Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 november 2016, nr. 819E4ACF, tot openstelling van de regeling niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en hydrologische maatregelen PAS in het Natura 2000 gebied van de Oostelijke Vechtplassen in het kader van POP3 2014–2020 (Openstellingsbesluit POP3 niet-productieve investeringen Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen provincie Utrecht 2016)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3 2014–2020 Provincie Utrecht;

 

Overwegende:

  • dat Gedeputeerde Staten met deze subsidieregeling beogen de gestelde doelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en het provinciaal meerjarenprogramma voor het landelijk gebied, Agenda Vitaal Platteland (AVP) te behalen, waaronder het doel om een kwaliteit van de natuurgebieden binnen het Natuurnetwerk Nederland voldoende waarborgen te bieden voor het duurzaam kunnen realiseren van de gewenste biodiversiteit;

  • dat voor de Natura 2000 gebieden in de provincie Utrecht het gewenst is hydrologische- en natuurherstel maatregelen te treffen om de kwaliteit van het natuurgebied te versterken door het verminderen van stikstofdepositie en door herstelmaatregelen te treffen die leiden tot een versterking van de natuurwaarden van deze gebieden;

Besluiten:

  • I.

    Open te stellen: De regeling niet-productieve investeringen hydrologische- en natuurherstelmaatregelen Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen provincie Utrecht 2016 als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3 2014–2020 Provincie Utrecht – verder te noemen de Verordening subsidies POP3 – voor de periode van 14 november 2016 tot en met 9 december 2016;

  • II.

    Het subsidieplafond voor de openstellingsperiode vast te stellen op € 2.560.000,– waarvan € 1.280.000,– uit het ELFPO en € 1.280.000,– uit Agenda Vitaal Platteland;

  • III.

    De volgende regels vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In aanvulling op artikel 1.1 van de Verordening subsidies POP3 gelden de volgende definities:

  • a.

    hydrologische maatregelen: bovenwettelijke maatregelen die de waterhuishouding in een gebied veranderen met het oog op het algemeen belang;

  • b.

    natuurherstel- en inrichtingsmaatregelen: bovenwettelijke maatregelen om de condities voor het herstel van bepaalde habitattypen te verbeteren;

  • c.

    natura 2000 gebied: een gebied als onderdeel van het Natura 2000 netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie. Deze gebieden zijn aangewezen op grond van de vogelrichtlijn en habitatrichtlijn.

  • d.

    programma aanpak stikstof (PAS): Dit betreft een samenwerking, sinds 1 juli 2015, tussen provincies de rijksoverheid en maatschappelijke partners om enerzijds de natuurdoelstellingen van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden te garanderen door de stikstofuitstoot te verminderen en anderzijds economische ontwikkelingen mogelijk te maken.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

In afwijking van artikel 2.5.1 van de Verordening subsidies POP3 wordt alleen subsidie verstrekt voor niet productieve hydrologische- inrichtings- en natuurherstelmaatregelen in of binnen de directe invloedssfeer van Natura 2000 gebieden met een aangetoonde directe link met de landbouw.

 

Artikel 3 Subsidiabele kosten

  • 1.

    In afwijking op artikel 2.5.3, eerste lid, van de Verordening subsidies POP3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      de kosten van de bouw en verbetering van onroerende goederen;

    • b.

      de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    • c.

      de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    • d.

      de kosten van haalbaarheidsstudies.

    • e.

      personeelskosten;

    • f.

      niet verrekenbare of niet compensabele BTW.

  • 2.

    In afwijking op artikel 1.12 van de Verordening subsidies POP3, komen voorbereidingskosten in aanmerking vanaf 1 januari 2015.

Artikel 4 Hoogte subsidie

In afwijking op artikel 2.5.4 van de Verordening subsidies POP3 bedraagt de subsidie 100% van de subsidiabele kosten en dient de subsidie op het moment van de subsidieverlening per project minimaal € 300.000,– te bedragen.

Artikel 5 Selectiecriteria

  • 1.

    Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening subsidies POP3 wordt, in afwijking van artikel 2.5.5 van de Verordening subsidies POP3, de aanvraag beoordeeld aan de hand van het geografisch criterium waarbij de activiteiten dienen plaats te vinden binnen het gebied dat vanuit hydrologisch oogpunt van invloed is op het Natura 2000 gebied, de Oostelijke Vechtplassen (zie bijlage 1):

  • 2.

    Het bepalen van de scores van de in het eerste lid onder a bedoelde selectiecriteria vindt als volgt plaats:

    • 0 wordt toegekend indien de activiteiten voor minder dan 50% binnen het onder het eerste lid bedoelde gebied worden uitgevoerd;

    • 1 punt wordt toegekend indien de activiteiten voor 50%–75% binnen het onder het eerste lid bedoelde gebied worden uitgevoerd;

    • 2 punten worden toegekend indien de activiteiten voor meer dan 75% binnen het onder het eerste lid bedoelde gebied worden uitgevoerd;

    • Het maximum aantal punten is 2.

  • 3.

    Indien een aanvraag 0 punten behaalt op de onder het eerste lid bedoelde selectiecriterium, wordt de aanvraag niet gehonoreerd;

  • 4.

    Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op basis van de volgende puntentoedeling:

    • 1 punt indien het project niet beoogt om na afloop van de planperiode waar het project onderdeel van uitmaakt de geografische of thematische einddoelen te halen;

    • 2 punten indien de beleidsdoelstelling na afloop van het project nog niet zal worden bereikt, maar voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat deze binnen de resterende planperiode gerealiseerd kan worden;

    • 3 punten indien het project er met zekerheid toe bijdraagt dat na afloop van de planperiode de doelstelling zal zijn bereikt;

    • 4 punten indien het project beoogt de beleidsdoelstelling na afloop van het project te hebben bereikt (de verdroging van een natuurgebied is opgeheven, waterlopen zijn omgeleid, een natuurgebied is hersteld).

  • 5.

    Het toekennen van de scores en de rangschikking vindt plaats door een adviescommissie zoals bedoeld in artikel 1.14 van de Verordening subsidies POP3.

Artikel 6 Bevoorschotting

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.23 van de Verordening subsidies POP3 wordt maximaal 1 keer per jaar een voorschot verleend op basis van realisatie;

In afwijking van het bepaalde in artikel 1.25 van de Verordening subsidies POP3 worden geen voorschotten verleend vooruitlopend op de realisatie.

Artikel 7 Publicatie en inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit POP3 niet-productieve investeringen Natura 2000 gebied Oostelijke vechtplassen provincie Utrecht 2016.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 november 2016.

Gedeputeerde staten van Utrecht

Voorzitter

Secretaris

Bijlage 1 Natura 2000 gebied nr. 95 Oostelijke Vechtplassen

Toelichting

Inleiding

Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie. Deze gebieden zijn aangewezen op grond van de vogelrichtlijn en habitatrichtlijn. Voor deze gebieden zijn instandhoudingsdoelen geformuleerd.

 

Het gebied waar de provincie Utrecht deze regeling op richt is het Utrechtse deel van het Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen. Dit gebied bestaat uit een reeks van laagveengebieden tussen de Vecht en de oostrand van de Utrechtse Heuvelrug, waar een gevarieerde moerasnatuur is ontstaan. Het gebied is belangrijk voor broedvogels van rietmoerassen en zeer belangrijk voor broedvogels van moerassen met veel waterriet en lange oeverlijnen. De natuurwaarden in dit gebied zijn van onschatbare waarden en kennen, naast die van de Wieden en Weerribben in Overijssel, hun weerga niet in Noordwest-Europa. Vergelijkbare ecosystemen zijn op deze schaal en kwaliteit pas weer te vinden in Polen.

Het Natura 2000-gebied, de Oostelijke Vechtplassen, staat voortdurend onder druk door de invloed van de landbouw. Vooral door de aanvoer van een overschot aan stikstof (ammoniak en stikstofoxiden) wordt de natuur bedreigd. Dit is voor een belangrijk deel te verklaren door de waterhuishouding in het gebied. Voor het behoud van het gebied is het essentieel dat er maatregelen worden getroffen om het Natura 2000 gebied weerbaarder te maken.

