Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 2401 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 2401 | Verordeningen |
Uitvoeringsregeling subsidie behoud/herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2017-2020
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 16 mei 2017, kenmerk 3.5/2017001433, team Subsidies en Inkoop, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie behoud/herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2017-2020
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
dat in deze samenwerkingsovereenkomst is vastgesteld dat het Nationaal Restauratiefonds met gelden uit het Drents Monumentenfonds op eigen naam leningen kan verstrekken aan eigenaren van karakteristiek bezit nadat de provincie hiertoe een beschikking heeft afgegeven: 'recht op aanvragen laagrentende lening';
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;
gelet op de Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Drenthe;
gelet op de uitvoering van de Cultuurnota De Verbeelding van Drenthe 2017-2020;
gelet op het Bestuursakkoord tussen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Interprovinciaal Overleg van 5 maart 2012 inzake afspraken over de restauratie van rijksmonumenten en het ruimtelijk beleid voor het erfgoed;
gelet op de Samenwerkingsovereenkomst Drents Monumentenfonds tussen de provincie Drenthe en het Nationaal Restauratiefonds;
gelet op het gelet op het Monumentenkader zoals kennisgegeven onder steunmaatregel SA.40475, en de de-minimisverordening;
In deze regeling wordt verstaan onder:
De subsidie heeft tot doel karakteristiek bezit in Drenthe te behouden en (dreigende) leegstand en verval hiervan te voorkomen door herbestemming te stimuleren.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijke of rechtspersoon, niet zijnde een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Alvorens een aanvraag om subsidie in te dienen wordt contact opgenomen met door Gedeputeerde Staten aangewezen deskundigen voor het verkrijgen van advies over behoud, herbestemming, financieringsmogelijkheden en de subsidieverplichting betreffende de praktijkopleidingsplaats voor leerlingen in de bouw en installatie.
Om voor een subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:
een aanvraag om een geldbedrag voor een rijksmonument wordt alleen in behandeling genomen indien schriftelijk wordt aangetoond dat een aanvullend geldbedrag boven het maximaal door het Nationaal Restauratiefonds te financieren leningsbedrag noodzakelijk is om te voorzien in de totale financieringsbehoefte.
Indien een monument of beeldbepalend pand door Gedeputeerde Staten als 'groot' of 'kanjer' wordt aangemerkt, kunnen de op grond van de vorige leden bepaalde maximum - bedragen verder worden verhoogd tot een door Gedeputeerde Staten nader te bepalen maximumbedrag, mits dit aanvullende bedrag conform de in deze regeling genoemde staatssteunkaders kan worden verleend.
Een subsidie in de vorm van een lening wordt verstrekt tegen een rente die 5% onder de door het Nationaal Restauratiefonds gehanteerde marktrente ligt, doch bedraagt minimaal 1,5%. Het karakteristiek bezit waarvoor de lening wordt verstrekt wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening. De aflossingstermijn is maximaal dertig jaar.
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast voor het totaalbedrag dat beschikbaar is voor de subsidie in de vorm van een geldbedrag.
Aan een subsidie wordt de verplichting verbonden dat het werk wordt uitgevoerd als praktijkopleidingsplaats voor leerlingen in de (gespecialiseerde) bouw en installatie door een erkend leerbedrijf in deze branche. Alle in het Register Kennis & Kunde opgenomen bedrijven zijn erkend leerbedrijf. Gedeputeerde Staten kunnen van deze verplichting afwijken, indien het werk ongeschikt is voor het inzetten van leerlingen of indien geen leerlingen beschikbaar zijn.
Het voorschot voor een subsidie in de vorm van een geldbedrag van € 25.000,-- en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende geldbedrag. Bedragen lager dan € 25.000,-- worden in één keer volledig bevoorschot.
De subsidie in de vorm van een lening wordt na aktepassering (hypotheek) in zijn geheel in een Bouwrekening gestort op grond waarvan daarna uitbetalingen door het Restauratiefonds plaatsvinden op basis van declaraties van de gemaakte kosten.
