Het bestuur van Prolander (hierna: het bestuur) en de voorzitter van het bestuur van Prolander (hierna: de voorzitter), ieder voor zover daartoe bevoegd;
overwegende:
- dat op 1 januari 2016 de Gemeenschappelijke regeling Prolander (hierna: de regeling) in werking is getreden waarbij de bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid Prolander (hierna: Prolander) in het leven is geroepen;
- dat uitvoering is gegeven aan artikel 5 van de regeling doordat Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen en de Commissaris van de Koning in de provincie Groningen d.d. 15 december 2015, correspondentienummer 2015-56242, afdeling BJC, hebben vastgesteld het Mandaatbesluit bestuur BVO Prolander en dat Gedeputeerde Staten van Drenthe en de Commissaris van de Koning in Drenthe op 15 december 2015, kenmerk 4.8/2015005470 hebben vastgesteld het Besluit mandaat, volmacht en machtiging bestuur Prolander (hierna tezamen: de Mandaatbesluiten van de deelnemers), krachtens welke documenten aan het bestuur alle bevoegdheden zijn opgedragen die nodig zijn voor de uitvoering van de taken zoals omschreven in artikel 4 van de regeling;
- dat op grond van artikel 10 van de regeling aan het bestuur, naast de op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: de Wgr) aan het bestuur toekomende bevoegdheden, alle bevoegdheden toekomen die aan Prolander zijn opgedragen;
- dat op grond van de rechtspersoonlijkheid van Prolander aan het bestuur bevoegdheden toekomen om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen, waaronder de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en de bevoegdheid tot het aanstellen van personeel op publiekrechtelijke grondslag;
- dat de voorzitter op grond van artikel 12, lid 2, van de regeling de bevoegdheid om Prolander in en buiten rechte te vertegenwoordigen op kan dragen aan een door hem aangewezen persoon;
- dat het bestuur conform de regeling en bovengenoemde Mandaatbesluiten van de deelnemers, bevoegd is om bevoegdheden op te dragen aan de directeur;
- dat de directeur van de BVO Prolander zo spoedig mogelijk over alle bevoegdheden dient te beschikken die nodig zijn voor de toegekende taken en verantwoordelijkheden zoals deze volgen uit de regeling en de overige onderlinge afspraken;
gelet op Algemene wet bestuursrecht, de regeling en de Mandaatbesluiten van de deelnemers;
BESLUITEN:
aan de directeur van Prolander mandaat en ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor het nemen van alle besluiten en het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, met inachtneming van de door de deelnemers en het bestuur vastgestelde budgetten en kaders, met betrekking tot:
- de taken en bevoegdheden die bij de Mandaatbesluiten van de deelnemers aan het bestuur zijn opgedragen, voor zover de aard van de bevoegdheid zich daartegen niet verzet;
- de vertegenwoordiging van de bedrijfsvoeringsorganisatie Prolander in rechte en bij bijeenkomsten inzake mediation;
- de vertegenwoordiging van de bedrijfsvoeringsorganisatie Prolander buiten rechte, zoals:
o het sluiten van overeenkomsten;
o het afsluiten van verzekeringen;
o het inkopen van goederen en diensten;
- de dagelijkse leiding van Prolander en de verantwoordelijkheid van de directeur voor de kwaliteit, tijdigheid en kosteneffectiviteit van de uitvoering van de taken van Prolander;
- de rol van de directeur als hoofd van de ambtelijke organisatie, zoals:
o het aanstellen als ambtenaar;
o het tewerkstellen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;
o het schorsen en ontslag van het personeel van Prolander;
dit met inachtneming van de arbeidsvoorwaarden en rechtspositionele regelingen van de provincie Drenthe;
- de rol van de directeur als ambtelijk opdrachtgever voor en secretaris van het bestuur;
- het ondersteunen, adviseren en informeren van het bestuur door de directeur;
- het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging aan andere medewerkers van Prolander en eventueel aan derden, voor de uitoefening van bovengenoemde bevoegdheden, voor zover de aard van de bevoegdheid zich daartegen niet verzet en onder schriftelijke mededeling aan het bestuur.
Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit directeur Prolander.
Het bestuur van Prolander voornoemd,
A. van der Tuuk, voorzitter
mevrouw mr. drs. E.M. van Everdingen, secretaris
Bij besluit van 2 februari 2016 heeft het bestuur van Prolander bepaald dat het Mandaatbesluit direc-teur Prolander in werking treedt op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad, met terugwer-kende kracht tot 11 januari 2016.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
namens dezen,
mevrouw drs. C.J.Q.C. de Keijzer,
teamleider Bestuur en Concernzaken
Uitgegeven 12 februari 2016