Provincie Overijssel - Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel

B esluit: Gedeputeerde Staten d.d. 10-10-2016

K enmerk: 2016/0394329

I nlichtingen bij: J.E. Blekkenhorst

T elefoon: 038 499 9303

E - mail: JE.Blekkenhorst@overijssel.nl

Gedeputeerde Staten van Overijssel

 

Delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel als volgt is gewijzigd:

 

ARTIKEL I

 

Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 wordt als volgt gewijzigd:

 

Paragraaf 4.13 Vrijetijdseconomie 2012-2015

ingetrokken

 

Paragraaf 4.16 Cultuureducatie ‘cultuur aan de basis’

 

Artikel 4.16.1 Begripsbepalingen

Er wordt een nieuw sub c toegevoegd:

c. intentieverklaring: een schriftelijke verklaring waarin een schoolbestuur vastlegt dat ze deelneemt aan het gemeentelijke cultuureducatieplan.

 

Artikel 4.16.2 Subsidiabele activiteiten

Sub b komt als volgt te luiden:

Activiteiten gericht op de verdieping en implementatie van doorgaande leerlijnen cultuureducatie.

 

Artikel 4.16.3 Criteria

Sub b: ‘2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: 2017, 2018, 2019 en 2020.

 

Sub c: ’voor de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020.

‘het bedrag dat in 2012’ wordt vervangen door: het bedrag dat in 2016

 

Sub d: ‘uiterlijk 1 juni 2014’ vervalt

 

Artikel 4.16.4 Grondslag subsidie

‘50%’ wordt vervangen door: 60%

Toelichting: ‘peildatum 1 oktober 2012’ wordt vervangen door: peildatum 1 oktober 2014

 

Tabel komt als volgt te luiden: Gemeente

 

 

 

Aantal leerlingen

 

 

 

Maximale subsidie

Almelo

6441

€ 19.323

Borne

2002

€ 6.006

Dalfsen

2702

€ 8.106

Deventer

9208

€ 27.624

Dinkelland

2525

€ 7.575

Enschede

13109

€ 39.327

Haaksbergen

2143

€ 6.429

Hardenberg

5912

€ 17.736

Hellendoorn

3356

€ 10.068

Hengelo

7210

€ 21.630

Hof van Twente

3162

€ 9.486

Kampen

5364

€ 16.092

Losser

1959

€ 5.877

Oldenzaal

3151

€ 9.453

Olst-Wijhe

1452

€ 4.356

Ommen

1616

€ 4.848

Raalte

3330

€ 9.990

Rijssen-Holten

4182

€ 12.546

Staphorst

2015

€ 6.045

Steenwijkerland

3733

€ 11.199

Tubbergen

2330

€ 6.990

Twenterand

3530

€ 10.590

Wierden

2351

€ 7.053

Zwartewaterland

2619

€ 7.857

Zwolle

11750

€ 35.250

107152

€ 321.456

 

 

 Artikel 4.16.5 Indieningstermijn aanvraag

‘3 januari 2013’ wordt vervangen door: 2 januari 2017

‘1 april 2013’ wordt vervangen door: 3 april 2017

 

Artikel 4.16.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag

Lid 2 sub a: ‘2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: 2017, 2018, 2019 en 2020

Lid 2 sub b: ‘indien aanwezig’ vervalt

Toelichting: de eerste zin beginnend met ‘Deze intentieverklaring (..)’ vervalt.

 

Lid 2 sub c: ‘indien aanwezig’ vervalt

Toelichting bij sub c vervalt.

 

Er wordt een nieuw sub d toegevoegd:

d. Een collegevoorstel waarin B&W of een raadsvoorstel waarin de gemeenteraad bevestigt dat een bedrag voor cultuureducatie op de gemeentelijke cultuurbegroting voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020 ten minste 75% bedraagt van het bedrag dat in 2016 op de gemeentelijke begroting was opgenomen voor cultuureducatie.

 

Paragraaf 4.17 Cultuurmakelaars

 

Artikel 4.17.1 Begripsbepalingen

Sub a komt als volgt te luiden:

cultuurmakelaar: een onafhankelijk adviseur, werkzaam voor de cultuursector die in opdracht van gemeenten werkt;

Toelichting: ‘en ondersteuning te bieden in het organiseren van cultuurprojecten’ wordt vervangen door: en hierin ondersteuning te bieden.

 

Sub b vervalt

 

Sub d: ‘of culturele organisaties’ vervalt

 

Er wordt een nieuw sub e toegevoegd:

Intentieverklaring: schriftelijke verklaring waarin een gemeente haar financiële bjdrage vastlegt.

