Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2016, 6612 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2016, 6612 | Verordeningen |
Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Limburg 2015
Gedeputeerde Staten van Limburg
Gelet op artikel 2, negende lid van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg 2015 e.v.;
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 15 november 2016 hebben vastgesteld de gewijzigde integrale tekst van de:
Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Limburg 2015
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
in bijlage 3, onderdeel B, van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 beschreven pakket, bestaande uit instapeisen, beheereisen en, voor zover in het betreffende agrarische beheerpakket opgenomen, administratieve of aanvullende verplichtingen;
in bijlage 6, onderdeel B, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Limburg 2012 beschreven pakket, bestaande uit instap- en beheereisen;
plan ex artikel 19a, eerste lid, of 19b, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998;
ondernemingen die geen kleine of middelgrote ondernemingen zijn als bedoeld in artikel 2, bijlage 1 van Verordening (EU) nr. 702/2014;
type, zoals genoemd in bijlage I bij de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna
activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);
innen de provincie gelegen stuk grond waarop een landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, niet zijnde gronden als bedoeld in onderdeel s, andere gronden met als hoofdfunctie natuur of gronden als bedoeld in artikel 5a van de Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006 van de minister van Economische Zaken;
in bijlage 6, onderdelen A.1 of A.2, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Limburg 2012 en in de bijlage 1 (index landschap) van de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Limburg 2016 opgenomen onderdeel van het landschap;
plan als bedoeld in artikel 2.1 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of artikel 1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016;
in bijlage 1, tweede kolom, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Limburg 2012 opgenomen soort natuur zoals nader beschreven in de Index Natuur en Landschap en bijlage 2 (index natuur en landschap, onderdeel natuurbeheertypen) van de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Limburg 2016;
binnen de provincie Limburg gelegen grond met als hoofdfunctie natuur, die ingevolge artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Limburg 2012 of artikel 1.3 tweede lid van de Subsidieverordening Natuur- Landschapsbeheer Limburg 2016 is begrensd, alsmede gronden waarvoor een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 van de onderhavige regeling is verstrekt;
Artikel 2 (subsidieplafond en openstelling)
Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieplafond vaststellen voor de investeringssubsidies, bedoeld in artikel 8, alsmede een subsidieplafond voor de subsidie functieverandering, bedoeld in artikel 15. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij uitsluiten:
het verstrekken van een subsidie functieverandering voor zover die subsidie voorafgaat aan:
de realisatie en bescherming van een op grond van onderdeel c uitgesloten landschapselement, ongeacht of die realisatie en bescherming plaats zou hebben gevonden naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, of een realisatieplan als bedoeld in artikel 17, vierde lid.
Als op grond van het tweede lid besloten is een openstellingsperiode te hanteren en op grond van het eerste lid tevens een subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt het besluit waarin het subsidieplafond wordt vastgesteld voor aanvang van de openstellingsperiode bekend gemaakt in het Provinciaal Blad.
Artikel 3 (rangschikking: volgorde van ontvangst)
Als een aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvolledig is, wordt de aanvraag voor de toepassing van het eerste lid geacht te zijn ontvangen op de datum waarop eerste indiening heeft plaatsgehad plus het aantal dagen tussen de dag dat de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht op de hoogte is gesteld van de onvolledigheid van de aanvraag en de dag waarop Gedeputeerde Staten de ontbrekende gegevens en bescheiden hebben ontvangen.
Artikel 5 (uitsluitingen begunstigden)
Een investeringssubsidie en een subsidie functieverandering wordt niet verstrekt aan:
een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01).
Als voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt door Gedeputeerde Staten op grond van een andere regeling of door andere overheden, waardoor het totaal aan subsidie voor de betreffende activiteit meer bedraagt dan:
wordt de subsidie op grond van deze regeling zoveel lager vastgesteld als noodzakelijk is om betaling boven de werkelijke kosten dan wel de hiervoor bedoelde maxima te voorkomen.
