Nadere subsidieregels opruiming drugsafval Provincie Limburg

 

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg bekend dat zij in hun vergadering van 26 januari 2016 hebben vastgesteld:

Nadere subsidieregels opruiming drugsafval Provincie Limburg.

Overwegende dat de Tweede Kamer op 30 oktober 2014 bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2015 een amendement heeft aangenomen waarmee ten laste van de begroting van het ministerie in de jaren 2015, 2016 en 2017 telkens een bedrag van €1miljoen beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van cofinanciering tot maximaal 50% van de kosten van opruiming van drugsafvaldumpingen (Kamerstukken II, 2014/15, 34000 XII nr. 49);

Overwegende dat op 3 december 2015 tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de vereniging van het Interprovinciaal Overleg het convenant “Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen” is afgesloten waarin nader is bepaald hoe de verdeelsleutel van het beschikbare bedrag tussen de provincies tot stand komt en waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop provincies overgaan tot subsidieverstrekking op basis van het amendement;

Overwegende dat in de Provincie Limburg jaarlijks tientallen drugsdumpingen plaatsvinden en derhalve voor 2015 uit het gereserveerde bedrag van € 253.000,--via het provinciefonds beschikbaar wordt gesteld aan de Provincie Limburg voor subsidieverstrekking;

 

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    drugsafval: afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs;

  • b.

    erkende verwijderaar: verwijderaar die over de benodigde milieuvergunningen beschikt om afval volgens de juiste regelgeving te kunnen en mogen verwijderen;

  • c.

    synthetische drugs: uit chemische grondstoffen geproduceerde verdovende middelen;

  • d.

    zakelijk gerechtigden: personen met een zakelijk recht, als bedoeld in boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, op een zaak.

Artikel 2 Doel van de regeling

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:

  • a.

    het opruimen van drugsafval; en/of

  • b.

    het opruimen van de bodemverontreinigingdie voortvloeit uit het dumpen van drugsafval.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    Limburgse gemeenten; of

  • b.

    andere zakelijk gerechtigden.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er is sprake van een dumping van drugsafval;

    • b.

      de grond waarop drugsafval is gedumpt:

      • -

        is gelegen binnen de gemeente grenzen van de betreffende gemeente die subsidie aanvraagt; of

      • -

        behoort tot het zakelijk recht van de aanvrager;

    • c.

      van de dumping is aangifte gedaan bij de politie;

    • d.

      de opruiming van het drugsafval of de uit de dumping voortvloeiende bodemverontreiniging, bedoeld onder a, is gedaan in het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag;

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 , onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd conform de daartoe geldende wet- en regelgeving;

    • b.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd door een erkende verwijderaar.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid, wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de bodemverontreiniging is een gevolg van de dumping van drugsafval als bedoeld in het

      eerste lid, onder a;

    • b.

      de bodemverontreiniging is verwijderd conform artikel 6 tot en met artikel 13 van de Wet

      bodembescherming.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

    • a.

      het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

    • b.

      het project niet is gericht op de doelgroep zoals gesteld in artikel 3;

    • c.

      niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

    • d.

      de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

    • e.

      de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

    • f.

      de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11; en/of

    • g.

      de aanvrager medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of dumping van het drugsafval waarop de aanvraag is gericht.

  • 2.

    In afwijking van artikel 15, sub d, van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg wordt de aanvraag niet afgewezen indien aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden –hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden- kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk gemaakte kosten voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen voor:

    • a.

      het opruimen van drugsafval; en/of,

    • b.

      de uit de dumping voortvloeiende bodemverontreiniging.

  • 2.

    In afwijking van artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, zijn de kosten die samenhangen met financiële of contractuele verplichtingen aangegaan voordat een projectsubsidie is aangevraagd wel subsidiabel.

Artikel 7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg stellen het subsidieplafond voor deze nadere subsidieregels per openstellingsperiode vast. Dit kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 10.000,--.

