiertoe jaarlijks een overzicht van de spreiding van bibliotheekvoorzieningen, inclusief functies. Dit overzicht wordt jaarlijks gedeeld met de provincie en netwerkpartners.
∘ De provinciale ondersteuningsinstelling signaleert knelpunten t.a.v. de kwaliteit van het Zuid-Hollandse netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen en brengt tijdig advies uit ten behoeve van provinciale beleidsontwikkeling.
• De provinciale ondersteuningsinstelling bevordert dat lokale bibliotheken voldoen aan de netwerkverplichtingen (art 8.).
• De provinciale ondersteuningsinstelling bevordert de netwerksamenwerking ten behoeve van het bibliotheekwerk tussen de provinciale ondersteuningsinstelling, de Zuid-Hollandse bibliotheken, betrokken overheden en andere relevante stakeholders.
∘ De provinciale ondersteuningsinstelling deelt informatie over landelijke ontwikkelingen- en trajecten met de netwerkpartners.
∘ De provinciale ondersteuningsinstelling ondersteunt het provinciaal directieoverleg BOZH (ambtelijk secretariaat en advisering).
• De provinciale ondersteuningsinstelling ondersteunt de relatie van bibliotheken met het onderwijs, de implementatie van leesbevorderingsprogramma’s en de bevordering van mediawijsheid.
• Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten in het jaarwerkplan.
|
4 Gegevenslevering
Wettelijk kader
art. 11, lid 1 en 2 Wsob
|
Artikel 11. Gegevenslevering
Op de deelnemers van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen rust ook de verplichting de volgende gegevens te leveren:
1. Ten behoeve van de gezamenlijke catalogus voor de landelijke digitale bibliotheek verstrekken lokale bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen gegevens over de collectie en de beschikbaarheid daarvan aan de Koninklijke Bibliotheek.
2. Ten behoeve van de beleidsontwikkeling verstrekken lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek aan Onze Minister gegevens over de desbetreffende openbare bibliotheekvoorziening die niet tot de persoon herleidbare gegevens van gebruikers en personeel betreffen.
|
Taken ter uitvoering van deze wettelijke opdracht
|
De provincie stelt de provinciale ondersteuningsinstelling in staat om bij de Koninklijke Bibliotheek de door de minister voor beleidsontwikkeling aan provinciale ondersteuningsinstellingen gevraagde gegevens aan te leveren (zie: ministeriele regeling gegevenslevering Wsob).
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling voldoet aan haar wettelijke verplichting t.a.v. gegevenslevering (Wsob art 11, lid 1 en 2 en de ministeriele regeling gegevenslevering).
• De provinciale ondersteuningsinstelling presenteert de gegevens die de Koninklijke Bibliotheek verzamelt over Zuid-Hollandse bibliotheken jaarlijks aan de provincie, BOZH en gemeenten. Deze gaat gepaard met een (trend)analyse.
• Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten.
|
5 Collectioneren
Wettelijk kader
art. 8 sub c Wsob
art. 10 Wsob
art 17, lid 1 sub b Wsob
|
Artikel 8. Functioneren van het netwerk
Een deelnemer aan het netwerk als bedoeld in artikel 7:
a)voert zijn collectiebeleid overeenkomstig het gezamenlijk collectieplan, bedoeld in artikel 10.
Artikel 10. Collectieplan
1. De Koninklijke Bibliotheek stelt elke vier jaar voor de deelnemers aan het netwerk, bedoeld in artikel 7, een gezamenlijk collectieplan vast.
2. Het collectieplan heeft tot doel samenhang te bewerkstelligen tussen de fysieke en digitale collecties van de openbare bibliotheekvoorzieningen. Het biedt een kader voor het samenstellen en beheren van de collectie door een voorziening.
3. De Koninklijke Bibliotheek stelt het gezamenlijk collectieplan vast in overeenstemming met vertegenwoordigers van de lokale bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen.
