Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade Gedeputeerde Staten Noord-Brabant aan BIJ12

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikel 9 Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

 

Overwegende dat op 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming in werking treedt waarbij decentralisatie van natuurtaken van het rijk naar de provincies is voorzien;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 6.1 Wet natuurbescherming de bevoegdheid toekomt besluiten te nemen terzake van het verlenen van tegemoetkoming in schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende vogels en dieren;

 

Overwegende dat de gezamenlijke provincies hebben besloten om de taken op het gebied van faunaschade onder te brengen bij BIJ12 en daarmee de bestaande praktijk zoals deze bestond middels het Faunafonds, te continueren;

 

Overwegende dat vorenbedoeld besluit van de gezamenlijke provincies met zich brengt dat Gedeputeerde Staten mandaat verlenen aan BIJ12 om de bevoegdheden samenhangende met artikel 6.1 Wet natuurbescherming namens Gedeputeerde Staten te kunnen uitoefenen;

 

Besluiten de navolgende mandaatregeling vast te stellen:

 

Artikel 1: Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Directeur: Directeur van BIJ12;

BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg;

Mandaatregister; openbaar register als bedoeld in artikel 11 van de Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Artikel 2: Directeur

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen mandaat aan de directeur om namens hem;

    • a.

      te beslissen op en stukken te ondertekenen betreffende aanvragen tot het verlenen van een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde vogels en dieren als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b, van de Wet natuurbescherming;

    • b.

      betalingen te verrichten in verband met tegemoetkomingen zoals bedoeld onder a;

    • c.

      te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, vierde lid van dit besluit;

    • d.

      te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming.

    • e.

      te verdagen, op te schorten, en verlengen van (beslis)termijnen;

    • f.

      overige correspondentie, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden, met betrekking tot tegemoetkoming in schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde vogels en dieren, als bedoeld in artikel 6.1 Wet natuurbescherming.

    • g.

      een formulier vast te stellen voor het indienen van een aanvraag om een tegemoetkoming.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten verlenen aan de directeur mandaat en volmacht om in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming namens Gedeputeerde Staten:

    • a.

      hoger beroep of verzet in te stellen;

    • b.

      verweerschriften te ondertekenen;

    • c.

      te verzoeken een voorlopige voorziening te treffen of om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening.

Artikel 3: Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen.

  • 2.

    Elk verleend ondermandaat, ondervolmacht of machtiging, of wijziging wordt aangetekend op een ondermandaatlijst, die ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    De ondermandaatlijst wordt gevoegd in het mandaatregister.

Artikel 4 Procesvertegenwoordiging

  • 1.

    Aan de directeur wordt een machtiging verleend tot het in rechte vertegenwoordigen van Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    De directeur kan, krachtens deze machtiging, functionarissen van BIJ12 voordragen tot het in rechte vertegenwoordigen van Gedeputeerde Staten bij de behandeling van de volgende geschillen, mits deze betrekking hebben op besluiten welke bij of krachtens dit mandaatbesluit in mandaat of ondermandaat zijn genomen:

    • a.

      bezwaar, daartoe tevens te rekenen een eventueel te volgen mediationtraject;

    • b.

      beroep of hoger beroep, behandeld door de Rechtbank of de Afdeling

      Bestuursrechtspraak van de Raad van State;

    • c.

      verzoeken om voorlopige voorziening, behandeld door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank of de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 3.

    De krachtens het tweede lid voorgedragen functionarissen BIJ12 behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten

  • 4.

    De directeur BIJ12 en de functionarissen BIJ12 die tevens bevoegd zijn Gedeputeerde Staten in rechte te vertegenwoordigen, worden na goedkeuring toegevoegd aan de lijst van procesvertegenwoordigers, als bedoeld in artikel 9 lid 2 Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

Artikel 5: Instructies en informatieplicht

  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest. In geval het primaire besluit is genomen door de directeur, wordt de beslissing op bezwaar door Gedeputeerde Staten zelf genomen.

  • 5.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden alsmede bij de procesvertegenwoordiging instructies van Gedeputeerde Staten in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 6.

    De directeur informeert Gedeputeerde Staten over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 6: Ondertekening

  • 1.

    De ondertekening, bedoeld in de in artikel 2, vermelde gevallen luidt als volgt;

    ‘Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

    namens deze;

    De directeur van BIJ12’,

  • 2.

    Indien ondermandaat is verleend, als bedoeld in artikel 3 luidt de ondertekening;

    ‘Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

    namens deze,

    gevolgd door de naam, functie en handtekening van de functionaris.

  • 3.

    Indien gebruik wordt gemaakt van volmacht, machtiging en ondervolmacht en –machtiging als bedoeld in artikel 3, tweede lid en artikel 4 zijn bij ondertekening het eerste en het tweede lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij volmacht in plaats van ‘Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant’ , ‘Provincie Noord-Brabant’ wordt vermeld.

Artikel 7: Registratie en Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt gevoegd in het mandaatregister.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017

Artikel 8; Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade Gedeputeerde Staten Noord-Brabant aan BIJ12

’s-Hertogenbosch, 12 december 2016

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H..J. van de Donk

de secretaris

mw. ir. A.M. Burger

Naar boven