Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 (wijziging van titel 2.6)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 14 maart 2017, nr. A. 13, zaaknummer 675713, het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen

Besluit tot wijziging van titel 2.6 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016

Overwegende dat:

In artikel 2.18 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 (hierna: de Omgevingsverordening) bepaald is dat alleen een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een gebied in- of aansluitend op het bestaand stedelijk gebied van de stad Groningen kan voorzien in de vestiging van een factory outlet center;

In de Omgevingsverordening geen omschrijving van het begrip factory outlet center is opgenomen, hetgeen met zich meebrengt dat voor de uitleg van dit begrip, gelet op artikel 1.1, tweede lid van de Omgevingsverordening, aangesloten dient te worden bij hetgeen daaronder naar gangbaar taalgebruik wordt verstaan;

Volgens Van Dale, groot woordenboek van de Nederlandse taal, onder een factory outlet wordt verstaan een fabriekswinkel, en onder een fabriekswinkel een ‘tot hetzelfde bedrijf als een fabrikant behorende winkel waarin deze bepaalde goederen, bijvoorbeeld restpartijen van modeartikelen, rechtstreeks verkoopt aan de consument;

In de toelichting op de Omgevingsverordening een factory outlet centrum is omschreven als ‘een planmatig ontwikkeld winkelcentrum, veelal aan de rand van (binnen-)stedelijk gebied. Een factory outlet center heeft een bovenregionaal verzorgingsgebied en genereert veel mobiliteit en daarmee samenhangende parkeerbehoefte’.

Het is ons gebleken dat de definitie van het begrip factory outlet centrum in Van Dale in combinatie met de toelichting op artikel 2.18 van de Omgevingsverordening vanwege de daarin voorkomende verschillen tot onduidelijkheid kan leiden. Om deze onduidelijkheid weg te nemen zien wij aanleiding om een (juridische) omschrijving van het begrip factory outlet center aan de Omgevingsverordening toe te voegen, welke recht doet aan hetgeen naar gangbare opvatting onder een factory outlet center wordt verstaan. Voorts zien wij aanleiding om de toelichting op de betreffende bepaling daarop af te stemmen.

Gelet op: artikel 9.2, aanhef en onder b, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

I. De Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 wordt gewijzigd als volgt:

  • A.

    Artikel 2.18 factory outlet center wordt vernummerd tot artikel 2.18.1 factory outlet center.

 

  • B.

    Aan titel 2.6 - Vestigingslocaties voor detailhandel wordt voor artikel 2.18.1 toegevoegd een nieuw artikel 2.18 dat komt te luiden:

    Artikel 2.18 Begripsbepalingen

    In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      fabriekswinkels: winkels waarin producten rechtstreeks door of namens fabrikanten en aan fabrikanten verbonden partijen zoals licentiehouders, franchisenemers en partijverkopers worden verkocht.

    • b.

      factory outlet center: een concentratie van fabriekswinkels, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld ondersteunende horeca, waar verkoop plaatsvindt in de sectoren mode, schoenen/lederwaren en sportartikelen, welke artikelen hetzij buiten het reguliere seizoen worden aangeboden, hetzij onvolmaakt zijn afgewerkt hetzij overschotten en/of experimentele collecties betreffen. Voor alle gevallen geldt dat de artikelen geen deel uitmaken van de lopende collecties - met uitzondering van uitverkoop - van de reguliere detailhandel. De artikelen worden aangeboden tegen gereduceerde prijzen ten opzichte van de prijzen die gewoonlijk door de reguliere detailhandel worden gehanteerd.

II. Het besluit tot wijziging van titel 2.6 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 met planidentificatie NL.IMRO.9920.WijzOmgVerord2017-VA01 vast te stellen.

 

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

Groningen, 14 maart 2017.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas,

voorzitter.

H.J. Bolding,

secretaris.

Kaart  

Naar boven