Artikel 17 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht:
in afwijking van art. 3.6 Asv, bij een subsidie in de vorm van een geldbedrag van € 25.000,-- of meer, maar minder dan € 125.000,--: door middel van een financieel overzicht overeenkomstig de bij de aanvraag gevoegde begroting van de totale werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende kosten, inclusief meer-minderwerk;
Subsidie in de vorm van een geldbedrag of in de vorm van een lening wordt slechts verstrekt indien, en voor zover de subsidie verleend kan worden onder de voorwaarden zoals vastgelegd in het Monumentenkader, zoals kennisgegeven onder steunmaatregel SA. 40475, dan wel met toepassing van Verordening (EU) nummer 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
Artikel 19 Tussentijdse vervreemding
Indien de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde binnen de looptijd van de lening karakteristiek bezit vervreemdt, wordt de laagrentende lening beëindigd en dient de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde het restant van de schuld uiterlijk bij overdracht aan de verkrijger terug te storten in het Drents Monumentenfonds.
Gedeputeerde Staten kunnen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregeling, voor zover toepassing gelet op het belang van de monumentenzorg leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling financiering karakteristiek bezit Drenthe 2017-2020.
Op basis van de Cultuurnota De Verbeelding van Drenthe 2017-2020 wil de provincie verder inzetten op behoud en herbestemming van monumenten en beeldbepalende panden, samengevat als 'karakteristiek' bezit. Herbestemming van dit karakteristiek bezit blijft hard nodig. Hiervoor zijn economische dragers nodig die, naast behoud en doorontwikkeling van cultureel erfgoed, gunstige effecten hebben op leefbaarheid, werkgelegenheid en grond- en vastgoedwaarde.
Het doel is minder nieuwbouwplannen te maken en meer te investeren in behoud en indien nodig in combinatie met herbestemming.
Dit besluit is geënt op het succes van de Versnellingsagenda Leegstand en Herbestemming (2009-2012) en de vorige Cultuurnota Oude wereld nieuwe mindset 2013-2016.
Het Rijk heeft haar subsidie in de vorm van een geldbedrag voor restauratie van rijksmonumenten (behoud) aan de provincie overgedragen voor besteding. Gedeputeerde Staten verlenen de rijkssubsidie aangevuld met provinciaal geld (cofinanciering) in de kosten van behoud in combinatie met herbestemming aan eigenaren van rijksmonumenten.
De financiële ondersteuning in behoud en/of herbestemming van karakteristiek bezit kan zijn subsidie in de vorm van een geldbedrag en/of een subsidie in de vorm van een laagrentende lening (hierna genoemd lening).
De gelden worden ingezet daar waar meervoudige provinciale doelen worden behaald zoals: vitalisering platteland, (vrijetijds)economie, energie en onderwijs en arbeidsmarkt.
Naast het behoud en/of herbestemming van rijks- en provinciale monumenten (www.provincialemonumentenlijstdrenthe.nl) hechten Gedeputeerde Staten ook waarde aan behoud en herbestemming van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Deze panden zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe. Op grond hiervan biedt de provincie ook de subsidiemogelijkheid in de vorm van een laagrentende lening in behoud inclusief herbestemming.
Onderhoud aan rijksmonumenten valt buiten de werking van deze uitvoeringsregeling. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (instandhoudingssubsidie) c.q. Nationaal Restauratiefonds (bijvoorbeeld restauratiefondshypotheek). Zie www.cultureelerfgoed.nl/dossiers/subsidies/instandhoudingssubsidie.
Herbestemming van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB's) naar particuliere bewoning valt onder de werking van dit besluit.
Een nevenfunctie is bijvoorbeeld dat de kerkelijke gemeente de kerk wil aanpassen voor multifunctioneel gebruik (nevenfunctie). Na aanpassing kunnen nieuwe inkomsten worden gegenereerd die voor de instandhouding van het karakteristieke bezit noodzakelijk zijn.
