Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2016, 6030 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2016, 6030 | Overige besluiten van algemene strekking |
Provincie Zeeland – Openstellingsbesluit 4.3.01 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen: investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 8 november 2016, kenmerk 16017419, tot vaststelling van het openstellingsbesluit 4.3.01 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen: investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven.
Gedeputeerde Staten van Zeeland,
Gelet op artikel 1.3 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland.
Open te stellen : Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen: investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland voor de periode van 28 november 2016 tot en met 16 januari 2017 voor het indienen van aanvragen.
Artikel 1 Subsidiabele activiteit
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten genoemd in artikel 2.4.1 onderdeel a van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland:
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de verordening subsidies POP3 2014-2020 Zeeland wordt subsidie geweigerd indien:
Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland wordt verstrekt voor de kosten als bedoeld in artikel 2.4.3 van de verordening:
Artikel 5 Hoogte subsidie verbetering verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven
Gedeputeerde staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van Verordening subsidies POP3 2014-2020 Zeeland de volgende criteria:
Na sluiting van de indieningstermijn worden alle tijdig ontvangen aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit artikel 6 en in rangorde op een lijst geplaatst. Het puntentotaal per project wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van deze methodiek
De te behalen minimumscore is 55% van het maximaal te behalen aantal punten (36). Projecten waarvan de score minder bedraagt dan 55% van 36 punten komen niet in aanmerking voor subsidie
Gedeputeerde staten van Zeeland stellen een adviescommissie in voor de rangschikking van de aanvragen zoals bedoeld in artikel 1.14 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland.
Aanvragers dienen in aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 Zeeland bij de eerste aanvraag tot bevoorschotting op basis van realisatie de voor het project benodigde vergunningen over te leggen.
Voor alle relevante informatie verwijzen wij naar de website https://www.zeeland.nl/subsidie-aanvragen/pop-3
In het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP-3) heeft de provincie Zeeland de mogelijkheid om maatregelen open te stellen voor het indienen van projectvoorstellen die voor een EU- subsidie in het kader van het POP-3 in aanmerking kunnen komen.
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken is een blijvende investering in de landbouwstructuur noodzakelijk. Door deze investeringen kan de efficiëntie van de sector worden verhoogd. Dit kan worden bereikt door de juiste aanpassingen van percelen.
De openstelling van deze maatregel is gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding.
Met de vaststelling van de Nota Grondbeleid door de Provinciale Staten van Zeeland is ervoor gekozen om de komende jaren een bijdrage te leveren aan de verbetering van de agrarische structuur in combinatie met de realisatie van diverse maatschappelijke doelstellingen. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan het verwerven van gronden voor het vergroten van de verkeersveiligheid (over-en weergebruik terugdringen) en de realisatie van infrastructuur (bijv. vrijliggende fietspaden) op basis van het PVVP 2015 (provinciaal verkeer en Vervoer Plan). Ook het vrijwillig verwerven van gronden voor bijvoorbeeld aquacultuur (Economische Agenda 2.0) en het verwerven van gronden voor het Natuurnetwerk Nederland (Natuurvisie 2016-2022) zijn maatschappelijke doelen waar een bijdrage aan zal worden geleverd.
Op basis van de mogelijkheden die het Europese POP-programma hiertoe biedt, heeft de provincie met het vaststellen van de Nota Grondbeleid aansluiting gezocht bij de Europese randvoorwaarden. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om de realisatie van de in de Nota grondbeleid geformuleerde doelstellingen mede met behulp van Europese subsidie van uit het POP-3 programma te verwezenlijken.
Met de vaststelling van het Mobiliteitsplan 2016-2019 door Provinciale Staten is de keuze gemaakt om uitvoering te geven aan Kwaliteitsnet Landbouwverkeer, dat deel uitmaakt van het Mobiliteitsplan. Met het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer beoogt provincie Zeeland dat het landbouwverkeer zich over grotere afstanden vlot(ter) en veilig(er) kan verplaatsen (economisch belang en verkeersveiligheidsbelang), zonder dat dit ten koste gaat van, of zelfs een verbetering biedt voor, de verkeersveiligheid en doorstroming van het overige verkeer en de leefbaarheid in omringende kernen. In het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer zijn 45 prioritaire knelpunten aangegeven. Doordat bij het opstellen van het Mobiliteitsplan onder andere aansluiting is gezocht bij de randvoorwaarden van de Europese POP-3 maatregel inzake 'Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven', is de mogelijkheid gecreëerd om mede met behulp van de Europese subsidie vanuit het POP-3 programma de in het Mobiliteitsplan opgenomen prioritaire knelpunten voor het landbouwverkeer te verbeteren of op te heffen.
Met dit openstellingsbesluit wordt aan de realisatie van bovenstaande doelstellingen invulling gegeven.
Link Nota Grondbeleid en Verkavelingsanalyse Zeeland: https://www.zeeland.nl/search/zeeland/nota%20grondbeleid
Link Kwaliteitsnet Landbouwverkeer: https://www.zeeland.nl/verkeer-en-openbaar-vervoer/veilig-landbouwverkeer
Link Mobiliteitsplan 2016-2019: https://www.zeeland.nl/publicaties-en-bekendmakingen/publicaties/mobiliteitsplan-zeeland
Link SSK- raming: www.crow.nl/vakgebieden/contracteren/ssk-kostenramingen-in-de-bouw
Artikel 1 Subsidiabele activiteit
Deze maatregel is gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding. Het gaat daarbij om de volgende concrete acties:
projecten gericht op draagvlakontwikkeling, inhuur van kavelruil-coördinatoren en andere experts, opstellen en uitvoeren van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures. In verband met de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven: investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken zoals: graven en dempen van sloten, met elkaar verbinden van percelen, aanpassen van drainage, aanleg of verbetering van dammen en kavelpaden, aanpassen van het wegenstelsel, aanpassen van de waterhuishouding.
