Provincie Noord-Holland; aanwijzing IPO/BIJ12 vereffenaar Faunafonds

 

Besluit van 8 november2016, nr. 869054/869059 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland tot vaststelling van het Besluit aanwijzing IPO/BIJ12 vereffenaar Faunafonds  

Gedeputeerde S taten van Noord-Holland;

Gelet op het voorstel Wet natuurbescherming, aangenomen door de Eerste kamer op 15 december 2015, Stb. 2016, 34 en in werking te treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip;

Overwegende dat op het moment van inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming het Faunafonds als publiekrechtelijke rechtspersoon ophoudt te bestaan en dat op grond van artikel 9:12, eerste lid, van de Wet Natuurbescherming de vermogensbestanddelen van het Faunafonds op dat tijdstip onder algemene titel overgaan op de provincies gezamenlijk;

Gelet op artikel 9.12, derde lid, van de Wet natuurbescherming de aanwijzing van een vereffenaar vereist;

Besluiten:

Artikel 1- Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO);

  • b.

    BAC VP: Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van de Vereniging Interprovinciaal Overleg.

Artikel 2 - Taken en bevoegdheden

De vereffenaar heeft tot taak uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 9.12 van de Wet natuurbescherming. Hij heeft daartoe alle bevoegdheden als genoemd in dat artikel.

De vereffenaar zorgt ervoor dat de gelden die op de rekeningen van het Faunafonds staan, worden overgeschreven naar een rekening van BIJ12 en worden aangewend voor de taken als genoemd in artikel 6.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming en afgeleide werkzaamheden ter preventie en beperking van faunaschade zoals voorlichting, onderzoek en advisering ten behoeve van de provincies.

Artikel 3 - Aanwijzing

Als vereffenaar wordt aangewezen de directeur van BIJ12.

Artikel 4 - Verantwoording

De vereffenaar legt verantwoording van zijn werkzaamheden af jegens Gedeputeerde Staten van alle provincies in het kader van de BAC VP.

Artikel 5 - Inwerkingtreding

Dit besluit wordt in het provinciaal blad geplaatst en treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 16 december 2015, houdende regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) (Stb. 2016, 34) in werking treedt.

Haarlem, 8 november 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 15 november 2016 .

Toelichting behorende bij het Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland tot vaststelling van het besluit aanwijzing IPO/BIJ12 vereffenaar Faunafonds

Het Faunafonds verleent op grond van de Flora en Faunawet, in de daarvoor in aanmerking

komende gevallen tegemoetkomingen in geleden schade, aangericht door dieren behorende tot beschermde inheemse diersoorten. In het ‘bestuursakkoord natuur’ tussen het Rijk en de provincies gesloten onderhandelingsakkoord ‘decentralisatie natuur’ hebben Rijk en provincies afgesproken dat deze taak van het Faunafonds worden gedecentraliseerd. Dit is geregeld in artikel 9.12 van de Wet Natuurbescherming (Wet Nb).

In genoemd akkoord en in het natuurpact is vastgelegd dat het Rijk hiervoor aan provincies een budget beschikbaar stelt. De provincies hebben een aparte uitvoeringsorganisatie, genaamd BIJ12, in het leven geroepen die onder verantwoordelijkheid van de vereniging het Interprovinciaal Overleg valt.

Wanneer de wet Nb in werking treedt, houdt het Faunafonds van rechtswege op te bestaan en wordt het geliquideerd; de provincies nemen de taken inzake het verlenen van tegemoetkomingen in schade over.

Artikel 9:12 Wet Nb waarborgt de continuïteit bij de liquidatie van het Faunafonds en de overgang van deze taak van het fonds naar de provincies: de overgang van de vermogensbestanddelen, de vereffening en het verrichten van rechtshandelingen met het oog daarop en het instellen van rechtsvorderingen, en het nemen van publiekrechtelijke besluiten die samenhangen met besluiten over de tegemoetkoming van schade door het Faunafonds.

Artikel 9.12, eerste lid Wet Nb voorziet in de situatie dat de vermogensbestanddelen van het Fauna fonds als gemeenschappelijk eigendom overgaan op de twaalf provincies. Met het oog daarop regelt artikel 9.12, tweede lid dat de liquide middelen geboekt worden op een afzonderlijke rekening. De Gedeputeerde Staten van de provincies wijzen op grond van artikel 9:12 derde lid Wet Nb gezamenlijk een persoon of rechtspersoon aan die de vereffening uitvoert. Het voorliggend besluit wijst als vereffenaar de directeur van het IPO/BIJ12 aan.

De aangewezen vereffenaar is op grond van artikel 9.12, vierde lid bevoegd alle rechtshandelingen te verrichten met het oog op de vereffening en de verantwoording daarover.

Aangezien het Faunafonds ophoudt te bestaan, voorziet artikel 9.12, vijfde lid in een

bepaling die regelt dat gedeputeerde staten in rechtszaken waarbij het Faunafonds

betrokken is, in de plaats treden van het Faunafonds, bijvoorbeeld waar

het gaat om lopende beroepszaken tegen een besluit over een tegemoetkoming,

of beroepen die eerst na inwerkingtreding van de Wet Nb, tegen eerder door het Faunafonds genomen besluiten worden ingesteld. Hierbij gaat het om Gedeputeerde Staten van de provincie op wiens grondgebied de schade, waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, is geleden (voorgesteld artikel 6.1Wet Nb). Deze (beroeps)zaken zijn in een apart besluit van Gedeputeerde Staten aan de directeur van BIJ12 gemandateerd met de inwerkingtreding van de Wet Nb.

Naar boven