Mandaatbesluit heffing leges bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade BIJ12 provincie Noord-Brabant

De heffingsambtenaar van de provincie Noord-Brabant;

 

Gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat op 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming in werking treedt waarbij decentralisatie van natuurtaken van het rijk naar de provincies is voorzien;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming de bevoegdheid toekomt besluiten te nemen terzake van het verlenen van tegemoetkoming in schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende vogels en dieren;

 

Overwegende dat de gezamenlijke provincies hebben besloten om de taken op het gebied van faunaschade onder te brengen bij BIJ12 en daarmee de bestaande praktijk zoals deze bestond middels het Faunafonds te continueren;

 

Overwegende dat vorenbedoeld besluit van de gezamenlijke provincies met zich brengt dat Gedeputeerde Staten mandaat verlenen aan de directeur van BIJ 12 om de bevoegdheden samenhangende met de verzoeken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming namens Gedeputeerde Staten te kunnen uitoefenen;

 

Overwegende dat op grond van de Legesverordening Noord-Brabant leges worden geheven van degene op wiens aanvraag een in de tarieventabel, behorende bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;

 

Overwegende dat de legesverordening Noord-Brabant 2012 tevens regelt in welke gevallen de belastingplichtige een aanvraag kan doen tot vermindering of teruggaaf van leges;

 

Overwegende dat de bevoegdheid leges te heffen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, van de Provinciewet is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen, waartoe ook de leges worden gerekend;

 

Overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst is aan de directeur van BIJ12 de bevoegdheid te mandateren tot het heffen van leges in die gevallen, waarin hij mandaat heeft om namens Gedeputeerde Staten te beslissen op aanvragen tegemoetkoming faunaschade;

 

Besluit vast te stellen:

 

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder;

Directeur: Directeur van BIJ12;

BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg;

Mandaatregister; openbaar register als bedoeld artikel 11 van de Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    De heffingsambtenaar verleent aan de directeur mandaat tot het namens hem heffen van leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 6.2, vierde lid aanhef onder b, van de Wet natuurbescherming voorzover:

    • a.

      Gedeputeerde Staten aan de directeur mandaat hebben verleend tot het beslissen op de desbetreffende aanvraag;

    • b.

      voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges verschuldigd zijn op grond van de Legesverordening Noord-Brabant 2012.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, omvat tevens besluiten op verzoeken tot vermindering of teruggaaf van leges en het ambtshalve besluiten tot teruggaaf van leges op grond van het bepaalde in onderdeel 6.1. onder 1 onderdeel b van de tarieventabel, behorend bij artikel 2 onder a, van de Legesverordening provincie Noord-Brabant 2012.

  • 3.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van namens de heffingsambtenaar genomen besluiten.

  • 4.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet niet op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen voor zover aan deze ondermandaat is verleend voor het beslissen op aanvragen waarop de legesheffing betrekking heeft.

  • 2.

    Elk verleend ondermandaat of wijziging daarvan wordt aangetekend op een ondermandaatlijst, die ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan de heffingsambtenaar.

  • 3.

    De ondermandaatlijst wordt gevoegd in het mandaatregister.

Artikel 4 Instructies en informatieverplichting

  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door heffingsambtenaar gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van de heffingsambtenaar in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 5.

    De directeur informeert de heffingsambtenaar over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 5 Ondertekening

  • 1.

    Uit de ondertekening van besluiten, alsmede van daarmee verband houdende uitgaande stukken, waar het mandaat betrekking op heeft, moet blijken dat deze namens de heffingsambtenaar genomen zijn.

  • 2.

    De ondertekening, bedoeld in artikel 2, luidt:

    ‘de heffingsambtenaar van de provincie Noord-Brabant’

    voor deze;

    De directeur van BIJ12,'

  • 3.

    Indien ondermandaat is verleend, als bedoeld in artikel 3, luidt de ondertekening:

    ’de heffingsambtenaar van de provincie Noord-Brabant’

    namens deze,

    gevolgd door de naam, functie en handtekening van de functionaris.

Artikel 6 Registratie en Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt gevoegd in het Mandaatregister.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als; Mandaatbesluit heffing leges bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade BIJ12.

’s-Hertogenbosch, 13 december 2016

de heffingsambtenaar voornoemd,

mw. drs. M.C.A. Buuron RC

Naar boven