Besluit van gedeputeerde staten van 18 april 2017, PZH-2017-584818449, tot wijziging van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

 

Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is het behoud en draaien van molens te stimuleren wordt de looptijd verlengd en worden enkele wijzigingen aangebracht

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de wijziging van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

ARTIKEL I  

 

De subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de onderdelen d en f wordt “monument” vervangen door: rijksmonument.

  • 2.

    In onderdeel g wordt “staand werk, stelling, gaand werk en gevlucht” vervangen door: staande werk, stelling, gaande werk, staart en gevlucht.

  • 3.

    In onderdeel h wordt “behoud van monumentale waarde” vervangen door: instandhouden.

 

B.

In artikel 13, onderdeel a, komt de zinsnede “of de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2011” te vervallen

 

C.

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    2. De subsidiabele kosten op grond waarvan het subsidiebedrag wordt bepaald, zijn ten hoogste € 60.000,00 per molen, incomplete molen of standerdmolen.

D.

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor een molen of standerdmolen bedraagt ten hoogste 41% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor een incomplete molen bedraagt ten hoogste 14% van de subsidiabele kosten.

E.

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17 Subsidie voor meerdere molens

Een subsidieontvanger die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is aangewezen als professionele organisatie voor monumentenbehoud en die subsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10 mag zelf bepalen hoe het totale subsidiebedrag wordt verdeeld over deze molens.

 

F.

Artikel 19, derde lid, komt te luiden:

3. Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een controleverklaring en toont de subsidieontvanger met behulp van een activiteitenverslag en beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn uitgevoerd.

 

G.

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende

vereisten:

 

  • a.

    de eigenaar van een molen ontvangt een subsidie op grond van de Sim en een onderhoudssubsidie op grond van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013;

  • b.

    de eigenaar van een standerdmolen ontvangt een onderhoudssubsidie op grond van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013;

  • c.

    de aanvraag betreft werkzaamheden uit de lijst subsidiabele typen werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens die als bijlage bij deze subsidieregeling is opgenomen;

  • d.

    het groot onderhoud wordt uitgevoerd boven of gelijk aan 0,50 m onder het maaiveld.

 

H.

In artikel 26, eerste lid, wordt “de lijst subsidiabele werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens” vervangen door: de lijst subsidiabele typen werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens.

 

I.

In artikel 28, derde lid, komt het onderdeel “gaat de molen of standerdmolen met de hoogste gemiddelde vlucht voor. Als dit ook gelijk is” te vervallen.

 

J.

In artikel 36 wordt “1 juli 2017” vervangen door:1 juli 2020.

 

K.

De bijlage wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage.

 

ARTIKEL II  

De Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013, zoals deze luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevraagd.

 

ARTIKEL III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

 

Den Haag, 18 april 2017

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

drs. J.H. de Baas, secretaris

 

drs. J. smit, voorzitter

 

Bijlage behorende bij Artikel I, onderdeel K

 

Bijlage, behorend bij artikel 24, 25 en 26, van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

 

Subsidiabele typen werkzaamheden groot onderhoud molens en standerdmolens

 

1° Werkzaamheden gericht op het gaande werk exterieur (gevlucht) en het draaivaardig

houden:

 

- 1 of 2 roeden vernieuwen of monumentaal herstel

 

- Per roede minimaal 50% tuigage vernieuwen met reparatie overige delen

 

2° Werkzaamheden gericht op het gaande werk interieur en draaivaardig houden:

 

- Bovenwiel (inclusief vang), bovenas, boven-schuifloop/ronsel/bonkelaar en werkzaamheden aan de bovenzijde van de koningsspil (1 meter). Ondergelegen onderdelen zijn uitgesloten.

 

3° Werkzaamheden gericht op water- en winddicht houden (exclusief ramen en

deuren):

 

- Rietdekwerk, epdm/bitumen, metselwerk, beschot en overige dakbedekkingen

 

4° Werkzaamheden gericht op stelling:

 

- Minimaal een derde vernieuwen met reparatie overige delen

 

5° Werkzaamheden gericht op kap en draaivaardig houden:

 

- Windpeluw, onderstopping bovenas, voorkeuvelens, achterkeuvelens, spruiten,

voeghouten, overing, kruiwerk (zoals rollen-, engels- en neuten-kruiwerk)

 

6° Werkzaamheden gericht op staand werk en draaivaardig houden:

 

- Kuipdelen, kruivloer, boventafelement met blokkeel, bovenste lagen

metselwerk romp, bovenste 1 meter stijlen inclusief hondsoren

 

7° Werkzaamheden gericht op de staart en draaivaardig houden:

 

- Vernieuwen staartbalk en minimaal twee schoren of kruirad/lier

 

 

Toelichting op de wijzigingen

 

ALGEMEEN

De looptijd van de Subsidieregeling molens wordt verlengd tot 1 juli 2020. Daarnaast wordt een aantal, met name tekstuele, wijzigingen en verbeteringen aangebracht.

 

ARTIKELSGEWIJS

 

Artikel 14

In de subsidieregeling waren de vaste bedragen niet gekoppeld aan de maximaal subsidiabele kosten per molen (€ 60.000,00), opgenomen in de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Sim gaat bij subsidiering uit van maximaal subsidiabele kosten en subsidieert daarvan 50%.

Met de overgang van een vast bedrag naar percentages, respectievelijk 41% voor complete molens (maximaal € 24.600,00) en 14% voor incomplete molens (maximaal € 8.400,00) van de maximaal subsidiabele kosten van € 60.000,00 wordt de subsidiesystematiek van de Sim 2019-2024 gevolgd. De provincie verleent subsidie voor onderhoud in aanvulling op de subsidieverlening door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en subsidieert op basis van de bij de RCE ingediende begroting en vastgestelde maximale kosten.

 

Artikel 15

Zie toelichting artikel 14

 

Artikel 17

Hierbij wordt ook de systematiek van de Sim gevolgd, alleen Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POM) mogen zelf bepalen hoe het totale subsidiebedrag wordt verdeeld over deze molens.

Met een dergelijke status wordt goed eigenaar- en opdrachtgeverschap gestimuleerd. Een POM organisatie heeft een structureel en consistent karakter en is financieel stabiel.

 

Naar boven