Artikel 6a (communautaire richtsnoeren voor staatssteun)
Subsidies als bedoeld in de artikelen 8 en 15 worden slechts verstrekt voor zover die verstrekking geschiedt in overeenstemming met randnummer70, van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2014-2020 (Pb EU 2014/C 204/01).
Aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 8, tweede lid, en het derde lid, onderdeel b, kunnen niet worden ingediend na 31 oktober 2013 indien de investering gericht is op een agrarisch beheerpakket, opgenomen in bijlage 3, onderdeel A.2, onderscheidenlijk een beheerpakket landschap, opgenomen in bijlage 6, onderdeel B.2, van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer 2012 Limburg.
Hoofdstuk 3 Investeringssubsidie natuur en landschap
Artikel 8 (grondslag subsidie)
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor éénmalige investeringen in een natuurterrein die, door middel van éénmalige inrichtingsmaatregelen, rechtstreeks de fysieke condities of kenmerken van het desbetreffende natuurterrein wijzigen met als doel:
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor éénmalige investeringen in landbouwgrond die, door middel van éénmalige inrichtingsmaatregelen, rechtstreeks de fysieke condities of kenmerken van de desbetreffende landbouwgrond wijzigen met als doel de realisatie van een agrarisch beheerpakket.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, kan worden verstrekt aan:
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zeggenschap heeft over het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd, krachtens:
een plan van tijdelijk gebruik als bedoeld in artikel 189 van de Landinrichtingswet zoals die wet tot 1 januari 2007 gold;
Indien een in het eerste lid, onderdeel a, onder i. tot en met v., van het onderhavige artikel bedoelde titel, onderscheidenlijk een in het tweede lid van het onderhavige artikel bedoeld zakelijk of persoonlijk recht, is belast met of afgeleid van een ander recht, kan slechts een investeringssubsidie worden verstrekt voor zover dat andere recht geen afbreuk doet aan de mogelijkheid de inrichtingsmaatregelen uit te voeren.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen c en e, wordt niet verstrekt voor zover op het natuurterrein nog verplichtingen rusten op grond van:
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer Limburg;
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 van de minister, of
hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of paragraaf 2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016, tenzij de inrichtingsmaatregelen niet van dien aard zijn dat de instandhouding van het bestaande natuurbeheertype door die maatregelen onmogelijk wordt.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel d, wordt niet verstrekt voor zover op het landschapselement nog verplichtingen rusten op grond van:
hoofdstuk 8 van de Subsidieregeling natuurbeheer Limburg;
hoofdstuk 8 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 van de minister, of
afdeling 5.1.2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of paragraaf 2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016, tenzij de inrichtingsmaatregelen niet van dien aard zijn dat de instandhouding van het bestaande landschapselement door die maatregelen onmogelijk wordt.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, tweede lid, wordt niet verstrekt voor zover op de landbouwgrond nog verplichtingen rusten op grond van:
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister, of
hoofdstuk 4 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of paragraaf 2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel a, wordt niet verstrekt voor zover op het natuurterrein nog verplichtingen rusten op grond van:
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer Limburg, of
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 van de minister.
Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, wordt niet verstrekt voor zover op het beheerpakket landschap nog verplichtingen rusten op grond van:
hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister;
afdeling 5.1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of paragraaf 2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016.
De onderdelen a tot en met c van het eerste lid zijn van overeenkomstige toepassing indien een aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, of het vierde lid van dat artikel wordt ingediend ten behoeve van een natuurterrein dat op de ambitiekaart is opgenomen onder de aanduiding C of Ca.
Artikel 10 (aanvraag subsidie)
Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, gaat vergezeld van een investeringsplan bestaande uit:
één of meerdere digitale bestanden waarop de grenzen van het natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement, de natuurbeheer- en landschapsbeheertypen of het beheerpakket landschap waarvoor de subsidie wordt aangevraagd is aangegeven. Deze gegevens dienen bij aanvragen te worden aangeleverd als GIS-bestand in de vorm van een shapefile. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan deze bestanden moeten voldoen.
