Artikel I De Regels Ruimte voor Gelderland worden als volgt gewijzigd:
A Artikel 1.3.9 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt “negende” vervangen door: achtste.
- 2.
In het zesde lid wordt “vierde” vervangen door: vijfde.
B Het opschrift van artikel 1.4.4 komt te luiden:
Artikel 1.4.4 Meldingsplicht en aanleveren van bewijsstukken
C Na artikel 2.4.7 wordt een nieuw artikel toegevoegd dat luidt:
Artikel 2.4.8 Vaststelling
Na afloop van de in artikel 2.4.6, tweede lid, aanhef en onderdeel b, genoemde termijnen wordt de subsidie ambtshalve op nihil vastgesteld.
D Artikel 2.7.7, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In onderdeel c, onder ii, wordt “de mate waarin die het tijdelijk gebruik” vervangen door: de mate waarin het tijdelijk gebruik.
- 2.
In de onderdeel c, onder iii en onder iv, wordt “vierde lid” vervangen door: tweede lid.
E Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r van artikel 2.8.1 door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd dat luidt:
- s.
exploitatietekort: negatief saldo van kosten en opbrengsten op basis van nominale waarden direct verband houdende met en noodzakelijk voor de ontwikkeling en realisatie van het project.
F Artikel 2.8.3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
De onderdelen a tot en met e worden geletterd b tot en met f.
- 2.
Er wordt een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:
- a.
er sprake is van een exploitatietekort;
G Artikel 2.8.7 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste tot en met derde lid, zesde lid en zevende lid wordt “bedraagt niet meer dan de bijdragen” vervangen door: bedraagt niet meer dan de investeringen.
- 2.
Het vierde lid komt te luiden:
- 4.
Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2, aanhef en onder d, bedraagt 100% van de sloopkosten van het aantal woningen dat niet wordt herbouwd, met een maximum van € 200.000 per project.
- 3.
Na het zevende lid wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt:
- 8.
In afwijking van artikel 1.3.5, eerste lid onder b, mogen bij de berekening van het exploitatietekort kosten van voor de datum waarop de aanvraag is ingediend worden meegenomen.
H Onderdeel c van artikel 2.11.1 komt te luiden:
- c.
investeringsvolume: het aan Zoetwater toe te rekenen investeringsvolume van het Regionale Bod “Aanbod Hoge Zandgronden” van 7 februari 2014, zoals bedoeld in de bestuursovereenkomst;
I In artikel 2.11.2 wordt “die zijn opgenomen in” vervangen door: conform bijlage 1 van.
J Artikel 2.11.3 komt te luiden:
Artikel 2.11.3 Verplichting
De activiteit wordt uitgevoerd in de periode 2016-2021.
K Artikel 2.11.4, tweede lid, vervalt.
O Artikel 2.11.6 komt te luiden:
Artikel 2.11.6 Aanvrager
Subsidie wordt verstrekt aan:
- a.
Waterschap Rijn en IJssel;
- b.
Waterschap Vallei en Veluwe;
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
- m.
- n.
- o.
- p.
- q.
- r.
- s.
P Onder vervanging van de punt in een komma wordt aan artikel 2.11.7, derde lid, na “subsidieontvanger,” toegevoegd: mits per aanvraag de verhouding tussen subsidie en investeringsvolume, zoals bedoeld in artikel 2.11.8, eerste lid, niet wijzigt.
Q Artikel 2.11.8 komt te luiden:
Artikel 2.11.8 Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt per subsidieontvanger ten hoogste:
- a.
Waterschap Rijn en IJssel €2.220.000, bij een investeringsvolume van €7.300.000;
- b.
Waterschap Vallei en Veluwe €880.000, bij een investeringsvolume van €2.900.000;
- c.
Gemeente Aalten €4.930, bij een investeringsvolume van €19.400;
- d.
Gemeente Apeldoorn €276.715, bij een investeringsvolume van €1.100.000;
- e.
Gemeente Barneveld €25.716, bij een investeringsvolume van €102.000;
- f.
Gemeente Bronckhorst €15.117, bij een investeringsvolume van €60.000;
- g.
Gemeente Doetinchem €91.362, bij een investeringsvolume van €363.000;
- h.
Gemeente Ede €86.186, bij een investeringsvolume van €342.500;
- i.
Gemeente Elburg €60.388, bij een investeringsvolume van €240.000;
- j.
