Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2016, 7093 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2016, 7093 | Verordeningen |
Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 13 december 2016, nr. 81A16405, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening overgangsregeling OV Stimulering USP en Rijnsweerd provincie Utrecht)
Gedeputeerde staten van Utrecht;
Gelet op artikel 4, 6 en 37, onder e, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;
In het woon-werkverkeer van medewerkers van bovengenoemde werkgevers het aandeel auto in de modal split laag en het aandeel van het OV hoog is. Dat aandeel mede hoog is door het feit dat medewerkers tot eind 2014 gebruik kunnen maken van een goedkope bereikbaarheidspas (eerst UB en later QB pas). Vanaf 1 januari 2015 deze pas verdwijnt en medewerkers een regulier OV-abonnement moeten aanschaffen. Dat abonnement een medewerker bijna vier keer zoveel kost als de eerdere bereikbaarheidspas;
De werkgeversdrie jaar de tijd krijgen om aan een permanente oplossing te werken en medewerkers te laten wennen aan de werkelijke kosten van het openbaar vervoer. Zij hiertoe worden verleid en ondersteund door de U15 en andere projecten uit het plan van aanpak voor dit gebied, dat in het kader van Beter Benutten Vervolg wordt opgesteld;
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 37 van de ASV die gericht zijn op Beter Benutten;
Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verstrekt als is voldaan aan de volgende criteria:
De subsidie wordt door de subsidieaanvrager gebruikt om voor deelnemers abonnementen voor het openbaar vervoer aan te schaffen, of de door deelnemers aanschafte openbaar vervoerabonnementen te vergoeden, of de deelnemers tegemoet te komen in de kosten bij het reizen op saldo in het openbaar vervoer;
Artikel 3 Subsidieontvangers/Doelgroepen
Subsidie kan worden verstrekt aan Werkgevers op Utrecht Science Park en Rijnsweerd
Onverminderd artikel 7 van de ASV bevat de aanvraag een opgave van het aantal verwachte deelnemers in het desbetreffende jaar, alsmede de bruto en netto werkgeversbijdragen.
In aanvulling op artikel 10 van de Asv gelden de volgende weigeringsgronden: Subsidie kan worden geweigerd indien:
Binnen het kader van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Asv kan ook subsidie worden verleend voor activiteiten die al voor het moment van inwerkingtreding van deze verordening zijn verricht, echter niet vóór 1 januari 2015.
Ingetrokken wordt de Uitvoeringsverordening overgangsregeling OV Stimulering USP en Rijnsweerd provincie Utrecht van 31 maart 2015, nr. 814C99B3.
Deze regeling is een uitwerking van maatregel MNL-BBV-002, Stimulering OV-gebruik Utrecht Sciencepark(USP) en Rijnsweerd, vastgesteld door de stuurgroep Beter Benutten vervolg.
De regeling richt zich op de grote werkgevers gevestigd op Utrecht Sciencepark de Uithof en Rijnsweerd.
Op basis van de evaluatie van de UB- en QB-pas is ingeschat dat de maatregel leidt tot 340 autoritten minder in de spits in 2015 en 2016.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft middelen beschikbaar gesteld via de BDU. De provincie zet geen eigen middelen in.
Artikel 3 Subsidieontvangers/doelgroepen
Hierin wordt aangegeven voor wie de subsidie bedoeld is.
Artikel 6 Weigeringsgronden (Optioneel artikel)
In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen in aanvulling op de weigeringsgronden in de wet (artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht), Europese regelgeving (artikelen 87 ev. EG-verdrag) en artikel 10 van de Asv.
Artikel 8 Standaardberekeningswijze
Vast stellen aantal deelnemers: het aantal werknemers dat aan de criteria voldoet, inclusief medewerkers die niet het hele jaar in dienst van de werkgever zijn geweest of die in de loop van het jaar van de regeling gebruik zijn gaan maken
Stel: de deelnemers moeten gemiddeld 42% van hun inkomen aan belastingen en premies afdragen en de werkgever wil netto € 100,– per medewerker bijdragen, dan is de bruto bijdrage door de werkgever € 100,–*1,724138 (100/58) = € 172,42 per deelnemer.
De hoogte van de subsidie is maximaal en bedraagt € 100,– per deelnemer.
Stel: de deelnemers moeten gemiddeld 37% van hun inkomen aan belastingen en premies afdragen en de werkgever wil netto € 100,– per medewerker bijdragen, dan is de bruto bijdrage door de werkgever € 100,–*1,587301587 (100/63) = € 158,73 per deelnemer.
De hoogte van de subsidie is maximaal en bedraagt € 100,– per deelnemer.
Stel: de deelnemers moeten gemiddeld 42% van hun inkomen aan belastingen en premies afdragen en de werkgever wil bruto € 100,– per medewerker bijdragen. Dan is de netto bijdrage van de werkgever: 100/1,724138= € 58,– per deelnemer.
De subsidie is 40% van € 100,– en bedraagt € 66,76 per deelnemer.
Stel: de deelnemers moeten gemiddeld 42% van hun inkomen aan belastingen en premies afdragen en de werkgever wil netto € 150,– per medewerker bijdragen, dan is de bruto bijdrage door de werkgever € 150,–*1,724138 (100/58) = € 258,62 per deelnemer.
De hoogte van de subsidie is maximaal en bedraagt € 100,– per deelnemer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-7093.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.