Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2016, 7059 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2016, 7059 | Verordeningen |
Derde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant; functie;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 31 mei 2016 de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 15 december 2015 de Subsidieregeling amateurkunst Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de paragrafen Stimulering amateurkunstsector en Jeugdcultuurfonds in de aanbouwregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wensen op te nemen;
Overwegende dat de andere paragrafen van de Subsidieregeling amateurkunst Noord-Brabant zijn uitgewerkt;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 april 2016 het Uitvoeringsprogramma cultuur 2016- 2020Werk in Uitvoering hebben vastgesteld waarin als prestatie is opgenomen dat ten behoeve van een florerende amateurkunst in de provinciale amateurkunstorganisaties worden versterkt;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten dit nieuwe beleid ten aanzien van amateurkunst in de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wensen op te nemen;
De subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen.
Artikel 4.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:
Subsidie wordt geweigerd indien voor de activiteiten reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling.
Artikel 4.7 Subsidiabele kosten
Artikel 4.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 16 januari 2017 tot en met 16 februari 2017.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4.4, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 4.8, vast op
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.4, bedraagt 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 160.000 voor een periode van vier kalenderjaren.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 4.9, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:
Artikel 4.12 Externe adviescommissie
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4 voor advies over artikel 4.6 en artikel 4.11 voor aan de Adviescommissie amateurkunst.
Artikel 4.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 4.14 Prestatieverantwoording
Artikel 4.15 Bevoorschotting en betaling
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Jeugdcultuurfonds Brabant: stichting, die zich als afdeling van het landelijke Jeugdcultuurfonds inzet om kinderen in de provincie Noord-Brabant te ondersteunen, die door het ontbreken van financiële middelen bij de ouders of verzorgers, geen lid kunnen worden van een amateurkunstvereniging of zich niet kunnen scholen in een bepaalde kunstdiscipline;
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door gemeenten.
Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op deelname van jeugd aan kunst en cultuurbeoefening.
Artikel 5.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 5.7 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 5.4:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.4, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:
Artikel 5.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 5.12 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een inhoudelijk verslag van de activiteiten.
’s-Hertogenbosch, 20 december 2016
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
mw. ir. A.M Burger
Toelichting behorende bij de Derde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Met deze wijziging wordt beoogd het provinciale cultuursysteem van de amateurkunstbeoefening en de kunsteducatie te versterken door het ondersteunen van de amateurkunst, die zich richten op inhoudelijke vernieuwing en maatschappelijke verankering van de amateurkunst en door het stimuleren van gemeenten om zich aan te sluiten bij het Jeugdcultuurfonds Brabant, zodat ook voor jongeren in achterstandsituaties het meedoen aan cultuur mogelijk blijft.
Het doel is om door het verstrekken van subsidie maatschappelijk effecten te bereiken. Een maatschappelijk effect van kunstbeoefening is dat kunstbeoefening kan leiden tot ontwikkeling van talenten van de inwoners van de provincie Noord-Brabant. Daarnaast heeft kunstbeoefening een effect op de sociale cohesie in een gemeenschap. Immers, mensen komen bij elkaar en gaan gezamenlijk iets maken. Ook is kunstbeoefening een kweekvijver voor talent en kan het worden beschouwd als een proeftuin. Ideeën kunnen eerst worden uitgeprobeerd met vrijwilligers en bij succes doorontwikkeld worden naar professionele schaal. Voorts heeft kunstbeoefening een economisch effect omdat het leidt tot investeringen van individuen en organisaties in bijvoorbeeld zalen, materialen en scholing. Ten slotte verschaft kunstbeoefening werk aan kunstprofessionals. Die blijven daardoor in de provincie Noord-Brabant, waardoor het cultureel systeem van Brabant vitaal blijft.
De regeling richt zich op provinciaal opererende amateurkunstorganisaties, stimulering ontwikkeling kunstencentra en jeugdcultuurfonds.
Brabant kent een grote en bloeiende amateurkunst en - cultuurbeoefening (AK). Ongeveer de helft van de Brabanders beoefent kunst en cultuur. Laagdrempelige voorzieningen voor amateurkunst als verenigingen en gezelschappen stellen mensen in staat om in hun directe omgeving cultureel actief te zijn. Dit draagt bij aan hun ontplooiing en creativiteit. Gezamenlijke cultuurbeoefening heeft grote waarde voor de sociale cohesie en leefbaarheid van Brabant. De beoefening van kunst en cultuur vindt in toenemende mate plaats op individuele basis en projectmatig. Beoefening in verenigingsverband neemt af.
Wij onderschrijven het belang van een vitaal amateurkunstklimaat niet alleen met het oog op de maatschappelijke ontwikkeling; ook een verdere artistieke ontwikkeling is daarbij belangrijk. Tegelijk constateren we dat veel vormen van amateurkunst zich beperken tot het lokale niveau en daardoor primair een gemeentelijke aangelegenheid zijn.