Sub f. Register Kennis & Kunde
Helpt eigenaren en beheerders van karakteristiek bezit om een goed restauratiebedrijf in de buurt te vinden dat kwaliteit en vakmanschap levert. Via de website www.kennisenkunde.info kan iedereen het register raadplegen.
Op grond van het Monumentenkader komen kosten van renovatie en/of verbouw van een monument niet in aanmerking voor vergoeding. Willen de kosten van renovatie en/of verbouw voor in aanmerking komen, dan zal de renovatie en/of verbouw mede ten dienste moeten staan aan verbetering van de mogelijkheden voor duurzame instandhouding van het monument en de monumentale waarden.
De-minimissteun is van toepassing op ondernemingen, wanneer de steun niet kan vallen onder het Monumentenkader. Bij een onderneming moet er sprake zijn van economische activiteit; het op de markt aanbieden van goederen en/of diensten. Rechtsvorm of statuten zijn hierbij niet van belang. Dat er geen winstoogmerk is – zoals bijvoorbeeld bij een stichting – is niet relevant.
Indien een lening op grond van ons DMF bij het Restauratiefonds wordt aangevraagd toetst Gedeputeerde Staten of de verkregen steun (het verschil tussen de marktrente en de DMf-rente) inclusief een eventuele subsidie past binnen de kaders van de de-minimisregeling. In het algemeen geldt dat per zelfstandige onderneming over een periode van drie achtereenvolgende belastingjaren maximaal € 200.000,-- aan de-minimissteun ontvangen mag worden.
Artikel 3 Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningen
Lid 2. Subsidiabele gemiddelde (bouwplaats)uurloon.
Bij een subsidieaanvraag worden de kosten vastgesteld waarover subsidie wordt verleend. Een onderdeel van die kosten vormt het uurloon voor de uit te voeren werkzaamheden. Aan dat uurloon is een maximum gesteld dat subsidiabel is. Het gemiddelde uurloon is inclusief twee reisuren maar exclusief algemene bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten, winst + risico en btw.
Het actuele subsidiabele gemiddelde uurloon staat vermeld op de internetsite van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed www.cultureelerfgoed.nl en op www.monumenten.nl.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Sub b. Voor steunverlening aan herbestemming van beeldbepalende panden, niet zijnde geregistreerde monumenten, kan geen gebruik worden gemaakt van het Monumentenkader. Herbestemming van beeldbepalende panden kan slechts worden gefinancierd met gebruikmaking van de de-minimisverordening.
Met andere zakelijke rechten kan gedacht worden aan het recht van erfpacht, een appartementsrecht of een deelneming- of lidmaatschapsrecht op het gebruik van een woning.
Lid 2. Voordat een aanvraag om subsidie bij Gedeputeerde Staten wordt ingediend dient eerst contact op te worden genomen met de door ons aangewezen deskundigen voor het verkrijgen van mogelijke advies over:
Sub c. Uitvoerende (gespecialiseerde) bedrijven.
Restauratiekwaliteit gaat over de wijze hoe bouwwerkzaamheden bij karakteristiek bezit moeten worden uitgevoerd. Het gaat erom dat er een passende balans wordt gevonden tussen het technisch op orde brengen, het aanpassen in verband met functionele wensen en het behouden van de cultuurhistorische waarden van het karakteristiek bezit. Dat is een vak apart en vraagt om vakmanschap, specialistische kennis en ervaring.
Helaas wordt het voortbestaan van dit karakteristiek bezit bedreigd door enerzijds uitvoering van de werkzaamheden door niet of onvoldoende ter zake deskundig en/of gekwalificeerd personeel. Anderzijds is er een tekort aan vaklieden die kunnen restaureren. Dit ontstaat doordat geen of weinig instroom in de bouw- en restauratieopleidingen plaatsvindt of vanwege het feit dat vakkrachten zijn ontslagen als gevolg van de economische crisis.