De in de Verordening genoemde lijst van mogelijke aanvragers is in het geheel overgenomen zodat zoveel mogelijke aanvragers een project kunnen indienen.
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie moet minimaal 55 procent van het maximaal aantal te behalen punten ( = 36) worden behaald.
Er is een ondergrens van € 400.000,- aan subsidie aangehouden. Dit aangezien het feit dat de uitvoeringskosten van (kleine) projecten relatief hoog zijn.
Artikelen 6 en 7 Selectiecriteria, Puntenmethodiek, weging en selectie
Gedeputeerde Staten hanteren voor de beoordeling en rangschikking van de subsidieaanvragen een puntenscoring. Aanvragen worden beoordeeld op:
Het zwaartepunt qua weging wordt op b (kans op succes/ haalbaarheid) en d (urgentie) gelegd. Vandaar dat c een weging heeft van 2 (maximaal is een weging van 3) en b en d een weging van 2 hebben gekregen. Kosteneffectiviteit (a) heeft altijd een weging van 3 binnen deze maatregel.
De verwachting is dat op deze maatregel vooral Kavelruilprojecten (proces én uitvoering) en de uitvoering van infrastructurele inpassingsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld wegen en watergangen, zullen worden ingediend. Met het oog hierop hanteren we voor ingediende kavelruilprojecten een andere norm dan voor de uitvoering van inpassingswerken. Hieronder worden de verschillende te hanteren normen aangegeven.
artikel 6 sub a Kosteneffectiviteit (maximaal 12 punten)
Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 6, sub a, wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: Redelijke subsidiabele kosten worden hierbij als norm gehanteerd op basis van ervaringscijfers (score 3 punten).
Het normbedrag dat gehanteerd wordt voor kavelruilprojecten is € 1.700,- per geruilde hectare.
De norm die gehanteerd wordt voor infrastructurele inpassingsmaatregelen:
Op basis van ervaringscijfers conform de Standaard Systematiek voor Kostenramingen. (De SSK- ramingssystematiek is een systematiek voor het maken van kostenramingen in de bouw en biedt een handreiking voor kostenmanagement).
artikel 6 sub b Kans op succes/ haalbaarheid (maximaal 8 punten)
Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 6, sub b wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: De haalbaarheid van het plan tot opstellen van een projectplan zal beoordeeld worden door in samenhang de volgende aspecten te bezien:
de mate waarin er al draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten, maar kan ook aangetoond worden met het al aanwezig zijn van een samenwerkingsintentie van de belangrijkste partijen of het aantonen van de betrokkenheid van met name de ondernemers en andere eigenaren/gebruikers wiens gronden deel uit maken van het te verkavelen plangebied.
De uitwerking zal worden gewogen op basis van de bovengenoemde aspecten onder I, II en III, waarbij op elk aspect maximaal 33,33% kan worden gescoord. Voor onderdeel II geldt, dat de maximale 33,33% op 4 criteria behaald kan worden waarbij ieder criterium voor 25% meeweegt. De behaalde scores worden bij elkaar opgeteld tot een eindscore.
De volgende eindscores worden gehanteerd:
artikel 6 sub c Mate van effectiviteit van de activiteit (maximaal 8 punten)
Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 6, sub c wordt rekening gehouden met de volgende aspecten;
De effectiviteit van het opstellen van een projectplan wordt bepaald door de kwaliteit die het projectplan uiteindelijk zal kunnen hebben en door de gekozen werkwijze. De kwaliteit van het projectplan wordt bepaald door in samenhang de volgende aspecten te bezien:
de verbetering in verkavelingsstructuur die bereikt kan gaan worden in het gebied waar het ruilverkavelingsproces plaats vindt of van de verbetering die door de uitvoering van een infrastructurele inpassingsmaatregel bereikt kan gaan worden. Dit door het verschil te meten tussen de ‘uitgangskwaliteit’ én de te behalen ‘eindkwaliteit’ (voor kavelruil bijvoorbeeld op grond van kadasterkaarten).
artikel 6 sub d urgentie (maximaal 8 punten)
Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 6, sub d gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden door de verkaveling en/of infrastructurele inpassingsmaatregelen geïdentificeerd zijn als opgaven die (integraal dan wel sectoraal) noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is.
Zo zijn er (inter)nationale of provinciale doelstellingen die voor een bepaalde einddatum gerealiseerd dienen te zijn en waar de verbetering van de verkavelingsstructuur aan bijdraagt of noodzakelijk voor is. Een en ander is daarmee gerelateerd aan de knelpunten die zijn aangegeven in de door Provinciale Staten van Zeeland vastgestelde Nota Grondbeleid en de daarbij behorende Verkavelingsanalyse Zeeland van het Kadaster/Lei Wageningen alsmede ook in het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer dat deel uitmaakt van het Mobiliteitsplan 2016-2019.
Gedeputeerde staten hebben op 14 juni 2016, kenmerk 16008619, een adviescommissie ingesteld voor de beoordeling en rangschikking van de projecten die in het kader van POP-3 worden ingediend. De Adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op middels een rangschikking door het toekennen van punten aan de hand van in artikelen 6en 7genoemde wegings- en selectiecriteria.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-6030.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.