Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2016, 5613 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2016, 5613 | Verordeningen |
Provincie Overijssel - Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel
Gedeputeerde Staten van Overijssel
Delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel als volgt is gewijzigd:
Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 wordt als volgt gewijzigd:
Paragraaf 4.16 Cultuureducatie ‘cultuur aan de basis’
Artikel 4.16.1 Begripsbepalingen
Er wordt een nieuw sub c toegevoegd:
c. intentieverklaring: een schriftelijke verklaring waarin een schoolbestuur vastlegt dat ze deelneemt aan het gemeentelijke cultuureducatieplan.
Artikel 4.16.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b komt als volgt te luiden:
Activiteiten gericht op de verdieping en implementatie van doorgaande leerlijnen cultuureducatie.
Sub b: ‘2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: 2017, 2018, 2019 en 2020.
Sub c: ’voor de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020.
‘het bedrag dat in 2012’ wordt vervangen door: het bedrag dat in 2016
Sub d: ‘uiterlijk 1 juni 2014’ vervalt
Artikel 4.16.4 Grondslag subsidie
‘50%’ wordt vervangen door: 60%
Toelichting: ‘peildatum 1 oktober 2012’ wordt vervangen door: peildatum 1 oktober 2014
Artikel 4.16.5 Indieningstermijn aanvraag
‘3 januari 2013’ wordt vervangen door: 2 januari 2017
‘1 april 2013’ wordt vervangen door: 3 april 2017
Artikel 4.16.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag
Lid 2 sub a: ‘2013, 2014, 2015 en 2016’ wordt vervangen door: 2017, 2018, 2019 en 2020
Lid 2 sub b: ‘indien aanwezig’ vervalt
Toelichting: de eerste zin beginnend met ‘Deze intentieverklaring (..)’ vervalt.
Lid 2 sub c: ‘indien aanwezig’ vervalt
Toelichting bij sub c vervalt.
Er wordt een nieuw sub d toegevoegd:
d. Een collegevoorstel waarin B&W of een raadsvoorstel waarin de gemeenteraad bevestigt dat een bedrag voor cultuureducatie op de gemeentelijke cultuurbegroting voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020 ten minste 75% bedraagt van het bedrag dat in 2016 op de gemeentelijke begroting was opgenomen voor cultuureducatie.
Paragraaf 4.17 Cultuurmakelaars
Artikel 4.17.1 Begripsbepalingen
Sub a komt als volgt te luiden:
cultuurmakelaar: een onafhankelijk adviseur, werkzaam voor de cultuursector die in opdracht van gemeenten werkt;
Toelichting: ‘en ondersteuning te bieden in het organiseren van cultuurprojecten’ wordt vervangen door: en hierin ondersteuning te bieden.
Sub d: ‘of culturele organisaties’ vervalt
Er wordt een nieuw sub e toegevoegd:
Intentieverklaring: schriftelijke verklaring waarin een gemeente haar financiële bjdrage vastlegt.
Lid 1 sub a komt als volgt te luiden:
a. De aanvrager maakt deel uit van een samenwerkingsverband van ten minste twee Overijsselse gemeenten, waarbij één van de gemeenten de aanvrager is;
Lid 1 sub e: ‘2017’ wordt vervangen door: 2021
Artikel 4.17.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel met een uurtarief van maximaal € 75.
Artikel 4.17.6 Indieningstermijn aanvraag
‘1 januari 2013’ wordt vervangen door: 1 november 2016 en ‘1 april 2013’ wordt vervangen door: 1 februari 2017
Lid 1 sub b: ‘2014’ wordt vervangen door: 2018 en ‘1 december 2014’ wordt vervangen door: 3 december
Paragraaf 4.18 Cultuurparticipatie
Artikel 4.18.1 Begripsbepalingen
sub d: ‘cultureel ondernemerschap’ wordt vervangen door: talentontwikkeling
Toelichting: het zinsdeel ‘een nieuwe vorm van ondernemerschap ontplooit’ vervalt.
Sub e komt als volgt te luiden:
Artistiek inhoudelijke kwaliteit: de artistiek inhoudelijke kwaliteit blijkt uit het vakmanschap, de zeggingskracht en de oorspronkelijkheid van de activiteiten;
De toelichting bij sub j vervalt.
Er wordt een nieuw sub k toegevoegd:
k. talentontwikkeling: ontwikkelen en uitvoeren van een methodiek om talenten te begeleiden in hun culturele en artistieke ontwikkeling.
Artikel 4.18.2 Subsidiabele activiteiten
Lid 1 sub c: ‘cultureel ondernemerschap’ wordt vervangen door: talentontwikkeling
Toelichting bij sub c vervalt.
Artikel 4.18.4 Grondslag subsidie
Artikel 4.18.4a Subsidiabele kosten
Artikel 4.18.4b Niet subsidiabele kosten
Artikel 4.18.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 1: ‘2013 t/m 2016’ wordt vervangen door 2017 t/m 2020
Artikel 4.18.9 Weigeringsgronden
Sub a: ‘ geluidsdragers’ vervalt
Sub i komt als volgt te luiden:
Activiteiten die behoren tot de reguliere bedrijfsvoering van de aanvrager;
Paragraaf 4.28 Week van de Amateurkunst
Artikel 4.28.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
amateurkunstenaar: degene die kunst of cultuur actief beoefent uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te voorzien;
talentontwikkeling: ontwikkelen en uitvoeren van een methodiek om talenten te begeleiden in hun culturele en artistieke ontwikkeling;
Week van de Amateurkunst: één week waarin amateurkunstenaars en culturele verenigingen zich presenteren aan een publiek.
Artikel 4.28.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de voorbereiding en uitvoering van de Week van de Amateurkunst.
Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria:
Artikel 4.28.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000 per gemeente.
Artikel 4.28.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.
Artikel 4.28.6 Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag kan worden ingediend:
Artikel 4.28.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.28.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.28.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht om voor 31 december van het jaar waarin de Week van de Amateurkunst plaatsvindt de activiteit te hebben afgerond.
In de landelijke Retailagenda zijn de provincies gevraagd regie te voeren over het ruimtelijk-economisch detailhandelsbeleid, gericht op onder andere het terugbrengen van het overaanbod, voorkomen van leegstand en de samenwerking en afstemming tussen partijen te faciliteren. Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2015 een Retailagenda opgesteld waarin 20 maatregelen staan beschreven die gericht zijn op het ontwikkelen van sterke winkelgebieden, investeren in mensen en kansen voor ondernemerschap. Eén van de maatregelen is het sluiten van RetailDeals tussen het Ministerie van EZ, mede gesloten namens partijen vertegenwoordigd in de landelijke Retailagenda, en gemeenten. Diverse Overijsselse gemeenten hebben inmiddels een gemeentelijke retaildeal afgesloten, andere zijn voornemens om in een volgende ronde te tekenen. Gemeenten hebben behoefte aan provinciaal procesgeld bij het opstellen en uitvoeren van de gemeentelijke retailagenda.
Gedeputeerde Staten willen bijdragen aan de versnelling van de uitvoering van de acties afgesproken in de gemeentelijke retaildeal en stellen een subsidie van maximaal € 10.000 per gemeente beschikbaar.
Artikel 5.26.1. Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.26.2. Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het opstellen of uitvoeren van een gemeentelijke retailagenda ter uitvoering van de RetailDeal.
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 5.26.4. Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000 per gemeente.
Artikel 5.26.5. Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.
Artikel 5.26.6. Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 5.26.7. Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het Aanvraagformulier Retailvouchers.
Artikel 5.26.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten als bedoeld in artikel 5.26.2 uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie te hebben afgerond.
Paragraaf 8.28 Duurzame ondernemersvoucher energieaanbod
In de titel van de paragraaf komt ‘ondernemers’ te vervallen.
De algemene toelichting komt als volgt te luiden:
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie in de vorm van een voucher verstrekken aan MKB ondernemingen (individueel of in clusters), lokale energieorganisaties of intermediairs of adviseurs. De subsidie is bedoeld voor procesbegeleiding voorafgaand aan het ontwikkelen van een energiepropositie in de vorm van een straat-, wijk- of doelgroepbenadering voor verduurzaming van particuliere woningen.
Artikel 8.28.1 Begripsbepalingen
Sub b komt als volgt te luiden:
b. energiepropositie: een straat-, wijk- of doelgroepbenadering, gericht op het stimuleren van particuliere woningeigenaren om energiemaatregelen te nemen.
Sub c: na ‘MKB-ondernemingen’ wordt toegevoegd: of energieorganisaties
Bestaande sub e wordt vernummerd tot sub g, onder toevoeging van een nieuw sub e en sub f.
Sub e: energieorganisatie: een lokaal samenwerkingsverband van woningeigenaren of lokale partijen in de vorm van een energiecoöperatie, een BV of een stichting, met als doelstelling het stimuleren, faciliteren en realiseren van verduurzaming van woningen;
Sub f: adviseur of intermediair: een persoon die op basis van inzet van eigen kennis en kunde bedrijven of overheden helpt bij de ontwikkeling van een energiepropositie;
Artikel 8.28.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten:
na ‘Overijssel’ wordt toegevoegd: , een adviseur, intermediair of een lokale energieorganisatie.
voor “Stichting Pioneering’ wordt toegevoegd: of
Sub c tot en met sub e wordt vernummerd tot sub d tot en met sub f, met toevoeging van een nieuw sub c:
De energiepropositie wordt in afstemming met de betreffende gemeente ontwikkeld dan wel uitgevoerd waarbij wordt aangesloten op of verwezen wordt naar bestaande infrastructuur voor verduurzaming van particuliere woningen.
Sub e: ‘kennisondersteuning’ wordt vervangen door: ondersteuning
Artikel 8.28.5 Grondslag subsidie
‘50%’ wordt vervangen door: 100%
‘€ 1.500’ wordt vervangen door: € 5.000
Artikel 8.28.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag om subsidie
Paragraaf 11.5 Leren van elkaar kringen (ZP-ers)
Gedeputeerde Staten willen de professionalisering van ZP-ers ondersteunen door subsidie te verstrekken voor het faciliteren van ‘Leren van elkaar kringen’. Een Leren van elkaar kring bestaat uit minimaal vijf en maximaal tien ZP-ers, die hun ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden willen versterken door van elkaar te leren, onder professionele begeleiding. Het kan gaan om bijvoorbeeld het verbeteren van vakkennis, vermogen om samen te werken, commercieel inzicht, kennis van de markt en financieel inzicht. Maar ook om vaardigheden zoals verkoopvaardigheden, marketingvaardigheden en sociale vaardigheden om nieuwe netwerken aan te boren.
Artikel 11.5.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 11.5.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de professionele begeleiding van een Leren van elkaar kring.
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
er is sprake van professionele begeleiding door een onafhankelijke deskundige, niet zijnde een van de deelnemende ZP-ers van de Leren van elkaar kring;
Toelichting: Een van de deelnemende ZP-ers kan, ondanks dat die misschien wel de professionele deskundigheid heeft, niet de begeleiding van de betreffende Leren van elkaar kring op zich nemen, omdat deze als deelnemer niet wordt aangemerkt als ‘onafhankelijke’ als bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid .
Artikel 11.5.4 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de kosten van de professionele begeleider zijn conform artikel 1.1.5 vierde lid subsidiabel.
Toelichting : Kosten van deelnemende ondernemers zijn niet subsidiabel. Dit betekent dat inzet van eigen uren en middelen voor eigen rekening zijn.
Artikel 11.5.5 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000 per aanvraag en per Leren van elkaar kring.
Toelichting: Uit het dekkingsplan moet blijken dat 25% van de kosten van de begeleiding is gedekt, door bijvoorbeeld de deelnemers of andere financiers. Per Leren van elkaar kring bedraagt de subsidie maximaal € 5.000. Een Leren van elkaar kring kan maximaal een keer per jaar subsidie aanvragen.
Artikel 11.5.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 11.5.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 11.5.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 11.5.9 Weigeringsgronden
Gedeputeerde Staten weigeren de subsidie indien:
Paragraaf 11.6 Ondernemend noaberschap
Gedeputeerde Staten willen ondernemersverenigingen en samenwerkende brancheverenigingen in Overijssel stimuleren om plannen te maken en uit te voeren om businessontwikkeling van hun leden in Overijssel te versterken. Op basis van deze subsidieregeling kunnen ondernemersverenigingen en samenwerkende brancheverenigingen in Overijssel subsidie ontvangen voor samenwerkings- en kennisuitwisselingsactiviteiten die bijdragen aan de businessontwikkeling van aaneengesloten ondernemingen.
Artikel 11.6.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
branchevereniging: een vereniging van ondernemers met eenzelfde soort bedrijf, die zich verenigd hebben om collectieve belangen of deelbelangen van groepen leden of individuele belangen van leden te behartigen;
Toelichting: Activiteiten die brancheverenigingen uitvoeren zijn onder andere: lobbyactiviteiten, cao-onderhandelingen voeren, innovatieprojecten opzetten, juridisch advies geven, bijeenkomsten organiseren of collectieve inkoop regelen.
ondernemersvereniging: een vereniging van ondernemers met één of meerdere raakvlakken die zich verenigd hebben om op te komen voor hun gezamenlijke belangen;
Toelichting : Een ondernemersvereniging kan bestaan uit ondernemers uit verschillende sectoren. Zij worden ook wel bedrijfskringen, ondernemerskringen, netwerkverenigingen, bedrijfsverenigingen, businessclubs, commerciële clubs of winkeliersverenigingen genoemd.
