Mandaat en machtiging directeur Bureau Gloudemans provincie Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

en de

 

Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant,

 

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikelen 59a, tweede lid, en 176, tweede lid, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat zij het om redenen van efficiency wenselijk achten dat de verhuur van jachtrechten op provinciaal eigendom namens de provincie door Bureau Gloudemans wordt verzorgd;

 

Gezien de schriftelijke instemming, d.d. 3 april 2017 bedoeld in artikel 10:4, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht van ing. Th.G.M. Pruijn;

 

BESLUITEN:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Directeur: directeur van Bureau Gloudemans te Rosmalen, ing. Th.G.M. Pruijn;

  • b.

    mandaatregister: openbaar register als bedoeld in de Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen aan de directeur mandaat voor het nemen van besluiten die verband houden met de verhuur van jachtrechten op provinciaal eigendom, in het bijzonder het aangaan van huurovereenkomsten namens de provincie Noord-Brabant met de daarvoor door Gedeputeerde Staten aangewezen wildbeheereenheden.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a.

      het voorbereiden en afsluiten van huurovereenkomsten als bedoeld in artikel 34, lid 1 van de Flora- en faunawet (jachthuur, meerdere huurders en verhuurders) alsmede de toestemming als bedoeld art. 6 Besluit beheer en schadebestrijding dieren van de grondgebruiker ten behoeve van de uitvoering van vrijstellingen (art 65), aanwijzingen (art 67) en in ontheffingen (art 68). Voorts is opgenomen de toestemming van de grondgebruiker voor de verhuur van het genot van de jacht voor zover vereist in art. 34 lid 4 Flora- en faunawet;

    • b.

      de beantwoording van algemene vragen.

Artikel 3 Volmacht en machtiging

  • 1.

    De Commissaris van de Koning verleent aan de directeur volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van vervulling van het in artikel 2, eerste lid, verleende mandaat.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde volmacht omvat in het bijzonder het namens de provincie Noord-Brabant sluiten en ondertekenen van contracten ten behoeve van de verhuur van jachtrechten als bedoeld onder artikel 2, tweede lid sub a.

Artikel 4 Ondertekening

De ondertekening van contracten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, luidt:

 

‘Provincie Noord-Brabant,

Namens deze,

gevolgd door de naam, directeur bureau Gloudemans.’

Artikel 5 Instructies

De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning in acht, bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7 Informatieplicht

  • 1.

    De directeur stelt Gedeputeerde Staten, respectievelijk de Commissaris van de Koning tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koning gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen, respectievelijk de Commissaris van de Koning kan op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende mandaat of de machtiging geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten voorzien de directeur tijdig van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.

Artikel 8 Toepasselijke wet- en regelgeving

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, de geldende beleids- en uitvoeringsregels alsmede de in artikel 2, eerste lid, genoemde documenten.

  • 2.

    De directeur oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9 Verantwoording

  • 1.

    De directeur doet overeenkomstig de in de opdrachtbrief d.d. 18 april 2017 vastgelegde wijze periodiek verslag van de krachtens dit mandaatbesluit genomen besluiten.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid verschaft de directeur desgevraagd alle informatie aan Gedeputeerde Staten terzake van de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Artikel 11 Registratie en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt gevoegd in het mandaatregister.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaat en machtiging directeur Bureau Gloudemans.

 

’s-Hertogenbosch, 18 april 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

mw. ir. A.M. Burger

Commissaris van de Koning voornoemd,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

Naar boven