Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2016, 6952 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2016, 6952 | Verordeningen |
Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels ter bescherming van de natuur Verordening natuurbescherming provincie Groningen
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Saten in hun vergadering van 14 december 2016, nr. 3.b.2, afdeling LGW, zaaknummer 652914, hebben vastgesteld de Verordening natuurbescherming provincie Groningen.
Provinciale Staten van Groningen:
Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten, d.d. 25 oktober 2016, corr.nr. 2016-61.739, LGW;
Gezien het advies van de Commissie Ruimte, Natuur en Leefbaarheid d.d. 23 november 2016;
Overwegende dat de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 in werking treedt;
overwegende dat Provinciale Staten op grond van artikel 2.9, derde lid van de Wet natuurbescherming een verordening kunnen vaststellen op grond waarvan het verbod, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van deze wet niet van toepassing is op aangewezen categorieën van projecten, onderscheidenlijk andere handelingen;
overwegende dat het Besluit van 9 februari 2016, houdende de wijziging van het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 in verband met de vrijstelling van de vergunningplicht voor weiden van vee en gebruiken van meststoffen met ingang van 1 januari 2017 komt te vervallen en dat het wenselijk is de vrijstelling voor het weiden van vee en bemesten voort te zetten;
overwegende dat het wenselijk is vrijstelling te verlenen van de algemene beschermingsbepalingen uit de Wet natuurbescherming voor bepaalde soorten onder meer omwille van schadebestrijding en beheer en activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en ruimtelijke inrichting en dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort;
overwegende dat het Besluit Faunabeheer met ingang van 1 januari 2017 komt te vervallen;
overwegende dat Provinciale Staten op grond van de Wet natuurbescherming regels dienen te stellen waaraan de door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplannen dienen te voldoen en dat het wenselijk is de regels uit het Besluit faunabeheer voort te zetten ter borging van de continuïteit van de faunabeheereenheid en faunabeheerplannen;
overwegende dat Provinciale Staten op grond van de Wet natuurbescherming regels kunnen stellen aan wildbeheereenheden en faunabeheereenheden;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen aan de meldingen voor het vellen van houtopstanden en dat aanvullende eisen dienen te worden gesteld aan bosbouwkundig verantwoorde herbeplanting;
overwegende dat Provinciale Staten op grond van de Wet natuurbescherming het wenselijk achten regels te stellen ter invulling van hun taak tegemoetkomingen te verlenen in schade aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde diersoorten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;
Gelet op de artikelen 118 en 143 van de Provinciewet en de artikelen 1.3, zevende lid, 2.9, derde lid, 3.3, tweede lid, 3.8, tweede lid, 3.10, tweede lid, 3.12, negende lid, 3.14, tweede lid, 3.15, derde en vierde lid, 3.25, eerste en tweede lid, 4.2, tweede lid, 4.3, derde lid, 4.5, vierde lid en 6.1 van de Wet natuurbescherming;
Vast te stellen hetgeen volgt:
Hoofdstuk 3 Vrijstellingen soortenbescherming
Artikel 3.1 Aanwijzing soorten schadebestrijding
Als soorten als bedoeld in artikel 3.15, derde lid, van de wet worden aangewezen de soorten genoemd in bijlage I.
Artikel 3.2 Vrijstelling schadebestrijding
In afwijking van artikel 3.5, tweede lid, van de wet is het aan grondgebruikers toegestaan om de in bijlage I aangewezen soort opzettelijk te verstoren op de door hen gebruikte gronden, dan wel in of aan door hem gebruikte opstallen, ter voorkoming van in het lopende of daarop volgende jaar dreigende ernstige schade op deze gronden, in of aan deze opstallen, of in het omringende gebied.
Artikel 3.3 Aanwijzing soorten onderhoud, beheer en werkzaamheden
Als soorten als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, tweede lid, van de wet worden aangewezen de soorten genoemd in bijlage II.
Artikel 3.5 Vrijstelling voor bescherming weidevogels
De verboden, bedoeld in artikel 3.1, tweede, derde en vierde lid, en artikel 3.5, tweede, derde en vierde lid, van de wet, gelden niet ten aanzien van weidevogels, behorende tot vogels als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, en 3.5, eerste lid, van de wet, ten behoeve van activiteiten bestemd en geschikt voor de bescherming van weidevogels, hun eieren en hun niet-vliegvlugge jongen tegen landbouwwerkzaamheden en vee.
Artikel 3.6 Aanwijzing soort overlast
Als soort als bedoeld in artikel 3.16, derde lid, van de wet wordt aangewezen de soort genoemd in bijlage III.
Artikel 3.7 Vrijstelling bestrijding overlast
In afwijking van artikel 3.10, eerste lid, onder a en b, van de wet is het aan gemeenten in de provincie Groningen toegestaan om dieren van de in bijlage III aangewezen soort opzettelijk te vangen, of de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van deze dieren opzettelijk te beschadigen of te vernielen, ter bestrijding van overlast veroorzaakt door deze dieren.
Gedeputeerde Staten kunnen bij regeling voor een daarbij aangegeven periode of voor daarbij aangewezen bebouwde kommen de vrijstelling bedoeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen indien afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van dieren van de in het eerste lid bedoelde soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.
Hoofdstuk 4 Faunabeheereenheden
Artikel 4.1 Faunabeheereenheid
In een faunabeheereenheid werken jachthouders en maatschappelijke organisaties samen ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van het faunabeheerplan of, indien meer faunabeheerplannen van kracht zijn, deze faunabeheerplannen.