Een aanvraag tot verlening van een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 gaat vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van:
indien de aanvrager een ander is dan de eigenaar. Onderdeel b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt ingediend door de erfpachter, bedoeld in dat onderdeel.
Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie door een begunstigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder v., of een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, waar een hiervoor bedoelde begunstigde deel van uitmaakt, dient voor het betreffende natuurterrein tevens vergezeld te gaan van een overeenkomst met de Landinrichtingscommissie.
Artikel 11 (subsidievoorwaarden)
Een investeringssubsidie kan worden verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
de betreffende maatregelen in het investeringsplan, onderscheidenlijk het programma, dragen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten bij aan de realisatie van het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel;
het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel is in overeenstemming met het natuurbeheerplan of beheerplan zoals dat uiterlijk 6 weken vóór de datum van aanvraag van de betreffende subsidie gold;
de inrichtingsmaatregelen als bedoeld in artikel 8, eerste lid onderdeel a tot en met f leiden tot:
een agrarisch beheerpakket, beheerpakket landschap of landschapselement dat voldoet aan de betreffende instapeisen zoals opgenomen in de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Provincie Limburg 2012
Onverminderd het eerste lid kan een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 slechts worden verleend indien de aanvrager schriftelijk verklaart ten minste zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen, bedoeld in het eerste lid, beheer gericht op de instandhouding van het natuurbeheertype of het landschapselement, dan wel de uitvoering van een agrarisch beheerpakket of beheerpakket landschap, te blijven voeren. Deze verplichting vervalt voor zover hij voor die instandhouding onderscheidenlijk uitvoering een corresponderende subsidie op grond van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012 of 2016 heeft aangevraagd en ontvangt.
De subsidieaanvraag op basis van de voornoemde verordeningen wordt ingediend in de eerstvolgende openstellingperiode na het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 14c.
Indien een subsidieontvanger subsidie ontvangt op grond van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, en de beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken omdat de subsidieontvanger toerekenbaar niet voldaan heeft aan de subsidieverplichtingen, dan is voor de resterende periode de in het tweede lid, eerste volzin, bedoelde instandhoudings- respectievelijk uitvoeringsplicht weer van toepassing tot de termijn van zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen is verstreken.
Artikel 12 (subsidieverplichtingen)
Gedeputeerde Staten kunnen in de subsidiebeschikking bepalen dat de investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, wordt verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van één maand na bekendmaking van de subsidieverlening de bij de subsidieverlening behorende uitvoeringsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht en die onderdeel uitmaakt van deze beschikking, wordt gesloten.
Indien een aanvraag is gedaan conform artikel 10, zesde lid, kunnen Gedeputeerde Staten en de subsidieontvanger in de overeenkomst als bedoeld in het tweede lid afspraken maken over de wijze waarop gedurende de looptijd van het programma een invulling wordt gegeven aan een specificatie van de onderdelen genoemd in artikel 10, vijfde lid. Dit indien deze overeenkomst conform lid 2 door Gedeputeerde Staten is vereist.
Artikel 14a (beschikking tot subsidieverlening)
Een beschikking tot verlening van een investeringssubsidie vermeldt in elk geval:
Artikel 14c (subsidievaststelling)
De aanvraag gaat in elk geval vergezeld van een verklaring dat de inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd conform het goedgekeurde investeringsplan onderscheidenlijk het goedgekeurde programma, alsmede van een overzicht van de gemaakte kosten en de betalingsbewijzen daarvan, voor zover dat overzicht en die kosten niet reeds gemaakt onderscheidenlijk verantwoord zijn op grond van een aanvraag als bedoeld in artikel 14b.
