Partiële herziening Omgevingsplan 2006 provincie Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid van de Algemene Wet Bestuursrecht bekend dat Provinciale Staten van Flevoland op 7 december 2016 onder nummer 1969639 het navolgende besluit heeft genomen:

 

  • A.

    De Partiële herziening Omgevingsplan 2006 – onderdeel natuur;

 

Het besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

A. Partiële herziening Omgevingsplan 2006 – onderdeel natuur

Toelichting

 

Aanleiding

Het Omgevingsplan Flevoland is op 2 november 2006 vastgesteld. Het Omgevingsplan bevat de beleidskaders voor de provincie op meerdere beleidsterreinen, waaronder natuur.

Voor het beleidsveld natuur zijn er sinds 2006 een aantal grote wijzigingen geweest in beleid- en regelgeving die hun doorwerking hebben voor het provinciaal beleid.

 

  • In 2010 heeft het Rijk de opgave voor robuuste verbindingen geschrapt. Dit heeft er mede toe geleid dat Provinciale Staten in 2012 hebben besloten dat het OostvaardersWold niet gerealiseerd gaat worden.

  • In 2013 is met de vaststelling van het natuurpact de verantwoordelijkheid voor de uitvoering het natuurbeleid gedecentraliseerd naar de provincies. Daarbij is ook afgesproken de term Ecologische Hoofdstructuur die als erg technisch werd ervaren te vervangen door de term NatuurNetwerk Nederland.

  • In 2014 is het subsidiestelsel voor agrarisch natuurbeheer vernieuwd, wat consequenties heeft gehad voor de opgave en de organisatie van het agrarisch natuurbeheer.

  • In 2014 hebben Provinciale Staten van Flevoland de visie "Flevoland verrassend groen", visie Natuur en landschap Flevoland vastgesteld.

  • In 2014 is de Programmatische Aanpak Stikstof vastgesteld, ter vervanging van het voorgaande ammoniakbeleid.

  • In 2015 hebben Provinciale Staten een partiele herziening van het waterbeleid vastgesteld.

  • In 2015 hebben de Eerste en Tweede Kamer een nieuwe wet Natuurbescherming vastgesteld die in de plaats zal treden van de Natuurbeschermingswet, de Flora en Faunawet en de Boswet.

 

Leeswijzer

Deze partiële herziening bevat alleen technische aanpassingen van het beleid, die voortvloeien uit de in de aanleiding genoemde wijzigingen:

  • -

    Alle verwijzingen naar het voormalige speerpunt OostvaardersWold zijn geschrapt, met behoud van de juridische borging van compensatieafspraken.

  • -

    Veranderingen in vastgestelde wet- en regelgeving: dit betreft met name aanpassingen van terminologie.

  • -

    Doorwerking van door PS vastgesteld beleid: de visie Flevoland verrassend groen, toekomstsvisie natuur en landschap Flevoland.

 

Het provinciale natuurbeleid is vooral neergelegd in paragraaf 5.4 van het Omgevingsplan Flevoland. Buiten deze paragraaf gaat het vooral om het schrappen van verwijzingen naar het voormalige OostvaardersWold en het aanpassen van de terminologie.

Daarom is ervoor gekozen om in de vormgeving een tweedeling in de partiële herziening aan te brengen:

  • -

    de focus ligt op het bieden van een overzicht van het natuurbeleid in paragraaf 5.4 Natuur van het Omgevingsplan, onderdeel 1 van deze partiële herziening.

  • -

    de aanpassingen buiten paragraaf 5.4 Natuur zijn apart vermeld in onderdeel 2 van deze partiële herziening.

 

Nieuwe beleidsontwikkelingen en nog niet uitgekristalliseerde uitwerkingen zijn niet meegenomen in deze herziening, dit betreft:

  • -

    Voorbereidingen voor de Omgevingsvisie.

  • -

    Uitwerkingen Programma Nieuwe Natuur.

  • -

    Discussie over spelregels herbegrenzing EHS.

Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland – natuur

Onderdeel 1

Toelichting onderdeel 1

De tekst voor het natuurbeleid dat in hoofdstuk 5 Beleidskader voor het landelijk gebied is opgenomen in paragraaf 5.4 Natuur, is aangepast:

 

  • -

    Alle verwijzingen naar het voormalige speerpunt OostvaardersWold zijn geschrapt;

  • -

    Terminologie is aangepast aan veranderingen in vastgestelde wet- en regelgeving;

  • -

    Verwerking van het door Provinciale Staten vastgesteld beleid: de visie Flevoland verrassend groen, toekomstsvisie natuur en landschap Flevoland;

  • -

    Tekstblokken zijn verschoven voor een logische redactie.

 

Dat houdt in dat paragraaf 5.4 Natuur in zijn geheel wordt vervangen door de volgende tekst:

  

Hoofdlijn natuurbeleid

Doel van het NatuurNetwerk is de realisatie van een robuust, samenhangend netwerk van natuurgebieden dat voldoende (leef-)ruimte biedt voor soorten en waarden die karakteristiek zijn voor de Flevolandse natuur.

Voor het Natuurnetwerk geldt in beginsel een ‘nee, tenzij’-regime, maar wanneer door toepassing van de saldobenadering de maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen zodanig worden vormgegeven dat zij elkaar niet belemmeren maar versterken, en daarmee bijdragen aan het totale NatuurNetwerk, kan dit regime worden omgebogen in een ‘ja, want’.

 

Het provinciaal natuurbeleid richt zich op:

A. Het nationaal natuurnetwerk

B. De ecologische verbindingen

C. Het soortenbeleid

D. Agrarisch natuurbeheer

  

A. Nationaal natuurnetwerk

 

Opgave

Ongeveer de helft van Flevoland (de Oostvaardersplassen, de Lepelaarplassen en vrijwel alle grote wateren) is aangewezen als speciale beschermingszone (SBZ) onder de Europese Vogelrichtlijn en maakt daarmee onderdeel uit van het internationale natuurnetwerk Natura 2000. Enkele delen van deze gebieden zijn tevens aangemeld als beschermingszone onder de Habitatrichtlijn. Nederland is verplicht om specifieke soorten en habitats in deze gebieden in een goede staat van instandhouding te brengen en te houden.

 

Op grond van artikel 4.9 van de Wet milieubeheer zijn in figuur 16 Natuur de Wetlands aangegeven. Dit zijn gebieden, die ingevolge artikel 2 van de Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor watervogels, gesloten op 2 februari 1971 in Ramsar, zijn opgenomen in de lijst van watergebieden van internationale betekenis. De betekenis van de aanwijzing in de zin van bescherming van het gebied is nagenoeg geheel vormgegeven met bepalingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, in Nederland geïmplementeerd in de toetsingskaders van de wet Natuurbescherming.

 

De provincie is bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving op grond van de Wet Natuurbeschermingen voor het opstellen en uitvoeren van beheerplannen voor de binnendijks gelegen gebieden.

De provincie maakt natuurinformatie via internet toegankelijk.

 

De Natura 2000 gebieden vormen samen met een groot deel van de binnendijkse natuurgebieden het Flevolandse deel van het NatuurNetwerk Nederland (NNN) dat voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) werd genoemd.

  

Doel van het NNN is de realisatie van een robuust landelijk samenhangend netwerk van natuurgebieden dat voldoende (leef-)ruimte biedt voor soorten en waarden die karakteristiek zijn voor de Nederlandse natuur, dat beleefbaar is voor mensen en dat bijdraagt aan het maatschappelijk welzijn. Voor de realisatie van de ambities van het NatuurNetwerk Nederland geldt 2027 als tijdshorizon.

In de verordening voor de Fysieke leefomgeving is de begrenzing van het Flevolandse NatuurNetwerk vastgelegd en aanvullend hebben Gedeputeerde Staten de wezenlijke kenmerken en waarden aangewezen.