 

Artikel 4.17.3 Criteria

Lid 1 sub a komt als volgt te luiden:

a. De aanvrager maakt deel uit van een samenwerkingsverband van ten minste twee Overijsselse gemeenten, waarbij één van de gemeenten de aanvrager is;

 

Lid 1 sub e: ‘2017’ wordt vervangen door: 2021

 

Artikel 4.17.5 Subsidiabele kosten

komt als volgt te luiden:

Uitsluitend kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel met een uurtarief van maximaal € 75.

 

Artikel 4.17.6 Indieningstermijn aanvraag

Lid 1 sub a:

‘1 januari 2013’ wordt vervangen door: 1 november 2016 en ‘1 april 2013’ wordt vervangen door: 1 februari 2017

 

Lid 1 sub b: ‘2014’ wordt vervangen door: 2018 en ‘1 december 2014’ wordt vervangen door: 3 december

2018

 

Paragraaf 4.18 Cultuurparticipatie

 

Artikel 4.18.1 Begripsbepalingen

sub d: ‘cultureel ondernemerschap’ wordt vervangen door: talentontwikkeling

Toelichting: het zinsdeel ‘een nieuwe vorm van ondernemerschap ontplooit’ vervalt.

 

Sub e komt als volgt te luiden:

Artistiek inhoudelijke kwaliteit: de artistiek inhoudelijke kwaliteit blijkt uit het vakmanschap, de zeggingskracht en de oorspronkelijkheid van de activiteiten;

 

Sub f vervalt

 

De toelichting bij sub j vervalt.

 

Er wordt een nieuw sub k toegevoegd:

k. talentontwikkeling: ontwikkelen en uitvoeren van een methodiek om talenten te begeleiden in hun culturele en artistieke ontwikkeling.

 

Artikel 4.18.2 Subsidiabele activiteiten

Lid 1 sub c: ‘cultureel ondernemerschap’ wordt vervangen door: talentontwikkeling

Toelichting bij sub c vervalt.

 

Lid 2 vervalt

 

Artikel 4.18.3 Criteria

Lid 2 vervalt

 

Artikel 4.18.4 Grondslag subsidie

Lid 2 vervalt

 

Artikel 4.18.4a Subsidiabele kosten

Vervalt

 

Artikel 4.18.4b Niet subsidiabele kosten

Vervalt

 

Artikel 4.18.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 1: ‘2013 t/m 2016’ wordt vervangen door 2017 t/m 2020

 

Artikel 4.18.9 Weigeringsgronden

Sub a: ‘ geluidsdragers’ vervalt

 

Sub i komt als volgt te luiden:

Activiteiten die behoren tot de reguliere bedrijfsvoering van de aanvrager;

 

Paragraaf 4.25 Maatschappelijke initiatieven Overijssel 2014

Ingetrokken

 

Er wordt een nieuwe paragraaf 4.28 toegevoegd:

Paragraaf 4.28 Week van de Amateurkunst

 

Artikel 4.28.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

amateurkunstenaar: degene die kunst of cultuur actief beoefent uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te voorzien;

talentontwikkeling: ontwikkelen en uitvoeren van een methodiek om talenten te begeleiden in hun culturele en artistieke ontwikkeling;

Week van de Amateurkunst: één week waarin amateurkunstenaars en culturele verenigingen zich presenteren aan een publiek.

 

Artikel 4.28.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de voorbereiding en uitvoering van de Week van de Amateurkunst.

 

Artikel 4.28.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een gemeente in de provincie Overijssel;

  • b.

    de Week van de Amateurkunst vindt plaats binnen de provinciegrenzen van Overijssel;

  • c.

    de Week van de Amateurkunst vindt plaats gedurende een week, waarbinnen op minimaal 5 dagen culturele activiteiten zijn geprogrammeerd;

  • d.

    professionele kunstenaars of andere professionals zijn inhoudelijk betrokken om:

    • i.

      de kennis en expertise van een amateurkunstenaar of culturele organisatie te vergroten of te verbeteren;

    • ii.

      talentontwikkeling te bevorderen.

 

Artikel 4.28.4 Grondslag subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000 per gemeente.

 

Artikel 4.28.5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.

 

Artikel 4.28.6 Indieningstermijn aanvraag

In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag kan worden ingediend:

  • a.

    vanaf 1 november 2016 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 maart 2017;

  • b.

    vanaf 1 november 2017 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 maart 2018;

  • c.

    vanaf 1 november 2018 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 maart 2019;

  • d.

    vanaf 1 november 2019 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 2 maart 2020.