Gemeente Harderwijk, €50.364, bij een investeringsvolume van €200.000;
- k.
Gemeente Montferland, €63.181, bij een investeringsvolume van €250.924;
- l.
Gemeente Nunspeet, €25.141, bij een investeringsvolume van €100.000;
- m.
Gemeente Putten, €100.646, bij een investeringsvolume van €400.000;
- n.
Gemeente Renswoude, €9.120, bij een investeringsvolume van €40.000;
- o.
Gemeente Rhenen, €24.402, bij een investeringsvolume van €96.8000;
- p.
Gemeente Soest, €15.117, bij een investeringsvolume van €60.000;
- q.
Gemeente Voorst, €45.270, bij een investeringsvolume van €180.000;
- r.
Gemeente Winterswijk, €84.296, bij een investeringsvolume van €335.000;
- s.
Gemeente Zutphen, €28.345, bij een investeringsvolume van €112.500.
- 2.
De subsidie wordt jaarlijks conform de kasreeks voor de Rijksbijdrage bevoorschot.
- 3.
Indien de verdeling van de Rijksbijdrage in de bestuursovereenkomst of in het werkprogramma wordt aangepast, wordt de subsidie overeenkomstig aangepast.
R Artikel 2.11.10 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt “voor” vervangen door: tussen 1 januari en;
- 2.
Het tweede lid komt te luiden: In afwijking van de artikelen 25 en 26 van de AsG is artikel 27 van de AsG van toepassing op de vaststelling van alle subsidies, met dien verstande dat voor subsidies tot €125.000 in plaats van een accountantsverklaring kan worden volstaan met een verklaring als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de AsG.
- 3.
- 4.
Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.
S Na paragraaf 3.8 worden twee nieuwe paragrafen ingevoegd die luiden:
Paragraaf 3.9 Ondersteuning van gemeenten ten behoeve van toezicht op energiebesparing
Artikel 3.9.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
energieverbruikers: bedrijven die vallen onder de reikwijdte van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- b.
Gelderse aanpak: een aanpak gericht op communicatie, stimulering van bedrijven via collectieve projecten en handhaving;
- c.
toezicht: toezicht op de naleving van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Artikel 3.9.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor de uitoefening van toezicht in 2018.
Artikel 3.9.3 Criteria
- 1.
Subsidie wordt slechts verstrekt indien:
- a.
de aanvrager de Gelderse aanpak volgt;
- b.
de aanvrager een overeenkomst heeft met de Omgevingsdienst over toezicht.
- 2.
Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien de aanvrager in 2018 bij ten minste 7% van het aantal energieverbruikers in de gemeente toezicht uitoefent.
- 3.
Het aantal energieverbruikers in een gemeente wordt bepaald aan de hand van gegevens van de Gelderse omgevingsdiensten.
Artikel 3.9.4 Aanvrager
Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten.
Artikel 3.9.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt € 400 per energieverbruiker waar in 2018 toezicht wordt uitgeoefend.
Artikel 3.9.6 Aanvraag
- 1.
Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:
- a.
een plan voor 2018, 2019 en 2020 waarin wordt beschreven op welke wijze bij minimaal 20% van de energieverbruikers in de gemeente toezicht wordt uitgeoefend;
- b.
een beschrijving van de wijze waarop in 2018 toezicht wordt uitgeoefend;
- c.
de overeenkomst als bedoeld in artikel 3.9.3, eerste lid, aanhef en onder b;
- d.
een opgave van het aantal energieverbruikers.
- 2.
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 september 2017.
Artikel 3.9.7 Verplichtingen
Onverminderd artikel 1.4.3 is de aanvrager verplicht om uiterlijk in februari 2019 een rapportage te overleggen waaruit blijkt bij hoeveel bedrijven toezicht in 2018 is uitgeoefend.