 

De robuustheid, samenhang, specifieke kwaliteiten en beleefbaarheid zijn in een deel van het netwerk nog te gering.

De ambitie van de provincie is om het volledige Natuurnetwerk inclusief de Natura 2000 gebieden zo in te richten dat die voldoet aan de opgaven vanuit de Europese Unie en voldoende draagkracht heeft voor recreatie en andere maatschappelijke functies.

In Flevoland zijn de internationale opgaven vooral het instandhouden en verder ontwikkelen van de natuurwaarden voor moerassen, open water, natte bosgebieden en het open agrarisch gebied. De relatie tussen de binnendijkse en de buitendijkse natuurgebieden kan versterkt worden door binnendijks meer natte leefgebieden te realiseren.

De provincie Flevoland wil natuur beschermen en ontwikkelen, maar ook ruimte hebben om andere maatschappelijke ontwikkelingen zoals woningbouw en recreatie optimaal vorm te geven.

 

De abiotische kwaliteit van het NNN is van grote invloed op de natuurwaarden. In Flevoland betreft dit vooral een aanpak van verdroging, versnippering en verstoring door geluid. Daarnaast gaat het om verzuring van gebieden die buiten Flevoland liggen.

  • -

    Bij het waterbeheer wordt rekening gehouden met de grondwaterafhankelijke natuur. De wijze waarop is uitgewerkt in de partiële herziening water 2015.

  • -

    Versnippering moet op grond van de afspraken met het rijk voor 2018 zijn aangepakt.

  • -

    Verstoring door geluid moet in 2027 zijn aangepakt.

  • -

    De Flevolandse natuurgebieden zijn niet gevoelig voor verzuring. Wel kan stikstof, afkomstig van de veehouderijbedrijven in Flevoland, leiden tot verzuring van kwetsbare natuurgebieden in Friesland, Overijssel en Gelderland. Met de inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof zijn er landelijke kaders vastgesteld om nadelige effecten van verzuring tegen te gaan en tegelijk ontwikkelruimte te behouden.

 

Invulling opgave

De natuurwetgeving hanteert binnen het NatuurNetwerk een ‘nee, tenzij’-regime: nieuwe activiteiten zijn niet toegestaan, tenzij kan worden aangetoond dat de beschermde habitats en soorten daarvan geen schade ondervinden. Slechts indien een blijvende gunstige staat van instandhouding voor soorten en habitats gegarandeerd is, kan ‘nee, tenzij’ worden omgebogen in een door de provincie gewenst ‘ja, want’. De provincie maakt hiervoor gebruik van een systeem van saldobenadering en principes van natuurinclusief ontwerp. Het uitgangspunt van deze benadering is dat de maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen zodanig vorm worden gegeven dat zij elkaar niet belemmeren, maar versterken.

Als elders binnen het Flevolandse natuursysteem een vergelijkbare of grotere verbetering wordt gerealiseerd, kan plaatselijk een verslechtering van de natuurkwaliteit acceptabel zijn. De uitwerking van de saldobenadering is voor het Natura 2000 netwerk en het NNN verschillend, omdat op grond van de wettelijke kaders voor beide verschillende afwegingscriteria gelden. Dit is uitgewerkt in de spelregels NNN die onderdeel uitmaken van de verordening voor de Fysieke Leefomgeving. De provincie geeft prioriteit aan een integrale visie voor Markermeer en IJmeer en de uitvoering van het programma Nieuwe Natuur. In dit programma worden ook de salderingsopgaven van natuurwaarden die elders in de provincie verloren zijn gegaan meegenomen.

 

Voor het Natura 2000 netwerk zet de provincie Flevoland een koers in, waarbij de gewenste toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen geen significante negatieve gevolgen meer zullen hebben. Dit kan bereikt worden door, voorafgaand aan of tegelijk met bijvoorbeeld woningbouwprojecten, de natuurkwaliteiten van het huidige netwerk in Flevoland zo te versterken, dat de door het rijk vastgestelde instandhoudingdoelstellingen en herstelopgaven ruimschoots worden gerealiseerd. In dit creatieve proces is medewerking en instemming van het rijk en de Europese Commissie vereist.