Indien een ontvanger van een investeringssubsidie gedurende de periode waarvoor die subsidie is verleend het betreffende natuurterrein dan wel de betreffende landbouwgrond overdraagt aan een derde, en hij daardoor niet langer in staat is de investeringsmaatregelen te realiseren, kan de betreffende subsidieverlening worden gewijzigd in een subsidieverlening aan die derde, mits:
Uiterlijk zes weken na het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dient de subsidieontvanger een overzicht in van de door hem vóór de overdracht gemaakte subsidiabele kosten, alsmede de betalingsbewijzen daarvan, voor zover deze betrekking hebben op het overgedragen natuurterrein dan wel de overgedragen landbouwgrond.
Indien er sprake is van een gedeeltelijke overdracht van het natuurterrein dan wel de landbouwgrond, honoreren Gedeputeerde Staten een verzoek als bedoeld in het eerste lid slechts voor zover de investeringsmaatregelen die op zowel het overgedragen deel als het resterende deel worden uitgevoerd elk afzonderlijk leiden tot de realisatie van een beheertype.
Hoofdstuk 4 Subsidie functieverandering
Artikel 15 (grondslag subsidie functieverandering)
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor:
In afwijking van het gestelde in het eerste lid onder a, komen grondeigenaren die aantoonbaar subsidie hebben ontvangen of in het geval van Staatsbosbeheer overheidsfinanciering, voor aankoop van landbouwgrond in verpachte staat of met erfpacht, wel in aanmerking voor een subsidie voor de kosten voor de beëindiging van (erf)pachtovereenkomsten.
Een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 wordt niet verstrekt voor zover op de landbouwgrond nog verplichtingen rusten op grond van de:
de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer van de minister;
hoofdstuk 4 of afdeling 5.1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2012;
paragraaf 3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016;
Artikel 17 (aanvraag subsidie)
De aanvraag tot subsidieverlening gaat in ieder geval vergezeld van één of meerdere digitale bestanden waarop de grenzen van de landbouwgrond waarvoor de subsidie wordt aangevraagd zijn aangegeven, alsmede de op die landbouwgrond gelegen wegen en paden en de onderverdeling in natuur- en/of landschapsbeheertypen. Deze dienen te worden aangeleverd als GIS-bestand in de vorm van een shapefile. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan deze bestanden moeten voldoen.
In het realisatieplan beschrijft de begunstigde in elk geval op welke wijze hij voornemens is het na de functieverandering ontstane natuurterrein, het aan te leggen landschapselement of het te realiseren beheerpakket landschap te ontwikkelen en te beheren. Gedeputeerde Staten kunnen nadere eisen stellen aan het realisatieplan.
Artikel 19 (subsidieverplichtingen)
De subsidie functieverandering wordt verleend onder de voorwaarde dat:
binnen een termijn van één jaar na de datum van verzending of uitreiking van de beschikking tot subsidieverstrekking een overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de provincie Limburg tot stand komt waarin is opgenomen:
de verplichting van de eigenaar van de grond de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapselement en de daaropvolgende instandhouding daarvan op de desbetreffende grond in gevaar brengt of verstoort;
Artikel 20 (vaststelling subsidie functieverandering)
De waarde van de landbouwgrond en de kosten van beëindiging van (erf)pachtovereenkomsten als bedoeld in het eerste lid, alsmede de natuurwaarde na functieverandering worden bepaald op basis van een taxatie uitgevoerd door een door of namens Gedeputeerde Staten aangewezen onafhankelijke taxateur. Bij de taxatie van de landbouwgrond wordt uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming en wordt als peildatum gehanteerd de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ontvangen. Indien de aanvraag onvolledig of onjuist is wordt als peildatum aangehouden de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gecompleteerd.
Artikel 21a (overgangsrecht gewijzigde definitie)
Op aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze regeling blijft artikel 1, onderdeel l, van toepassing zoals dat artikel vóór die datum luidde.
Artikel 22 (intrekking oude regeling)
De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Limburg d.d. 14 mei 2010 wordt ingetrokken.
De bepalingen van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Limburg d.d. 14 mei 2010 blijven van kracht voor subsidies die zijn aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-6612.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.