Besluit van Gedeputeerde Staten van 11 oktober 2016, besluitnummer PZH-2016-567130835, tot wijziging van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013

 

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 11 oktober 2016, PZH-2016-567130835;

Gelet op Artikel 143 en 145 van de Provinciewet;

Besluiten:

Vast te stellen de wijziging van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013

Artikel I

De Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013 als volgt te wijzigen:

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

  • a.

    agrarisch beheerpakket: in bijlage 3, onderdeel B, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 beschreven pakket, bestaande uit instapeisen, beheereisen en, voor zover in het betreffende agrarische beheerpakket opgenomen, administratieve of aanvullende verplichtingen;

  • b.

    ambitiekaart: kaart als bedoeld in artikel 7;

  • c.

    beheerpakket landschap: in bijlage 6, onderdeel B, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 beschreven pakket, bestaande uit instap- en beheereisen;

  • d.

    beheerplan: plan ex artikel 19a lid 1 of 19b lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998;

  • e.

    beheertype: een agrarisch beheerpakket, een beheerpakket landschap, een landschapselement of een natuurbeheertype;

  • f.

    grote onderneming: ondernemingen die geen kleine en middelgrote ondernemingen zijn als bedoeld in artikel 2, bijlage I van Verordening (EU) nr. 702/2014;

  • g.

    functieverandering: het omzetten van landbouwgrond naar natuurterrein;

  • h.

    habitattype: type, zoals genoemd in bijlage I bij de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna;

  • i.

    investeringsplan: plan bedoeld in artikel 10, eerste lid;

  • j.

    investeringssubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 8;

  • k.

    landbouwactiviteit: activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);

  • l.

    landbouwer: natuurlijke persoon of rechtspersoon die, dan wel een samenwerkingsverband van natuurlijke personen of rechtspersonen dat, een landbouwactiviteit uitoefent;

  • m.

    landbouwgrond: binnen de provincie gelegen stuk grond waarop een landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, niet zijnde gronden als bedoeld in onderdeel r, andere gronden met als hoofdfunctie natuur of gronden als bedoeld in artikel 5a van de Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006 van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • n.

    landschapselement: in bijlage 6, onderdelen A.1 of A.2, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 opgenomen onderdeel van het landschap;

  • o.

    minister: de minister van Economische Zaken;

  • p.

    natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 2.1 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016;

  • q.

    natuurbeheertype: in bijlage 1, tweede kolom, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 opgenomen soort natuur zoals nader beschreven in de Index Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013;

  • r.

    natuurkwaliteit: op de ambitiekaart van het natuurbeheerplan aangegeven gewenst kwaliteitsniveau van het beheertype, gebaseerd op de Index Natuur en Landschap;

  • s.

    natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur, die ingevolge artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 is begrensd, alsmede gronden waarvoor een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 van de onderhavige regeling is verstrekt;

  • t.

    plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013: Nederlands plattelandsontwikkelingsprogramma als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005;

  • v.

    realisatieplan: plan als bedoeld in artikel 17, vierde lid;

  • w.

    subsidie functieverandering: subsidie als bedoeld in artikel 15.

B.

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      een subsidieaanvrager jegens wie een uitstaand bevel tot terugvordering is ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01).

C.

Artikel 6a, eerste lid, komt te luiden:

1. Subsidies als bedoeld in de artikelen 8 en 15 worden slechts verstrekt voor zover die verstrekking geschiedt in overeenstemming met randnummer 70, van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2014-2020 (PbEU 2014/C 204/01).

D.

Artikel 8, vierde lid, komt te luiden:

4. Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor een programma dat is gericht op investeringen in natuurterreinen die één of meerdere van de in het eerste lid, onderdeel a tot en met f, of het derde lid, onderdeel a, bedoelde doelen hebben.

E.

In artikel 9 vervalt onder vernummering van het zevende lid tot het vijfde lid, het vijfde en zesde lid.

F.