 

Voor het deel van het NNN dat niet onder de Natura 2000 bescherming valt, maakt de provincie saldering op gebiedsniveau mogelijk, op basis van integrale gebiedsplannen die samen met gebiedspartners worden opgesteld. Binnen een gebied is een (gedeeltelijke) herbegrenzing van het NNN mogelijk. Ook het uitplaatsen van verstorende bedrijven behoort tot de mogelijkheden. Uitgangspunt is in alle gevallen dat de omvang van het NNN minimaal gelijk blijft en dat er een kwalitatieve verbetering van de natuurwaarden optreedt (bijvoorbeeld door verbetering van de milieukwaliteit). Ten behoeve van de gewenste robuustheid wordt voor kwantitatieve opgaven vooral gezocht naar locaties die grenzen aan het bestaande NatuurNetwerk en die versnippering van het NatuurNetwerk kunnen voorkomen of oplossen. Investeringen in de natuur worden bij voorkeur ingezet in gebieden waar sprake is van voor de natuur gunstige (abiotische) omstandigheden, waardoor de saldering ook bijdraagt aan een verbetering en verduurzaming van het gehele ecosysteem.

 

Bij de uitwerking van de saldobenadering is van belang dat niet alle gebieden binnen het NatuurNetwerk dezelfde waarde hebben. Op figuur 16 Natuur is voor het binnendijkse Natuurnetwerk een onderscheid in drie groepen gebieden aangegeven:

 

  • 1.

    Prioritaire gebieden: naast de gebieden die in het verleden al door het rijk zijn aangewezen (als Vogelrichtlijngebied, beschermd natuurmonument of bosreservaat), gaat het om gebieden waar al zeer bijzondere natuurwaarden zijn ontstaan die vanwege de bijzondere abiotische omstandigheden niet of nauwelijks elders in Flevoland realiseerbaar zijn (bv. Kuinderplas, Bremerbergbos, Ellerslenk). Toepassing van de saldobenadering is in deze gebieden niet mogelijk.

  • 2.

    Waardevolle gebieden: dit zijn gebieden met een hoge actuele of potentiële natuurwaarde. De gebieden zijn essentieel voor de gewenste samenhang en kwaliteit van het NatuurNetwerk. Binnen deze gebieden is de ruimte voor het toepassen van de saldobenadering beperkt, tenzij de natuurkwaliteit en/of -kwantiteit en de gebruikswaarde van het gebied verbeteren. De prioritaire en de waardevolle gebieden vormen samen de kerngebieden van het NNN.

  • 3.

    Overig NNN: deze gebieden hebben vaak een hoge lokale waarde, deels door de ligging in of nabij de kernen, maar soms ook door bijzondere abiotische waarden of bijvoorbeeld als landschappelijk element. De omvang of de gebruiksdruk zijn echter zodanig dat het alleen met hoge beheerinspanningen mogelijk is om deze waarden ook duurzaam te blijven beheren. Deze gebieden lenen zich het best voor de saldobenadering.

De binnendijkse Natura 2000 gebieden behoren tot de prioritaire gebieden. Voor de buitendijkse gebieden zal aan de hand van de verplicht op te stellen beheerplannen gekeken worden of een nadere indeling wenselijk en zinvol is.

Voor bos- of natuurgebieden buiten het NNN volstaat de provincie vanuit haar medebewindstaken met een toetsing of aan de juridische vereisten wordt voldaan. Het primaat voor de afweging ligt bij de gemeenten.

  

B. Ecologische verbindingen

 

Opgave

Voor het versterken van de samenhang in het NatuurNetwerk zijn ecologische verbindingen van belang. Het zijn vaak lintvormige elementen met een zodanige natuurlijke begroeiing dat verschillende diersoorten er voldoende beschutting vinden om de oversteek van het ene kerngebied naar het andere te wagen. In Flevoland vervullen de meeste tochten en vaarten een verbindende functie. Hoe langer de afstand, des te belangrijker is het dat er ook tussentijds wat grotere stapstenen zijn die als tijdelijk rustgebied kunnen fungeren.

