Treasurystatuut Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Besluiten om over te gaan tot bekendmaking in het Provinciaal Blad van het door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk op 21 december 2016 vastgestelde ‘Treasurystatuut Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017’. Dit statuut treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017.

 

’s-Hertogenbosch, 10 januari 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

mw. ir. A.M. Burger

 

Treasurystatuut Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017

 

De Raad van Bestuur van het Havenschap Moerdijk:

 

gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 7 december 2016

 

gelet op artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995, artikel 9 van de Gemeenschappelijke Regeling Havenschap Moerdijk herziening 1997 (laatstelijk gewijzigd 20 september 2013) en de artikelen 4, 5, 11 en 21 van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017

 

Besluit vast te stellen het navolgende:

 

Treasurystatuut voor de Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017

 

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • a.

    Bedrijfsvoeringsorganisatie: de bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk;

  • b.

    Bestuur: het bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie;

  • c.

    Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • d.

    Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • e.

    Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • f.

    Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • g.

    Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de organisatie bij aanvang van het jaar;

  • h.

    Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • i.

    Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • j.

    Liquiditeitenbeheer: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • k.

    Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • l.

    Publieke taak: Een taak waarvan de uitvoering enig publiek belang dient;

  • m.

    Rating: De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • n.

    Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de organisatie door rentewijzigingen;

  • o.

    Renterisiconorm: Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de organisatie dat bij de realisatie niet mag worden overschreden;

  • p.

    Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • q.

    Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • r.

    Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • s.

    Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.

  • t.

    Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, bedrijfsfinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • u.

    Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Artikel 2: Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de organisatie dient tot:

  • a.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

  • b.

    Het beschermen van bedrijfsvermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.

  • c.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • d.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

HOOFDSTUK II RISICOBEHEER

Artikel 3: Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • a.

    De organisatie mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan de Havenbedrijf Moerdijk N.V.

  • b.

    De organisatie kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.

  • c.

    Het gebruik van derivaten is toegestaan en deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s.

Artikel 4: Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido.

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido.

  • 3.

    Nieuwe leningen of uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand.

  • 5.

    Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de organisatie tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.

Artikel 5: Koersrisicobeheer

  • 1.

    De organisatie beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden.

  • 2.

    Tevens beperkt de organisatie de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 6: Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Uitzetten van middelen langer dan drie maanden uit hoofde van treasury vinden uitsluitend plaats bij:

    • a.

      ondernemingen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt of;

    • b.

      financiële ondernemingen met ten minste een AA-minusrating afgegeven door tenminste twee van de volgende erkende rating-bureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA.

  • 2.

    Het is slechts toegestaan gelden uit te zetten bij financiële ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de EER, Europese Economische Ruimte, die minimaal over een AA-rating beschikt. Deze rating dient door ten minste twee ratingbureaus te zijn afgegeven.

  • 3.

    Uitzetten van middelen van ten hoogste drie maanden uit hoofde van treasury vinden uitsluitend plaats bij:

    • a.

      ondernemingen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt of;

    • b.

      financiële ondernemingen met ten minste een A-minusrating afgegeven door tenminste twee van de volgende erkende rating-bureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA.

  • 4.

    Het is slechts toegestaan gelden uit te zetten bij financiële ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de EER, Europese Economische Ruimte, die minimaal over een AA-rating beschikt. Deze rating dient door ten minste twee ratingbureaus te zijn afgegeven.

  • 5.

    Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden, zoveel mogelijk, zekerheden geëist.

Artikel 7: Intern liquiditeitsrisicobeheer

De organisatie beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal vijf jaar.

Artikel 8: Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de organisatie uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

HOOFDSTUK III BEDRIJFSFINANCIERING

Artikel 9: Financiering

  • 1.

    Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Financieringen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

    • b.

      Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 2.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen, commercial paper (CP) en medium term notes (MTN);

Artikel 10: Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer geldt het uitgangspunt dat uitzettingen uitsluitend worden gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden.

Artikel 11: Relatiebeheer

De organisatie beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Bankrelaties dienen, wat betreft hun kredietwaardigheid, minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

  • b.

    Financiële ondernemingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.

  • c.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen. Of tussenpersonen dienen te opereren onder toezicht van de AFM en/of De Nederlandsche Bank.

HOOFDSTUK IV KASBEHEER

Artikel 12: Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • a.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op organisatieniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • b.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank;

Artikel 13: Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • a.

    De organisatie streeft naar concentratie van de liquiditeiten;

  • b.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de organisatie kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • c.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

  • d.

    Toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn producten met hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;

  • e.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan;

  • f.

    Bij het aantrekken of uitzetten van middelen met een looptijd korter dan één jaar wordt de inkoopprocedure gevolgd. Bij het aantrekken van middelen met een looptijd korter dan één jaar wordt tevens de bijgevoegde werkinstructie aantrekken van kortlopende middelen gevolgd.

HOOFDSTUK V ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE & INTERNE CONTROLE

Artikel 14: Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

  • 1.

    In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

    • a.

      De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryactiviteiten zijn in de artikelen 15 en 16 op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

    • b.

      Bevoegdheden zijn ofwel via delegatie ofwel via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 3.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 4.

    Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten.

  • 5.

    Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie direct gecontroleerd door de functionaris belast met de interne controle.

Artikel 15: Taken en verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Functie

Verantwoordelijkheden

Het Bestuur

 

Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten in het treasurystatuut;

Het vaststellen van de treasuryparagraaf;

Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;

Het Bestuur

Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

.

De netwerk-secretaris

Het opzetten en onderhouden van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het bestuur;

Het uitvoeren van de aan hem opgedragen treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

Het controleren van door de senior medewerker Finance & Control van Havenbedrijf Moerdijk N.V. uitgevoerde transacties;

Het adviseren van budgethouders over de financiële aspecten/gevolgen van hun activiteiten en projecten;

Het afleggen van verantwoording aan het Bestuur.

Senior medewerker Finance & Control

Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: risicobeheer, ondernemingsfinanciering (financiering, belegging en relatiebeheer). Deze activiteiten dienen conform het vastgestelde treasurystatuut en de treasuryparagraaf te worden uitgevoerd;

Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op het gebied van treasury;

Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

Het uitvoeren en schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de medewerker financiële administratie;

Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie;

Het afleggen van verantwoording aan de controller over de uitvoering van de aan hem/haar toegewezen activiteiten zoals hierboven genoemd.

Medewerker Finance & Control

Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de deelfunctie kasbeheer;

Het beheren van de geldstromen;

Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

Het beheren van de debiteuren en crediteuren;

Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie;

Het ontvangen van de transactiebevestigingen van derden en het controleren of deze overeenkomen met de transactie informatie zoals verstrekt door de senior medewerker Finance & Control van Havenbedrijf Moerdijk N.V. en vastleggen in de administratie;

Het afleggen van verantwoording aan de controller over de uitvoering van de aan hem/haar toegewezen activiteiten zoals hierboven genoemd.

Financiële administratie Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.

De externe accountant

Het in het kader van haar reguliere controle taak adviseren en controleren omtrent feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 16: Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

 

 

Uitvoering

 

Registratie

 

Controle & Autorisatie

 

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

Het uitzetten van geld via callgeld of deposito zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Control (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het aantrekken van geld via callgeld of kasgeld zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Combinatie: senior medewerker Finance & Control Havenbedrijf Moerdijk N.V. (1e handtekening) & Netwerk-secretaris (2e Handtekening)

Bankrelatiebeheer

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Senior medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Bankcondities en tarieven afspreken

Senior medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Financiering en belegging

Het afsluiten van kredietfaciliteiten zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het aantrekken van gelden via vaste of onderhandse leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het afsluiten van derivaten zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het uitzetten van gelden door middel van (staats) obligaties, MTN’s, CP/CD’s onderhandse leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

Het beleggen in producten met hoofdsomgarantie zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf en/of andere besluiten van het Bestuur

Senior medewerker Finance & Controle (memo) Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Medewerker Finance & Controle Havenbedrijf Moerdijk N.V.

 

Netwerk-secretaris

 

Artikel 17: Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

Financieringsbehoefte van Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Jaarlijks

Controller Havenbedrijf Moerdijk N.V.

Netwerk-secretaris

 

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 18: Inwerkingtreding

Dit treasurystatuut treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 19: Citeertitel

Dit treasurystatuut wordt aangehaald als: “Treasurystatuut Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van Bestuur van 21 december 2016.

De secretaris,

F.J. van den Oever

De voorzitter,

L.W.L. Pauli

BIJLAGE: Memorie van Toelichting

In dit treasurystatuut is het treasurybeleid van de organisatie op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft het bestuur in het treasurystatuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet fido. Middels de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.

 

De treasuryparagraaf bij de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het treasurystatuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de bedrijfsfinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de beleidsplannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. De treasuryparagraaf in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de beleidsplannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie hiervan in het verslagjaar.

Naar boven