Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017)

Gedeputeerde staten,

 

Gelet op:

artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet;

artikel 8 van Wet openbaarheid van bestuur;

artikel 5 van de Wet hergebruik van overheidsinformatie;

de Wet bescherming persoonsgegevens;

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat,

besluitvorming van gedeputeerde staten als uitgangspunt open en transparant hoort te zijn;

het wenselijk is om de daarop te maken uitzonderingen uit het oogpunt van rechtszekerheid en kenbaarheid bij derden neer te leggen in een beleidsregel;

 

Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve openbaarheid: het uit eigen beweging openbaar maken van documenten die gedeputeerde staten onder zich hebben zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • b.

    Who: Wet hergebruik van overheidsinformatie;

  • c.

    Wob: Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 2 Actieve openbaarheid

  • 1.

    Besluiten van gedeputeerde staten maken gedeputeerde staten actief openbaar inclusief het advies dat daaraan ten grondslag ligt en inclusief de daarbij behorende documenten.

  • 2.

    Op een nader door gedeputeerde staten te bepalen tijdstip zal de actieve openbaarheid ook gaan gelden voor de namens gedeputeerde staten te nemen besluiten en de daaraan ten grondslag liggende documenten.

  • 3.

    Informatie die geschikt is voor hergebruik zoals bedoeld in de Who maken gedeputeerde staten actief openbaar. Actieve openbaarmaking vindt plaats door publicatie op de website van de provincie Zuid-Holland.

  • 4.

    Publicatie geschiedt zo spoedig mogelijk nadat het besluit is genomen en er niet langer sprake is van uitzonderingen of beperkingen zoals genoemd in deze beleidsregel.

Artikel 3 Uitzonderingen en beperkingen op actieve openbaarheid

Ten aanzien van het uitgangspunt van actieve openbaarheid kunnen gedeputeerde staten uitzonderingen en beperkingen toepassen op grond van de volgende omstandigheden:

  • a.

    uitzonderingen zoals genoemd in de artikelen 10 en 11 van de Wob en de artikelen 2 en 3 van de Who;

  • b.

    overeenkomsten die nog als concept zijn aan te merken, zo lang die niet door alle partijen zijn ondertekend;

  • c.

    onderliggende documenten bij het besluit waarvan gedeputeerde staten of de gemandateerde(n) van mening zijn dat deze gezien de fase van het politieke of bestuurlijke proces als verstorend voor het verdere proces van bestuurlijke beraad zijn aan te merken;

  • d.

    besluiten en correspondentie gericht aan natuurlijke en rechtspersonen, die nog niet zijn ondertekend, en voordat zij als eerste aan de geadresseerde zijn verzonden.

Artikel 4 Persoonlijke levenssfeer

Ten aanzien van het respecteren van de persoonlijke levenssfeer hanteren gedeputeerde staten de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt alleen van toepassing geacht voor natuurlijke personen.

  • b.

    Als persoonlijke levenssfeer merken gedeputeerde staten aan informatie over zakelijke contactgegevens van natuurlijke personen, voor zover die in het kader van andere procedures en mogelijke voorschriften tot openbaarheid al niet (mogelijk) openbaar zijn.

  • c.

    Namen, functies en zakelijke contactgegevens die verbonden zijn aan personen die in functie een vertegenwoordigende taak uitoefenen namens een rechtspersoon zijn in beginsel openbaar.

  • d.

    Gedeputeerde staten kunnen afzien van actieve openbaarheid indien zij van mening zijn dat er redelijke aanwijzingen zijn dat de actieve openbaarheid bezwarend is vanwege mogelijke intimidatie of andere hiermee vergelijkbare omstandigheden.

Artikel 5 Het openbaar maken van informatie afkomstig van derden

Bij actieve openbaarheid nemen gedeputeerde staten artikel 6, lid 5 van de Wob in acht. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Derden die op enige wijze zijn betrokken bij de besluitvorming behoren er kennis van te dragen dat schriftelijke producties waaraan zij hebben bijgedragen in aanmerking komen voor actieve openbaarheid.

  • b.

    Derden die zich uit eigen beweging tot gedeputeerde staten wenden, worden er op gewezen dat hun producties, in het geval zij deel uitmaken van een besluitvormingsproces, actief openbaar worden gemaakt.

  • c.

    Derden als bedoeld onder a en b kunnen bij hun productie, of nadat zij daarop zijn gewezen, verzoeken om af te zien van actieve openbaarheid.

  • d.

    Een verzoek zoals genoemd onder c wordt beoordeeld aan de uitgangspunten die gedeputeerde staten hanteren in deze beleidsregel.

  • e.

    Het afwijzen van het verzoek leidt tot een zienswijzeprocedure zoals bedoeld in artikel 6, lid 5 van de Wob.

