Wijziging Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016

Besluit van Gedeputeerde Staten van 10 november 2016, kenmerk NW/2016004640, team Natuur en Water, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten tot wijziging van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016

 

 

Besluit G-2

 

Provinciale Staten van Drenthe;

 

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 15 september 2016, kenmerk 36/3.1/2016003864;

 

gelet op de artikelen 105, 143 en 145 van de Provinciewet;

 

overwegende dat met ingang van 11 maart 2015 de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 van kracht is geworden;

 

overwegende dat in de genoemde regeling nog enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering te voorkomen;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 als volgt te wijzigen.

 

 

 

Assen, 9 november 2016

 

 

Provinciale Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. drs. G.V. Buissink, griffier

 

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

namens dezen,

 

F.J. Voogd, teamleider Natuur en Water

 

 

 

Uitgegeven 14 november 2016

 

 

Artikel I  

De Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 van 17 juni 2016 (Provinciaal Blad 2016, nummer 3555), houdende regels inzake de subsidieverstrekking ten behoeve van natuur- en landschapsbeheer, wordt als volgt gewijzigd.

 

Artikel II  

Onderdeel A

Aan artikel 1.2, derde lid, wordt een optioneel onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g.

    het minimumaantal hectaren aan activiteiten waarvoor een subsidie natuur- en landschapsbeheer kan worden verstrekt.

 

Onderdeel B

Artikel 2.1 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    In het eerste lid wordt aan het slot van onderdeel c de punt vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      rechtspersonen die volgens een door Gedeputeerde Staten te bepalen model een overeenkomst zijn aangegaan met natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld onder a of b.

  • 3.

    In het tweede lid wordt aan het slot van onderdeel a de puntkomma vervangen door: , en.

 

Onderdeel C

Artikel 2.4 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Onderdeel c van het eerste lid komt te luiden:

    • c.

      de activiteiten zijn gericht op een beheer van minimaal 75 hectaren;

  • 2.

    Aan het eerste lid worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

    • d.

      de subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en b, beschikt over een individueel certificaat of een groepscertificaat;

    • e.

      de subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c en d, beschikt over een groepscertificaat, of de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren beschikken elk afzonderlijk over een individueel certificaat;

    • f.

      de subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, dient bij de subsidieaanvraag afschriften in van de in dat artikel genoemde overeenkomst die hij heeft gesloten met de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren.

  • 3.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een kaart waarop de buitengrenzen van de natuurterreinen zijn aangegeven.

  • 4.

    Het zesde lid komt te luiden:

    • 6.

      Indien een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c en d, niet beschikt over een groepscertificaat, gaat de aanvraag voor het beheerjaar 2017 vergezeld van de individuele certificaten, of aanvragen daartoe, van de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren.

 

Onderdeel D

Artikel 2.5 wordt gewijzigd als volgt:

Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 4.

    Bij een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c en d, die niet beschikt over een groepscertificaat, zijn de activiteiten van een natuurlijk persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoert niet subsidiabel, indien deze niet langer over een individueel certificaat beschikt.

  • 5.

    Indien een aangevraagd individueel certificaat als bedoeld in artikel 2.4, vijfde lid, niet voor 1 oktober 2017 is afgegeven, zijn de activiteiten die de desbetreffende natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft verricht niet subsidiabel.

 

Onderdeel E

Artikel 2.8, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen de subsidie verlenen onder de opschortende voorwaarde dat binnen drie maanden na de datum van bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:36 van de Awb tot stand komt.

 

Onderdeel F

Artikel 2.9 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel d, wordt aan het slot de punt vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    Aan het eerste lid worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

    • e.

      ervoor zorg te dragen dat namens Gedeputeerde Staten audits kunnen worden uitgevoerd in het kader van de naleving van de certificeringsvoorwaarden;

    • f.

      voor de gehele duur van de subsidie over een individueel certificaat of groepscertificaat te beschikken.

  • 3.

    Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 5.

      Indien de subsidieontvanger niet kan voldoen aan een of meerdere verplichtingen als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, doet hij daar één keer per jaar uiterlijk op 1 november melding van.

 

Onderdeel G

Artikel 2.10 vervalt.

 

Onderdeel H

Artikel 2.11 vervalt.

 

Artikel III  

Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

 

TOELICHTING

 

Artikel II  

 

C (artikel 2.4)

Sinds 2012 vindt een herziening van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) plaats om te komen tot:

  • een efficiënter subsidieaanvraagproces en daarmee lagere uitvoeringskosten;

  • kwalitatief beter beheer;

  • meer samenwerking in het gebied;

  • een eenvoudige uitvoering van het SNL.

 

Voor particuliere beheerders heeft onderzoek tot de conclusie geleid dat de subsidieverlening SNL aan particuliere beheerders efficiënter kan door gebruik te maken van collectieven, die de aanvragen op gewenst kwaliteitsniveau opstellen.

 

Eerste lid, onderdeel c en d, minimum en certificaat. Tweede lid

Vanaf 2016 geldt daarom dat de aanvraag een minimumaantal hectaren betreft. De aanvrager dient te beschikken over een certificaat natuurbeheer of een certificaat samenwerkingsverband natuurbeheer. Daarnaast is het mogelijk dat een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een andere rechtspersoon, die zelf niet beschikt over een groepscertificaat subsidie aanvraagt. Dan geldt de eis dat de eigenaren of erfpachters van de natuurterreinen waar het beheer wordt uitgevoerd elk afzonderlijk over een individueel certificaat beschikken. Op deze wijze kan het collectief beheer op twee manieren vorm krijgen:

  • beheerders kunnen aansluiten bij een subsidieaanvrager die beschikt over een groepscertificaat natuurbeheer;

  • beheerders met een individueel certificaat kunnen aansluiten bij een subsidieaanvrager die niet over een groepscertificaat beschikt.

Beheerders die zelfstandig een aanvraag willen doen, kunnen dat doen als zij voldoen aan de minimale omvang genoemd in artikel 2.4 en over een individueel certificaat beschikken. Door deze wijziging is altijd sprake van certificering. Het gaat dan hetzij om de aanvrager, hetzij om de beheerder die zeggenschap heeft over het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

 

De subsidieaanvrager is de partij aan wie de subsidie wordt verleend. Zij is voor de subsidieverstrekker het aanspreekpunt. De doorbetaling van subsidiebedragen aan de personen die het beheer uitvoeren, is een zaak tussen subsidieontvanger en beheerders.

 

D (artikel 2.5)

Vierde lid, subsidiabele kosten bij niet-gecertificeerde subsidieontvanger

Bij een niet-gecertificeerde subsidieontvanger waarvan de eigenaren of erfpachters van de natuurterreinen waar het beheer wordt uitgevoerd over een individueel certificaat dienen te beschikken, geldt het volgende.

De kosten zijn slechts subsidiabel als degenen die over een certificaat dienen te beschikken daar ook over beschikken. Indien het certificaat van één van hen wordt ingetrokken, zijn de kosten die voor het desbetreffende beheer worden gemaakt vanaf dat moment niet meer subsidiabel.

 

Naar boven