Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2017, 122 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2017, 122 | Overige besluiten van algemene strekking |
Verordening Luchthavens Provincie Limburg
Een aanvraag tot vaststelling van een luchthavenbesluit dan wel een luchthavenregeling kan door provinciale staten worden omgezet in en behandeld als een aanvraag tot vaststelling van een luchthavenregeling dan wel een luchthavenbesluit, indien provinciale staten dat op grond van de ingediende gegevens of uit beleidsmatige overwegingen aangewezen achten.
Afdeling 2 Procedurebepalingen voor aanvragen
Artikel 2.1 aanvraag tot vaststelling van een luchthavenbesluit
Een aanvraag tot vaststelling van een luchthavenbesluit bevat ter minste de volgende gegevens:
de voor het beoogde gebruik noodzakelijke berekeningen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Regeling burgerluchthavens en artikel 8.47, derde lid van de wet met betrekking tot het bepalen van de geluidsbelasting, het externe veiligheidsrisico van het luchthavenluchtverkeer en de lokale luchtverontreiniging;
Artikel 2.2 aanvraag tot wijziging van een luchthavenbesluit
Artikel 2.1 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag tot wijziging van een luchthavenbesluit, met dien verstande dat de aanvrager
Artikel 2.3 aanvraag tot vaststelling van een luchthavenregeling
Een aanvraag tot vaststelling van een luchthavenregeling bevat ten minste de volgende gegevens:
Afdeling 3 Aanwijzing van luchthavens en voor deze luchthavens geldende luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen
In deze verordening zijn de volgende luchthavenregelingen opgenomen:
3.1 Luchthavenregeling zweefvliegterrein Schinveld
De exploitant van het zweefvliegterrein is de Stichting Zweefvliegaccommodatie Schinveld. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant.
De geografische positie van het zweefvliegterrein is 50.58.55 N.B. en 006.00.11O.L. Het terrein is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
Het zweefvliegterrein mag uitsluitend worden gebruikt voor het opstijgen en landen van (motor)zweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen.
Het opstijgen en landen van de in artikel 4 genoemde vliegtuigen mag uitsluitend geschieden binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het luchtverkeersreglement.
Tijdens het starten en landen van gemotoriseerde vliegtuigen dienen op de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden. Deze verplichting geldt niet indien uitsluitend wordt gebruik gemaakt van de lierstart methode.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de luchthaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de luchthaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder van de luchthaven is verplicht om, indien de luchthaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door vliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de luchthaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
De volgende wijzigingen dienen onverwijld aan de afdeling Handhaving van de Provincie te worden gemeld:
De rechten welke uit het eigendom ten aanzien van het bovenbedoeld terrein voortvloeien of andere gebruiksrechten van het terrein blijven onverlet.
Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de Burgemeester van de gemeente Onderbanken zijn of worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de burgemeester.
Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de eigenaar zijn of zullen worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de eigenaar.
3.2 Luchthavenregeling zweefvliegterrein Venlo
De exploitant van het zweefvliegterrein is de vereniging Venlose Zweefvlieg Club. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant.
De geografische positie van het zweefvliegterrein is 51.21.47 N.B. en 006.12.58 O.L. Het terrein is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
Het zweefvliegterrein mag uitsluitend worden gebruikt voor het opstijgen en landen van (motor)zweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen.
Het opstijgen en landen van de in artikel 4 genoemde vliegtuigen mag uitsluitend geschieden binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het luchtverkeersreglement.
Tijdens het starten en landen van de vliegtuigen dienen op de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
Deze verplichting geldt niet indien uitsluitend wordt gebruik gemaakt van de lierstart methode.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de luchthaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de luchthaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder van de luchthaven is verplicht om, indien de luchthaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door vliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de luchthaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
De volgende wijzigingen dienen onverwijld aan de afdeling Handhaving van de Provincie te worden gemeld:
De rechten welke uit het eigendom ten aanzien van het bovenbedoeld terrein voortvloeien of andere gebruiksrechten van het terrein blijven onverlet.
Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de Burgemeester van de gemeente Venlo zijn of worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de burgemeester.