Artikel 6 Externe mandaten

Deze beleidsregel is onverminderd van toepassing op besluiten en onderliggende documenten die in mandaat worden genomen namens gedeputeerde staten door externe bestuursorganen en hun functionarissen.

Artikel 7 Evaluatie

Binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt deze beleidsregel geëvalueerd.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

 

Den Haag, 13 december 2016

 

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

 

Drs. J. Smit,

voorzitter

Drs. J.H. de Baas,

secretaris

 

Toelichting behorende bij de Beleidslijn actieve openbaarheid provincie Zuid-Holland 2017

 

Algemeen

 

1. Inleiding

Gedeputeerde staten hebben besloten om besluiten die door of namens hen zijn genomen actief openbaar te maken. Hierbij worden eveneens de documenten openbaar gemaakt die ter onderbouwing van het genomen besluit zijn aangereikt. Het openbaar maken geschiedt door de documenten te publiceren op de website van de provincie Zuid Holland. Het besluit tot actieve openbaarheid wordt gefaseerd ingevoerd. Per 1 januari 2017 zal dit gelden voor de besluiten die deel uitmaken van de openbare agenda van de vergaderingen van gedeputeerde staten. In een later stadium worden hieraan toegevoegd de documenten waaraan geheimhouding is opgelegd voor een bepaalde termijn, zodra aan de voorwaarden is voldaan om de geheimhouding op te heffen. In een latere fase volgen de besluiten en bijbehorende documenten die met een bestuurlijk mandaat zijn genomen. Dit wil zeggen besluiten die genomen zijn namens gedeputeerde staten door één of enkele leden van het college. Uiteindelijk zal deze beleidsregel ook gaan gelden voor besluiten die namens gedeputeerde staten zijn genomen met een ambtelijk mandaat.

 

Op het beleid tot actieve openbaarheid zijn net als bij de passieve openbaarheid procedures, uitzonderingen en beperkingen van toepassing. Deze beleidsregel strekt ertoe de interne werkwijze en procedures te uniformeren. Hiermee is de handelwijze voor externe betrokkenen helder en voorspelbaar.

 

2. Informatie over personen

Bijzondere aandacht besteedt de beleidsregel aan de persoonlijke levenssfeer. De absolute uitzonderingsgrond zoals genoemd in het eerste lid van artikel 10 van de Wob is onverminderd van toepassing. Daarnaast zal de persoonlijke levenssfeer zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 10 van de Wob op dezelfde wijze worden toegepast als in het geval van passieve openbaarheid. Wanneer openbaarheid al niet expliciet aan de orde is, bijvoorbeeld bij open brieven en dergelijke, dan zullen gedeputeerde staten de betrokkenen actief wijzen op het beleid ten aanzien van openbaarheid. De wet- en regelgeving over de bescherming van persoonlijke gegevens zullen gedeputeerde staten naleven. In het geval dat sprake is van persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad zoals bedoeld in artikel 11 van de Wob, dan is het beleid van gedeputeerde staten identiek als in het geval van passieve openbaarheid bij de toepassing van artikel van de Wob.

 

3. Artikelsgewijs

 

Artikel 2

Dit artikel legt het beginsel vast van actieve openbaarheid. Dit zal gebeuren via de website van de provincie, of eventueel via de website van de publieke organen die de taken namens gedeputeerde staten uitvoeren. De invoering zal gefaseerd geschieden. Op het beginsel van actieve openbaarheid zijn uitzonderingen en beperkingen mogelijk. De argumenten daarvoor kunnen gelegen zijn in afzonderlijke wetgeving, of in de omstandigheden die deze beleidsregel beschrijft.

 

Artikel 3

Op het uitgangspunt van actieve openbaarheid gelden uitzonderingen en beperkingen. Zo zullen geen documenten openbaar worden gemaakt die in het geval van een verzoek om passieve openbaarheid ook niet openbaar zouden worden gemaakt. Dit betreft situaties waarbij door een uitputtende wettelijke regeling in de geheimhouding is voorzien.

 

In andere gevallen geldt dat waar sprake is van absolute uitzonderingsgronden zoals genoemd in artikel 10, lid 1 van de Wob er geen openbaarheid zal zijn. In situaties waarbij een belangenafweging plaatsvindt tussen het algemeen belang van openbaarheid en het specifieke belang om hierop een uitzondering te maken, volgt een afweging zoals die ook bij de toepassing van artikel 3 van de Wob wordt gemaakt. Aanvullend op de gronden genoemd in de Wob en de Who benoemt deze beleidsregel expliciet enkele situaties waarbij wij niet kiezen voor actieve openbaarheid. De bevoegdheid tot het toepassen van uitzonderingen op de actieve openbaarheid komt toe aan gedeputeerde staten of aan de gemandateerde. Dit artikel bepaalt dat de actieve openbaarheid geldt voor documenten die deugdelijk zijn ondertekend. Eveneens is bepaald dat besluiten die gericht zijn aan natuurlijke of rechtspersonen pas actief openbaar worden gemaakt nadat de geadresseerde als eerste kennis heeft kunnen nemen van het besluit. Deze laatste bepaling geldt vanzelfsprekend niet voor besluiten van algemene strekking.

 

Het afzien van actieve openbaarheid laat onverlet dat een verzoek op grond van artikel 3 van de Wob (passieve openbaarheid) of artikel 3 van de Who kan worden gedaan.

 

Artikel 4

Een onderscheid wordt gemaakt tussen persoonsgegevens zoals bedoel in artikel 10, lid 1, onder d van de Wob en overige informatie die is te relateren aan een persoon. De eerstgenoemde gegevens zijn een absolute uitzonderingsgrond en openbaarheid is hier niet aan de orde.

 

Daarnaast noemt de Wob in artikel 10, lid 2, onder e de persoonlijke levenssfeer. In dat geval dient een afweging plaats te vinden tussen het algemeen belang van openbaarheid tegenover het individuele belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bij die afweging wordt in aanmerking genomen in hoeverre een persoon vertegenwoordigend handelt namens een rechtspersoon. In dat geval wordt de actieve openbaarheid ruimer toegepast. Iedereen die optreedt als woordvoerder of anderszins in overleggen en andere gesprekken, wordt erop gewezen dat documenten voor zover die deel uitmaken van de besluitvorming mogelijk actief openbaar worden

 

Eenzelfde handelwijze wordt gehanteerd voor ambtenaren die als behandelaar voorstellen voorleggen aan gedeputeerde staten. Een uitzondering op deze regel is beschreven in letter d van dit artikel. Indien de betrokkene reëel vreest voor intimidatie, bedreiging, stalking, smaad of hiermee vergelijkbare schadelijke effecten, dan zal worden afgezien van actieve openbaarheid van de betreffende tot personen herleidbare gegevens.

 

Artikel 5

Dit artikel regelt hoe gedeputeerde staten omgaan met de belangen van derden. Voor zover het op grond van andere bepalingen, zoals de algemene inkoopvoorwaarden van de provincie, al niet duidelijk is, dat sprake kan zijn van actieve openbaarheid, worden derden hierop gewezen bij de ontvangstbevestigingen, opdrachtverstrekkingen of afspraken die worden gemaakt in het geval men zich verstaat met gedeputeerde staten. Hiermee is het aan betrokkene bekend dat een productie die deel uitmaakt van het besluitvormingsproces actief openbaar kan worden gemaakt. Met deze beleidsregel en het wijzen van betrokkenen op de actieve openbaarheid, heeft iedereen naar behoren kennis van dit beleid. Derden kunnen met het benoemen van de voor hen in het geding zijnde belangen verzoeken hun productie of delen daarvan niet openbaar te maken. Alvorens gedeputeerde staten of de gemandateerde zich ervan vergewissen of mogelijk sprake is van bezwaren tegen de actieve openbaarheid, is aan de derde kenbaar gemaakt in hoeverre vanwege de uitzonderingen en beperkingen in de actieve openbaarheid uit eigen beweging al wordt afgezien van actieve openbaarheid bij onderdelen van de productie.

 

Indien een derde kenbaar maakt mogelijk bezwaar te hebben, dan zal dit formeel worden omgezet in een zienswijzeprocedure zoals genoemd in artikel 6, lid 5 van de Wob. De bezwaren worden dan in een besluit getoetst aan de uitzonderingsgronden genoemd in de artikelen 10 en 11 van de Wob en leidt tot een besluit waartegen de gebruikelijke rechtsbescherming mogelijk is. Een andere mogelijkheid is dat de derde afziet van het indienen van de productie.

 

In het algemeen geldt dat iemand die een productie ten behoeve van de provincie maakt als uitvloeisel van een daartoe verstrekte opdracht met de acceptatie van deze opdracht – behoudens bij een expliciet in de overeenkomst gemaakt voorbehoud – instemt met de bevoegdheid van gedeputeerde staten een afweging te maken tot actieve openbaarheid. Een verwijzing naar algemene voorwaarden van de derde, of een algemene c.q. standaarddisclaimer in de productie geldt niet als een expliciet voorbehoud.

 

Artikel 6

Gedeputeerde staten hebben mandaten toegekend aan functionarissen die niet in dienst zijn van de provincie. Een voorbeeld hiervan zijn de directeuren van de Omgevingsdiensten in Zuid Holland. De beleidsregel zal gelet op artikel 2, tweede lid te zijner tijd onverminderd van toepassing op besluiten die volgens deze mandaten worden genomen.

 

Artikel 7

Herijking van deze beleidsregel vindt eerder plaats indien het Wetsontwerp open overheid tot wet is verheven.

Naar boven