Artikel 9b, eerste lid komt te luiden:

1.Gedeputeerde staten kunnen bepalen dat een aanvraag voor een investeringssubsidie pas kan worden ingediend indien die aanvraag vergezeld gaat van een positief préadvies omtrent de wenselijkheid, alsmede de efficiëntie en effectiviteit, van de voorgestelde investering.

G.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

  • 3.

    Een aanvraag tot verlening van een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 gaat vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van:

a. de eigenaar van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap, én, in voorkomend geval,

b.de erfpachter van het betreffende natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het

beheerpakket landschap, indien de aanvrager een ander is dan de eigenaar. Onderdeel b is niet van toepassing indien de

aanvraag wordt ingediend door de erfpachter, bedoeld in dat onderdeel.

  • 2.

    Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7.

    Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is zoals bedoeld in artikel 1, onder f, verstrekt de subsidieaanvrager gegevens en bescheiden bij de aanvraag die het stimulerend effect van de subsidie aantonen.

H.

Artikel 11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onder e wordt de zinsnede “als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met e” vervangen door: als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met f.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • f.

      Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is zoals bedoeld in artikel 1, onder f, heeft de subsidieaanvrager het stimulerend effect van de subsidie aangetoond.

I.

In artikel 12 vervalt onder vernummering van het vierde lid tot het derde lid, het derde lid.

  • J.

    Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      De subsidie is maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

K.

Aan het eerste lid van artikel 18 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

e.de productiecapaciteit is in de laatste vijf jaar voor de functieverandering onafgebroken gebruikt;

In artikel 22 vervalt het tweede lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt inwerking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 14 december 2016

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

griffier,

voorzitter,

 

 

 

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 1 juli 2014 zijn de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PbEU 2014/C 204/01) van kracht geworden. Mede gelet hierop wordt de SKNL aangepast. In deze regelingswijziging wordt de SKNL op diverse plekken aangepast. Het gaat hierbij om technische wijzigingen die tot doel hebben de regeling te laten voldoen aan de relevante Europese wet- en regelgeving. Daarnaast is de regeling aangepast om het mogelijk te maken maximaal 100% van de subsidiabele kosten van een investeringssubsidie te vergoeden, de certificering is komen te vervallen, waar DLG stond is dit uit de regeling gehaald en de termijn voor bekendmaking in het publicatieblad van zes weken voor aanvang van de openstellingsperiode is komen te vervallen.

In de artikelsgewijze toelichting worden enkele wijzigingen nader toegelicht.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

A.

Aanpassing van de begrippenlijst was nodig in verband met vervallen en nieuwe begrippen.

B, C, H, K.

Deze wijzigingen zijn nodig om aan te sluiten bij Europese wet- en regelgeving.

D.

Deze wijziging is nodig om ook investeringssubsidie te kunnen verstrekken voor een programma dat is gericht op investeringen in natuurterreinen ten behoeve van de realisatie of verhoging van de natuurkwaliteit van een habitattype. De verwijzing naar dit onderdeel ontbrak abusievelijk.

E.

De eis om specifiek voor programma’s van inrichtingssubsidies gecertificeerd te zijn is komen te vervallen.

F.

In de regeling werd nog gesproken over préadvies van Dienst Landelijk Gebied (DLG) terwijl DLG inmiddels is opgeheven.

G.

  • 1.

    De wijziging is nodig geacht om de situatie in geval van erfpacht duidelijker te regelen.

  • 2.

    Deze wijziging is nodig om aan te sluiten bij Europese wet- en regelgeving.

I.

Zie E.

J.

Hiermee is geregeld dat de subsidie maximaal 100% van de subsidiabele kosten bedraagt, in plaats van maximaal 95%. Hiermee wordt de realisatie van nieuwe natuur door minder kapitaalkrachtige partijen die de resterende 5% niet gefinancierd kregen, gestimuleerd.

L.

In de subsidieregeling was opgenomen dat deze per 1 januari 2017 zou komen te vervallen. Om de subsidieregeling van kracht te laten blijven is deze bepaling in de regeling geschrapt.

Den Haag, 14 december 2016,

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Drs. J. Smit, voorzitter

Drs. J.H. de Baas, griffier

Naar boven