Hierdoor verdwijnt het specifieke vakmanschap in onder andere de restauratietechniek.
Rijk en provincie (bestuursafspraak) hechten veel waarde aan behoud en continuïteit van restauratiekennis en –vaardigheden. Op grond daarvan stellen Gedeputeerde Staten de voorwaarde (verplichting) aan het verkrijgen van een subsidie en/of laagrentende lening dat het werk wordt uitgevoerd als praktijkopleidingsplaats voor leerlingen in de (gespecialiseerde) bouw en installatie.
Dit betekent dat de uitvoerende bedrijven erkend leerbedrijf moeten zijn (www.stagemarkt.nl). Daarnaast gaat de voorkeur uit (nog niet verplicht) dat de bedrijven zijn gecertificeerd in de kwalificatie Restauratie. De bedrijven die dit zijn staan vermeld in het openbare register Kennis & Kunde (www.kennisenkunde.info). Deze bedrijven zijn tevens een erkend leerbedrijf.
Sub d. De eigenaar van een rijksmonument onderzoekt bij het Restauratiefonds de toepasbaarheid van een lening voor de gehele financieringsbehoefte met betrekking tot het rijksmonument. Het Restauratiefonds beoordeelt de onderzoeksvraag op basis van de desbetreffende wettelijke en bancaire normen. Indien het door het Restauratiefonds maximaal te verstrekken leningbedrag lager is dan het voor behoud en herbestemming benodigde bedrag, kan voor het restant door de eigenaar van het rijksmonument een subsidieaanvraag worden ingediend bij Gedeputeerde Staten in de vorm van een geldbedrag.
Genoemde maximum bedragen zijn afgeleid van gemiddelde kostenopgaves aan behoud en/of herbestemming in Drenthe.
Wat het eerste lid onder b betreft geldt voor complexen van woningen, bedrijfsgebouwen of andere objecten die tezamen als monument zijn aangewezen, dat voor elk adres (bijv. voor elk appartementsnummer) apart een lening kan worden aangevraagd.
Met de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling is een nieuwe eenmalige storting van € 2,5 miljoen in het DMF beschikbaar gesteld voor de subsidie in de vorm van een lening.
Lid 1. Praktijkopleidingsplaats
De aanvraag leggen wij voor advies voor aan een extern bureau om te bepalen welke opleidingsmogelijkheden de werkzaamheden bieden, op welk opleidingsniveau en hoeveel praktijkopleidingsplaatsen dit kunnen zijn. De aanvrager wordt begeleid om tot een best passende leerling-uitvoering te komen. Indien geen leerlingen beschikbaar zijn of het werk de opleidingsmogelijkheden niet biedt vervalt deze verplichting.
Lid 2. Depot historisch- en oude bouwmaterialen
Hergebruik betekent naast behoud van het cultuurhistorische bouwmateriaal ook behoud van de panden vallend onder karakteristiek bezit. Ook kan het worden gebruikt voor educatieve- en voorlichtingsdoelen (onderwijs, eigenaren, aannemers, architecten etc.) en de creatieve industrie in Drenthe een impuls geven.
Voor opslag, beheer en ontsluiting is een provinciaal depot ingericht in het voormalige munitiedepot, Hoogeveenseweg 24, 7938 TA Nieuw-Balinge.
Artikel 17 Prestatieverantwoording
Lid 1. Een model-financieel overzicht wordt als bijlage meegezonden met de verlening in de vorm van een geldbedrag en de verlening tot het aanvragen van een laagrentende lening bij het Restauratiefonds.
Lid 1c. De kosten zijn al via de 'declaratieprocedure' door Gedeputeerde Staten en het Restauratiefonds gecontroleerd en hoeven niet nog een keer te worden overlegd. Een overzicht van begrote en verwerkte kosten is daarin voldoende.
