Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-572378746 tot wijziging van de subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland

 

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat de subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland wordt aangepast zodat, door middel van een rangschikking op basis van criteria, de nadruk kan worden gelegd op kwaliteit en doelbereik en co-financiering verder gestimuleerd wordt.

 

Besluiten:

Artikel I

De subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Onder vernummering van artikelen 4 tot en met 6 tot 5 tot en met 7, wordt na artikel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv, kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 worden ingediend van 1 januari tot en met 15 maart.

 

B.

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      indien het totaal aantal punten voor de rangschikking, bedoeld in artikel 9, lager is dan 40.

  • 2.

    Artikel 5, tweede lid, vervalt.

     

C.

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel b vervalt.

  • 2.

    Onderdeel c wordt verletterd tot b.

     

D.

Artikel 7 Prestatieverantwoording vervalt.

 

E.

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9 Rangschikking

  • 1.

    Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de volgorde van behandeling een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      hoeveelheid bereikte individuen;

    • b.

      hoeveelheid bereikte doelgroepen;

    • c.

      vrijwilligersuren ten opzicht van de totale projecturen;

    • d.

      mate van cofinanciering ten opzichte van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking, bedoeld in het eerste lid, de volgende punten toe:

a. criterium a: ten hoogste 30 punten;

voor een hoeveelheid bereikte individuen van 1.000 of minder: 10 punten;

voor een hoeveelheid bereikte individuen van meer dan 1.000, maar minder dan 10.000: 20 punten;

voor een hoeveelheid bereikte individuen van 10.000 of meer: 30 punten.

b. criterium b: ten hoogste 30 punten;

voor een hoeveelheid bereikte doelgroepen van 5 of minder: 10 punten;

voor een hoeveelheid bereikte doelgroepen van meer dan 5, maar minder dan 10: 20 punten;

voor een hoeveelheid bereikte doelgroepen van 10 of meer: 30 punten.

c. criterium c: ten hoogste 20 punten;

voor inzet van vrijwilligersuren ten op zichte van het totaal aantal projecturen van 20% of minder 0 punten;

voor inzet van vrijwilligersuren ten op zichte van het totaal aantal projecturen van meer dan 20%, maar minder dan of gelijk aan 40%: 5 punten;

voor inzet van vrijwilligersuren ten op zichte van het totaal aantal projecturen van meer dan 40%, maar minder dan 60%: 15 punten;

voor inzet van vrijwilligersuren ten op zichte van het totaal aantal projecturen van 60% of meer 20 punten.

d. criterium d: ten hoogste 20 punten;

voor cofinanciering van 50%: 0 punten;

voor cofinanciering van meer dan 50% maar minder dan of gelijk aan 55%: 2 punten;

voor cofinanciering van meer dan 55% maar minder dan of gelijk aan 60%: 5 punten;

voor cofinanciering van meer dan 60% maar minder dan of gelijk aan 65%: 7 punten;

voor cofinanciering van meer dan 65% maar minder dan of gelijk aan 70%: 9 punten

voor cofinanciering van meer dan 70% maar minder dan of gelijk aan 75%: 11 punten;

voor cofinanciering van meer dan 75% maar minder dan of gelijk aan 80%: 13 punten;

voor cofinanciering van meer dan 80% maar minder dan of gelijk aan 85%: 15 punten;

voor cofinanciering van meer dan 85% maar minder dan 90%: 17 punten;

voor cofinanciering van 90% of meer: 20 punten.

  • 3.

    Na toepassing van het eerste en tweede lid wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor aanvragen met het hoogste aantal punten totdat het budget geheel is verdeeld.

  • 4.

    Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor aanvragen met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 5.

    Als na toepassing van het vierde lid het subsidieplafond niet is bereikt, is het vierde lid van overeenkomstige toepassing voor de overblijvende aanvragen, zo nodig bij herhaling totdat het overblijvende budget geheel is verdeeld.

  • 6.

    Als twee of meer aanvragen met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a een gelijk aantal punten hebben verkregen op dit criterium, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats door middel van loting.

F.

Onder vernummering van de artikelen 10 tot en met 13 tot 12 tot en met 15, worden na artikel 9 de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 10 Subsidieverplichting

Binnen een jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening moeten de activiteiten, bedoeld in artikel 2, zijn gerealiseerd.

 

Artikel 11 Prestatieverantwoording

Desgevraagd toont de subsidieontvanger aan dat de activiteit is verricht door middel van:

  • a.

    een activiteitenverslag met beeldmateriaal;

  • b.

    informatie over de bekendmaking van de activiteit in de media;

  • c.

    informatie over de openbaar toegankelijkheid van de activiteit, zoals locatie, openingstijden en duur van de activiteit;

  • d.

    informatie over het aantal bezoekers aan en de waardering van de activiteit door de bezoekers;

  • e.

    informatie over het aantal bereikte doelgroepen.