Artikel 11.6.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor samenwerkings- en kennisuitwisselingsactiviteiten tussen ondernemingen met als doel businessontwikkeling van aaneengesloten leden te stimuleren.
Toelichting: Voorbeelden van activiteiten zijn werksessies, studiekringen, excursies of uitwisselingsprogramma’s.
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
de aanvrager is een ondernemers- of branchevereniging;
Toelichting: De subsidie wordt verstrekt aan een ondernemers- of een branchevereniging. Het is ook mogelijk dat verenigingen samenwerken en gezamenlijk een aanvraag indienen. In dat geval wordt een aanvraag door één van de verenigingen ingediend. De aanvragende vereniging is dan verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten en de verantwoording van de subsidie.
Artikel 11.6.4 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.
Toelichting: De ondernemersvereniging of branchevereniging maakt kosten om de activiteiten uit te kunnen voeren. Het kan dan gaan om het inhuren van een adviseur of kosten zoals zaalhuur. Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Uit artikel 1.1.5 vierde lid blijkt onder andere dat het dan gaat om kosten van onafhankelijke derden, die op factuur aantoonbaar worden gemaakt en betaald.
Artikel 11.6.5 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000 per aanvraag waarvan
maximaal € 3.000 voor het opstellen van een plan van aanpak.
Artikel 11.6.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 11.6.7 Indieningstermijn aanvraag
Een onvolledige aanvraag voor subsidie kan na sluitingsdatum alleen aangevuld worden voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.
Toelichting: Het in de beoordeling van de aanvraag meenemen van informatie die dateert van na de sluiting van de aanvraagtermijn verdraagt zich niet met de gelijktijdige onderlinge beoordeling en rangschikking van de ingediende aanvragen die in het tendersysteem centraal staat. Uit de aard van het tendersysteem volgt dat vóór de sluiting van de aanvraagtermijn alle voor die beoordeling en rangschikking relevante gegevens moeten zijn overlegd en dat daarna geen rekening kan worden gehouden met informatie dat neerkomt op een wijziging of aanvulling van de aanvraag. Bij onvolledigheid van de aanvraag na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van kleinigheden zoals een handtekening, een bankrekeningnummer, kamer van koophandel gegevens e.d., het moet gaan om informatie die niet inhoudelijk betrekking heeft op de beoordelingscriteria zoals opgenomen in deze subsidieparagraaf. De tijdige volledigheid/juistheid van de aanvraag is de verantwoordelijkheid van de aanvrager.
Artikel 11.6.8. Volgorde van behandeling
a. mate waarin de activiteiten bijdragen aan businessontwikkeling |
|||
d. hoeveelheid aangesloten Overijsselse ondernemingen die bereikt worden |
|||
Artikel 11.6.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 11.6.10 Adviescommissie
Gedeputeerde Staten kunnen een aanvraag voor subsidie ter advies voorleggen aan de adviescommissie Ondernemend Noaberschap, die advies geeft over:
Artikel 11.6.11 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.2 is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 11.6.12 Weigeringgronden
In aanvulling op artikel 1.3.1 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Paragraaf 13.3 Kennisinfrastructuur sociale kwaliteit
Algemene toelichting : Gedeputeerde Staten van Overijssel kunnen Arcon, Stimuland, Sportservice Overijssel en de Overijsselse vereniging van kleine kernen (Ovkk), subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan:
- de ontwikkeling en uitbreiding van een Overijsselse kennisinfrastructuur sociale kwaliteit.
- activiteiten die bijdragen aan de uitvoering van de prestatielijnen Delen en Leren, Zelfstandig Leven, Gezond Bewegen en Overijssels Noaberschap, zoals opgenomen in het Statenvoorstel sociale kwaliteit.
Gedeputeerde staten verlenen subsidie aan de hiervoor genoemde organisaties. Deze organisaties hebben expertise opgebouwd, ervaring en een uitgebreid net werk van gemeenten, lokale initiatieven, sociale ondernemingen, ondernemers, maatschappelijke organisaties en professionals.
Artikel 13.3.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 13.3.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het verbeteren of versterken van de kennisinfrastructuur, bestaande uit de volgende activiteiten:
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
de activiteiten dragen bij aan de behoeften van de Overijsselse samenleving op het gebied van de kennisinfrastructuur voor sociale kwaliteit.
Toelichting: Jaarlijks wordt in samenwerking met de maatschappelijke partners onderzocht wat de behoefte van de Overijsselse samenleving is op het gebied van de kennisinfrastructuur.
Artikel 13.3.4. Grondslag subsidie
Artikel 13.3.5 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 13.3.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-5613.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.