Artikel 19 Tussentijdse vervreemding
In geval van een voorgenomen eigendomsoverdracht wordt 'afgerekend' met de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde. De laagrentende lening is niet overdraagbaar op de koper van het monument of karakteristiek pand. Onder vervreemding van het rijksmonument wordt tevens begrepen vervreemding van een daarop gevestigd zakelijk recht.
Uitvoeringsvoorschrift Leidraad laagrentende lening behorende bij :
Uitvoeringsbesluit subsidie behoud/herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2017-2020
DEEL A, VERSTREKKEN VAN LAAGRENTENDE LENING
Een laagrentende lening moet worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van Drenthe met behulp van het standaard aanvraagformulier. Het doel hiervan is dat de indiening en de behandeling ervan op een zo efficiënt mogelijke wijze kunnen geschieden.
Het standaardaanvraagformulier is als volgt te verkrijgen:
De aanvrager dient de aanvraag in op het standaardformulier en met de vereiste bescheiden bij Gedeputeerde Staten van Drenthe. Gedeputeerde staten toetst op ontvankelijkheid en criteria en berekenen 'het recht op het aanvragen van een lening' volgens de Leidraad subsidiabele kosten laagrentende lening.
Belangrijk criterium is of een omgevingsvergunning is verleend, of dat er een schriftelijke verklaring is afgegeven door de gemeente waarin het pand ligt, dat gelet op de aard van de werkzaamheden geen vergunning vereist is. Uiterlijk voor het passeren van de leningsakte bij de notaris is de omgevingsvergunning verleend dan wel de genoemde verklaring afgegeven.
Indien de aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet, stelt Gedeputeerde Staten een maximaal te lenen bijdrage vast onder voorbehoud van een positieve financiële toets door het Restauratiefonds.
De brief, 'recht op aanvragen laagrentende lening bij het Restauratiefonds', wordt aan de aanvrager gestuurd. Het Restauratiefonds krijgt een kopie van onze brief.
De eigenaar en/of zakelijk gerechtigde vraagt op basis van deze brief een offerte aan bij het Restauratiefonds.
Het Restauratiefonds zal richting eigenaar en/of zakelijk gerechtigde schriftelijk aangeven welke stukken noodzakelijk zijn voor de desbetreffende aanvraag.
Een onderdeel van het verstrekken van de laagrentende lening door het Restauratiefonds is een financiële toets conform de geldende wettelijke en bancaire regels.
Indien de financiële toets positief is, geeft het Restauratiefonds een offerte af aan de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde.
Het Restauratiefonds vervaardigt na ontvangst van de brief 'recht op het aanvragen van een laagrentende lening' door Gedeputeerde Staten aan de aanvrager, een offerte. Deze wordt in tweevoud verzonden aan de aanvrager. Bij de offerte is tevens bijgesloten 'De Voorwaarden'.
Zodra de offerte ingevuld en ondertekend (door de aanvrager) door het Restauratiefonds is ontvangen en alle bijbehorende stukken binnen zijn en akkoord zijn, verzendt het Restauratiefonds een brief aan de aanvrager met uitleg over het vervolgtraject. Een kopie daarvan wordt verzonden aan de provincie Drenthe, team Subsidie & Inkoop.
In deze brief verklaart het Restauratiefonds:
- dat de aktestukken naar de notaris zijn verzonden (de kosten voor het passeren en inschrijving zijn voor rekening van de aanvrager);
- dat de aanvrager een afspraak met de notaris kan maken ten behoeve van het passeren van de akte;
Tevens worden de aktestukken voor de notaris aangemaakt en verzonden.
Voor de laagrentende lening wordt een notariële akte opgemaakt.
De aktestukken ten behoeve van de notaris betreffen:
Uitbetaling van de lening vindt plaats op basis van declaratie van gemaakte kosten. Deze dienen te zijn geaccordeerd door de provincie Drenthe, Team Subsidie & Inkoop (S&I).