Paragraaf 3.10 Energieloketten 2018
Artikel 3.10.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
actieve marktbenadering: een door de aanvrager geregisseerde planmatige aanpak waarin particuliere woningeigenaren in een wijk of een buurt, of bepaalde doelgroepen in een wijk, een buurt of in de gemeente, worden benaderd om energiebesparende maatregelen aan hun woningen te treffen of hernieuwbare energie op te wekken;
- b.
conversie: het aantal mensen dat na een benadering daadwerkelijk tot het treffen van energiebesparingsmaatregelen of het opwekken van hernieuwbare energie overgaat;
- c.
digitaal: via e-mail en via een website;
- d.
energieloket: een informatiepunt gericht op het informeren van particuliere woningeigenaren over energiebesparende maatregelen aan en hernieuwbare opwekking van energie bij bestaande woningen en mogelijkheden om die maatregelen te financieren;
- e.
particuliere woningeigenaar: een natuurlijke persoon die eigenaar is van de woning en er daadwerkelijk zelf in woont;
- f.
professionalisering: activiteiten gericht op het vergroten van de bekendheid, zichtbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het energieloket, het doorontwikkelen van een klantvolgsysteem en een monitoringsysteem en het opzetten of uitwerken van een businessmodel voor het energieloket;
- g.
social marketing: de toepassing van marketingconcepten en -technieken om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen;
- h.
wijken en buurten: wijken en buurten als bedoeld in de publicatie Kerncijfers wijken en buurten van het CBS.
Artikel 3.10.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het financieren van energieloketten.
Artikel 3.10.3 Criteria
Subsidie wordt slechts verstrekt indien:
- a.
het energieloket gedurende geheel 2018 operationeel is;
- b.
het energieloket fysiek, digitaal en telefonisch bereikbaar is voor het verstrekken van informatie;
- c.
het energieloket gebruik maakt van van een klantvolgsysteem en een monitoringssysteem;
- d.
de aanvrager met het energieloket afspraken heeft gemaakt over het uitvoeren van een actieve marktbenadering, en
- e.
professionalisering wordt doorgevoerd.
Artikel 3.10.4 Aanvrager
Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten.
Artikel 3.10.5 Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt ten hoogste 33% van de kosten van het energieloket met een maximum van het inwoneraantal op 1 januari 2017 vermenigvuldigd met een bedrag van € 0,26.
- 2.
Het inwoneraantal wordt bepaald aan de hand van CBS-gegevens.
Artikel 3.10.6 Aanvraag
- 1.
Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:
- a.
een beschrijving van de wijze waarop het energieloket fysiek, digitaal en telefonisch bereikbaar is;
- b.
een beschrijving van de wijze waarop de actieve marktbenadering wordt uitgevoerd, uitgesplitst per wijk, buurt of doelgroep en met een opgave van de te verwachten activiteiten, waarbij de inzet van social marketing afzonderlijk wordt beschreven indien deze wordt ingezet, alsmede een beschrijving van de wijze waarop relevante marktpartijen bij de aanpak worden betrokken;
- c.
een beschrijving van de wijze waarop binnen een periode van 3 jaar alle eigenaren van koopwoningen in de gemeente bereikt zullen worden;
- d.
een beschrijving van de wijze waarop een conversie van 10% bereikt kan worden binnen de gemeente;
- e.
een beschrijving van de wijze waarop de professionalisering van het energieloket wordt doorgevoerd;
- f.
een beschrijving van de inspanningen die de aanvrager in 2017 heeft verricht en in 2018 zal verrichten om het voortbestaan van het energieloket na 2018 te garanderen, en
- g.
het inwoneraantal op 1 januari 2017 aan de hand van CBS-gegevens.
- 2.
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 november 2017.
Artikel 3.10.7 Verplichtingen
- 1.
De subsidieontvanger is verplicht om in januari 2019 een rapportage te overleggen waarin een beschrijving wordt gegeven van:
- a.
de activiteiten van het energieloket in 2018;
- b.
de daarbij behaalde resultaten, en
- c.
de bijdrage die dit levert aan het energiezuinig maken van 100.000 woningen.
- 2.
Bij de beschrijving van de resultaten als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt gebruik gemaakt van de data uit het klantvolgsysteem en monitoringsysteem.
T In onderdeel c van artikel 5.9.2 wordt “6.9.1 onder c” vervangen door: 5.9.1 onder c.
U Artikel 6.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
De onderdelen e, f, i, j, o, p, t, dd, ii, kk, vv, xx, aaa en eee vervallen.
- 2.
Onderdeel zz komt te luiden:
- zz.
WESP-methodiek: methode van onderzoek volgens de richtlijnen van de landelijke Werkgroep Evaluatie Sportevenementen;
V Paragraaf 6.8 Kwaliteitsverbetering en meeropbrengst ondernemingen vrijetijdseconomie vervalt.
W Paragraaf 6.9 Samenwerkingsinitiatieven vrijetijdseconomie vervalt.
X Artikel 6.22.1, onderdeel b, komt te luiden:
- b.
de uitvoering van herstructureringsmaatregelen op een bedrijventerrein.
