Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2016, 6947 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2016, 6947 | Verordeningen |
Besluit van gedeputeerde staten van 20 december 2016, PZH-2016-571650492, tot wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat subsidie voor maatregelen die de toegankelijkheid vergroten en bijdragen aan de verduurzaming van het monument een impuls geeft aan herbestemming van rijksmonumenten;
De Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:
Boven het opschrift van artikel 1 wordt de aanduiding “Paragraaf 1 Algemeen” geplaatst.
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel k door een puntkomma, worden onderdelen toegevoegd, luidende:
Boven het opschrift van artikel 2 wordt de aanduiding “Paragraaf 2 Restauratie rijksmonumenten” geplaatst.
Onder vernummering van de artikelen 15 tot en met 19 tot 28 tot en met 32 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Paragraaf 3 Herbestemming Rijksmonumenten
Artikel 15 Subsidiabele activiteiten en prestatie
Subsidie als bedoeld in artikel 15 wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan, waarvoor subsidie bedoeld in artikel 2 is verstrekt in het huidige kalenderjaar.
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 15, eerste lid, vergezeld van:
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 15 in ieder geval geweigerd:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 15 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 21 Subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in elk geval niet voor subsidie in aanmerking:
a inrichting en afwerking van het exterieur;
b inrichting en afwerking van het interieur ter verhoging van het reguliere comfort;
c installaties, zoals elektra, bliksem-, brandbeveiliging, riolering, gas-, water en telecomvoorzieningen;
Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking bedoeld in het eerste lid de volgende punten toe:
criterium c; ten hoogste 10 punten
openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende 0 - 30 dagen per jaar: 0 punten;
openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende minimaal 30 - 100 dagen per jaar: 4 punten;
openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende minimaal 100 - 300 dagen per jaar: 7 punten;
openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende meer dan 300 dagen per jaar: 10 punten.
criterium d; ten hoogste 17 punten
voor cofinanciering van 50%: 0 punten;
voor cofinanciering van meer dan 50% maar minder dan of gelijk aan 55%: 2 punten;
voor cofinanciering van meer dan 55% maar minder dan of gelijk aan 60%: 4 punten;
voor cofinanciering van meer dan 60% maar minder dan of gelijk aan 65%: 6 punten;
voor cofinanciering van meer dan 65% maar minder dan of gelijk aan 70%: 8 punten;
voor cofinanciering van meer dan 70% maar minder dan of gelijk aan 75%: 10 punten;
voor cofinanciering van meer dan 75% maar minder dan of gelijk aan 80%: 12 punten;
voor cofinanciering van meer dan 80% maar minder dan of gelijk aan 85%: 14 punten;
voor cofinanciering van meer dan 85% maar minder dan 90%: 16 punten;
Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de activiteit met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
Artikel 24 Ontbindende voorwaarde
Indien de omgevingsvergunning, bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het moment van de aanvraag voor subsidie nog niet onherroepelijk is, verstrekken Gedeputeerde Staten de subsidie onder de ontbindende voorwaarde dat de omgevingsvergunning zal worden verleend door de daartoe bevoegde instantie en onherroepelijk is binnen een jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening.
Artikel 25 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
Artikel 26 Prestatieverantwoording
In afwijking van artikel 23 van de Asv gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van:
a een prestatieverslag dat aantoont dat desbetreffende werkzaamheden na behoren zijn uitgevoerd;
b gespecificeerd financieel overzicht conform begrotingsmodel provincie;
c kleurenfoto’s die zijn gemaakt na afronding van de werkzaamheden;
d bouwtechnisch inspectierapport na afronding van de werkzaamheden.
Artikel 27 Bevoorschotting en betaling
Boven het opschrift van artikel 28 wordt de aanduiding “Paragraaf 4 Slotbepalingen” geplaatst.
Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 20 december 2016, PZH-2016-571650492, tot wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013
De provincie Zuid-Holland wil het erfgoed doorgeven aan toekomstige generaties. Het erfgoed draagt bij aan de kwaliteit van onze leefomgeving. Om dreiging van leegstand, verval en eventueel sloop te stoppen, stimuleren we herbestemming van leegstaande rijksmonumenten. Om een impuls te geven aan herbestemming bij de restauratie wordt de subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 uitgebreid.
Herbestemmen van monumenten is vaak een uitdagende puzzel. Er dient onderzocht te worden voor welke functies het pand zich leent. Het vraagt om creativiteit en doorzettingsvermogen. Ook kennis van het monument, de (commerciële) markt en (vergunnings-) procedures is onontbeerlijk. De kosten voor restauratie of renovatie van een monument kunnen hoog uitpakken en niet altijd gedekt worden door de (nieuwe) exploitatie van het monument. Met de uitbreiding van de subsidieregeling kunnen eigenaren van rijksmonumenten bij restauratie subsidie aanvragen voor toegankelijkheids- en duurzaamheidsmaatregelen bij herbestemming van een monumentaal pand.
Monumenten zijn bij wet beschermd. Eigenaren van een monument dienen altijd een omgevingsvergunning aan te vragen bij een functiewijziging van het monument. De aanvraag daarvoor wordt door de gemeente getoetst aan, onder meer, het ter plaatse geldende bestemmingsplan, het Bouwbesluit en de Bouwverordening.
Gemeenten zijn bij herbestemming verplicht om advies in te winnen bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). De Rijksdienst heeft een adviesplicht waar het gaat om (gedeeltelijke) sloop, ingrijpende wijziging, functiewijziging van het pand of een deel daarvan als dit gepaard gaat met een ingrijpende wijziging en reconstructie. Een positief advies afgegeven door de RCE is vereist. Het advies is gericht op het onderling versterken van de nieuwe functie en het monument.