De eigenaar en/of zakelijk gerechtigde dan wel de gevolmachtigde stuurt het declaratieformulier en de originele nota('s) ter controle aan de provincie Drenthe ter attentie van Team S&I , Postbus 122, AC Assen. Er dient sprake te zijn van een minimaal te declareren bedrag van € 1.000,--.
De provincie Drenthe, Team S&I voert de materiële controle uit omtrent de juistheid van de nota('s) en zendt na controle dit declaratieformulier aan het Restauratiefonds ter uitbetaling.
De provincie Drenthe, Team S&I maakt een kopie van de nota's voor haar administratie en stuurt de originele nota's afgestempeld terug naar de aanvrager.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de declaratie behandelt het Restauratiefonds deze als volgt:
Na iedere uitbetaalde declaratie ontvangt de eigenaar een saldo-overzicht van het verloop van de Bouwrekening tot dat moment.
Indien de middelen ontoereikend zijn voor uitbetaling van de ingediende declaratie, zal alleen nog het beschikbare bedrag worden uitbetaald. Hiervan wordt de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de provincie Drenthe, Team S&I schriftelijk op de hoogte gesteld.
DEEL C, VASTSTELLING BIJDRAGE EN LENING
Vaststelling van de laagrentende lening vindt plaats nadat de eigenaar/zakelijk gerechtigde een aanvraag tot vaststelling bij Gedeputeerde Staten heeft ingediend overeenkomstig artikel 14 (Prestatieverantwoording) van de 'Uitvoeringsregeling subsidie behoud/herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2017-2020'.
Een kopie van deze vaststellingsbeschikking zenden Gedeputeerde Staten aan het Restauratiefonds, waarna het Restauratiefonds de Bouwrekening afsluit per de 30e van de maand waarin de beschikking door het Restauratiefonds is ontvangen, tenzij anders in de offerte is overeengekomen.
Tenzij in de beschikking anders vermeld, gaat het Restauratiefonds ervan uit dat de beschikbaarheidsdatum van de laagrentende lening is bepaald op de ingangsdatum van de Bouwrekening. De beschikbaarheidsdatum kan, na eenmaal te zijn vastgesteld, niet meer gewijzigd worden.
Verlaging van de laagrentende lening
Indien de definitieve goedgekeurde financierbare kosten lager zijn dan de vooraf vastgestelde kosten, wordt de hoofdsom van de toegekende laagrentende lening navenant verlaagd.
Mocht er sprake zijn van een tekort (verlaging goedgekeurde financierbare kosten), dan zal het Restauratiefonds namens Gedeputeerde Staten in eerste instantie de eigenaar aanspreken dit tekort terstond uit eigen middelen te voldoen.
Mocht er sprake zijn van een overschot (resterende gelden op de Bouwrekening), dan zal dit bedrag worden gebruikt als extra aflossing op de laagrentende lening.
Verhoging van de laagrentende lening
Indien de definitieve financierbare kosten hoger zijn dan de vooraf vastgestelde kosten, kan op verzoek van de eigenaar verhoging van de hoofdsom van de toegekende laagrentende lening plaatsvinden. Voorwaarde is dat Gedeputeerde Staten akkoord gaat met deze verhoging; zoals in de betrokken uitvoeringsbesluiten staat wordt in uitzonderingsgevallen een aanvraag voor aanzienlijk meerwerk gehonoreerd.
Indien deze verhoging minder dan 5% van de hoofdsom van de (in eerste instantie) verstrekte lening bedraagt, kan deze verhoging plaatsvinden zonder krediettoets en zonder aanvullende hypotheekstelling. Andere verhogingen vinden plaats na een hernieuwde krediettoets en onder de daarbij te stellen voorwaarden, waaronder in elk geval verhoging van de hypotheekstelling.
Mocht eventueel iets nog niet duidelijk zijn, neem dan contact op met de provincie Drenthe, telefoonnummer (0592) 36 55 55 (Klantencontactcentrum en vragen om doorverbinding naar Team S&I).