Onze ondersteuning richt zich op de functionele versterking van de amateurkunst op meerdere terreinen. Naast de creatieve en educatieve aspecten zijn ook talentontwikkeling en versterking van het sociale domein van belang.
Voor de provinciale amateurkunstgezelschappen creëren wij dezelfde randvoorwaarden als voor de professionele kunsten. Tot en met 2016 worden diverse gezelschappen met eenjarige subsidies ondersteund. Door in plaats daarvan meerjarige zekerheid te geven aan een beperkte groep gezelschappen met toegevoegde, artistieke waarde binnen ons cultuursysteem kunnen deze instellingen meerjarige verplichtingen voor bijvoorbeeld concerten of optredens aangaan.
Er is een veelheid aan organisaties of entiteiten op lokaal, provinciaal en landelijk niveau die een rol (kunnen) spelen bij een vitaal amateurkunstklimaat in Brabant. Wij ondersteunen de provinciale amateurkunstorganisaties die bijdragen aan een vitaal netwerk van (lokale) amateurkunstinstellingen
In het voorjaar van 2014 is het jeugdcultuurfonds Brabant opgericht. De doelstelling van het fonds is om kinderen te ondersteunen, die door het ontbreken van financiële middelen bij de ouders of verzorgers, geen lid kunnen worden van een amateurkunstvereniging of zich niet kunnen scholen in een bepaalde kunstdiscipline.
Het fonds is een afdeling van het landelijke jeugdcultuurfonds en is bedoeld voor gemeenten met minder dan 100.000 inwoners die geen eigen jeugdcultuurfonds kunnen oprichten. Gemeenten leggen een bedrag in voor de deelname van haar eigen inwoners en het fonds vult dat bedrag aan met extra middelen die zij door middel van fondsenwerving heeft verkregen. Aanvragen lopen via een netwerk van intermediairs (bijvoorbeeld leerkrachten en maatschappelijk werkers) uit de deelnemende gemeente.
De provincie Noord-Brabant wil stimuleren dat gemeenten zich aansluiten bij dit fonds en wil door middel van deze regeling het door gemeenten ingelegde bedrag verhogen door het verstrekken van een eenmalige subsidie. De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het aantal kinderen in de doelgroep (dat wil zeggen het aantal kinderen dat leeft op het bestaansminimum zoals vastgesteld door het CBS).
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.
Met reikwijdte wordt gedoeld op de plaats waar personen woonachtig zijn. De activiteiten dienen zowel amateurkunstbeoefenaars als bezoekers aan te trekken vanuit de regio of de provincie. Het volstaat niet als alle deelnemers uit een en dezelfde gemeente komen en alle bezoekers uit een en dezelfde gemeente komen.
De subsidieaanvrager mag zelf bepalen of hij zich inzet voor het verbeteren van de kwaliteit van de amateurkunst of het vergroten van de participatiegraad binnen de amateurkunst. Hij mag er ook voor kiezen om zich op beide te richten.
Het activiteitenplan is een plan dat inzicht geeft in welke doelen worden gerealiseerd via welke activiteiten met een bijbehorende planning.
Onder het Brabantse cultuur systeem wordt verstaan een verbondenheid van en tussen de culturele activiteiten die zich voordoen in Brabant. De mate waarin een bijdrage wordt geleverd aan het Brabantse cultuursysteem wordt bepaald door de verbondenheid. Een belangrijk aspect daarvan is het aantal verschillende gemeentes waaruit de bezoekers van de activiteiten komen, maar ook de amateurkunstbeoefenaars. Daarnaast speelt ook de regionale functie van de locatie waar de activiteiten plaatsenvinden of de uitvoeringen gehouden worden mee.
Hierbij wordt onder andere gekeken of de aanvrager ook kritisch kan zijn ten opzichte van de eigen bijdrage in het verbeteren van de kwaliteit van de amateurkunst of het vergroten van de participatiegraad binnen de amateurkunst.
Bij het toetsen van de artistieke kwaliteit zijn zowel de beschrijving van de activiteiten, als de wijze waarop het werkproces is ingericht relevant.
Er wordt ingezoomd op de begrippen:
Zakelijke professionaliteit bestaat naast financieel management ook uit organisatiekracht. Aspecten die een rol spelen zijn de mate waarin de begroting aansluit bij de inhoudelijke plannen, het ondernemerschap dat uit de aanvraag spreekt en in hoeverre de geprognosticeerde inkomsten en uitgaven realistisch zijn. Ook wordt gekeken naar de inrichting van de organisatie en hoe hierin een balans is gevonden tussen efficiency, flexibiliteit, ervaring en kennisontwikkeling.
De mate van bestuurskracht hangt af van de bezetting van het bestuur. Een voltallig bestuur wordt daarbij hoger gewaardeerd. Een bestuur is voltallig als het bestaat uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Daarnaast wordt de bestuurskracht ook beïnvloedt door de taakverdeling van de leden van het bestuur.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-7059.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.