Artikel 17. Uitvoering en beheerplan
1. Het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek door de Koninklijke Bibliotheek houdt in ieder geval in:
a) beheren en van context voorzien van de digitale collectie en de afstemming met de collectie digitale werken van de Koninklijke Bibliotheek op grond van artikel 1.5, tweede lid, van de WHW;
|
Taken ter uitvoering van deze wettelijke opdracht
|
• Collectioneren heeft tot doel de collecties van de Zuid-Hollandse bibliotheken zo efficiënt en effectief mogelijk op elkaar af te stemmen overeenkomstig het gezamenlijk collectieplan, zodat de klanten van de Zuid-Hollandse bibliotheken zo goed en volledig mogelijk bediend worden in hun zoektocht naar kennis, informatie en cultuur.
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling levert input voor het gezamenlijk collectieplan (landelijk en draagt bij aan de totstandkoming van een gezamenlijke uitvoeringsagenda (elke vier jaar).
• De provinciale ondersteuningsinstelling vervult een scharnierfunctie tussen landelijk en lokaal.
• De provinciale ondersteuningsinstelling ontwikkelt en beheert het Zuid-Hollandse collectieplan en brengt dit volledig in overeenstemming met het landelijk collectieplan waarbij rekening wordt gehouden met klantonderzoek, klantprofielen en landelijke ontwikkelingen.
• De provinciale ondersteuningsinstelling ondersteunt het provinciaal gezamenlijk collectioneren van fysieke werken (in aansluiting op de digitale bibliotheek) en ondersteunt bibliotheken bij de implementatie van maatregelen die genomen moeten worden voor de afstemming van de eigen collectie op de provinciale en landelijke collectie. Hiertoe worden collectieteams gevormd.
• De provinciale ondersteuningsinstelling bevordert dat alle Zuid-Hollandse openbare bibliotheken deelnemen aan het provinciaal collectioneren en dat alle Zuid-Hollandse openbare bibliotheken voldoen aan de vastgestelde normen uit het gezamenlijk collectieplan.
• De provinciale ondersteuningsinstelling rapporteert jaarlijks aan de stakeholders, waaronder de provincie, over de mate waarin collecties en collectiegebruik aan de landelijk vastgestelde normen voldoen en de provinciale ondersteuningsinstelling doet voorstellen ter verbetering.
• De provinciale ondersteuningsinstelling onderzoekt hoe collectievorming op provinciaal niveau effectief en efficiënt uitgevoerd kan worden, formuleert aanbevelingen en ondersteunt desgewenst bij de uitvoering van de maatregelen.
• In 2019 wordt, gelijktijdig met de evaluatie van het gezamenlijk collectieplan, het provinciaal collectioneren geëvalueerd met betrokkenen waar onder de lokale bibliotheken. De resultaten worden gedeeld met de provincie en BOZH.
• De provinciale ondersteuningsinstelling stelt enkele specifieke collecties samen die ter beschikking gesteld worden van alle Zuid-Hollandse openbare bibliotheken. Het gaat hierbij om; collecties voor de 7 erfgoedlijnen en archeologie, wisselcollecties voor mensen met een leesbeperking, voor persoonlijke ontwikkeling en wisselcollecties ten behoeve van verpleeg- en verzorgingstehuizen.
• Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten in het jaarwerkplan.
|
6 Cultureel erfgoed en archeologie
Hoofdlijnenakkoord ‘Zuid-Holland: slimmer, schoner en sterker
(2015 - 2019)
Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017 - 2020
|
Het Hoofdlijnenakkoord kwalificeert het provinciaal erfgoedbeleid als succesvol. Bijgevolg is besloten tot de voortzetting en intensivering ervan. Het Hoofdlijnenakkoord stelt: ‘Wij willen het bredere verhaal van de Zuid-Hollandse geschiedenis nog beter vertellen en beleefbaar maken. Bij de uitvoering van onze wettelijke taak op het gebied van archeologie verzorgen wij ook een betere presentatie en toegankelijkheid van de in provinciaal beheer toevertrouwde vondsten’.
In de Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017 – 2020 staan de volgende relevante passages:
• Binnen de boekjaarsubsidie van de provinciale ondersteuningsinstelling wordt een meerjarig project publieksbereik archeologie uitgevoerd.
• Binnen de boekjaarsubsidie brengt de provinciale ondersteuningsinstelling vondsten uit ons depot terug naar de lokale gemeenschap waar ze vandaan komen. In de plaatselijke bibliotheek worden ze door vrijwilligers uitgepakt, gefotografeerd en nader beschreven. Met de meest interessante vondsten wordt een kleine tentoonstelling ingericht voorzien van reconstructietekeningen van het dorp of de wijk in een ver verleden.
• Sleutel van het succes is niet alleen dat het concept ‘erfgoedlijn’ wordt herkend; ook de nieuwe manier van werken brengt succes. Niet meer van bovenaf, maar van onderop als een voortdurende stroom van energie, ideeën en geld, die binnen zekere grenzen haar eigen weg vindt. Daartoe zijn rond elke erfgoedlijn permanente tafels gevormd waar alle partijen, die geïnteresseerd zijn in de erfgoedlijn of er belang bij denken te hebben, aanzitten. De tafels variëren in bezetting van 20 tot meer dan 50 partijen zoals overheden, eigenaren van monumenten, allerhande ondernemers, musea, bibliotheken, vrijwilligers, stichtingen, verenigingen en fondsen.
|
Provinciale ambitie in Zuid-Holland
|
• Bij de uitvoering van de wettelijke taak op het gebied van archeologie wil de provincie ook het publieksbereik van de in provinciaal beheer toevertrouwde vondsten vergroten.
• De provincie wil het erfgoed behouden door het te beschermen, beleefbaar te maken en bij voorkeur economisch rendabel te benutten.
|
Te leveren prestaties
|
• De provinciale ondersteuningsinstelling ondersteunt het provinciaal beleid van Zuid-Holland met betrekking tot cultureel erfgoed en archeologie door het mogelijk te maken voor Zuid-Hollandse bibliotheken hieraan een actieve bijdrage te leveren.
• Binnen de boekjaarsubsidie van de provinciale ondersteuningsinstelling wordt een meerjarig project publieksbereik archeologie uitgevoerd.
• De provinciale ondersteuningsinstelling neemt actief deel aan de netwerktafels van de provinciale erfgoedlijnen
• De provinciale ondersteuningsinstelling informeert de Zuid-Hollandse bibliotheken over de relevante ontwikkelingen rondom de erfgoedlijnen en archeologie.
• De provinciale ondersteuningsinstelling ontwikkelt samen met bibliotheken een pakket aan activiteiten waarmee bibliotheken informatie over Zuid-Hollands erfgoed en archeologie voor een breed publiek ontsluiten.
• Jaarlijks worden de activiteiten geëvalueerd (doelbereik en doelmatigheid) en besproken met de provincie.
• Jaarlijks aanvullende prestatieafspraken te bepalen op basis van activiteiten in het jaarwerkplan.
|
De genoemde prestaties worden jaarlijks opgenomen in het jaarwerkplan. Deze worden aangevuld met prestaties die afgeleid worden van de activiteiten uit het betreffende jaar. Deze worden zo specifiek mogelijk geformuleerd.
5. Evaluatie toetsingskader
Het toetsingskader wordt gelijktijdig met de Beleidsvisie Cultureel erfgoed en Basisvoorzieningen 2017 – 2020 geëvalueerd op basis waarvan eventueel bijstelling zal plaatsvinden.
6 . Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als Toetsingskader provinciale ondersteuningsinstelling openbare bibliotheekvoorzieningen Zuid-Holland.
II.Deze beleidsregel treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze wordt geplaatst.
Den Haag, 7 juli 2017
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
drs. J.H. de BAAS, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter