Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2016, 5769 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2016, 5769 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van11 oktober 2016, pzh-2016-565675226 (DOS 2016-0005091) tot vaststelling van de Subsidieregeling gebiedsprogramma’s groen Zuid-Holland 2016 (Subsidieregeling gebiedsprogramma’s groen Zuid-Holland 2016)
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat het wenselijk is om bij te kunnen dragen aan integrale gebiedsprogramma’s op het gebied van de provinciale doelen Groenbeleving en Biodiversiteit teneinde een bijdrage te leveren aan de doelen;
vast te stellen het volgende besluit:
“Subsidieregeling gebiedsprogramma’s groen Zuid-Holland 2016”
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan de penvoerder van de landschapstafel.
Indien in een gebied per doelstelling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, afzonderlijke integraal gebiedsprogramma’s worden ingediend, bevat een aanvraag voor subsidie in aanvulling op het eerste lid een beschrijving van de verhouding van dat afzonderlijke integraal gebiedsprogramma met de andere integraal gebiedsprogramma’s binnen hetzelfde gebied.
In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 11 Bevoorschotting en betaling
Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
Gedeputeerde staten kunnen de verleende subsidies vanaf januari 2018 wijzigen en herverdelen over de subsidieontvangers, indien aannemelijk is dat een integraal gebiedsprogramma of activiteiten op grond van een integraal gebiedsprogramma niet of niet volledig binnen de verwachte realisatietermijn voltooid kunnen worden.
Alvorens tot herverdeling over te gaan bieden gedeputeerde staten de penvoerder van het programma de mogelijkheid om, binnen een door gedeputeerde staten te bepalen termijn, aannemelijk te maken dat een integraal gebiedsprogramma of activiteiten op grond van een integraal gebiedsprogramma binnen de resterende termijn voltooid zullen worden
De evaluatie van de risicoanalyse als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Asv vindt twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling plaats.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 2 regelt de subsidiabele activiteit. Het uitvoeren van activiteiten uit een integraal gebiedsprogramma. Het programma moet (mede) gericht zijn op de provinciale doelen:
Onder het groenbeleving wordt naast het “groen” ook water begrepen. Projecten rond waterrecreatie kunnen dus ook deel uit maken van het integraal gebiedsprogramma.
Een landschapstafel kan er voor kiezen om voor het hele gebied één integraal gebiedsprogramma op te stellen. Maar het is ook mogelijk om per provinciaal doel een afzonderlijke gebiedsprogramma op te stellen. Eveneens is het mogelijk om de programma’s per deelgebied in te richten.
De subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van het integraal gebiedsprogramma. Dit geeft meer vrijheid aan de uitvoerders van het programma dan een ‘klassieke’ projectsubsidie. Zo is het mogelijk om binnen het programma met projecten te schuiven qua planning of budget. Ook is het mogelijk om een project te vervangen door een ander, indien het oorspronkelijke project toch niet wenselijk/uitvoerbaar is.
Indien een landschapstafel er voor kiest om per deelgebied of thema een (deel)programma op te stellen, is de landschapstafel wel vrij om binnen de (deel)programma’s te schuiven, maar niet tussen de deelprogramma’s.
Per (deel)programma zal er namelijk één subsidiebeschikking worden gegeven.
In de subsidiebeschikking wordt geregeld welke ruimte er is om binnen het programma te schuiven. Zo kan in de beschikking worden opgenomen dat schuiven tussen projecten binnen een thema wel zonder meer mogelijk is, maar schuiven tussen de thema’s alleen met instemming van de provincie mogelijk is. Ook kunnen in de beschikking bepaalde projecten met naam worden genoemd. Dit zal gedaan worden in verband met de grote maatschappelijke- of ecologische waarde van het project. Voor het wijzigen van dergelijke projecten zal vooraf instemming van de provincie nodig zijn.
Het integraalprogramma (of een deelprogramma per thema of gebied) wordt gezien als de aanvraag om subsidie. Naast het programma wordt ook gevraagd een aanvraagformulier in te dienen.
Artikel 5 somt een aantal punten op die een integraal gebiedsprogramma moet bevatten. Zo moet het programma onder andereen visie voor de lange termijn, een beschrijving van de doelen en een beschrijving van de verhouding van het programma met programma’s van aangrenzende landschapstafels bevatten. Wanneer deze onderdelen onvoldoende zijn uitgewerkt wordt de subsidie geweigerd. Een onderdeel is bijvoorbeeld onvoldoende uitgewerkt als bij de verhouding met andere programma’s is aangegeven dat er geen verhouding is met de programma’s van aangrenzende gebieden. Tevens wordt de subsidie niet verstrekt indien het integraal gebiedsprogramma activiteiten waarvoor reeds subsidie is verstrekt op basis van de Uitvoeringsregeling Groen Zuid-Holland 2014.
De looptijd van de integraal gebiedsprogramma’s is beperkt tot 31 december 2022. Activiteiten uit het programma die worden bekostigd met de subsidie, moeten uiterlijk 31 december 2019 van start gaan.
Deze verplichtingen zijn opgenomen om gelijkheid te creëren tussen de verschillende programma’s. De voortgang van de programma’s onderling is door de gelijkheid te vergelijken, waardoor de herijking uit artikel 14 mogelijk is.
Op basis van de ingediende programma’s wordt de hoogte van de subsidie bepaald. De verschillende programma’s zullen in een verschillend tempo worden uitgevoerd. Zo zullen er mogelijk programma’s zijn waarvan de uitvoering zeer voorspoedig gaat en die zelfs groter in omvang kunnen worden. Maar er kunnen wellicht ook programma’s zijn waarvan de uitvoering minder voorspoedig gaat, waardoor het niet meer mogelijk is om het programma binnen de programma periode uit te voeren.
Om te voorkomen dat er aan het einde van de programma periode provinciale middelen onbenut blijken, terwijl in andere gebieden de extra provinciale middelen wel ingezet konden worden, is de herijking opgenomen in de regeling.
Voordat tot herijking wordt overgegaan, wordt eerst met de landschapstafels en de regiegroepen gesproken over de voortgang van de programma’s. Er zal niet tot herijking (verlaging) worden overgegaan als de landschapstafel kan aantonen dat het programma wel binnen de programmaperiode uitgevoerd kan worden.
Bij een subsidie voor een integraal gebiedsprogramma is het niet mogelijk om op subsidiabele kosten te verantwoorden. Vooraf is namelijk niet duidelijk wat exact de subsidiabele kosten per project zijn.
Relevant is de bijdrage van de uitgevoerde projecten aan de provinciale doelen.
Wel wordt gevraagd naar de werkelijke totale kosten van het integraal gebiedsprogramma en naar de besteding van de provinciale subsidie. Op programmaniveau bedraagt de subsidie nooit meer dan het subsidiepercentage dat is opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening.
Het is dus mogelijk dat op projectniveau er voor een project meer van de provinciale subsidie ( een hoger percentage) wordt besteed en op een ander project minder van de provinciale subsidie (lager percentage) .
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-5769.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.