 

Het doel van deze regeling is het behoud van het stikstofgevoelige Natura 2000-gebied, oostelijke Vechtplassen in combinatie met voldoende economische ontwikkelruimte voor de landbouw in de omgeving ervan. Hierbij richt de regeling zich specifiek op hydrologische- inrichtings- en natuurherstelmaatregelen. Hiermee beoogt de provincie Utrecht een bijdrage te leveren aan de doelen van het landelijk Programma aanpak stikstof (PAS).

 

Artikelsgewijze toelichting van het openstellingsbesluit

 

Met deze openstelling worden, naast de hoogte van het subsidieplafond en de periode van indiening aanvullende vereisten gesteld ten opzichte van hoofdstuk 1 en Paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3. De aanvullende of vervangende regels staan in de artikelen 1 tot en met 5 van dit openstellingsbesluit.

Paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3

Artikel 2.5.2 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren;

  • c.

    grondgebruikers;

  • d.

    landbouworganisaties;

  • e.

    natuur- en landschapsorganisaties;

  • f.

    provincies;

  • g.

    waterschappen;

  • h.

    gemeenten

  • i.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

De regeling staat open voor alle bovenstaande aanvragers die de uitvoering van hydrologische- en natuurherstel maatregelen in en rondom het Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen op zich nemen.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Deze regeling is gericht op niet-productieve investeringen voor hydrologische- inrichtings- en natuurherstelmaatregelen voor het Natura 2000 gebied oostelijke Vechtplassen.

 

Niet productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouw- of bosbouwbedrijf tot gevolg hebben.

 

Daarbij wordt gedacht aan inrichtingsmaatregelen voor hydrologische maatregelen die bijdragen aan verminderde stikstofdepositie in het Natura 2000 gebied, aan maatregelen die bijdragen aan de vermindering van verdroging of aan maatregelen die (vervuild) gebiedsvreemd water buiten de invloedsfeer van het Natura 2000 gebied weten te houden.

 

Hierbij kan tevens gedacht worden aan natuurversterkende maatregelen zoals de aanleg van regenwaterbuffers en stuwen, (waterconserverende) drainagesystemen en natte bufferzones, het omleggen van beken en het verhogen van waterpeilen, het afplaggen en vernatten van grond, het hydrologisch isoleren van natuurgebieden door het aanbrengen van dammen en andere maatregelen die zorgen voor een hydrologische scheiding tussen het natura 2000 gebied en de gebieden met een agrarische functie. De directe link met de landbouw is aan te tonden als de aanvrager maatregelen treft in het kader van de PAS waarmee ontwikkelruimte voor de landbouw in de omgeving van het Natura 2000 gebied ontstaat.

Artikel 3 Subsidiabele kosten

In het artikel staan alle subsidiabele kostensoorten die in een begroting opgenomen dienen te worden. Uitsluitend de volgende kosten zijn subsidiabel onder deze regeling:

  • a.

    de kosten van de bouw en verbetering van onroerende goederen

    Niet-productieve investeringen worden gezien als een vorm van het verbeteren van onroerende goederen, waaronder grond en infrastructuur, vanuit milieuoogpunt of andere omgevingsaspecten. Voor bepaalde hydrologische maatregelen zijn ook bouwkosten voorzien in deze regeling.

  • b.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten voor de inhuur van technische expertise of juridisch advies die voor het opstellen van een bestek of andere voorbereidende werkzaamheden noodzakelijk zijn.

  • c.

    de kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    Het kan hier gaan om een studie naar de gevolgen van de investering op het milieu.

  • d.

    de kosten van haalbaarheidsstudies.

    Haalbaarheidsstudies naar het draagvlak in de omgeving voor de niet-productieve investeringen en naar de uitvoerbaarheid in technisch of financiële zin behoren tot de subsidiabele kosten.

  • e.