Aan de voorwaarden welke aan het gebruik van het terrein door of vanwege de eigenaar zijn of zullen worden gesteld, moet worden voldaan. Indien deze voorwaarden op enigerlei wijze strijdig zijn met de bepalingen van deze luchthavenregeling treden Gedeputeerde Staten in overleg met de eigenaar.
3.3 Luchthavenregeling helihaven Maastricht Universitair Medisch Centrum te Maastricht
Deze luchthavenregeling betreft de helihaven van het Maastricht Universitair Medisch Centrum aan de Peter Debyelaan te Maastricht.
De exploitant van de helihaven is het Universitair Medisch Centrum Maastricht. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant. De helihaven is uitsluitend bestemd voor medisch gerelateerde vluchten zoals gedefinieerd in paragraaf 3.3.6. van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
De geografische positie van de helihaven is 50.50.04 N.B. en 005.42.45 O.L. De helihaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De helihaven is bestemd voor het gebruik voor medische doeleinden door hefschroefvliegtuigen die conform het Flight Manual mogen opereren op een helihaven met de in artikel 6 genoemde afmetingen. Onverminderd de bepalingen uit de wet- en regelgeving mag de luchthaven uitsluitend worden gebruikt door helikopters genoemd in de Appendices van de voorschriften voor de berekening van de geluidbelasting in Lden voor de overige burgerluchthavens, te weten 152 vliegbewegingen voor helikopters uit categorie 015 en 8 vliegbewegingen voor helikopters uit categorie 010.
Het in- en uitvliegen geschiedt in de richtingen 190 en 360 graden, gerekend vanuit de helikopterlandingsplaats, tenzij de vliegveiligheid anders vereist.
De afmetingen van de helihaven bedragen:
Eindnadering- en vertrekgebied: 26 x 26 meter (gras/onverhard)
Het maximale aantal vluchten dat vanaf/op de helihaven wordt uitgevoerd is beperkt tot maximaal 80 starts en 80 landingen per gebruiksjaar (160 vliegbewegingen) waarvan maximaal 10 vliegbewegingen in de avondperiode (19.00 – 23.00 uur) en 10 vliegbewegingen in de nachtperiode (23.00 – 07.00 uur). De exploitant draagt ervoor zorg dat het jaarlijks gebruik van de luchthaven niet leidt tot een geluidbelasting waarbij de 56 dB(A) Lden geluidcontour buiten de grens van de inrichting op grond van de Wet milieubeheer, waartoe de luchthaven behoort, ligt.
Een overschrijding van de in artikel 8 genoemde geluidcontour wordt onverwijld gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
In geval van overschrijding van de genoemde contour dient een aanvraag voor een Luchthavenbesluit te worden ingediend.
De exploitant is verplicht om op eigen kosten alle zaken die behoren tot de inrichting en uitrusting van de helihaven te verwijderen als de inrichting, het gebruik, dan wel het beheer niet langer voldoet aan de vigerende voorschriften en/of de helihaven permanent buiten gebruik is gesteld.
Tijdens het starten en landen van de helikopters dienen op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de helihaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de helihaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de helihaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder van de helihaven is verplicht om, indien de helihaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door hefschroefvliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de helihaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
3.4 Luchthavenregeling helihaven Solar Glass Scheuten Venlo
Deze luchthavenregeling betreft de bedrijfsgebonden helihaven van Solar Glass Scheuten aan de Magalhaesweg 10 te Venlo.
De exploitant van de helihaven is Solar Glass Scheuten. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant. De helihaven is uitsluitend bestemd voor vervoer ten behoeve van het eigen bedrijf door middel van helikopters.
De geografische positie van de helihaven is 51.23.33,89 N.B. en 006.05.42,50 O.L. De helihaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De helihaven mag worden gebruikt door helikopters die overeenkomstig het Flight Manual
mogen opereren op een helihaven met een landingsplaats van 18 bij 18 meter, omgeven door een tenminste 5 meter brede veiligheidszone.
Het in- en uitvliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 8 graden en 177 graden, gerekend vanuit de helikopterlandingsplaats.
Het gebruik van de helihaven vindt plaats overeenkomstig de zicht vliegvoorschriften onder de ter plaatse geldende zicht weersomstandigheden. Het gebruik vindt plaats binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het luchtverkeersreglement.