 

Invulling opgave

De provincie geeft prioriteit aan die verbindingen die essentieel zijn voor de gewenste samenhang in het NatuurNetwerk en die voor een groot deel al zijn ingericht. Dit zijn de Hoge en de Lage Vaart, de Knardijk, de Larservaart, de Lemstervaart, de Zwolsevaart, de verbinding door Almere Poort, de verbinding tussen Reve-Abbert en Wisentbos (langs de Hanzelijn) en de verbindingen in de oostrand van Oostelijk Flevoland waar de bosgordel op dit moment niet aaneensluit (figuur 16 Natuur).

De verbinding door Almere Poort is onderdeel van de ecologische visie van Almere en wordt door de gemeente gerealiseerd. Daarnaast vormen ook andere vaarten en tochten verbindingen tussen natuurgebieden. Door een meer natuurvriendelijke inrichting kan de kwaliteit voor natuur en waterberging soms nog verbeterd worden. De provincie ziet daarin vooral een rol weggelegd voor gemeenten en waterschap.

 

Voor de vaarten die de provincie zelf in beheer heeft, wil de provincie de natuurvriendelijke inrichting verbeteren op grond van een meerjarenprogrammering, waarbij zoveel mogelijk wordt aangehaakt bij noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Door een meer natuurvriendelijke inrichting zullen deze verbindingen ook aantrekkelijker worden voor recreatieve functies en kunnen ze een bijdrage leveren aan opgaven op het gebied van waterberging en waterkwaliteit.

  

C. Soortenbeleid

 

Opgave

Door haar ligging is Flevoland een cruciale schakel tussen waterrijke gebieden in Utrecht, Noord-Holland, Overijssel en Friesland en daarmee binnen de Natte As. De grote wateren, de kustzones en moerassen zijn van internationaal belang voor het voortbestaan van een groot aantal (vogel-)soorten. De beschermde natuurgebieden zijn voor deze soorten cruciaal, maar ook niet beschermde gebieden zijn van belang, bijvoorbeeld als foerageergebied.

Bestaande populaties moeten duurzaam in stand worden gehouden (bescherming).

Toekomstige populaties moeten zich kunnen ontwikkelen tot duurzame populaties (uitbreiding).

 

Invulling opgave

Door een integrale werkwijze moeten conflicten tussen economie en ecologie zoveel mogelijk voorkomen worden. Weloverwogen locatiekeuzes zorgen er voor dat kansen benut worden om gebiedsontwikkeling en soortenbescherming te koppelen.

 

De provincie wil soorten beschermen via een leefgebiedenbenadering. Daartoe heeft de provincie in overleg met de gebiedspartners gebiedsgerichte uitwerkingen van de leefgebieden moeras, grote wateren en kustzone, opgesteld. Dit biedt een basis voor concrete uitvoeringsmaatregelen. De bedreigde en ernstig bedreigde soorten van de Rode Lijst zijn bij de gebiedsuitwerkingen betrokken. Een uitwerking van het leefgebied stedelijk gebied acht de provincie vooral een taak van de gemeenten.

 

Voor strikt beschermde, maar in Flevoland algemeen voorkomende, soorten wil Flevoland toe naar een proactieve werkwijze waarbij er voldoende garanties zijn dat de soort duurzaam in Flevoland kan voortbestaan en mogelijkheden ontstaan voor ruimtelijke ontwikkelingen. In overleg met het rijk heeft de provincie voor de rugstreeppad een pilot uitgevoerd waarbij een algemene ontheffing gepaard ging met afspraken over beschermingsmaatregelen. Wanneer deze succesvol blijkt en bijdraagt aan oplossingen voor ruimtelijke opgaven, kan de provincie deze werkwijze ook voor andere strikt beschermde soorten gaan toepassen.

