Tweede wijziging Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen 2016-58 Nummer1956368

 

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat Provinciale Staten van Flevoland in hun vergadering van 9 november 2016 onder nummer 1951280 het volgende besluit hebben genomen:

 

Provinciale Staten van Flevoland,

 

Gelezen het verzoek van Zweefvliegclub Flevo van 13 april 2016,

 

overwegende dat door Provinciale Staten van Flevoland op 29 juni 2011 bij verordening de ‘Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen’ is vastgesteld en daarna is gewijzigd bij verordening d.d. 12 december 2012,

 

dat de beoogde inzet van het sleepvliegtuig niet leidt tot een overschrijding van relevante geluid- en/of (externe)veiligheidscontouren,

 

dat in artikel 8.64 van de Wet luchtvaart is bepaald dat luchthavenregelingen bij verordening door Provinciale Staten worden vastgesteld,

 

gelet op het bepaalde in en krachtens de Wet luchtvaart, het Besluit burgerluchthavens, de Regeling burgerluchthavens, de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet,

 

gelet op het bepaalde in de Nota Luchthaventerreinen Flevoland,

 

gelet op de door de Inspectie Leefomgeving en Transport op 29 mei 2013 afgegeven Verklaring veilig gebruik luchtruim zweefvliegterrein Biddinghuizen met kenmerk ILT-2013/18335,

 

gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 13 september 2016, nummer 1951260,

 

Besluiten :

 

Vast te stellen de volgende wijziging van de Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen:

 

Tw eede wijziging van de luchthaven regeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen

 

Artikel I Wijziging verordening

De Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen wordt als volgt gewijzigd:

A.Artikel 5 komt te luiden:

In afwijking van artikel 4, eerste lid, is het toegestaan om maximaal 750 vluchten per kalenderjaar met een sleepvliegtuig uit te voeren vanaf de luchthaven. Het sleepvliegtuig wordt uitsluitend gebruikt voor het slepen van zweefvliegtuigen.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt met ingang van de dag na bekendmaking in werking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van provinciale staten van 9 november 2016.

de griffier, de voorzitter,

 

Gepubliceerd op: 15 november 2016

 

Toelichting

Vigerende Luchthavenregeling

Op 29 juni 2011 hebben Provinciale Staten van Flevoland de “Luchthavenregeling zweefvliegterrein Biddinghuizen” vastgesteld. Daarmee is de in het verleden door de Minister van Verkeer en Waterstaat afgegeven ontheffing op basis van de Luchtvaartwet omgezet naar het regime van de Wet luchtvaart. Met de luchthavenregeling wordt het gebruik van het bestaande terrein gecontinueerd en blijven de voorwaarden voor het gebruik ongewijzigd. De voorgenomen omzettingen zijn vooraf afgestemd met de exploitant van het luchthaventerrein.

Op 12 december 2012 hebben provinciale staten de eerste wijziging van de luchthavenregeling vastgesteld. Met die wijziging is het beperkt gebruik (500 vluchten per jaar) van een Touring Motor Glider op de luchthaven toegestaan. Volgens de luchthavenregeling van 29 juni 2011 was het gebruik van een sleepvliegtuig toegestaan op 25 dagen van een kalenderjaar.

 

Artikel I onderdeel A

Op 13 april 2016 is een gemotiveerd verzoek ontvangen van Zweefvliegclub Flevo voor een wijziging van de luchthavenrgeling. In artikel 5 van de luchthavenregeling is bepaald dat op 25 dagen per kalenderjaar gebruik gemaakt mag worden van een sleepvliegtuig. Daarbij is geen limiet gesteld aan het aantal sleepvluchten per dag. In de praktijk blijkt dat er maximaal 30 sleepvluchten kunnen worden uitgevoerd per dag. Het verzoek gaat over een meer gespreide verdeling van het aantal uit te voeren sleepvluchten over het gehele jaar. Het maximaal aantal sleepvluchten op jaarbasis blijft ongewijzigd.

Met het oog op de aanstaande verhuizing van het zweefvliegterrein is het denkbaar dat de sleepstartmethode op een nieuw veld beperkt of niet mogelijk zal zijn. Voor de leden van Zweefvliegclub Flevo is het van groot belang om ook de bevoegdheid van sleepstart op hun brevet te kunnen behalen, aangezien in het buitenland op veel velden de sleepstart de enige optie is om te kunnen starten. Om alle leden nog vóór de verhuizing in staat te stellen deze bevoegdheid te halen zoekt ZC Flevo naar meer flexibiliteit ten aanzien van het gebruik van het sleepvliegtuig in het vliegbedrijf. Het verzoek van Zweefvliegclub Flevo is om de beperking in kalenderdagen om te zetten in een maximum aantal vluchten van 750 ( = 1500 starts en landingen) op jaarbasis.

Het verzoek hebben wij getoetst aan de nota ‘Luchtvaartterreinen Provincie Flevoland’ van 29 juni 2011. Het zweefvliegterrein ligt buiten de geformuleerde uitsluitingsgebieden voor nieuwe luchthaventerreinen. Dit impliceert de ligging van het terrein buiten de bufferzones om woonkernen, beschermingsgebieden voor stilte en natuurgebieden. Er is daardoor geen strijdigheid tussen de voorgenomen activiteit en het provinciale beleidskader dat voor luchtvaartterreinen is geformuleerd.

De belangrijkste milieu-effecten van het vliegen met een sleepvliegtuig zijn geluid en (externe)veiligheid. Relevant hierbij is de vraag of met de beoogde wijziging in het gebruik van de luchthaven nog steeds kan worden volstaan met een luchthavenregeling. Voorwaarde hiervoor is dat de milieu-effecten beperkt blijven tot binnen het luchthaventerrein. Een luchthavenbesluit is aan de orde indien de milieu-effecten buiten de grenzen van het luchthaventerrein vallen. Dit laatste heeft ook planologische gevolgen.

De milieu-effecten van het gewijzigd gebruik zijn in opdracht van Zweefvliegclub Flevo onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek en de resultaten ervan staan beschreven in het rapport ‘Geluidbelasting en plaatsgebonden risico Zweefvliegclub Flevo’, van maart 2016. Uit het onderzoek blijkt dat de relevante 56 dB(A) Lden-contour ruim binnen het luchthaventerrein ligt. Hieruit is te concluderen dat deze contour met het beoogde gebruik bij Zweefvliegterrein Biddinghuizen ruim binnen het luchthaventerrein zal vallen. Uit het onderzoek blijkt verder dat de relevante 10-6 externe veiligheidcontour ruim binnen het luchthaventerrein ligt. Opgemerkt wordt dat het onderzoek uitgaat van jaarlijks 1000 vluchtuitvoeringen met het sleepvliegtuig, terwijl het verzoek gaat over 750 vluchten per jaar. Onderzochte situatie betreft dus een ongunstiger scenario. Geconcludeerd wordt dat met de beoogde wijziging in het gebruik van de luchthaven nog steeds met een luchthavenregeling kan worden volstaan.

Om het beoogde gebruik van de luchthaven toe te staan hebben wij artikel 5 van de luchthavenregeling gewijzigd. Daarmee is de beperking in kalenderdagen omgezet in een maximum aantal van 750 sleepvluchten op jaarbasis.

 

Artikel II

Deze Tweede wijziging van de Luchthavenregeling zweefvliegterrein Biddinghuizen treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

Procedure

De ontwerpwijziging Luchthavenregeling zweefvliegterrein Biddinghuizen heeft van 19 juni tot en met 20 juli 2016 ter inzage gelegen. Naar aanleiding daarvan zijn geen zienswijzen ontvangen.

Naar boven