Vanaf of op de helihaven mogen op jaarbasis maximaal 500 vluchten (1000 vliegbewegingen) worden uitgevoerd. De exploitant draagt ervoor zorg dat het jaarlijks gebruik van de luchthaven niet leidt tot een geluidbelasting waarbij de 56 dB(A) Lden geluidcontour buiten de grens van de inrichting op grond van de Wet milieubeheer, waartoe de luchthaven behoort, ligt.
Een overschrijding van de in artikel 7 genoemde geluidcontour wordt onverwijld gemeld aan de Afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
In geval van overschrijding van de genoemde contour dient een aanvraag voor een Luchthavenbesluit te worden ingediend.
De exploitant is verplicht om op eigen kosten alle zaken die behoren tot de inrichting en uitrusting van de helihaven te verwijderen als de inrichting, het gebruik, dan wel het beheer niet langer voldoet aan de vigerende voorschriften en/of de helihaven permanent buiten gebruik is gesteld.
Tijdens het starten en landen van de helikopters dienen op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de helihaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de helihaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de helihaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder van de helihaven is verplicht om, indien de helihaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door hefschroefvliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de helihaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
Voorafgaand aan een vlucht dient telefonisch contact te worden opgenomen met het bedrijf Traffic Port Venlo, Olivier van Noortweg 7 te Venlo, om de vluchtuitvoering af te stemmen. Een vlucht wordt eveneens gemeld aan het Operationele Commando (OC) van de vliegbasis Gilze-Rijen.
3.5 Luchthavenregeling helihaven SIRO Roggel
Deze luchthavenregeling betreft de bedrijfsgebonden helihaven van SIRO groothandelcentrum aan de Kikveld 2 te Roggel.
De exploitant van de helihaven is SIRO groothandelcentrum te Roggel. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant. De helihaven is uitsluitend bestemd voor vervoer ten behoeve van het eigen bedrijf.
De geografische positie van de helihaven is 51.15.30 N.B. en 05.55.28 O.L. De helihaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De helihaven mag worden gebruikt door hefschroefvliegtuigen die overeenkomstig het Flight Manual
mogen opereren op een helihaven met een landingsplaats van 12 bij 12 meter, omgeven door een tenminste 5 meter brede veiligheidszone.
Het in- en uitvliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 90 graden en 270 graden, gerekend vanuit de helikopterlandingsplaats.
Het gebruik van de helihaven vindt plaats binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het luchtverkeersreglement, echter niet voor 7.00 uur ‘s ochtends. De zicht vliegvoorschriften onder de ter plaatse geldende zicht weersomstandigheden worden voorts in acht genomen.
Het maximale aantal vluchten dat vanaf/op de helihaven wordt uitgevoerd is beperkt tot maximaal 3 vluchten (6 vliegbewegingen) per dag, met een maximum van 15 vluchten (30 vliegbewegingen) per week, met een maximum van 350 vluchten (700 vliegbewegingen) op jaarbasis.
De exploitant is verplicht om op eigen kosten alle zaken die behoren tot de inrichting en uitrusting van de helihaven te verwijderen als de inrichting, het gebruik, dan wel het beheer niet langer voldoet aan de vigerende voorschriften en/of de helihaven permanent buiten gebruik is gesteld.
Tijdens het starten en landen van de helikopters dienen op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de helihaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de helihaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de helihaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder van de helihaven is verplicht om, indien de helihaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door hefschroefvliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de helihaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
3.6 Luchthavenregeling helihaven Coolen Heythuysen
Deze luchthavenregeling betreft de bedrijfsgebonden helihaven van Frank Coolen Machines B.V. aan de Biesstraat 59 te Heythuysen.
De exploitant van de helihaven is de heer F.H.G. Coolen. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant. De helihaven is uitsluitend bestemd voor vervoer ten eigen behoeve of ten behoeve van het bedrijf Frank Coolen Machines B.V.
De geografische positie van de helihaven is 51.14.34.4 B.B. en 05.54.19.7 O.L. De helihaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De helihaven mag worden gebruikt door helikopters van het type Robinson 44 (R44) en Eurocopter 120 (EC 120).