Artikel II

De subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland, zoals deze luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevraagd.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

 

Den Haag, 13 december 2016

 

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

 

drs. J.H. de BAAS, secretaris

 

drs. J. SMIT, voorzitter

 

Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-572378746], tot wijziging van de subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland

Algemeen deel

De Subsidieregeling publieksbereik archeologie Zuid-Holland heeft als doel het draagvlak van archeologie onder de inwoners van Zuid-Holland te vergroten. Met het beoordelen van de binnengekomen aanvragen voor de Subsidieregeling publieksbereik archeologie in 2016 werd duidelijk dat de behoefte er is om bij de beoordeling van de aanvragen de nadruk te kunnen leggen op kwaliteit en doelbereik van de activiteiten en prestaties. Ook is het zaak dat gezien het bescheiden budget de co-financiering verder gestimuleerd wordt. Verder is een aantal voorwaarden en weigeringsgronden aangepast.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I A, Artikel 4: Door het opnemen van een aanvraagtermijn van 1 januari tot en met 15 maart worden alle in die periode ingediende aanvragen worden beoordeeld en onderling vergeleken. Zo wordt voorkomen dat geschikte aanvragen niet kunnen worden gehonoreerd omdat het subsidieplafond reeds is bereikt na beoordeling op volgorde van binnenkomst.

 

Artikel I B, Artikel 5

Eerste lid, met een maximum te behalen aantal punten van 100 is de ondergrens vastgesteld op een minimaal aantal te behalen punten van 40 om zo een zekere kwaliteitsborging te behouden.

Tweede lid, komt te vervallen, Er wordt niet afgeweken van artikel 11, eerste lid, onder a, en 12, eerste lid, onder b van de Asv. Gedeputeerde Staten verstrekt geen subsidie voor de te subsidiëren activiteit wanneer deze reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend.

 

Artikel I C, Artikel 6, tweede lid, vervalt. Traditionele initiatieven willen we niet buitensluiten door uitsluitend te kiezen voor innovatieve en multidisciplinaire projecten. Eenvoudige initiatieven zijn ook effectief om archeologie onder een breed publiek beleefbaar te maken.

 

Artikel I D, Artikel 7 Prestatieverantwoording wordt opgenomen na Artikel 10 Subsidieverplichting.

 

Artikel I E, Artikel 9 Door middel van een rangschikking op basis van criteria kan de nadruk worden gelegd op kwaliteit en doelbereik. In totaal is een maximum van 100 punten te behalen.

 

Met het rangschikkingscriterium hoeveelheid bereikte individuen,wordt beoogd een zo groot mogelijk publiek te bereiken met de te verrichten activiteiten en prestaties.

 

Met het rangschikkingscriterium hoeveelheid bereikte doelgroepen, wordt beoogd om een grote verscheidenheid aan doelgroepen met de activiteiten en prestaties te bereiken. Naarmate meer van onderstaande verschillende doelgroepen met de activiteiten en prestaties worden bereikt, kunnen meer punten worden verdiend. Met een minimum van 10 punten tot een maximum van 30 punten bij het bereiken van 10 of meer doelgroepen. De doelgroepen worden als volgt onderscheiden:

  • -

    individuen jonger dan 18 jaar;

  • -

    individuen van 18 jaar en ouder, maar jonger dan 26 jaar;

  • -

    individuen van 26 jaar of ouder, maar jonger dan 50 jaar;

  • -

    individuen van 50 jaar of ouder;

  • -

    inwoners van de gemeente waar de activiteit plaatsvindt;

  • -

    inwoners van buiten de gemeente waar de activiteit plaatsvindt;

  • -

    scholen;

  • -

    bedrijven;

  • -

    archeologen en historici;

  • -

    toeristen;

  • -

    festival- en evenementenbezoekers;

  • -

    mensen met een beperking;

  • -

    mbo geschoolden;

  • -

    hbo geschoolden;

  • -

    wo geschoolden.

Met het rangschikkingscriterium percentage vrijwilligersuren ten opzicht van de totale projecturen, wordt gestimuleerd om vrijwiligers bij de activiteiten en prestaties te betrekken. Hoe hoger het totale aantal vrijwilligersuren is ten opzichte van het totale aantal projecturen, hoe meer punten worden toegekend.

 

Met het rangschikkingscriterium mate van cofinanciering ten opzichte van de subsidiabele kosten, worden subsidieaanvragers gestimuleerd actief op zoek te gaan na cofinancierders voor het bekostigen van de beoogde activiteiten en prestaties.

 

Artikel I, F. Artikel 10 Subsidieverplichting is opgenomen om ervoor zorg te dragen dat activiteiten in het jaar van subsidieverlening al gerealiseerd zijn voor het publiek.

 

Artikel I, F. Artikel 11 Prestatieverantwoording is opgenomen na Artikel 10 Subsidieverplichting.

Naar boven