 

De provincie stemt haar eigen beheer af op bedreigde en beschermde dier- en plantensoorten en verwacht dat ook van natuurbeheerders en overige gebiedspartners.

D. Agrarisch natuurbeheer

 

Opgave

Agrarisch natuurbeheer richt zich op het versterken van de natuurwaarden van het agrarisch gebied.

 

Invulling opgave

De natuurwaarden van het agrarisch gebied worden versterkt doordat boeren gerichte beheersmaatregelen treffen.

Ter verbetering van de effectiviteit en efficiëntie van het agrarisch natuurbeheer wordt er met ingang van 2016 gewerkt volgens een nieuwe en collectieve werkwijze.

Het agrarisch natuurbeheer wordt meer dan voorheen ingezet ten gunste van soorten van internationaal belang.

In het natuurbeheerplan zijn deze doelen voor Flevoland nader uitgewerkt. De uitvoering vindt plaats door het Flevolands Agrarisch Collectief

 

Weidevogelbeheer is voor Flevoland geen (rijks)opgave omdat Flevoland voor het voortbestaan van weidevogels in Nederland van relatief geringe betekenis is.

  

Aanpassing kaarten: Figuur 16 – nieuwe EHS-kaart wordt kaart Natuur

 

  • Groenblauwe zone vervalt

  • Natuurgebied “de grote trap” wordt aangemerkt als NNN

  • Milieutekorten verdroging wordt van deze kaart afgehaald, staat op waterkaart (nr.10)

Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland – natuur

Onderdeel 2

Toelichting onderdeel 2

De tekst buiten paragraaf 5.4 Natuur, is aangepast:

 

  • -

    Alle verwijzingen naar het voormalige speerpunt OostvaardersWold zijn geschrapt;

  • -

    Terminologie is aangepast aan veranderingen in vastgestelde wet- en regelgeving;

  • -

    Verwerking van het door Provinciale Staten vastgesteld beleid: de visie Flevoland verrassend groen, toekomstsvisie natuur en landschap Flevoland;

 

Dat houdt in dat er vooral onderdelen zijn geschrapt en de term Ecologische Hoofdstructuur is gewijzigd naar NatuurNetwerk Nederland.

 

Voor de wijzigingen is de indeling en hoofdstuknummering van het Omgevingsplan 2006 aangehouden.

 

De wijzingen zijn de volgende:

  

1 ONTWIKKELINGSVISIE

In de inhoudsopgave is bij DEEL III Uitvoering onder 6 Speerpuntgebieden geschrapt:

“6.2 OostvaardersWold”.

  

2 ONTWIKKELINGSVISIE

2.2 Visie en ambitie

2.2.1. Provinciebrede ambities

Van de 5e alinea “De Flevolandse polders en wateren … met elkaar verbonden worden” is de laatste zin “De belangrijkste opgave is om een robuust ecologische verbinding te realiseren tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe, waardoor deze twee assen met elkaar verbonden worden.” geschrapt.

 

In de 7e alinea “Zuidelijk Flevoland, en dan vooral … van (boven-)regionale betekenis zijn” is de tekst “De groeitaakstelling van Almere … recreatieve voorzieningen gewenst” vervangen door de tekst: “De groeitaakstelling van Almere moet worden gecombineerd met ecologische functies, bijvoorbeeld aan de westzijde bij het IJmeer en aan de noordoostzijde waar een combinatie van landelijk wonen met natuur met waterberging, en met toeristisch-recreatieve voorzieningen is voorzien.”

 

2.2.3 Landelijk gebied

In de 3e alinea “De natuurwaarden van Flevoland zijn groot … veel kwaliteit biedt voor mens, plant en dier” is de EHS vervangen door NatuurNetwerk, zodat de tekst komt te luiden: “De natuurwaarden van Flevoland zijn groot. De grote wateren en moerasgebieden zijn belangrijke schakels in het internationale natuurnetwerk Natura 2000 en herbergen veel zeldzame en strikt beschermde soorten en habitats. Deze gebieden vormen samen met de omvangrijke vochtige en natuurrijke bosgebieden het Flevolandse deel van het Natuurnetwerk Nederland De provincie wil dit NatuurNetwerk versterken tot een robuust en gedifferentieerd systeem, dat karakteristiek is voor Flevoland. Op deze wijze ontstaat een duurzame en samenhangende structuur van natuurgebieden die veel kwaliteit biedt voor mens, plant en dier.”