 

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 9 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant met gebruikmaking van het daartoe door of namens Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar Provincie Noord-Brabant. De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • a.

      een bewijs van aangifte van de politie met tenminste een kaart met de locatie waar de drugsafval is aangetroffen, foto’s van de dumping en een beschrijving van de aangetroffen drugsgerelateerde afvalstoffen;

    • b.

      een bewijs van de gemaakte kosten voor verwijdering en afvoer van het drugsafval;

    • c.

      een bewijs van verwijdering en afvoer van het drugsafval conform de eisen van artikel 4, tweede en/of derde lid.

Artikel 10 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen vanaf 1 februari 2016 worden ingediend en dienen uiterlijk tot en met 31 maart 2016 te zijn ontvangen door de Provincie Noord-Brabant en in daarop volgende jaren binnen een door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg bepaalde openstellingsperiode.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Noord-Brabant bepalend.

Artikel 11 Verdeelcriteria

Indien de binnen de periode, bedoeld in artikel 10, lid 1, ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 8, te boven gaan, verdelen Gedeputeerde Staten de subsidie naar evenredigheid onder de voornoemde subsidieaanvragen.

Bij de verdeling naar evenredigheid zal bepalend zijn de in totaliteit gevraagde subsidiebedragen die voor subsidiëring in aanmerking zouden kunnen komen ten opzichte van het subsidieplafond.

Artikel 12 Beslistermijnen

Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag om subsidie als bedoeld in deze regeling, 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.

Artikel 13 Subsidievaststelling

Gedeputeerde Staten stellen de subsidie direct vast.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg van enige bepaling afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2018 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere subsidieregels opruiming drugsafval Provincie Limburg.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 26 januari 2016.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

 

 

Bijlage Toelichting

Toelichting behorende bij de Nadere subsidieregels opruiming drugsafval Provincie Limburg

Algemeen

De subsidieregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van I en M en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt.

Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de gedupeerden.

Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral buitengebied niet alleen sprake is vol eigendom van grond, maar ook van zakelijk rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.

Voor het opruimen van drugsafval bestaan in nagenoeg iedere regio protocollen/werkinstructies vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hier bij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.

Juridisch kader

De inhoud van de regeling is tot stand gekomen met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert dezelfde bepalingen voor wat betreft de volgende essentialia:

  • -

    doelgroep

  • -

    doel regeling

  • -

    afwijzingsgronden

  • -

    subsidiecriteria

  • -

    vereisten aanvraag

  • -

    indieningsperiode

  • -

    subsidiabele kosten

  • -

    subsidiehoogte

  • -

    verdeelcriteria

  • -

    beslistermijnen en vaststelling ineens

Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving, waaronder de eigen Algemene subsidieverordening, vastgesteld in een regeling of als onderdeel van een algemeen subsidiebesluit of een algemene subsidieverordening.

Staatssteun

Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:

  • -

    de ontvanger is een onderneming in de zin van Europees recht;

  • -

    het voordeel dat met de subsidie wordt verkregen, zou niet op de markt verkregen zijn;

  • -

    de subsidie geldt voor specifieke sectoren;

  • -

    de maatregel vervalst in potentie de mededinging of concurrentiepositie omdat de ontvanger in staat wordt gesteld investeringen te doen.

Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.

Onder b drugsafval

Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.

Onder c erkende verwijderaar

Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogt de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.

Onder e zakelijk gerechtigden

Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een zaak gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.

Artikel 3 Doelgroep

Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigden op de grond.

Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.

Artikel 4 Subsidiecriteria

Eerste lid, onder d

In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

Onder g

Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag.

Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere subsidieregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar. Kosten die reeds op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen zijn niet subsidiabel. Hieronder wordt onder andere verstaan schade die reeds door een verzekering is gedekt.

Artikel 9 Indienen aanvraag

Eerste lid

Voor het vaststellen van het aanvraagformulier verlenen GS mandaat aan GS van de provincie Noord-Brabant omdat de provincie Noord-Brabant de ontvankelijkheidstoets en inhoudelijke toets op zich nemen. Hiertoe vervult Noord-Brabant het subsidieloket.

Tweede lid

De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten is beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.

Gedeputeerde Staten van Limburg,

de voorzitter de secretaris

Naar boven