Y Artikel 6.22.2 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
- 1.
Subsidie als bedoeld in artikel 6.22.1, onder a, wordt slechts verstrekt indien er sprake is van door ondernemers en gemeente gesignaleerde ruimtelijke knelpunten op het publieke en private gedeelte van een bedrijventerrein die het optimaal functioneren van bedrijven op het bedrijventerrein bemoeilijken.
- 2.
Onderdeel b van het tweede lid komt te luiden:
- b.
aan de activiteit een plan ten grondslag ligt dat de volgende elementen bevat:
- i.
een beschrijving van de ruimtelijke knelpunten op het publieke en private gedeelte van het bedrijventerrein;
- ii.
de uit te voeren herstructureringsmaatregelen;
- iii.
een financieringsplan; en
- iv.
een planning van de uitvoering.
- 3.
Er wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:
- 3.
Subsidie wordt slechts verstrekt indien de aanvrager minimaal 20% van de totale subsidiabele kosten draagt.
Z Artikel 6.22.5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In onderdeel a vervalt het woord “en”.
- 2.
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door “; en” wordt een nieuw onderdeel toegevoegd dat luidt:
- c.
de voorbereiding en de uitvoering van herontwikkeling van private kavels op het bedrijventerrein.
AA Artikel 6.25.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1
Het derde lid, dat als “4” is genummerd, wordt hernummerd tot 3.
- 2
In het vijfde lid wordt “Een sportevenement dat een activiteit inhoudt voor sporters met een beperking, niet zijnde een verstandelijke beperking, wordt op de kalender geplaatst” vervangen door: Op aanvraag van de organisator wordt een sportevenement dat een activiteit inhoudt voor sporters met een beperking, niet zijnde een verstandelijke beperking, op de kalender geplaatst.
- 3
In het zesde lid wordt ”Een aansprekend internationaal evenement, dat niet voldoet aan een of meer vereisten, vermeld in het tweede tot en met vijfde lid, kan niettemin op de kalender worden geplaatst” vervangen door: Op aanvraag van de organisator kan een aansprekend internationaal evenement, dat niet voldoet aan een of meer vereisten, vermeld in het tweede tot en met vijfde lid, niettemin op de kalender worden geplaatst.
- 4
In het zevende lid vervalt na ”het tweede lid, onder c, 3e” de tweede komma en wordt ”evenmeent” vervangen door: evenement.
BB In artikel 6.25.5, eerste lid, onderdeel c, wordt ”devereisten” vervangen door: de vereisten.
CC In artikel 6.25.11, eerste lid, wordt na de laatste volzin de volgende volzin toegevoegd: De verplichting geldt ook niet als de subsidie alleen is verstrekt voor de uitvoering van een programma van side events of een of meer side events als bedoeld in artikel 6.25.5, vierde lid.
DD Na artikel 6.25.11 wordt een nieuw artikel toegevoegd dat luidt:
Artikel 6.25.12 Bijzondere bepalingen voor evenementen in een cluster
- 1.
Op aanvraag van de organisator worden evenementen als bedoeld in het tweede tot en met zesde lid van artikel 6.25.1, die in samenhang met elkaar worden uitgevoerd, als cluster op de evenementenkalender geplaatst.
- 2.
Voor plaatsing als cluster is vereist dat de afzondelijke evenementen voldoen aan de vereisten van artikel 6.25.1, uitgezonderd de vereisten van het tweede lid, onderdeel d onder 2e, 3e en 4e, voor zover deze hierop van toepassing zijn. Laatstbedoelde vereisten gelden voor de evenementen gezamenlijk.
- 3.
In afwijking van artikel 6.25.4, eerste lid, en artikel 6.25.5, derde lid, aanhef en onderdeel d, omvat het programma van side-events tenminste drie side-events, die betrekking hebben op tenminste twee verschillende themagebieden, genoemd in het Uitvoeringsbeleid Gelderland Sport.
- 4.
Voor de aanvraag en verlening van subsidie worden evenementen in een cluster als één evenement aangemerkt.
- 5.
De subsidie voor de evenementen in een cluster bedraagt maximaal het bedrag, dat op grond van de artikelen 6.25.6, 6.25.7 en 6.25.8, met inachtneming van de daarin genoemde uiterste percentages en bedragen, in totaal kan worden verkregen voor de afzonderlijke evenementen.
- 6.