 

Artikel 4.28.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Week van de Amateurkunst.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij zijn aanvraag voor subsidie een projectplan waarin is omschreven:

    • a.

      een activiteitenplan met daarin het aantal en de aard van de activiteiten die worden uitgevoerd tijdens de Week van de Amateurkunst;

    • b.

      met welke partijen wordt samengewerkt om de Week van de Amateurkunst te organiseren en een omschrijving van die samenwerking;

    • c.

      hoe professionele kunstenaars of andere professionals worden betrokken om:

      • i.

        de kennis en expertise van een amateurkunstenaars of culturele organisatie te vergroten of te verbeteren;

      • ii.

        talentontwikkeling te bevorderen.

 

Artikel 4.28.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 4.28.9 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht om voor 31 december van het jaar waarin de Week van de Amateurkunst plaatsvindt de activiteit te hebben afgerond.

 

Paragraaf 5.10 Leefbare kleine kernen

 

Artikel 5.10.3 Criteria

Er wordt een nieuw sub d toegevoegd:

d. er is ten minste één derde partij die gezamenlijk met de gemeente of het waterschap financieel bijdraagt voor ten minste 50% van de subsidiabele kosten.

 

Paragraaf 5.11 Duurzaam ontwikkelen Overijssel

ingetrokken

 

Er wordt een nieuwe paragraaf 5.26 toegevoegd:

 

Paragraaf 5.26 Retailvouchers

 

Algemene toelichting

In de landelijke Retailagenda zijn de provincies gevraagd regie te voeren over het ruimtelijk-economisch detailhandelsbeleid, gericht op onder andere het terugbrengen van het overaanbod, voorkomen van leegstand en de samenwerking en afstemming tussen partijen te faciliteren. Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2015 een Retailagenda opgesteld waarin 20 maatregelen staan beschreven die gericht zijn op het ontwikkelen van sterke winkelgebieden, investeren in mensen en kansen voor ondernemerschap. Eén van de maatregelen is het sluiten van RetailDeals tussen het Ministerie van EZ, mede gesloten namens partijen vertegenwoordigd in de landelijke Retailagenda, en gemeenten. Diverse Overijsselse gemeenten hebben inmiddels een gemeentelijke retaildeal afgesloten, andere zijn voornemens om in een volgende ronde te tekenen. Gemeenten hebben behoefte aan provinciaal procesgeld bij het opstellen en uitvoeren van de gemeentelijke retailagenda.

Gedeputeerde Staten willen bijdragen aan de versnelling van de uitvoering van de acties afgesproken in de gemeentelijke retaildeal en stellen een subsidie van maximaal € 10.000 per gemeente beschikbaar.

 

Artikel 5.26.1. Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    RetailDeal: gemeentelijke retaildeal met het Ministerie van Economische Zaken in het kader van de nationale Retailagenda;

  • b.

    retail: de verzamelnaam voor bedrijven die goederen en diensten aan consumenten verkopen. Toelichting: Retail wordt vaak detailhandel genoemd. Toch is er een verschil. Retail omvat naast aanbieders van goederen in traditionele winkels ook aanbieders van diensten en online aanbieders.

 

Artikel 5.26.2. Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het opstellen of uitvoeren van een gemeentelijke retailagenda ter uitvoering van de RetailDeal.

 

Artikel 5.26.3. Criteria

Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een gemeente in de provincie Overijssel;

  • b.

    de aanvrager heeft een RetailDeal gesloten met het Ministerie van Economische Zaken in het kader van de Nationale Retailagenda.

 

Artikel 5.26.4. Grondslag subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000 per gemeente.

 

Artikel 5.26.5. Subsidiabele kosten

Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.

 

Artikel 5.26.6. Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 5.26.7. Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie

De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het Aanvraagformulier Retailvouchers.

 

Artikel 5.26.8 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten als bedoeld in artikel 5.26.2 uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie te hebben afgerond.

 

Paragraaf 7.2.2 Ruimte voor de fiets

ingetrokken

 

Paragraaf 8.1 Duurzame energieopwekking en energiebesparing

 

Artikel 8.1.3 Criteria

Lid 1 sub d: ‘NTA 8080:2009.nl’ wordt vervangen door: NTA 8080-1: 2015.nl en NTA 8080-2: 2015.nl

 

 

Paragraaf 8.10 Energiebesparende maatregelen ondernemingen

 

Artikel 8.10.1 Begripsbepalingen

Aan de toelichting bij sub b wordt op het eind de volgende zin toegevoegd:

Zonnepanelen worden aangemerkt als energieopwekking en komen daarom niet in aanmerking voor subsidie.

 

 

Paragraaf 8.13 Biomassalogistiek

 

Artikel 8.13.3 Criteria

Sub c: ‘NTA 8080:2009 nl’ wordt vervangen door: NTA 8080-1: 2015.nl en NTA 8080-2: 2015.nl

 

Artikel 8.13.5 Subsidiabele kosten

Vervallen

 

 

Paragraaf 8.20 Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie

 

Artikel 8.20.1 Begripsbepalingen

Sub f: ‘NTA 8080’ wordt vervangen door NTA 8080-1: 2015.nl en NTA 8080-2: 2015.nl

 

Paragraaf 8.23 Proeftuin energieneutraal renoveren

ingetrokken

 

Paragraaf 8.28 Duurzame ondernemersvoucher energieaanbod

In de titel van de paragraaf komt ‘ondernemers’ te vervallen.

 

De algemene toelichting komt als volgt te luiden:

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie in de vorm van een voucher verstrekken aan MKB ondernemingen (individueel of in clusters), lokale energieorganisaties of intermediairs of adviseurs. De subsidie is bedoeld voor procesbegeleiding voorafgaand aan het ontwikkelen van een energiepropositie in de vorm van een straat-, wijk- of doelgroepbenadering voor verduurzaming van particuliere woningen.

 

Artikel 8.28.1 Begripsbepalingen

Sub b komt als volgt te luiden:

b. energiepropositie: een straat-, wijk- of doelgroepbenadering, gericht op het stimuleren van particuliere woningeigenaren om energiemaatregelen te nemen.

 

Sub c: na ‘MKB-ondernemingen’ wordt toegevoegd: of energieorganisaties

 

Bestaande sub e wordt vernummerd tot sub g, onder toevoeging van een nieuw sub e en sub f.

 

Sub e: energieorganisatie: een lokaal samenwerkingsverband van woningeigenaren of lokale partijen in de vorm van een energiecoöperatie, een BV of een stichting, met als doelstelling het stimuleren, faciliteren en realiseren van verduurzaming van woningen;

 

Sub f: adviseur of intermediair: een persoon die op basis van inzet van eigen kennis en kunde bedrijven of overheden helpt bij de ontwikkeling van een energiepropositie;

 

Artikel 8.28.2 Subsidiabele activiteiten

komt als volgt te luiden:

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het ontwikkelen van een energiepropositie, straat- of wijkaanpak of ondersteuning daarbij;

  • b.

    het opstellen van een businesscase of verdienmodel ten behoeve van het ontwikkelen van een energiepropositie;

  • c.

    de procesbegeleiding en ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van nieuwe clusters ten behoeve

    van het ontwikkelen van een energiepropositie of een straat- of wijkaanpak.

 

Artikel 8.28.3 Criteria

 

Sub a

na ‘Overijssel’ wordt toegevoegd: , een adviseur, intermediair of een lokale energieorganisatie.

 

Sub b

voor “Stichting Pioneering’ wordt toegevoegd: of

‘en Kennisportaal’ vervalt

 

Sub c tot en met sub e wordt vernummerd tot sub d tot en met sub f, met toevoeging van een nieuw sub c:

Sub c:

De energiepropositie wordt in afstemming met de betreffende gemeente ontwikkeld dan wel uitgevoerd waarbij wordt aangesloten op of verwezen wordt naar bestaande infrastructuur voor verduurzaming van particuliere woningen.

 

Sub e: ‘kennisondersteuning’ wordt vervangen door: ondersteuning

 

Artikel 8.28.5 Grondslag subsidie

‘50%’ wordt vervangen door: 100%

‘€ 1.500’ wordt vervangen door: € 5.000

 

Artikel 8.28.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag om subsidie

Lid 1: ‘Ondernemers’ vervalt

 

Paragraaf 9.5 Kavelruil

Ingetrokken

 

 

Paragraaf 11.3 Human capital 2012-2015

ingetrokken

 

Er wordt een nieuwe paragraaf 11.5 toegevoegd:

 

Paragraaf 11.5 Leren van elkaar kringen (ZP-ers)

 

Algemene toelichting

Gedeputeerde Staten willen de professionalisering van ZP-ers ondersteunen door subsidie te verstrekken voor het faciliteren van ‘Leren van elkaar kringen’. Een Leren van elkaar kring bestaat uit minimaal vijf en maximaal tien ZP-ers, die hun ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden willen versterken door van elkaar te leren, onder professionele begeleiding. Het kan gaan om bijvoorbeeld het verbeteren van vakkennis, vermogen om samen te werken, commercieel inzicht, kennis van de markt en financieel inzicht. Maar ook om vaardigheden zoals verkoopvaardigheden, marketingvaardigheden en sociale vaardigheden om nieuwe netwerken aan te boren.