Het in- en uitvliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 60 graden en 270 graden, gerekend vanuit de helikopterlandingsplaats. Er geldt een no fly zone binnen de sector 290 graden via 360 graden tot 045 graden.
Landingen dienen bij voorkeur op de gewaarmerkte landingsplaats, doch altijd binnen een straal van 50 meter van deze plaats te worden uitgevoerd.
Het gebruik van de helihaven vindt plaats binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement, echter niet voor 7.00 uur ’s ochtends. De zicht vliegvoorschriften onder de ter plaatse geldende zicht weersomstandigheden worden voorts in acht genomen.
Het maximale aantal vluchten dat vanaf/op de helihaven wordt uitgevoerd is beperkt tot maximaal drie vluchten (zes vliegbewegingen) per dag, met een maximum van 15 vluchten (30 vliegbewegingen) per week, met een maximum van 350 vluchten (700 vliegbewegingen) op jaarbasis. De exploitant draagt ervoor zorg dat het jaarlijks gebruik van de luchthaven niet leidt tot een geluidbelasting waarbij de 56 dB(A) Lden geluidcontour buiten de grens van de inrichting op grond van de Wet milieubeheer, waartoe de luchthaven behoort, ligt.
Een overschrijding van de in artikel 8 genoemde geluidcontour wordt onverwijld gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
In geval van overschrijding van de genoemde contour dient een aanvraag voor een luchthavenbesluit te worden ingediend.
De exploitant is verplicht om op eigen kosten alle zaken die behoren tot de inrichting en uitrusting van de helihaven te verwijderen als de inrichting, het gebruik, dan wel het beheer niet langer voldoet aan de vigerende voorschriften en/of de helihaven permanent buiten gebruik is gesteld.
Tijdens het starten en landen van de helikopters dienen op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de helihaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de helihaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de helihaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder van de helihaven is verplicht om, indien de helihaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door hefschroefvliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de helihaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
3.7 Luchthavenregeling luchtvaartterrein Traffic Port Venlo
Deze luchthavenregeling betreft de luchthaven Traffic Port Venlo aan de Olivier van Noortweg 7, 5928 LX Venlo.
De exploitant van de luchthaven is Cycloon Holland (Traffic Port Air BV). De luchthavenregeling kan niet overgaan op een andere exploitant. De exploitant bepaalt welke luchtvaartuigen op de luchthaven worden toegelaten.
De luchthaven is kadastraal bekend onder de gemeente Peel en Maas, sectie R, nummers 8,10,11,12 en 501, sectie S, nummers 1, 2, 3, 4 en 485, sectie U nummers 27 en 398. De geografische positie van de luchthaven is 51.23.31.15 N.B. en 06.3.32.33 O.L.. De luchthaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De luchthaven is bestemd voor het gebruik door Micro Light Airplanes (MLA), alsmede naar hun aard en invloed op de omgeving vergelijkbare lichte luchtvaartuigen.
De luchthaven mag ook worden gebruikt voor helikoptervluchten van de Luchtvaartpolitie of andere helikoptervluchten die in opdracht van de overheid worden uitgevoerd in het kader van de openbare orde, veiligheid of gezondheid.
De luchthaven wordt uitsluitend gebruikt binnen de uniforme daglicht periode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement.
De exploitant draagt ervoor zorg dat het jaarlijks gebruik van de luchthaven niet leidt tot een geluidbelasting waarbij de 56 dB(A) Lden geluidcontour buiten de grens van de inrichting op grond van de Wet milieubeheer, waartoe de luchthaven behoort, ligt.
Een overschrijding van de in artikel 6. genoemde geluidscontour wordt onverwijld gemeld aan de Afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
In geval van overschrijding van de genoemde contour dient een aanvraag voor een Luchthavenbesluit te worden ingediend.
Op de luchthaven is door middel van een windzak de windrichting aangegeven. De kleur van de windzak is zodanig dat een goed contrast met de achtergrond is verkregen. De windzak is zodanig geplaatst dat hij zichtbaar is voor de vliegtuigen in de lucht.
