Reglement Bestuurlijke Voorbereidingscommissie Drentsche Aa

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 4 oktober 2016, kenmerk 5.1/2016002886, team Plattelandsontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van het Reglement voor de Bestuurlijke Voorbereidingscommissie Drentsche Aa

 

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen het hierna volgende Reglement Bestuurlijke Voorbereidingscommissie Drentsche Aa.

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het is geplaatst.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

 

 

Uitgegeven 14 oktober 2016

 

 

 

 

Artikel 1, Toepassing

Dit reglement is van toepassing op de door Gedeputeerde Staten van Drenthe in te stellen Bestuurlijke Voorbereidingscommissie Drentsche Aa (hierna te noemen Commissie), ex artikel 82 van de Provinciewet.

 

Artikel 2, Taak

De Commissie wordt belast met de uitvoering van het deelgebied Drentsche Aa, inclusief Polder Lappenvoort en Elperstroom, van het Programma Natuurlijk Platteland, het Plan van aanpak realisatiestrategie Drentsche Aa en het Grondstrategieplan voor de Drentsche Aa.

 

Artikel 3, Samenstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten vragen over de samenstelling van de Commissie advies aan de Commissie Landelijk Gebied.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten benoemen een onafhankelijk voorzitter.

  • 3.

    De overige leden van de Commissie worden door Gedeputeerde Staten benoemd op voordracht van daartoe uitgenodigde, representatief geachte organisaties.

  • 4.

    Op voordracht van Prolander voegen Gedeputeerde Staten aan de Commissie een secretaris toe.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen aan de Commissie een of meerdere adviserende leden toevoegen.

 

Artikel 4, Zittingsperiode

  • 1.

    De leden van de Commissie worden voor een periode van vijf jaar benoemd. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd voor een periode van vijf jaar. Bij zwaarwegende redenen kunnen Gedeputeerde Staten ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.

  • 2.

    Degene die in de Commissie de plaats inneemt van een lid wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.

 

Artikel 5, Schorsing en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen leden van de Commissie schorsen en ontslaan.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de Commissie eindigt op eigen verzoek van het betrokken lid of door:

    • a.

      het ontbinden van de Commissie;

    • b.

      het eindigen van een periode waarvoor het lid is benoemd;

    • c.

      overlijden;

    • d.

      ontslag door Gedeputeerde Staten.

 

Artikel 6, Besluitvorming

  • 1.

    Voor zover geen consensus wordt bereikt, besluit de Commissie bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Wanneer de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3.

    De leden van de Commissie stemmen zonder last.

  • 4.

    Een lid van de Commissie neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger persoonlijk betrokken is.

  • 5.

    De Commissie kan geen besluiten nemen, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 6.

    De Commissie heeft de mogelijkheid tot het instellen van een of meer subcommissies. Deze subcommissies hebben geen besluitvormende bevoegdheden.

  • 7.

    Besluiten van de Commissie worden vastgelegd in een besluitenlijst, die in de eerstvolgende vergadering van de Commissie wordt vastgesteld.

 

Artikel 7, Werkwijze

  • 1.

    De Commissie vergadert zo dikwijls als door de voorzitter nodig wordt geoordeeld, alsmede wanneer ten minste twee leden van de Commissie hierom schriftelijk vragen.

  • 2.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de uitnodigingen en agenda’s, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3.

    De secretaris zendt van elke vergadering de agenda met de onderliggende stukken ter kennisname aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    De Commissie vergadert in beginsel met gesloten deuren, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt dat de vergadering in het openbaar wordt gehouden.

  • 5.

    De Commissie informeert jaarlijks het Overlegorgaan Drentsche Aa over de voortgang.

 

Artikel 8, Planning

  • 1.

    De Commissie stelt jaarlijks een planning vast.

  • 2.

    Deze planning wordt door Prolander opgenomen in de prestatieafspraak met Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    De planning mag geacht worden te zijn goedgekeurd als over de prestatieafspraak overeenstemming tussen Gedeputeerde Staten en Prolander is bereikt.

 

Artikel 9, Budget/financiële bepalingen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kennen aan Prolander, ten behoeve van de Commissie, een budget voor proces- en uitvoeringskosten toe.

  • 2.

    Deze budgettoewijzing wordt opgenomen in de prestatieafspraak tussen Gedeputeerde Staten en Prolander.

  • 3.

    De verantwoordelijkheid voor het budgetbeheer berust bij Prolander.

 

Artikel 10, Inlichtingen

  • 1.

    Prolander rapporteert per kwartaal over de voortgang van de werkzaamheden van de Commissie en over het budget.

  • 2.

    Op verzoek verstrekt de Commissie aan Gedeputeerde Staten meer uitgebreide inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden.

 

Artikel 11, Taken secretaris

  • 1.

    De secretaris van de Commissie is behalve met de voorbereiding van de vergaderingen belast met de uitvoering van de besluiten van de Commissie. Hij kan daartoe de nodige opdrachten verstrekken, zolang deze passen binnen de door de Commissie vastgestelde planning en het beschikbaar gestelde budget.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg voor archiefvorming.

 

Artikel 12, Vergoeding

  • 1.

    De voorzitter en de leden komen in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig en met inachtneming van het gestelde in de artikelen 34 en 35 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden.

  • 2.

    Leden van op grond van artikel 6, zesde lid, ingestelde subcommissies hebben overeenkomstig recht op een vergoeding.

 

Naar boven