De ondergrens van een subsidie aanvraag is € 12.500,00 om kleinere aanvragen mogelijk te maken en ook een zekere doelmatigheid te behouden.
Vereist is om over minimaal 50% cofinanciering te beschikken omdat het budget zodoende meer toereikend wordt voor de doelstelling en om een gedeelde verantwoordelijkheid en betrokkenheid te bereiken.
Subsidiabele kosten zijn de kosten voor maatregelen voor verbetering van toegankelijkheid voor mensen met een beperking en voor energiebesparing en milieuvriendelijkheid ten behoeve van een passend en duurzaam hergebruik van het rijksmonument. Met deze maatregelen willen we voorzien in behoeften van eigenaren van monumenten bij restauratieprojecten, die niet subsidiabel zijn volgens de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim). In ieder geval komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
1° isolerende voorzieningen, mits bouwfysisch verantwoord, zoals het isoleren van daken, gevels en vloeren, dak- en gevelopeningen;
2° klimaatverbetering met behulp van klimaatinstallaties, zoals ventilatie-, luchtvochtigheids-, verwarmings- installaties en warmte-terug-winsystemen.
Verwacht wordt dat de eigenaren van monumenten minder behoeften hebben aan subsidie voor maatregelen voor het exterieur, comfortverbetering, installaties, wind- of zonne-energie en asbestbehandeling. Niet subsidiabel is de inrichting en afwerking aan het exterieur. Dit houdt terreininrichting, bestrating, verharding, berging en stalling in. Daarnaast zijn de inrichting en afwerking van het interieur ter verhoging van het reguliere comfort, zoals liften, regulier sanitair, keuken, pantry, meubels, stoffering ook niet subsidiabel. Tot slot geen installaties, zoals elektra, bliksem-, brandbeveiliging, riolering, gas-, water en telecomvoorzieningen, zonnepanelen en windmolens, asbestinventarisatie en asbestverwijdering.
Door middel van een rangschikking op basis van criteria kan de nadruk worden gelegd op kwaliteit en doelbereik. In totaal is een maximum van 100 punten te behalen. Met het te behalen aantal punten is de ondergrens vastgesteld op een minimaal te behalen punten van 40 om zo een zekere kwaliteitsborging te behouden. Naarmate er meerdere maatregelen worden uitgevoerd en er aan meer criteria wordt voldaan, kunnen meer punten worden verdiend. Alle maatregelen binnen een aanvraag worden in hun gezamenlijkheid beoordeeld.
Met het rangschikkingscriterium kwaliteit van de toegankelijkheidsmaatregelen wordt beoogd ervoor te zorgen dat mensen, divers als ze zijn, het monument kunnen betreden en erin verblijven en genieten van het culturele erfgoed. De criteria zijn effectief voor de vergroting van de toegankelijkheid en acceptabel in het kader van het behoud van de monumentale waarden van het monument. Er zijn ten hoogste 35 punten te behalen.
De maatregel ‘heeft geen visuele schade’ betekent dat de maatregel geen zichtbare ontsiering en schending van de monumentale waarden oplevert.
De maatregel ‘doelmatig voor beoogd gebruik’ houdt passend en duurzaam voor de herbestemming van het monument in. De maatregel dient niet te ingrijpend te zijn voor de monumentale waarden.
De maatregel ‘is omkeerbaar’ betekent het ervoor zorgen dat bij ingrepen aan het monument er oplossingen zijn om deze terug te draaien.
Met het ‘monument wordt met de maatregel geheel gebruikt’ wordt de oppervlakte in het monument bedoeld dat door de maatregel(en) wordt benut voor de herbestemming.
Met het rangschikkingscriterium kwaliteit van de duurzaamheidsmaatregelen wordt beoogd om het energieverbruik te verminderen, de klimatologische omstandigheden te verbeteren en duurzaam materiaalgebruik te stimuleren. De criteria zijn effectief voor de verduurzaming en acceptabel in het kader van het behoud van de monumentale waarden van het monument. Er zijn ten hoogste 35 punten te behalen.
Maatregel ‘leidt niet tot bouwfysische of bouwkundig constructieve veranderingen’ betekent dat de maatregel geen klimatologische schade zoals warmte en vocht of bouwkundig constructieve schade aan het monument aanbrengt.
Met het rangschikkingscriterium publieke toegankelijkheid wordt de openbare functie van het monument gewaardeerd. Er zijn ten hoogste 10 punten te behalen.
Met het rangschikkingscriterium cofinanciering wordt beoogd subsidieaanvragers te stimuleren tot een hoger cofinancieringspercentage. Er zijn ten hoogste 17 punten te behalen.
Met het rangschikkingscriterium inzet van leerlingwerkplaatsen is 3 punten voor de inzet van 1 of meer leerlingwerkplaatsen te behalen.
Met de aanvang binnen 6 maanden na de bekendmaking van de beschikking is rekening gehouden met de procedure van het advies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed van maximaal 26 weken.
Er wordt afgeweken van de Asv ten aanzien van de verantwoordingsarrangementen zoals verwoord in artikel 17 van de Asv. Dit is om de volgende redenen vertaald in de eisen voor de prestatieverantwoording, zoals aangegeven in artikel 23 Asv:
Het valt niet geheel uit te sluiten dat de te verstrekken subsidies in een enkel geval beoordeeld worden als staatssteun. Waar mogelijk zal dan subsidie verstrekt worden met behulp van de de-minimisverordening (verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PbEU 2013, L 352) danwel met toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L187). Subsidieverstrekking onder deze laatste verordening moet geschieden middels vaststelling op basis van werkelijke kosten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-6947.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.