Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 juli 2016 de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 hebben vastgesteld;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de openstellingstermijn in die regeling wensen aan te passen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 wensen te wijzigen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1.6 komt te luiden:

Artikel 1.6 subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op een rijksmonument;

    • b.

      het rijksmonument is gelegen in de provincie Noord-Brabant;

    • c.

      de aanvrager heeft het recht van eigendom van een rijksmonument;

    • d.

      het rijksmonument is toegankelijk voor derden;

    • e.

      het rijksmonument valt binnen een van de volgende categorieën:

      • 1°.

        religieus erfgoed;

      • 2°.

        militair erfgoed;

      • 3°.

        industrieel erfgoed;

      • 4°.

        kasteel;

      • 5°.

        landgoed;

    • f.

      het project omvat activiteiten die niet zijn vrijgesteld van een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.5 a jo artikel 3a, eerste lid, van bijlage II Besluit omgevingsrecht;

    • g.

      het project is erop gericht het rijksmonument te herstellen en daarbij:

      • 1°.

        de omvang van de ingreep zo veel mogelijk te beperken;

      • 2°.

        de oorzaak van de ontstane schade weg te nemen;

      • 3°.

        eerdere uitgevoerde restauraties met respect te behandelen;

    • h.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • 1°.

        een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

        een sluitende begroting, waaruit tevens de bijdrage van derden blijkt;

      • 3°.

        een restauratieplan met daarin opgenomen een overzicht van de aan het monument te verrichten werkzaamheden, de huidige toestand inclusief de gebreken, een overzicht van de werkzaamheden en een bestek;

      • 4°.

        een inspectierapport van de monumentenwacht dat niet ouder is dan 2 jaar en 4 maanden betreffende de staat van het monument;

      • 5°.

        een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;.

      • 6°.

        een communicatieplan.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan het vereiste dat het rijksmonument reeds een duurzame bestemming heeft.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onder b, c en d, in aanmerking te komen, voldaan aan het vereiste dat er een plan is om het rijksmonument duurzaam te bestemmen.

B. In artikel 1.9 wordt “6 september 2016 tot en met 27 september 2016” vervangen door: 4 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017.

 

C. Artikel 1.10 komt te luiden:

Artikel 1.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen voor de periode, genoemd in artikel 1.9, het subsidieplafond vast op:

  • a.

    € 1.300.000 voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder a;

  • b.

    € 400.000 voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder b;

  • c.

    € 600.000 voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder c;

  • d.

    € 1.000.000 voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder d;

D. Artikel 1.12 komt te luiden:

Artikel 1.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 1.10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de absolute mate in aantallen euro’s waarin een financiële bijdrage door derden geleverd wordt aan het project, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • b.

      de mate gerekend in het aantal dagen per week waarin het monument aantoonbaar gebruikt wordt, te waarderen met maximaal 14 punten;

    • c.

      50 punten, indien het project een topmonument betreft;

    • d.

      10 punten, indien het monument is geabonneerd bij de Monumentenwacht;

    • e.

      mate waarin het aanbrengen van energiebesparende maatregelen worden geïntegreerd in de subsidiabele restauratie werkzaamheden, te waarderen met maximaal 10 punten;

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

E. In artikel 1.13, onder a, wordt “1 juli 2019” vervangen door: 1 juli 2020.

 

F. In artikel 2.8 wordt “26 juli 2016 tot en met 14 december 2016” vervangen door: 21 juni 2017 tot en met 15 december 2017.

 

G. In artikel 2.9 wordt “€ 85.160” vervangen door: € 85.172.

 

H. In artikel 3.6, eerste lid, onder d, wordt “2016-2021” vervangen door: 2016-2021 of 2017-2022.

 

I. In artikel 3.8, wordt “26 juli 2016 tot en met 14 december 2016” vervangen door: 21 juni 2017 tot en met 15 december 2017.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016.

’s-Hertogenbosch, 13 juni 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

mw. ir. A.M. Burger

Toelichting behorende bij de Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant.  

Artikelsgewijs

Wijziging A.

Behorende bij artikel 1. 6, onderdeel h, onder 4°

Met het vereiste dat het inspectierapport van de Monumentenwacht moet zijn, wil Gedeputeerde Staten bewerkstelligen dat er een rapport wordt meegestuurd van een onafhankelijke partij en een partij met uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van monumenten.

Behorende bij artikel 1. 6, onderdeel h, onder 5°

Het betreft hier een omgevingsvergunning activiteit werkzaamheden monumenten.

Gedeputeerde Staten willen met deze subsidieregeling de projecten subsidiëren die zich met name richten op de restauratie van een monument in tegenstelling tot onderhoudswerkzaamheden. Daarom is ook de keuze gemaakt om een minimaal subsidie bedrag op te nemen. Dit is gevoed door de gedachte dat projecten gericht op onderhoud door dit drempel bedrag niet voor subsidie in aanmerking komen.

 

Wijziging D.

Behorende bij artikel 1.12, eerste lid, onder e

De energiebesparende maatregelen waarvoor je op basis van dit artikel punten krijgt ten behoeve van de tender dienen een onderdeel te zijn van de restauratie werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Met het opnemen van dit verdeelcriteria willen Gedeputeerde Staten bevorderen dat bij restauratie werkzaamheden gekozen wordt voor de optie die het meest energiebesparend is.

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

Naar boven