    Personeelskosten

    Hier gaat het om kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de niet-productieve investeringen. Het gaat dan om kosten voor adviseurs, architecten en ingenieurs, adviezen over duurzaamheid op milieu en economisch gebied en haalbaarheidsstudies die door het eigen personeel van de aanvrager worden uitgevoerd. Hiervoor geld de berekeningswijze zoals bedoeld in artikel 1.9 van Verordening subsidies POP3:

    • 1

      Werkelijk gemaakte personeelskosten worden per uur berekend door het meest recente bruto jaarloon te delen door 1.720 uren op basis van een werkweek van 40 uur, vermeerderd met een opslag van 43,5% voor de werkgeverslasten en een opslag van 15% voor de indirecte kosten.

    • 2

      Indien er sprake is van een parttime dienstverband, worden de personeelskosten per uur naar rato berekend.

    • 3

      Personeelskosten zijn subsidiabel tot maximaal 1.720 uur per persoon per jaar.

  • f.

    Niet verrekenbare of niet compensabele BTW

    BTW die vanuit een fonds van gemeente of provincie aan de aanvrager kan worden gecompenseerd is niet subsidiabel. Ook BTW die als voorbelasting kan worden afgetrokken bij de belastingdienst of die via een regeling van de belastingdienst geen last vormt voor de aanvrager, is niet subsidiabel.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. Het minimumbedrag is € 300.000,– aan subsidiabele kosten. Dit kan betekenen dat een subsidieaanvraag voor een bedrag van € 300.000 toch kan worden geweigerd als na de beoordeling een deel van de kosten niet subsidiabel blijken te zijn.

Artikel 5 Selectie van projecten

Projecten, bestaande uit hydrologische- inrichtings- en natuurherstelmaatregelen worden geselecteerd op basis van de locatie waarin zij bevinden. Vanuit de optiek van deze regeling zijn de beste projecten, die projecten die zorgen voor een maximale vermindering van stikstofdeposities op het Natura 2000 gebied (Oostelijke Vechtplassen) of voor een verbeterde waterhuishouding van het Natura 2000 gebied. Projecten die dus volledig binnen de hydrologische invloedssfeer van het Natura 2000 gebied liggen en zorgen voor een duidelijke hydrologische scheiding tussen de waterhuishouding voor het natuurgebied en die van de landbouw dan wel weerbaarder worden ten opzichte van stikstofdeposities scoren het hoogst. Deze projecten krijgen 2 punten. Indien de investeringen tussen de 50%–75% binnen het gebied liggen en de rest daarbuiten scoort het project 1 punt. Hierbij wordt uitgegaan van het geïnvesteerd bedrag.

Als er twee of meer aanvragen worden ingediend en het budget is niet toereikend dan worden de projecten vergeleken op basis van het eindresultaat van het project. Indien aan het eind van de looptijd van het project alle noodzakelijke herstelmaatregelen zijn getroffen en daarmee het Natura 2000 gebied voor de lange termijn voldoende beschermd is wordt een maximum van 4 punten toegekend. Er worden minder punten toegekend (1, 2 of 3 punten) naarmate dit effect op de einddoelen minder zijn.

Artikel 6 Bevoorschotting

De aanvrager mag maximaal 1 keer per jaar een betalingsverzoek indienen (aanvraag voorschot op basis van realisatie). Omdat de aanvrager al verplicht is, op basis van artikel 1.17 van de Verordening subsidies POP3, 1 keer per jaar een voortgangsverslag in te dienen is het aan te bevelen om dit te combineren. Een aanvraag om een voorschot voorafgaand aan de realisatie is in ieder geval niet mogelijk. Met realisatie wordt bedoeld dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt zijn en dit aangetoond kan worden met facturen en betaalbewijzen.

Aanvraagprocedure

Aanvragen kunnen worden ingediend via een digitaal loket bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.NL). De link is terug te vinden in de samenvatting van deze regeling via

https://www.provincie-utrecht.nl/loket/subsidie/

Aanvragen worden eerst beoordeeld op ontvankelijkheid en vervolgens voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie van deskundigen. De aanvragen worden door de adviescommissie gerangschikt op basis van de scores. Op basis van dit advies neemt het college van Gedeputeerde Staten een besluit. Alle aanvragers ontvangen binnen 22 weken na sluiting van de openstellingsperiode een beschikkingsbrief.

Naar boven