 

2.3 Sturen op resultaat

Aanpassing figuren:

Figuur 1 Provinciale Hoofdstructuur

Aanduiding Robuuste ecologische verbinding Oostvaardersplassen-Veluwe is vervallen

 

Figuur 2 Ontwikkelingsvisie 2030

Aanduidingen groen-blauwe zone Oostvaarderswold en zoekgebied robuuste ecologische verbinding met Gelderland zijn vervallen

 

Figuur 3 Provinciale Speerpuntgebieden

Speerpunt 2 OostvaardersWold is vervallen

 

3 OMGEVINGSKWALITEIT

3.4 Beleidsuitgangspunten

3.4.1 Verkeer en vervoer

Van de tekst onder het kopje Mobiliteit en leefomgeving, is de laatste zin “Bij de aanleg van de robuuste ecologische verbinding OostvaardersWold in Zuid Flevoland zal de provincie rekening houden met de ecologische overgangen bij de provinciale wegen” geschrapt.

  

6 SPEERPUNTGEBIEDEN

Paragraaf 6.2 OostvaardersWold – is vervallen

Figuur 25 – is vervallen

  

7 STURING EN DOORWERKING

7.1 Rollen en sturingsfilosofie

Onder het kopje De provincie als ontwikkelaar, is in de eerste alinea “Een provinciale rol die de komende jaren …. Respectievelijk subsidiëren van uitvoeringstrajecten” de zin “Voorbeelden zijn het OostvaardersWold, de West-Oost as, maar ook in kleinschaliger zin het vervolg op het integraal gebiedsgericht beleid” geschrapt.

 

7.3.3 Uitwerkingen en afwijken van het Omgevingsplan

In de lijst van uitwerkingen wordt is punt “7. EHS: integrale gebiedsvisies die door het rijk worden getoetst” geschrapt.

 

7.3.4 Essentiële elementen van dit Omgevingsplan

Het essentieel element “10. Doel van de EHS is de realisatie van een robuust, samenhangend netwerk van natuurgebieden dat voldoende (leef-)ruimte biedt voor soorten en waarden die karakteristiek zijn voor de Flevolandse Natuur. Voor de EHS geldt in beginsel een ‘nee, tenzij’-regime, maar wanneer door toepassing van de saldobenadering de maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen zodanig worden vormgegeven dat zij elkaar niet belemmeren maar versterken, en daarmee bijdragen aan het totale netwerk van de EHS, kan dit regime worden omgebogen in een ‘ja, want’” is vervangen door

“10. Doel van het NatuurNetwerk is de realisatie van een robuust, samenhangend netwerk van natuurgebieden dat voldoende (leef-)ruimte biedt voor soorten en waarden die karakteristiek zijn voor de Flevolandse natuur. Voor het Natuurnetwerk geldt in beginsel een ‘nee, tenzij’-regime, maar wanneer door toepassing van de saldobenadering de maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen zodanig worden vormgegeven dat zij elkaar niet belemmeren maar versterken, en daarmee bijdragen aan het totale NatuurNetwerk, kan dit regime worden omgebogen in een ‘ja, want’.”

  

8 UITVOERINGSAGENDA

8.1. Speerpuntgebieden

De kop en de bijbehorende tekst en tabel van Speerpuntgebied OostvaardersWold is vervallen.

 

8.2. Belangrijkste sectorale maatregelen

In de tabel onder het kopje Natuurbeleid is de laatste rij: Ecologische verbindingen, agrarisch natuurbeheer vervallen.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van 7 december 2016.

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven