Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 2842 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 2842 | Overige besluiten van algemene strekking |
Uitvoeringsregeling Herstructurering Ruimtelijke kwaliteit
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 4 april 2017, kenmerk 3.1/2017000425, team Ruimtelijke Ontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling Herstructurering Ruimtelijke kwaliteit
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op artikel 145 van de Provinciewet;
gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;
tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling Herstructurering Ruimtelijke kwaliteit.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
De subsidie heeft tot doel de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van gebieden te verbeteren door probleemsituaties aan te pakken waar sprake is van verpaupering of door het op gang brengen van gestagneerde vastgoed- en gebiedsontwikkelingen op gang te brengen. Situaties waar de problemen onder andere het gevolg zijn van een dalende en/of veranderende samenstelling van bevolking en huishoudens, alsook probleemsituaties die voorvloeien uit het achterwege blijven van economische impulsen. Uiteindelijk moet de prestatie tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit leiden en verbetering van de leefbaarheid door het wegnemen van de negatieve impact op betreffende buurt, wijk of dorp.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
Een aanvraag voor subsidie wordt (digitaal) ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier gaat vergezeld van:
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten minimaal 70 punten worden behaald op de volgende criteria:
Indien de aanvraag alleen betrekking heeft op het inrichten van een gebied in een maatschappelijk aanvaardbare eindbestemming, of dat vastgoed van ondergeschikt belang is in de aanvraag, kan besloten worden de criteria d. en e. buiten de beoordeling te laten. In dat geval dienen minstens 50 punten te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te komen.
Artikel 9 Opschortende/ontbindende voorwaarde
Subsidie wordt slechts verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat de objecten planologisch obstakelvrij (vergunning of bestemmingsplanprocedure) zijn binnen 6 maanden na subsidieverlening.
Artikel 10 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 11 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.13 van de ASV komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld op basis van de toekenning van punten volgens artikel 8. Voor onvolledige aanvragen geldt de datum waarop ze zijn aangevuld als datum van binnenkomst.
De Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe (27 december 2016) is niet van toepassing.
Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 16 Prestatieverantwoording
In aanvulling op de in artikel 3.6 en 3.8 Asv genoemde vereisten voor verantwoording van subsidies, overlegt de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling beeldmateriaal (oude en nieuwe situatie) en een deskundigenverslag waaruit blijkt dat de werkzaamheden ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd, gestaafd met facturen.
Subsidie wordt slechts verstrekt indien volgens de Europeesrechtelijke regels omtrent staatssteun de steun geoorloofd kan worden verleend.
Artikel 18 Bevoorschotting en betaling
Het voorschot voor subsidies bedraagt minimaal 40% van het totaal te beschikken bedrag. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
Artikel 21 Inwerkingtreding en horizonbepaling
Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017 en vervalt op 31 december 2019.
Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Herstructurering Ruimtelijke Kwaliteit.
Toelichting op de Uitvoeringsregeling Herstructurering Ruimtelijke Kwaliteit
De regeling heeft als oogmerk probleemsituaties op te lossen als gevolg van verpaupering van de leefomgeving alsook gebiedsontwikkelingen los te trekken die zijn gestagneerd. In al deze situaties gaat het om probleemsituaties waarvan de effecten voelbaar zijn op buurt en wijkniveau, omdat verpaupering negatieve effecten heeft zoals leegstand of verslechtering van het ruimtelijk kwaliteitsbeeld of omdat een gebiedsontwikkeling niet wordt uitgevoerd, waardoor er een onafgeronde situatie blijft bestaan die negatief uitstraalt naar de omgeving. Meer algemene oorzaken kunnen zijn; veranderingen in de samenstelling van de bevolking en van huishoudens, wijzing van sociaal-economische achtergronden, maar oorzaken kunnen ook lokaal-specifiek zijn. Aanvrager zal in de analyse van het probleem, waar het project op inspeelt en verbetering biedt, hier op in moeten gaan.
Voor deze regeling is van belang dat het gaat om een negatief effect op minstens buurt- of wijkniveau om daarmee het onderscheid aan te geven met situaties op gebouw- of perceelniveau.
Leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit zijn begrippen die in vele situaties worden gebruikt en waarvoor diverse omschrijvingen en definities zijn te geven die subjectieve elementen bevatten. Om die reden worden de begrippen niet nader omschreven, maar is het de aanvrager die moet motiveren hoe de aanvraag hierop scoort (welk probleem opgelost wordt) en een positieve uitkomst realiseert (welke kwaliteit erna ontstaat). In artikel 8 is dat nader aangegeven voor de criteria waarop aanvragen beoordeeld worden.
Subsidie kan worden verstrekt aan een ieder. Dit betekent dat zowel publiek- als privaatrechtelijke rechtspersonen een aanvraag kunnen indienen, maar ook natuurlijke personen, zoals een eenmanszaak, vennootschap onder firma of een particulier.
Een beoordelingscriterium is een ‘een solide financiële onderbouwing’. Gedeputeerde Staten willen voorkomen dat na afgifte van een eventuele beschikking er nog diverse zaken geregeld moeten worden waardoor de uitvoering te lang op zich laat wachten of onzeker blijft. Dit vraagt van de aanvrager dat met het projectplan en –begroting goed inzicht wordt gegeven in de financiële haalbaarheid en grote mate van zekerheid over de realisatie van het project.
De weigeringsgronden geven aan dat de aanvrager volledig in positie moet zijn (financieel, juridisch, en dergelijke) om de ontwikkeling te kunnen realiseren. Hiermee wordt bevorderd dat aanvragen zijn doordacht op uitvoerbaarheid en dat subsidietoekenningen daadwerkelijk worden benut. De aanvraag wordt daarom beoordeeld op een solide financiële onderbouwing, waaronder begrepen een reële projectbegroting en zekerheid over de benodigde financieringen. Ook de uitvoerbaarheid in relatie tot de planning van de activiteiten wordt beoordeeld.
Aanvragen moeten betrekking hebben op situaties in de bebouwde kom van dorpen en steden. De kernwinkelgebieden waarvoor, aan gemeenten een subsidie is verstrekt op grond van de Uitvoeringsregeling Binnenstadfonds, zijn uitgesloten.
Voor de begrenzing van wat onder bebouwde kom valt bestaan diverse definities en divers kaartmateriaal. Bijvoorbeeld de wegenlegger van de Wegenverkeerswet of de kaart ‘bebouwd gebied’ van de Omgevingsvisie Drenthe. Niet altijd is de begrenzing even duidelijk. Zo kennen dorpen uitlopers in lintbebouwing en rafelranden. Mocht het twijfel geven of iets tot de bebouwde kom is te rekenen, dan moet duidelijk blijken dat de ontwikkeling een geheel vormt met de bestaande bebouwingstructuur.
Verder moet het gaan over situaties die een negatieve impact hebben op de leefomgeving. Dit betekent dat het om situaties gaat waar mensen wonen, recreëren of verblijven en de leefbaarheid (woon, werk en verblijfskwaliteit) sterk beïnvloeden. Het betekent ook dat situaties die zich meer ‘achteraf’ afspelen, waarbij vooral aan bedrijventerreinen valt te denken, van de regeling zijn uitgesloten. Wel kunnen situaties onder de regeling vallen wanneer het gaat om locaties die direct grenzen aan woongebieden en van daaruit de leefbaarheid of ruimtelijke kwaliteit negatief beïnvloeden. In een concrete situatie wordt beoordeeld of dit het geval is.
Aanvragen worden beoordeeld op vijf toetsingscriteria. Vier hiervan zijn onderverdeeld met beoordelingscriteria op deelaspecten. Met deze criteria willen Gedeputeerde Staten vooraf duidelijk maken op welke onderdelen een onderbouwing door de aanvrager wordt gevraagd.
In totaal kan voor een project 100 punten worden behaald ingeval vastgoed een substantieel onderdeel is van het project. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet minstens 70 punten worden behaald.
Ingeval de aanvraag alleen gaat over sloop en sanering en vervolgens een gebied inrichten als openbaar gebied, dan wordt een project beoordeeld op basis van de criteria ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en solide financiële onderbouwing. Hiervoor moeten minimaal 50 punten gehaald worden (van de maximaal 80 punten).
Artikel 9 Opschortende/ontbindende voorwaarde
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat een aanvrager in het kader van een planologisch besluit, waarvan de aangevraagde subsidie een wezenlijk onderdeel is, de zekerheid over de maatschappelijke en financiële uitvoerbaarheid moet kunnen aantonen. Voor een aanvraag op grond van deze regeling is juist de (planologische) zekerheid over de uitvoerbaarheid van een project essentieel. Om te voorkomen dat aanvrager bij verschillende instanties wordt geconfronteerd met eisen die hij niet kan verenigen, kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat binnen zes maanden het project planologisch obstakelvrij is.
Voor de bepaling van de subsidiehoogte worden de totale subsidiabele kosten vermenigvuldigt met een percentage dat hoort bij het aantal toegekend punten (artikel 8) volgens onderstaande tabel.
Toegekend aantal punten (artikel 8) voor project met vastgoedcomponent |
Toegekend aantal punten (artikel 8) voor project met geen of ondergeschikte vastgoedcomponent |
|
De totale subsidiabele kosten van het project bepaald op € 140.000,--. Op grond van de toetsingscriteria wordt 85 punten toegekend voor een project met een vastgoedcomponent. De subsidie bedraagt dan 40% van de subsidiabele kosten, zijnde € 56.000,--.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-2842.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.