 

Artikel 11.5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Leren van elkaar kring: minimaal vijf en maximaal tien ZP-ers, die hun ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden willen versterken door van elkaar te leren, onder professionele begeleiding;

  • b.

    ondernemer: een natuurlijke of rechtspersoon die tegen betaling een product of dienst op de markt brengt, ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering;

  • c.

    ZP-er: bij de Kamer van Koophandel ingeschreven zelfstandige ondernemer met maximaal één medewerker in dienst. Toelichting: Ook een freelancer of een eenmanszaak valt onder de definitie van een ZP-er.

 

Artikel 11.5.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de professionele begeleiding van een Leren van elkaar kring.

 

Artikel 11.5.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een deelnemende ZP-er die de aanvraag indient voor de betreffende Leren van elkaar kring;

    Toelichting: De aanvrager is tevens de subsidieontvanger en verantwoordelijk voor de subsidie.

  • b.

    de Leren van elkaar kring bestaat uit ZP-ers die fysiek gevestigd zijn in Overijssel;

  • c.

    er is sprake van professionele begeleiding door een onafhankelijke deskundige, niet zijnde een van de deelnemende ZP-ers van de Leren van elkaar kring;

    Toelichting: Een van de deelnemende ZP-ers kan, ondanks dat die misschien wel de professionele deskundigheid heeft, niet de begeleiding van de betreffende Leren van elkaar kring op zich nemen, omdat deze als deelnemer niet wordt aangemerkt als ‘onafhankelijke’ als bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid .

  • d.

    een ZP-er kan per kalenderjaar 1 keer deelnemen aan een Leren van elkaar kring welke gesubsidieerd is op grond van deze subsidieparagraaf;

 

Artikel 11.5.4 Subsidiabele kosten

Uitsluitend de kosten van de professionele begeleider zijn conform artikel 1.1.5 vierde lid subsidiabel.

Toelichting : Kosten van deelnemende ondernemers zijn niet subsidiabel. Dit betekent dat inzet van eigen uren en middelen voor eigen rekening zijn.

 

Artikel 11.5.5 Grondslag subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000 per aanvraag en per Leren van elkaar kring.

Toelichting: Uit het dekkingsplan moet blijken dat 25% van de kosten van de begeleiding is gedekt, door bijvoorbeeld de deelnemers of andere financiers. Per Leren van elkaar kring bedraagt de subsidie maximaal € 5.000. Een Leren van elkaar kring kan maximaal een keer per jaar subsidie aanvragen.

 

Artikel 11.5.6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 11.5.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het Aanvraagformulier Leren van elkaar kringen (ZP-ers).

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij zijn aanvraag voor subsidie tevens:

    • a.

      een getekende offerte, met een omschrijving van de vorm en inhoud van de Leren van elkaar kring voorzien van:

      • i.

        datum en naam van de professionele begeleider;

      • ii.

        de geplande data voor de uitvoering en een onderbouwing van de totale kosten;

    • b.

      een overzicht van de deelnemende ZP-ers, onder vermelding van het Kvk-nummer, naam adres en woonplaats en de sector waarin de ZP-er werkzaam is, voorzien van een handtekening van de deelnemende ZP-ers.

 

Artikel 11.5.8 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de subsidiabele activiteit te hebben uitgevoerd binnen 12 maanden na verlening van de subsidie;

  • b.

    deel te nemen aan een evaluatie onderzoek van de provincie.

 

Artikel 11.5.9 Weigeringsgronden

Gedeputeerde Staten weigeren de subsidie indien:

  • a.

    de te verlenen subsidie minder dan € 2.500 bedraagt;

  • b.

    de Leren van elkaar kring in het betreffende kalenderjaar al subsidie heeft ontvangen op grond van deze subsidieparagraaf.