Op de luchthaven is een taxibaan beschikbaar met een zodanige separatie tussen de baan en de taxibaan dat de vliegtuigen op de taxibaan niet steken door een denkbeeldig vlak dat met de lange zijde van de hindernisvrije strook als basis oploopt met een helling van 1:5 (hoogte:afstand).
Op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, afdoende brandblusmiddelen aanwezig geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
Vanwege de ligging van de luchthaven in het militaire oefen- en trainingsgebied GLV VIII gelden voor de duur van het bestaan van GLV VIII boven de luchthaven, behoudens het bepaalde in artikel 2.2, de volgende gebruiksbeperkingen:
Van de luchthaven mogen uitsluitend luchtvaartuigen gebruik maken waarvoor een geldig bewijs van luchtwaardigheid en een geldig geluidscertificaat is afgegeven.
In afwijking van het bepaalde in artikel 15.1 mag de luchthaven ook worden gebruikt voor proefvluchten met nieuwe, in ontwikkeling zijnde, categorieën van lichte luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 4, in het kader van het verkrijgen van een geldig bewijs van luchtwaardigheid en een geldig geluidscertificaat.
Gebruikers dienen de vastgestelde vliegprocedures, te weten de in- en uitvliegroutes van en naar het circuitgebied, te volgen en mogen hier alleen van afwijken als de veiligheid dat vereist.
Tijdens het gebruik van de luchthaven is het grondteken voor het linker- of rechterhand verkeerscircuit, overeenkomstig artikel 2, 2.4 van de regeling grondtekens en markeringen geplaatst.
Ten behoeve van de duidelijkheid mag als tweede grondteken een landings-T worden uitgelegd. De maatvoering van de landings-T en de locatie voldoen eveneens aan de regeling grondtekens en markeringen.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de luchthaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de luchthaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder zorgt ervoor dat de aangegeven in- en uitvliegsectoren vrij zijn en blijven van obstakels.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de luchthaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder is verplicht om, indien de luchthaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door luchtvaartuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de luchthaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
3.8 Luchthavenregeling schermvliegen met hulpmotor Venray en Horst aan de Maas
Deze luchthavenregeling betreft de volgende terreinen bestemd voor schermvliegtuigen met hulpmotor:
De exploitanten van deze terreinen zijn respectievelijk:
De exploitant bepaalt welke schermvliegtuigen met hulpmotor op de in artikel 1 genoemde terreinen worden toegelaten.
De terreinen zijn kadastraal bekend onder respectievelijk:
De terreinen zijn op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De in artikel 1 genoemde terreinen zijn niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en zijn ook geen Natura 2000 gebied.
De in artikel 1. genoemde terreinen zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik door schermvliegtuigen met hulpmotor (zijnde micro light aeroplanes) in het kader van de recreatieve luchtvaart. Er mogen vanaf de terreinen geen commerciële vluchten plaatsvinden.
De terreinen worden uitsluitend gebruikt binnen de uniforme daglicht periode (UDP) als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement.
Zo spoedig mogelijk na de start dient de minimale vlieghoogte van 500 voet te worden bereikt.
Van de ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt door gemotoriseerde schermvliegtuigen met hulpmotor met een Nederlandse registratie die voldoen aan de voorschriften uit de regeling Micro Light Airplanes.
Tijdens het landen en opstijgen wordt op de terreinen de windrichting aangegeven door middel van een windzak, een vlag of een ander vanuit de lucht goed zichtbaar gelijkwaardig middel.
Tijdens het gebruik van de terreinen zijn afdoende voorzorgsmaatregelen getroffen om het publiek op een veilige afstand van het terrein te houden.
De exploitant beschikt over een verklaring van geen bezwaar van de eigenaren van de in artikel 1 bedoelde terreinen voor het gebruik door schermvliegtuigen met hulpmotor als bedoeld in artikel 2.
De exploitant zorgt ervoor dat de in- en uitvliegsectoren van de terreinen vrij zijn en blijven van obstakels.
De exploitant houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de terreinen bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De exploitant is verplicht om, indien een of meer van de terreinen door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is (zijn) geworden of zal (zullen) worden voor het gebruik door luchtvaartuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan de afdeling Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de terreinen en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
3.9 Luchthavenregeling Eric Richter Heliservice BV te Roermond
Deze luchthavenregeling betreft de helihaven Eric Richter Heliservice BV aan de Albert Einsteinweg 18 te Roermond.
De exploitant van de helihaven is Eric Richter Heliservice BV. De luchthavenregeling kan niet over gaan op een andere exploitant. De helihaven is uitsluitend bestemd voor het gebruik voor commerciële activiteiten zoals rondvluchten, fotovluchten en verkenningsvluchten ten behoeve van diverse instanties.
De helihaven is gelegen op het perceel dat kadastraal bekend is als Roermond S459. De vier hoekpunten van de helihaven zijn (Rijksdriehoekscoördinaten):
Op de helihaven zijn één helispot en twee aiming points gesitueerd. De locatie van de helispot is
x = 200.075, y = 353.256 (Rijksdriehoekscoördinaten). De coördinaten van de aiming points zijn:
De helihaven is op een kaart aangeduid, die als bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling.
De helihaven mag worden gebruikt door helikopters van het type Robinson 44 (R44), Eurocopter 120 (EC120) en Eurocopter 135 (EC135).
Het in- en uitvliegen geschiedt, tenzij de vliegveiligheid anders vereist, in de richtingen 18 graden en
Landingen dienen naar en vanuit de aiming points Noord en Zuid plaats te vinden. Het noordelijke aiming point wordt gebruikt voor starts in zuidelijke richting en landingen vanuit zuidelijke richting. Het zuidelijk aiming point wordt gebruikt voor starts in noordelijke richting en landingen vanuit noordelijke richting. Vanuit de helispot wordt getaxied naar de aiming point van waaruit de startfase wordt geïnitieerd en vice versa voor de landing. Uitsluitend ten behoeve van de stalling van de helikopter is na de landing ‘hoveren’ naar de stallingslocatie toegestaan.
Het gebruik van de helihaven vindt plaats binnen de uniforme daglichtperiode (UDP) als bedoeld in
artikel 1 van het Luchtverkeersreglement, echter niet voor 7.00 uur ’s ochtends. De zicht vliegvoorschriften onder de ter plaatse geldende zicht weersomstandigheden worden voorts in acht genomen.
Het maximale aantal vluchten dat vanaf/op de helihaven wordt uitgevoerd is beperkt tot maximaal
275 vluchten (550 vliegbewegingen) op jaarbasis. De exploitant draagt ervoor zorg dat het jaarlijks gebruik van de luchthaven niet leidt tot een geluidbelasting waarbij de 56 dB(A) Lden geluidcontour buiten de grens van de inrichting op grond van de Wet milieubeheer, waartoe de luchthaven behoort, ligt.
Een overschrijding van de in artikel 8 genoemde geluidcontour wordt onverwijld gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
In geval van overschrijding van de genoemde contour dient een aanvraag voor een luchthavenbesluit te worden ingediend.
De exploitant is verplicht om op eigen kosten alle zaken die behoren tot de inrichting en uitrusting van de helihaven te verwijderen als de inrichting, het gebruik, dan wel het beheer niet langer voldoet aan de vigerende voorschriften en/of de helihaven permanent buiten gebruik is gesteld.
Tijdens het starten en landen van de helikopters dienen op of in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven afdoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn, voor onmiddellijk gebruik gereed, geschikt voor het blussen van vliegtuigbranden.
De exploitant wijst een persoon aan, de beheerder van de helihaven, die verantwoordelijk is voor de toestand en het gebruik van de helihaven. De persoonsgegevens van de beheerder worden gemeld aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De beheerder houdt in een register het aantal vliegbewegingen op de helihaven bij. Dit register wordt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg gezonden.
De beheerder van de helihaven is verplicht om, indien de helihaven door enigerlei omstandigheid gevaarlijk is geworden of zal worden voor het gebruik door hefschroefvliegtuigen, daarvan zo spoedig mogelijk, onder vermelding van bijzonderheden dienaangaande, kennis te geven aan het cluster Handhaving van de Provincie Limburg.
De exploitant dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de overheid dan wel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de helihaven en is voorts gehouden om eventuele schade, die desondanks is ontstaan, te vergoeden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-122.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.