Besluit aanwijzen toezichthouders Waterverordening provincie Utrecht 2009
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
overwegende, dat conform het gestelde in artikel 6.1 van de Waterverordening provincie Utrecht 2009 (hierna: de verordening) de mogelijkheid wordt geboden om personen aan te wijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening;
dat Gedeputeerde Staten van Utrecht bij besluit van 4 maart 2003 hun bevoegdheden betreffende het beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal, inclusief het nautisch beheer, hebben gemandateerd aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (Provinciaal Blad 2003, nr. 23).
dat de dienst Beheer Infrastructuur ingevolge dit besluit belast is met het uitvoeren van toezicht en handhaving conform de verordening voor zover dit betrekking heeft op het Utrechtse deel van het Merwedekanaal;
dat het gewenst is om de medewerkers die belast zijn met toezicht en handhaving op grond van de verordening aan te wijzen als toezichthouders in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 (Provinciaal Blad 2003, nr. 23) en het mandaatbesluit van Gedeputeerd Staten van Zuid-Holland van 28 december 2015 (Provinciaal Blad 2015, nr. 8582);
BESLUITEN:
- I.
de personen werkzaam in de hierna te noemen functies aan te wijzen als toezichthouder, in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht, voor het uitoefenen van toezicht op het Utrechtse deel van het Merwedekanaal:
a. Toezichthouder;
b. Rayonopzichter;
c. Coördinator handhaving.
- II.
dit besluit bekend te maken door plaatsing in het Provinciaal Blad.
Belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid om ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij hun college een bezwaarschrift in te dienen tegen dit besluit. Dit moet gebeuren binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit en worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
voor dezen,
mr. D.P. Boddé
hoofd bureau Juridisch Beheer
dienst Beheer Infrastructuur
Besluit van 11 oktober 2016 met kenmerk PZH-2016-568082702.