 

Er wordt een nieuwe paragraaf 11.6 toegevoegd:

 

Paragraaf 11.6 Ondernemend noaberschap

 

Algemene toelichting

Gedeputeerde Staten willen ondernemersverenigingen en samenwerkende brancheverenigingen in Overijssel stimuleren om plannen te maken en uit te voeren om businessontwikkeling van hun leden in Overijssel te versterken. Op basis van deze subsidieregeling kunnen ondernemersverenigingen en samenwerkende brancheverenigingen in Overijssel subsidie ontvangen voor samenwerkings- en kennisuitwisselingsactiviteiten die bijdragen aan de businessontwikkeling van aaneengesloten ondernemingen.

 

Artikel 11.6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    branchevereniging: een vereniging van ondernemers met eenzelfde soort bedrijf, die zich verenigd hebben om collectieve belangen of deelbelangen van groepen leden of individuele belangen van leden te behartigen;

    Toelichting: Activiteiten die brancheverenigingen uitvoeren zijn onder andere: lobbyactiviteiten, cao-onderhandelingen voeren, innovatieprojecten opzetten, juridisch advies geven, bijeenkomsten organiseren of collectieve inkoop regelen.

  • b.

    businessontwikkeling: het ontwikkelen en implementeren van groeimogelijkheden en het creëren van langetermijnwaarde voor ondernemingen;

  • c.

    onderneming: een natuurlijke of rechtspersoon die tegen betaling een product of dienst op de markt brengt, ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering;

  • d.

    ondernemersvereniging: een vereniging van ondernemers met één of meerdere raakvlakken die zich verenigd hebben om op te komen voor hun gezamenlijke belangen;

    Toelichting : Een ondernemersvereniging kan bestaan uit ondernemers uit verschillende sectoren. Zij worden ook wel bedrijfskringen, ondernemerskringen, netwerkverenigingen, bedrijfsverenigingen, businessclubs, commerciële clubs of winkeliersverenigingen genoemd.

  • e.

    netwerkvorming: het samenbrengen van gelijkgestemden rond een ambitie of thema, inclusief het leggen van contacten en relaties tussen betrokken ondernemingen of organisaties.

 

Artikel 11.6.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor samenwerkings- en kennisuitwisselingsactiviteiten tussen ondernemingen met als doel businessontwikkeling van aaneengesloten leden te stimuleren.

Toelichting: Voorbeelden van activiteiten zijn werksessies, studiekringen, excursies of uitwisselingsprogramma’s.

 

Artikel 11.6.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een ondernemers- of branchevereniging;

    Toelichting: De subsidie wordt verstrekt aan een ondernemers- of een branchevereniging. Het is ook mogelijk dat verenigingen samenwerken en gezamenlijk een aanvraag indienen. In dat geval wordt een aanvraag door één van de verenigingen ingediend. De aanvragende vereniging is dan verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten en de verantwoording van de subsidie.

  • b.

    de ondernemers- of branchevereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • c.

    de ondernemers- of branchevereniging hebben gezamenlijk ten minste 75 aangesloten ondernemers met een vestiging in Overijssel;

  • d.

    indien de aanvrager een branchevereniging is dan is sprake van:

    • i.

      samenwerking met ten minste één ondernemersvereniging; of

    • ii.

      samenwerking met ten minste twee brancheverenigingen vanuit verschillende sectoren; Toelichting: Om kruisbestuiving tussen verschillende sectoren te bevorderen moet sprake zijn van samenwerking.

  • e.

    ten minste 80% van de activiteiten zijn ten behoeven van ondernemingen met een vestiging in Overijssel;

  • f.

    de activiteiten moeten bijdragen aan businessontwikkeling;

    Toelichting: de activiteit moet bijdragen aan de ontwikkeling en implementatie van groeimogelijkheden en het creëren van langetermijnwaarde voor ondernemingen.

  • g.

    de activiteiten zijn gericht op samenwerking en netwerkvorming.

 

Artikel 11.6.4 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.

    Toelichting: De ondernemersvereniging of branchevereniging maakt kosten om de activiteiten uit te kunnen voeren. Het kan dan gaan om het inhuren van een adviseur of kosten zoals zaalhuur. Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Uit artikel 1.1.5 vierde lid blijkt onder andere dat het dan gaat om kosten van onafhankelijke derden, die op factuur aantoonbaar worden gemaakt en betaald.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.1.6 sub c zijn kosten van het opstellen van een plan van aanpak, die buiten de projectperiode zijn gemaakt, wel subsidiabel.

 

Artikel 11.6.5 Grondslag subsidie

 

De subsidie bedraagt 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000 per aanvraag waarvan

maximaal € 3.000 voor het opstellen van een plan van aanpak.

 

Artikel 11.6.6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 11.6.7 Indieningstermijn aanvraag

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat de aanvraag voor een subside ingediend kan worden vanaf 17 oktober 2016 en ontvangen moet zijn uiterlijk 1 december 2016 om 19.00 uur.

  • 2.

    Een onvolledige aanvraag voor subsidie kan na sluitingsdatum alleen aangevuld worden voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.

    Toelichting: Het in de beoordeling van de aanvraag meenemen van informatie die dateert van na de sluiting van de aanvraagtermijn verdraagt zich niet met de gelijktijdige onderlinge beoordeling en rangschikking van de ingediende aanvragen die in het tendersysteem centraal staat. Uit de aard van het tendersysteem volgt dat vóór de sluiting van de aanvraagtermijn alle voor die beoordeling en rangschikking relevante gegevens moeten zijn overlegd en dat daarna geen rekening kan worden gehouden met informatie dat neerkomt op een wijziging of aanvulling van de aanvraag. Bij onvolledigheid van de aanvraag na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van kleinigheden zoals een handtekening, een bankrekeningnummer, kamer van koophandel gegevens e.d., het moet gaan om informatie die niet inhoudelijk betrekking heeft op de beoordelingscriteria zoals opgenomen in deze subsidieparagraaf. De tijdige volledigheid/juistheid van de aanvraag is de verantwoordelijkheid van de aanvrager.

 

Artikel 11.6.8. Volgorde van behandeling

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.1.3. plaatsen Gedeputeerde Staten de subsidieaanvragen in een prioriteitsvolgorde.

  • 2.

    De score die een subsidieaanvraag behaalt, berekend op basis van scoretabel 1, bepaalt de prioriteitsvolgorde. Uitsluitend subsidieaanvragen die 11 of meer punten scoren worden meegenomen in de prioriteitsvolgorde.

 

Toelichting: Scoretabel 1 Criterium

 

Cijfer

 

weging

 

score

 

a. mate waarin de activiteiten bijdragen aan businessontwikkeling

 

 

 

Matig (1)

Goed (3)

Uitstekend (5)

 

 

50%

 

 

Cijfer x 0,5= score 1

b. mate waarin sprake is van samenwerking en netwerkvorming

Matig (1)

Goed (3)

Uitstekend (5)

25%

Cijfer x 0,25= score 2

 

c. mate van haalbaarheid

 

 

Matig (1)

Goed (3)

Uitstekend (5)

 

15%

Cijfer x 0,15= score 3

d. hoeveelheid aangesloten Overijsselse ondernemingen die bereikt worden

 

 

Matig (1)

Goed (3)

Uitstekend (5)

10%

Cijfer x 0,1= score 4

Totaalscore = score 1+ score 2+ score 3+ score 4

 

  • 3.

    Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie in de volgorde van de vastgestelde prioriteit, voor zover het subsidieplafond dit toelaat.

  • 4.

    Bij een gelijke score wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die het beste scoort op de volgende onderdelen in deze volgorde;

    • a.

      mate waarin de activiteiten bijdragen aan businessontwikkeling;

    • b.

      de verhouding tussen de te verlenen subsidie en de subsidiabele kosten.

 

Artikel 11.6.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Ondernemend Noaberschap.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag voor subsidie een plan van aanpak waarin in ieder geval is opgenomen:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten die uitgevoerd gaan worden;

    • b.

      een omschrijving van de bijdrage aan businessontwikkeling;

    • c.

      een omschrijving van de samenwerking en de bijdrage aan netwerkvorming;

    • d.

      een overzicht van de bij de aanvragende ondernemers- of branchevereniging aangesloten Overijsselse ondernemingen.

 

Artikel 11.6.10 Adviescommissie

Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag voor subsidie ter advies voorleggen aan de adviescommissie Ondernemend Noaberschap, die advies geeft over:

  • a.

    de mate waarin de activiteiten bijdragen aan businessontwikkeling;

  • b.

    de mate waarin sprake is van samenwerking en netwerkvorming;

  • c.

    de mate van haalbaarheid ;

  • d.

    de hoeveelheid aangesloten Overijsselse ondernemingen die bereikt worden.

 

Artikel 11.6.11 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de subsidiabele activiteit te hebben uitgevoerd binnen 24 maanden na verlening van de subsidie;

  • b.

    deel te nemen aan een evaluatie van de provincie.

 

Artikel 11.6.12 Weigeringgronden

In aanvulling op artikel 1.3.1 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:

  • a.

    de te verlenen subsidie minder dan € 5.000 bedraagt;

  • b.

    de aanvrager in het jaar waarin de aanvraag is ontvangen al subsidie heeft ontvangen op grond van deze subsidieparagraaf;

  • c.

    de subsidieaanvraag 10 of minder dan 10 punten scoort.

 

Paragraaf 12.1 Externe veiligheid

ingetrokken

 

Paragraaf 13.1 Steunfunctietaken WMO 2014-2016

ingetrokken

 

Paragraaf 13.2 Belangenorganisaties sociale kwaliteit

ingetrokken

 

 

Er wordt een nieuwe paragraaf 13.3 toegevoegd:

Paragraaf 13.3 Kennisinfrastructuur sociale kwaliteit

 

Algemene toelichting : Gedeputeerde Staten van Overijssel kunnen Arcon, Stimuland, Sportservice Overijssel en de Overijsselse vereniging van kleine kernen (Ovkk), subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan:

- de ontwikkeling en uitbreiding van een Overijsselse kennisinfrastructuur sociale kwaliteit.

- activiteiten die bijdragen aan de uitvoering van de prestatielijnen Delen en Leren, Zelfstandig Leven, Gezond Bewegen en Overijssels Noaberschap, zoals opgenomen in het Statenvoorstel sociale kwaliteit.

Gedeputeerde staten verlenen subsidie aan de hiervoor genoemde organisaties. Deze organisaties hebben expertise opgebouwd, ervaring en een uitgebreid net werk van gemeenten, lokale initiatieven, sociale ondernemingen, ondernemers, maatschappelijke organisaties en professionals.

 

Artikel 13.3.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    statenvoorstel sociale kwaliteit: het op 28 september 2016 door Provinciale Staten vastgestelde statenvoorstel sociale kwaliteit 2016-2019;

    T oelichting: Het statenvoorstel is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.

  • b.

    kennisinfrastructuur: kennisontwikkeling en kennisoverdracht op het gebied van sociale kwaliteit;

  • c.

    sociale kwaliteit: sociale kwaliteit in Overijssel gaat over noaberschap, onder andere te zien aan de inzet van vrijwilligers, lokale initiatieven ten behoeve van de eigen leefomgeving en coöperaties op het gebied van leefbaarheid die bijdragen aan het zelforganiserend vermogen van inwoners.

 

Artikel 13.3.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het verbeteren of versterken van de kennisinfrastructuur, bestaande uit de volgende activiteiten:

  • a.

    het signaleren en agenderen van sociaal-maatschappelijke vraagstukken;

  • b.

    het vertalen hiervan naar de samenleving in concrete producten of methodieken;

  • c.

    het ontsluiten van beschikbare kennis en informatie in een open netwerk;

  • d.

    de activiteiten die bijdragen aan de uitvoering van de prestatielijnen Delen en Leren, Zelfstandig Leven, Gezond Bewegen en Overijssels Noaberschap, zoals opgenomen in het statenvoorstel sociale kwaliteit.

 

Artikel 13.3.3. Criteria

Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is Arcon, Stimuland, Sportservice Overijssel of de Overijsselse vereniging van kleine kernen (Ovkk);

  • b.

    de activiteiten dragen bij aan de ontwikkeling van een Overijsselse kennisinfrastructuur zoals bedoeld in het statenvoorstel sociale kwaliteit;

  • c.

    de activiteiten dragen bij aan de behoeften van de Overijsselse samenleving op het gebied van de kennisinfrastructuur voor sociale kwaliteit.

    Toelichting: Jaarlijks wordt in samenwerking met de maatschappelijke partners onderzocht wat de behoefte van de Overijsselse samenleving is op het gebied van de kennisinfrastructuur.

 

Artikel 13.3.4. Grondslag subsidie

  • 1.

    De subsidie aan Arcon, Stimuland, Sportservice Overijssel bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van 50% van de verstrekte subsidie in 2012.

  • 2.

    De subsidie aan het Ovkk bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 45.000 per jaar.

 

Artikel 13.3.5 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 13.3.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Kennisinfrastructuur sociale kwaliteit.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag tevens een plan van aanpak met in ieder geval een omschrijving van de subsidiabele activiteiten en de kosten ervan.

 

 

Paragraaf 15.1 Dodenherdenking en bevrijdingsfestival

 

Artikel 15.1.3 Criteria

Sub b: ‘gevallen’ wordt vervangen door: gevallenen

‘Artikel 15.4’ moet zijn: artikel 15.1.4

 

 

ARTIKEL II

De wijzigingen treden in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

 

 

 

Naar boven