Voor evenementen die afzonderlijk op de kalender staan kan als cluster subsidie worden aangevraagd als zij in samenhang met elkaar worden uitgevoerd. Het tweede tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
EE Aan artikel 6.27.7 wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt:
- 3.
In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de AsG wordt de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6.27.2, eerste lid, onder c, ingediend voor 15 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.
FF Artikel 7.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
onderdeel f komt te luiden:
- f.
Cultuurfestival: een evenement dat gericht is op de samenhangende presentatie van meerdere uitingen op het gebied van minstens één van de volgende kunstdisciplines: muziek, theater, beeldende kunst en vormgeving, film, nieuwe media en literaire cultuur.
- 2.
De onderdelen g tot en met n worden geletterd h tot en met o.
- 3.
Er wordt een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:
- g.
erfgoedfestival: een evenement dat gericht is op de samenhangende presentatie van meerdere uitingen op het gebied van erfgoed.
GG Artikel 7.2.1 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd die luiden:
- d.
provinciaal belang: het festival of de productie versterkt het Gelderse culturele aanbod;
- e.
productie: een productie of een samenhangend geheel van producties.
HH Artikel 7.2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
c. het organiseren van een cultuurfestival.
2. Onderdeel d komt te luiden:
d. het organiseren van een erfgoedfestival.
II Artikel 7.2.3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst en “een bovenlokaal karakter heeft.” wordt vervangen door: van provinciaal belang is.
- 2.
Er worden twee nieuwe leden toegevoegd die luiden:
- 2.
Gelders provinciaal belang wordt beoordeeld op basis van:
- i
de impact of voorbeeldfunctie van een festival of productie;
- ii
de mate waarin de productie of het festival zorgt voor nieuwe hoogwaardige contacten en verbindingen binnen en buiten de cultuursector; of
- iii
de mate waarin de productie of het festival zorgt voor zichtbaarheid van cultuur.
- 3.
Subsidie als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, aanhef en onder c en d, wordt verstrekt voor een festival dat in Gelderland plaatsvindt.
JJ Artikel 7.2.4 komt te luiden:
Artikel 7.2.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 24.995 per productie of festival.
KK Artikel 7.2.5 komt te luiden:
Artikel 7.2.5 Aanvrager
- 1.
In afwijking van artikel 5, eerste lid, van de AsG kan subsidie ook worden verstrekt aan andere personen dan rechtspersonen.
- 2.
Een aanvrager kan één aanvraag per tijdvak als bedoeld in artikel 7.2.6, eerste lid, indienen.
- 3.
Per festival of per productie wordt één aanvraag ingediend.
LL Artikel 7.2.6, eerste lid, komt te luiden:
- 1.
De aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 7.2.2 wordt ingediend tussen 1 juli en de eerste woensdag van oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin gestart wordt met de activiteiten.
MM Artikel 7.2.8, tweede lid, komt te luiden:
- 2.
De weging van de criteria als bedoeld in het eerste lid is:
- a.
onderdeel a: maximaal 40 punten;
- b.
onderdeel b: maximaal 40 punten; en
- c.
onderdeel c: maxmaal 20 punten.
NN Artikel 7.2.9, tweede lid, komt te luiden:
- 2.
De adviescommissie toetst de ingediende subsidieaanvragen aan artikel 7.2.3, eerste lid, en aan de in artikel 7.2.8 opgenomen criteria en wegingsfactoren en brengt hierover aan Gedeputeerde Staten advies uit.
OO Artikel 7.2.11 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Voor de tekst wordt de aanduiding “1” geplaatst;
- 2.
Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid door een puntkomma, wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt:
- 2.
Voor aanvragen die minder dan 15 punten krijgen toebedeeld op grond van het criterium genoemd in artikel 7.2.8, eerste lid, onder a, of die in totaal minder dan 55 punten behalen wordt geen subsidie verstrekt.
PP Artikel 7.6.5. wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Voor de tekst wordt de aanduiding “1.”geplaatst.
- 2.
Er wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt:
- 2.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie voor het kalenderjaar 2017 € 3.000.
Artikel II De toelichting bij de regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd:
A De derde alinea van de toelichting onder het kopje “staatssteun” komt te luiden:
Er is geen sprake van staatssteun als er geen economische activiteiten worden gesubsidieerd of als het grensoverschrijdend effect van de subsidie ontbreekt. Dit is het geval bij de paragrafen 2.4, 2.7, 3.2, 3.6, 3.7, 3.9, 4.3, 4.6, 4.11, 5.6, 6.11, 6.28, 6.30, 6.31, 6.32, 6.33, 7.5, 7.6, 7.7, 7.8 en 8.1.
