Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2017, 2259 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2017, 2259 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel D.1 en D.15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;
Gezien de in het Georganiseerd overleg d.d. 20 april 2017 bereikte overeenstemming;
Overwegende dat de provincie Noord-Brabant zich wil ontwikkelen tot een flexibele, ondernemende opgaven gestuurde organisatie met een passende inzet van mensen om vitaal en duurzaam inzetbaar te zijn, zowel in aantal als met de juiste competenties;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten bovendien medewerkers wensen te stimuleren hun werktijd te verminderen, zodat nieuwe, jongere medewerkers op de vrijkomende formatieruimte kunnen instromen;
Artikel 3 Regeling 80-89-100 of 70-83,5-100 of 60-78-100
Medewerkers kunnen tegen inlevering:
Om voor inwilliging van het verzoek, bedoeld in artikel 3, onder a of b of c, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten beslissen binnen een termijn van vier weken op het verzoek, bedoeld in artikel 3.
Overeenkomstig artikel 4, zevende lid, van de Regeling werktijden Noord-Brabant, vervallen de minder te werken uren, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, aan het einde van ieder kalenderjaar.
's-Hertogenbosch, 16 mei 2017
Gedeputeerde Staten voornoemd,
De voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
mw. ir. A.M. Burger
Toelichting behorende bij de Levensfaseregeling Noord-Brabant
Het idee achter deze regeling is dat een oudere collega minder gaat werken ter bevordering van diens vitaliteit en om gelijktijdig mogelijk te maken dat nieuwe (jongere) medewerkers op de vrijgekomen formatieruimte kunnen instromen. Deze regeling is aantrekkelijk voor oudere medewerkers die graag minder willen werken en jongeren een kans willen geven op de arbeidsmarkt en is derhalve opengesteld voor medewerkers van 60 jaar en ouder. De regeling past in het streven om ook de oudere medewerkers vitaal en actief te houden.
Voor de medewerker die aan deze regeling deelnemen, blijft pensioenopbouw plaatsvinden over de bezoldiging, gebaseerd op de aanstelling die de medewerker had op het moment van indiening van de aanvraag,
Artikel 3 Regeling 80 - 8 9 – 100 of 70 – 8 3,5 – 100 of 60 – 7 8 – 100
De regeling 80 - 89 – 100 of 70 – 83,5 – 100 of 60 – 78 – 100 gaat uit van:
Dit komt dus in de praktijk neer op 20, 30 of 40 procent minder werken en 11, 16,5 of 22 procent minder loon. Deze percentages zijn zodanig gekozen, dat het buitengewoon verlof 45% bedraagt van de tijd die de medewerker per saldo minder gaat werken; de bezoldiging wordt derhalve met 55% daarvan verlaagd.
Ingevolge de Wet aanpassing arbeidsduur is bij vermindering van de arbeidsduur in ieder geval sprake van een zwaarwegend dienstbelang, indien die vermindering leidt tot ernstige problemen:
Daarnaast is expliciet als weigeringsgrond opgenomen wanneer als gevolg van de verminderingen een arbeidsduur van minder dan 18 uur resteert. Dit om versnippering tegen te gaan.
Onder b Aanstelling voor onbepaalde tijd.
Het maakt daarbij niet uit of de medewerker een volledige functie of een deeltijdfunctie heeft.
Onder c Resterende arbeidsduur tot aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd
Een verzoek dat wordt gedaan door medewerkers die vallen in deze (leeftijds)categorie geldt niet voor bepaalde tijd, maar voor de rest van hun werktijd.
De medewerker die bijvoorbeeld vanaf 1 oktober 2017 minder wil werken, moet zijn verzoek dus indienen vóór 1 augustus 2017. Als uiterste datum van het indienen van een verzoek is opgenomen 31 december 2017.
Eerste lid Arbeidsduur en buitengewoon verlof
Het eerste lid betekent concreet dat aan een medewerker met een volledige functie per week 3,96 uur, 5,94 respectievelijk 7,92 uur onbetaald verlof wordt toegekend en dat voor 3,24 uur, 4,86 respectievelijk 6,48 uur per week buitengewoon verlof wordt toegekend.
Zie voor de gevolgen voor de pensioenopbouw de toelichting onder d.
Er wordt uitgegaan van de omvang van de aanstelling op de datum van indiening van het verzoek.
Het salaris en het IKB van de medewerker verminderd naar rato van het toegekende onbetaald verlof. Bij een medewerker met een volledige functie is deze vermindering van salaris en IKB dus gebaseerd op 3,96 uur, 5,94 respectievelijk 7,92 uur per week. Bij een medewerker met een deeltijdfunctie vindt vermindering naar rato plaats.
Ingevolge artikel D.6, eerste lid, en D.17, eerste lid van de CAP, heeft de medewerker geen aanspraak op vakantieverlof gedurende de periode van onbetaald en buitengewoon verlof. Vandaar dat de grondslag voor vakantieverlof met 20, 30 of 40 procent vermindert.
Pensioenopbouw vindt plaats over de gehele aanstelling, inclusief de periode van buitengewoon en onbetaald verlof. Dit betekent concreet, dat er dus ook pensioenopbouw plaatsvindt over de uren dat de medewerker als gevolg van deelname aan de regeling niet meer werkt.
Indien de medewerker als ingangsdatum in zijn verzoek heeft genoemd 1 november 2017, dan wordt dit verzoek gehonoreerd op voorwaarde dat het verzoek is ingediend vóór 1 september 2017. Vanzelfsprekend kan de medewerker ook om een latere ingangsdatum verzoeken doch nooit later dan 1 april 2018.
Vierde lid Eerdere ingangsdatum
In afwijking het derde lid, kunnen de rechtsgevolgen binnen de daarin bedoelde termijn ingaan. Voorwaarde hiervoor is dat de verzoeker en diens direct-leidinggevende concluderen dat dit eerder kan ingaan en een en ander ook administratief tijdig te regelen is.
Onder c en d Wekelijks opnemen, niet opsparen
De medewerker dient het aantal uren waarmee de arbeidsduur wordt verminderd en het aantal uren waarvoor hem onbetaald en buitengewoon verlof is toegekend wekelijks op te nemen. Een medewerker met een volledige functie –van 36 uur per week- dient dus elke week 7,2, 10,8, respectievelijk 14,4 uur minder te werken. De medewerker dient deze minder te werken uren zelf per week in de jaarplanner te verwerken.
De medewerker is verplicht met zijn leidinggevende afspraken te maken op welke vaste dag of dagdelen hij deze uren opneemt. De medewerker kan dus geen uren buitengewoon verlof opsparen. Dit artikel laat echter onverlet dat de medewerker over zijn resterende formele arbeidstijd aan het einde van het jaar een aantal uur mag overhouden op basis van de Regeling werktijden Noord-Brabant. Voor de berekening van het aantal uur dat de medewerker mag overhouden op basis van die regeling is bepalend de arbeidsduur. Een medewerker met een volledige functie die deelneemt aan deze regeling mag dus nog maximaal 80, 70, respectievelijk 60 uur overhouden, nu de arbeidsduur met 20%, 30% respectievelijk 40% is verminderd (van 36 naar 28,8, 25,2, respectievelijk 21,6 uur). Alle uren boven die 80, 70, respectievelijk 60 uur worden aangemerkt als niet opgenomen uren onbetaald en/of buitengewoon verlof en vervallen op basis van artikel 10 van deze regeling. Voor medewerkers met een deeltijdfunctie vindt berekening plaats naar rato van de arbeidsduur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-2259.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.