Uitvoeringsvoorschrift Leidraad subsidiabele kosten behorende bij:
Uitvoeringsregeling subsidie behoud/herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2017-2020
Omschrijving van kosten en werkzaamheden voor de berekening van de te financieren kosten.
Tot de bouwsom behoren zowel de te financieren kosten als de niet te financieren kosten.
Materiaalkosten zijn financierbaar voor zover zij conform de gangbare marktprijzen worden gedeclareerd.
Deze worden berekend over de te financieren kosten:
Algemene bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten en winst.
Alleen het niet-terugvorderbare gedeelte van de btw is financierbaar tot de hoogte van het wettelijk vastgestelde percentage, te berekenen over de te financieren kosten.
Deze zijn financierbaar tot een bedrag van ten hoogste 5% van de directe kosten.
Constructeurskosten zijn financierbaar voor zover zij betrekking hebben op de berekening van sterkte of stabiliteit van de constructie ten behoeve van het oorspronkelijk gebruik en het nieuwe- of nevengebruik.
Constructeurskosten worden naar rato berekend over de te financieren instandhoudingskosten.
De kosten van een casco all risk-verzekering zijn financierbaar tot een maximum van 0,4% van de te financieren behoud- en/of herbestemmingskosten.
SPECIFIEKE WERKZAAMHEDEN AANNEMER EN ONDERAANNEMING
Werkzaamheden die het karakter hebben van onderhoud
Werkzaamheden die het karakter hebben van restauratie
Werkzaamheden betrekking hebbend op herbestemming en die het karakter hebben van renovatie en/of verbouw).
Alle overige kosten (aard- en nagelvast) die leiden tot het 'herbestemmings-geschikt' maken (nieuwe- of nevenfunctie) van karakteristiek bezit. Dit houdt in renovatie en/of verbouw van karakteristiek bezit.
Onder te financieren kosten wordt verstaan die kosten die voor subsidie en/of laagrentende lening in aanmerking komen. De te financieren kosten bestaan uit diverse kostensoorten.
Om tot een goed en verantwoord instandhoudings (behoud)- of herbestemmingsplan te kunnen komen, is het wenselijk eerst de bestaande toestand te inventariseren omtrent aanwezige monumentale waarden. Dit wordt ook genoemd een 0-meting.
Een onderzoek waarin wordt aangegeven wat de mogelijkheden zijn om een monument of beeldbepalend pand exploitabel te maken door deze een nieuwe functie te geven dan wel een bestaande functie te verbreden (nevenbestemming).
Directiekosten zijn kosten, verbonden aan het opstellen van een instandhoudings (behoud)- en herbestemmingsplan (onderhoud- c.q. restauratieplan, herbestemmingsplan), de begeleiding ervan tijdens de uitvoering etc.
De indirecte kosten worden verdeeld in:
Hieronder worden verstaan de kosten van de hoofdaannemer die niet direct aan een onderdeel zijn toe te wijzen en die onder meer betrekking hebben op verzorgend, uitvoerend en administratief personeel op het werk, tijdgebonden materieel, keten, loodsen en dergelijke, bouwplaats en dergelijke, verbruikskosten, bewaking, verletbestrijding, bereken- en tekenwerk en dergelijke.
Hieronder worden verstaan de kosten die samenhangen met de algemene leiding van het bedrijf en die van de algemene en administratieve diensten.
Hieronder wordt verstaan het bedrag dat voor de hoofdaannemer overblijft nadat alle met het werk samenhangende kosten zijn betaald.
Deze post is bedoeld voor het bekostigen van uitgaven voor noodzakelijke onvoorziene te financieren werkzaamheden.
Constructeurskosten zijn bijvoorbeeld constructieberekeningen en grondonderzoek.
De kosten van een casco all risk-verzekering met betrekking tot niet-financierbare werkzaamheden komen niet voor een laagrentende lening in aanmerking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-2401.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.