B De toelichting met betrekking tot artikel 2.11.3 en artikel 2.11.4 vervalt.
C In de toelichting met betrekking tot artikel 2.11.8 vervalt de laatste zin.
D De toelichting met betrekking tot artikel 2.11.10 komt te luiden:
Er geldt een specifieke periode voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling van de subsidie als gevolg van het uitbetalingsritme van het Rijk. Met het tweede lid van dit artikel is beoogd de vaststelling van alle subsidies op overeenkomstige wijze te laten plaatsvinden.
E In de toelichting wordt na de toelichting op paragraaf 3.7 de volgende toelichting ingevoegd:
Paragraaf 3.9 Ondersteuning van gemeenten ten behoeve van toezicht op energiebesparing
In artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is een verplichting opgenomen voor bedrijven met een jaarlijks energieverbruik van 50.000 tot 200.000 kWh of 25.000 tot 75.000 m3 aardgas om alle energiebesparende maatregelen te treffen die een terugverdientijd hebben van maximaal 5 jaar.
De provincie Gelderland wil vanuit de samenwerking in het Gelders Energie Akkoord bedrijven aanzetten tot het nemen van deze maatregelen. Daartoe is de Gelderse aanpak ontwikkeld. Deze aanpak is gericht op de sporen communicatie, stimulering van bedrijven via collectieve projecten en toezicht op en handhaving van zogenaamde achterblijvers. In deze aanpak wordt het uitgangspunt gehanteerd dat 80% van de bedrijven via stimulering zelf aan de slag gaat en dat 20% van de bedrijven via toezicht en handhaving moet worden aangezet tot het nemen van energiebesparende maatregelen. De gemiddelde toezichtskosten per bedrijf zijn gesteld op €800. De provincie draagt voor 50% bij in die kosten. De subsidie is uitsluitend bestemd voor uitoefening van toezicht, en niet voor bestuursrechtelijke handhaving.
F De toelichting bij artikel 7.1.1, onderdeel a, vervalt.
G De toelichting bij artikel 7.2.2, onderdeel a, komt te luiden:
Artikel 7.2.2, onderdeel a
Er wordt bijgedragen aan producties (voorstellingen, tentoonstellingen, uitvoeringen) en cultuurfestivals met een hoge artistieke kwaliteit . Artistieke kwaliteit blijkt uit de professionaliteit van de producenten, deelnemende kunstenaars of uitvoerenden en de oorspronkelijkheid en de te verwachten zeggingskracht van het project. Zeggingskracht ontstaat uit professionaliteit plus wat wel de ‘noodzaak' of ‘urgentie' van een productie genoemd wordt. Het is dan ook van groot belang dat in de beschrijving van de productie voldoende inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze de aanvrager professionaliteit, zeggingskracht en oorspronkelijkheid integreert in zijn werk. Daarvoor is het noodzakelijk dat in de aanvraag duidelijk wordt gemaakt vanuit welke inhoudelijke visie de productie gestalte krijgt.
Cultuurfestivals bieden een podium aan zowel gevestigde als zich ontwikkelende talenten. Het gaat niet alleen om de kwaliteit van de gepresenteerde uitingen, maar vooral ook om de samenhang daartussen: wat is het concept, de achterliggende artistieke gedachte van het festival.
Erfgoedfestivals zijn festivals waarbij het Gelders Erfgoed als uitgangspunt wordt genomen. Hetgeen hiervoor is beschreven voor cultuurfestivals geldt ook voor erfgoedfestivals met dien verstande dat een erfgoedfestival beoordeeld wordt op de cultuurhistorisch inhoudelijke kwaliteit in plaats van de artistieke kwaliteit.
Artikel III
- 1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.
- 2.
In afwijking van het eerste lid treedt de wijziging onder PP van artikel 7.6.5 in werking op 1 juli 2017 en werkt terug tot 1 januari 2017.
- 3.
De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 zoals die luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit blijven van toepassing op aanvragen om subsidie op grond van paragraaf 7.2 die zijn ingediend en besluiten omtrent subsidie die zijn genomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit.
- 4.
Paragraaf 3.2 Energieloketten vervalt op 1 januari 2018.