Artikel 4.3 Erkenningsvoorwaarden faunabeheereenheid
Bij of krachtens de statuten van de faunabeheereenheid worden de rechten en plichten opgenomen die de bij de faunabeheereenheid aangesloten jachthouders hebben met betrekking tot de uitoefening van de aan de faunabeheereenheid toekomende bevoegdheden, onderscheidenlijk de aan de faunabeheereenheid toegestane handelingen.
Artikel 4.4 Vertegenwoordigende partijen
Naast de zetels genoemd in het eerste lid zijn er in het bestuur van de faunabeheereenheid in elk geval twee zetels beschikbaar voor maatschappelijke organisaties die het doel behartigen van een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren in de regio waartoe het werkgebied van de faunabeheereenheid behoort.
Artikel 4.6 Tellingen en registratie
De faunabeheereenheid neemt, in het kader van het faunabeheerplan of de faunabeheerplannen, deel aan trendtellingen van diersoorten, en tevens de afschotregistratie en de registratie van dood gevonden dieren van deze soorten, voor het gehele gebied waarover zich de zorg van de faunabeheereenheid uitstrekt.
Hoofdstuk 5 Faunabeheerplannen
Artikel 5.1 Doelstelling faunabeheerplan
Een faunabeheerplan is gericht op het duurzaam beheer van in het wild levende dieren, de bestrijding van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers en de uitoefening van de jacht.
Artikel 5.2 Reikwijdte faunabeheerplan
Een faunabeheerplan geldt voor ten minste 5000 hectare van het gehele werkgebied van de faunabeheereenheid.
Artikel 5.4 Eisen aan faunabeheerplan
Een faunabeheerplan bevat ten minste de volgende gegevens:
een onderbouwing van de noodzaak van een duurzaam beheer van de in onderdeel c bedoelde soorten, waaronder een onderbouwde verwachting van de belangen als bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°, artikel 3.8, vijfde lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 3°, artikel 3.10, tweede lid, onderdeel b tot en met h, en artikel 3.17, eerste lid, van de wet die zouden worden geschaad indien niet tot beheer zou worden overgegaan;
per diersoort en gewas een beschrijving van de handelingen die in de periode, bedoeld in onderdeel e, zijn verricht om het schaden van de in onderdeel d bedoelde belangen te voorkomen, alsmede, voorzover daarover redelijkerwijs kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een beschrijving van de effectiviteit van die handelingen;
voorzover het plan betrekking heeft op het beheer van edelherten, damherten, reeën of wilde zwijnen, een beschrijving van het voedselaanbod, de relatie tussen dit voedselaanbod en de grootte van de populatie van de betrokken dieren alsmede de mogelijkheden van uitwisseling met aangrenzende terreinen;
Hoofdstuk 6 Wildbeheereenheden
Artikel 6.2 Afbakening werkgebied wildbeheereenheid
Het gebied waarover zich de zorg van een wildbeheereenheid uitstrekt strekt zich niet uit tot het gebied waarover zich de zorg van een andere wildbeheereenheid uitstrekt.
Bij of krachtens de statuten van de wildbeheereenheid worden de plichten opgenomen die de bij de wildbeheereenheid aangesloten jachthouders hebben met betrekking tot de uitoefening van de aan de wildbeheereenheid verleende bevoegdheden of de aan de wildbeheereenheid door grondgebruikers of door de faunbeheereenheid afgegeven toestemmingen in de zin van artikel 3.15, zevende lid en artikel 3.17, derde lid van de wet.
Wildbeheereenheden die niet kunnen voldoen aan de artikel 6.1, eerste lid, genoemde eis gaan met betrekking tot de uitvoering van de wettelijke taken van de wildbeheereenheid een samenwerkingsovereenkomst aan met een naburige wildbeheereenheid, zodanig dat ze gezamenlijk voldoen aan deze eis.
Artikel 6.5 Lidmaatschap vereniging wildbeheereenheid
Jachthouders met een jachtakte sluiten zich aan bij de wildbeheereenheid in het werkgebied waarbinnen zij een jachtveld hebben.
Artikel 6.6 Opzegging lidmaatschap
De statuten van de wildbeheereenheid bevatten een regeling waarmee het lidmaatschap van een lid van de wildbeheereenheid kan worden opgezegd wanneer dit lid bij handelingen ten behoeve van de uitvoering van een faunabeheerplan niet handelt overeenkomstig dit faunabeheerplan, dit ter beoordeling van het bestuur van de wildbeheereenheid, gehoord het bestuur van de faunabeheereenheid.
Artikel 7.1 Eisen aan de melding van een velling
Gedeputeerde Staten stellen regels met betrekking tot de eisen waaraan meldingen als bedoeld in artikel 4.2, eerste en tweede lid, van de wet moeten voldoen.
Een melding als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de wet wordt niet anders gedaan dan via een door Gedeputeerde Staten daartoe vastgesteld formulier of vastgestelde elektronische wijze.
Hoofdstuk 8 Tegemoetkoming in schade
Artikel 8.1 De aanvraag om tegemoetkoming
Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag om een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 6.1 van de wet in de door in het wild levende, beschermde vogels of dieren aangerichte schade aan de landbouw in behandeling nemen met inachtneming van de hierna volgende bepalingen:
Groningen,
Provinciale Staten van Groningen:
F.J. Paas,
voorzitter.
H. Engels,
griffier.
Bijlage I, II en III, behorende bij en onderdeel uitmakende van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen
Bijlage III, behorende bij artikel 3.6 en 3.7 van de Verordening natuurbescherming provincie
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-6952.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.