Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 14 en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU);
Gelet op het besluit van de Commissie, nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, kennisgegeven onder nummer C(2011) 9380 (hierna: Vrijstellingsbesluit);
Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;
Overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het VwEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast;
Overwegende dat World Class Maintenance landelijk acteert en samen met de huidige partners, aspirant partners en relevante experts werkt aan de ambitie om binnen Nederland onderhoud van wereldklasse te realiseren, met bij behorende positieve effecten op de economie en samenleving. Hierdoor vormt World Class Maintenance voor Brabant inmiddels een strategisch zwaartepunt in de assets die voor Brabant van belang zijn (denk aan wegeninfrastructuur, procesindustrieën, energiecentrales, waterzuiveringen, vliegvelden, maakindustrie en logistiek).
Hoogwaardig onderhoud leidt tot gewenste maatschappelijke effecten als reductie van energiegebruik en uitstoot van reststoffen in de industrie en een betere beschikbaarheid en veiligheid van publieke infrastructuur als wegen en pijpleidingen. Dit verbetert de concurrentie positie van Brabant waardoor arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Gezien de verwevenheid met de operatie (benutting/exploitatie van kapitaalgoederen) wordt maintenance tevens gezien als de industriële sleutel tot duurzaamheid (ten aanzien van energieverbruik, levensduurverlenging van assets, gebruik grondstoffen) en veiligheid. Daarnaast zal WCM ontwikkelingen binnen het onderwijs stimuleren, zodat niet alleen aan innovaties van de toekomst wordt gewerkt maar ook aan personeel van de toekomst dat met deze innovaties moet werken. Tenslotte is maintenance van belang en ondersteunend aan andere sectoren die voor Brabant een economisch speerpunt vormen, zoals de chemische sector, automotive en agro & food.
Besluiten: