Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2016, 5560 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2016, 5560 | Overige besluiten van algemene strekking |
Subsidieregeling Snel Internet Groningen
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij in hun vergadering van 4 oktober 2016, nr. A.16, zaaknummer 654426 en corr.nr. 2016-57.830, het volgende besluit hebben vastgesteld.
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen
een betrouwbare en stabiele internetverbinding met opschaalbare down- en uploadsnelheden voor burgers en bedrijven in toenemende mate essentieel is voor deelname aan het maatschappelijk en economisch verkeer;
er een groeiende kloof is tussen de beschikbare internet verbindingen in enerzijds de woonkernen en anderzijds het buitengebied;
de Europese Unie zich met diverse maatregelen sterk maakt voor opheffing van de Digital Divide tussen stad en platteland, onder meer door onder bepaalde voorwaarden staatssteun toe te staan voor nieuwe next generation access (NGA) netwerken in buitengebieden zonder adequate breedbandverbindingen;
de Provincie Groningen in lijn daarmee de aanleg van nieuwe NGA Netwerken in het Groningse buitengebied met de onderhavige subsidieregeling wil stimuleren.
In deze regeling wordt verstaan onder:
homes connected: op het NGA Netwerk aangesloten verblijfseenheden tot in de meterkast waarover nog geen diensten worden afgenomen. homes passed: op het NGA Netwerk aangesloten verblijfseenheden afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden tot aan de erfgrens of de gevel. In het geval van een draadloos NGA Netwerk betreft dit de mogelijkheid dat een verblijfseenheid voldoende dichtbij een zendmast is zodat het op het netwerk aangesloten kan worden;
Artikel 2 Doel van de regeling
Doel van de regeling is om de komende twee jaar alle verblijfseenheden in het wit gebied aan te sluiten op een NGA Netwerk. De verstrekking van subsidie kan leiden tot een rendabele business case met een aanvaardbaar risicoprofiel voor het aanleggen en exploiteren van een NGA Netwerk waardoor snel internet beschikbaar komt in het wit gebied.
Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een subsidie wordt geweigerd of wordt ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor projecten gericht op de aanleg van een NGA Netwerk, bestaande uit:
Artikel 9 Niet subsidiabele kosten
Er wordt in elk geval geen subsidie verstrekt voor BTW die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 kan worden verrekend.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor deze regeling vast op € 40 miljoen, waarvan:
Binnen zes weken na publicatie als bedoeld in het eerste lid, kunnen derden bij Gedeputeerde Staten:
door hun bevoegde orga(a)nen, zonder voorbehoud geaccordeerd, plan overleggen, conform de criteria genoemd in de AGVV, waarin men aantoont dat er een gefinancierd investering- en realisatieplan ligt, dat voorzien is van voor de uitvoering benodigde goedkeuringen en dat binnen 3 jaar leidt tot tenminste een vergelijkbaar NGA Netwerk;
Indien een investerings- en realisatieplan als bedoeld in het tweede lid, onder a, is ingediend of is aangetoond dat er reeds een bestaand NGA Netwerk aanwezig is als bedoeld in het tweede lid, onder b, zullen Gedeputeerde Staten de aanduiding van het gebied door derden binnen tien werkdagen na ontvangst publiceren op de website.
Indien er meerdere definitieve aanvragen tot realisatie van NGA Netwerken worden ingediend die voldoen aan de voorschriften en vereisten van deze regeling, waarbij het subsidieplafond dreigt te worden overschreden, besluiten Gedeputeerde Staten dat de subsidie wordt toegekend aan de aanvraag met de hoogste score op basis van de criteria als opgenomen in bijlage I. Aanvragen met een gelijke score worden beoordeeld op basis van de investeringskosten in relatie tot het aantal aan te sluiten verblijfseenheden in het doelgebied. De aanvraag met de laagste investeringskosten in relatie met het hoogste aantal verblijfseenheden wordt geselecteerd;
Indien er meerdere definitieve aanvragen zijn met geheel of gedeeltelijk hetzelfde doelgebied die voldoen aan de voorschriften en vereisten van deze regeling, besluiten Gedeputeerde Staten, met in acht neming van het bepaalde in het tiende lid, dat de subsidie wordt toegekend aan de aanvraag met de hoogste score op basis van de criteria als opgenomen in bijlage I;
De beschikbare middelen voor de subsidie à fonds perdu of lening als genoemd in artikel 11, onder b worden ingezet ter ontsluiting van het gehele aardbevingsgebied conform de eisen van de artikelen 19 en 20. Verdeling van deze middelen vindt plaats overeenkomstig het tiende en elfde lid. Eventueel resterende middelen uit de subsidie à fonds perdu kunnen worden ingezet ter ontsluiting van de gemeenten Groningen, Hoogezand en Menterwolde, en daarna de in betreffende definitieve aanvraag meegenomen overige gebieden.
Indien subsidie wordt toegekend wordt in de beschikking tot subsidieverlening een ontbindende voorwaarde opgenomen ten aanzien van het in de definitieve aanvraag gestelde minimale vraagbundelingsdoel. Indien na een periode van maximaal negen maanden na de datum van het besluit tot subsidieverlening het in de definitieve aanvraag gestelde vraagbundelingsdoel niet is bereikt, kunnen Gedeputeerde Staten de ontbindende voorwaarde inroepen.
Artikel 14 Subsidieverlening in de vorm van een lening
Indien er sprake is van een subsidieverlening in de vorm van een lening wordt deze verleend onder de opschortende voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en de Provincie Groningen binnen een tijdsduur van 3 maanden na de beschikking tot subsidieverlening een overeenkomst ter uitvoering van deze beschikking tot stand komt.
In de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt binnen een tijdsduur van 3 maanden na de beschikking tot subsidieverlening een overeenkomst ter uitvoering van deze beschikking opgesteld, waarin onder andere een regime voor betaling van rente en aflossing en afspraken met betrekking tot zekerheden opgenomen worden.
Artikel 15 Subsidieverlening à fonds perdu
Indien er sprake is van subsidieverlening à fonds perdu wordt deze verleend onder de opschortende voorwaarde dat tussen subsidieontvanger en de Provincie Groningen binnen een tijdsduur van 3 maanden na de beschikking tot subsidieverlening een overeenkomst ter uitvoering van deze beschikking tot stand komt.
Gedeputeerde Staten verbinden aan de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval de volgende verplichtingen:
de subsidieontvanger biedt op eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden de ruimst mogelijke actieve en passieve wholesale-toegang in de zin van artikel 2, onderdeel 139, van de AGVV met inbegrip van fysieke ontbundeling. Dit soort wholesale-toegang wordt verleend voor ten minste twintig jaar en het recht op toegang tot buizen of masten wordt niet in de tijd beperkt. In het geval van subsidie voor de aanleg van buizen zijn deze buizen breed genoeg om (mede) plaats te bieden voor meerdere kabelnetwerken en verschillende netwerktypologieën;
indien en zolang de subsidieontvanger nog niet aan diens al dan niet opeisbare (betalings-) verplichtingen voortvloeiende uit de subsidiebeschikking dan wel de uitvoeringsovereenkomst voldaan heeft, is het de subsidieontvanger verboden het netwerk zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Gedeputeerde Staten te vervreemden, te bezwaren of te belasten; Gedeputeerde Staten kunnen de toestemming onder voorwaarden verlenen, waaronder mede begrepen voorwaarden betreffende (vervroegde) aflossing van leningen, restitutie van ontvangen subsidie à fonds perdu, afdracht van een proportioneel aandeel in eventuele verkoopwinst of beperking van de omvang van eventuele door aangeslotenen verschuldigde eigen bijdragen. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing bij wijziging van zeggenschap in de subsidieontvanger, waarbij de zittende en nieuwe aandeelhouders gehouden zijn de vigerende overeenkomst (mede) te ondertekenen;
indien de subsidieontvanger in enig boekjaar een hoger bedrijfsresultaat na belastingen realiseert dan voorzien in de business case ('overwinst'), draagt hij een proportioneel gedeelte van de overwinst af aan de Provincie Groningen, waarbij geldt dat het af te dragen aandeel de omvang weerspiegelt van het aandeel van de door de Provincie Groningen beschikbaar gestelde gelden in de totale investering in het netwerk.
De aanvragen om subsidie voor een project als bedoeld in artikel 7 moeten minimaal aan de volgende vereisten voldoen:
het netwerk faciliteert een duurzame sprongsgewijze verbetering voor de eindgebruikers, in termen van snelheid, bandbreedte, openheid, symmetrie, stabiliteit, latency en betrouwbaarheid van de verbinding waarbij er initieel verbindingen van ten minste 100 Mbps download en ten minste 20 Mbps upload mogelijk zijn voor de gebruikelijke dienstverlening (internet, telefonie en televisie, of elke combinatie van deze);
Subsidieontvanger dient op verzoek van eigenaren/gebruiksgerechtigden van witte verblijfseenheden in het projectgebied, die niet zijn meegenomen in de planning voor homes passed (minimaal 93%), een aanbieding op basis van kostprijs te doen voor aansluiting en activering van deze verblijfseenheid op het netwerk. Het bepaalde in artikel 19, onder j, is hierop niet van toepassing.
Artikel 20 Aanvullende subsidievereisten voor het aardbevingsgebied
Ten aanzien van de doelgebieden die vallen in het aardbevingsgebied, gelden de volgende aanvullende vereisten:
Indien ter zake van een project reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, wordt de op grond van deze regeling te verstrekken subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten.
Bijlage I: Criteria voor onderlinge beoordeling en rangschikking
Bijlage II Arbeidsvoorwaardelijke bepalingen
1. Arbeidsvoorwaardelijke bepalingen
De Opdrachtnemer (ON) dient zich bij de uitvoering van de Overeenkomst te houden aan geldende wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden en aan de CAO die voor de ON van toepassing is. De ON dient te beschikken over het binnen de sector gebruikelijke certificaat of keurmerk, welk certificaat of keurmerk mede waarborgt dat zijn eigen personeel betaald wordt conform de wet- en regelgeving en de CAO. Desgevraagd dient de ON aan Opdrachtgever (OG) de bewijsstukken te verstrekken waaruit blijkt dat aan deze verplichting is voldaan.
De ON heeft jegens de OG er voor in te staan, dat zowel met betrekking tot zijn eigen personeel als personeel van de door hem ingeschakelde onderaannemers wordt voldaan aan de eisen als bedoeld in de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Wet Arbeid Vreemdelingen (in welke wet onder andere de registratievereisten voor niet-Nederlandse werknemers zijn opgenomen). De ON is zich er van bewust dat bij de inschakeling van een buitenlandse onderaannemer of leverancier dan wel buitenlandse werknemers, de Wet WAGA naar alle waarschijnlijkheid met zich meebrengt dat de betreffende werknemers het Nederlandse minimumloon en minimumvakantiebijslag moeten ontvangen, en daar bovenop de CAO-lonen die voor de ON gelden als de CAO algemeen verbindend is verklaard (artikel 2 lid 6 Wet AVV). Voor het geval de CAO niet algemeen verbindend is verklaard, zal de ON zich er vooraf van vergewissen of, en in hoeverre, de CAO-bepalingen in kwestie de ON verplichten om de betreffende (buitenlandse) werknemers het loon en overige vergoedingen conform de CAO te betalen.
1.1 Informatieplicht en betaling loon
1.1.1 De ON dient alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken met betrekking tot voldoening van verschuldigd loon en toeslagen ten behoeve van personen betrokken bij de uitvoering van de Overeenkomst op een inzichtelijke en toegankelijke wijze vast te leggen. Tot de loonadministratie behoren de (verzamelde) loonstaten, de loonstrook en de jaaropgave. De loonstrook dient te voldoen aan artikel 7:626 BW en de daarin genoemde specificatieplicht; in ieder geval zal op de loonstrook gespecificeerd vermeld staan:
1.1.2 De ON realiseert zich dat hij verplicht is conform artikel 7a WML de voldoening van het deel van het loon dat als minimumloon moet worden aangemerkt giraal te voldoen aan de werknemers; in het verlengde daarvan zal de ON het volledige loon (dus ook het loon boven het minimumloon) giraal voldoen aan de werknemers tenzij bijzondere omstandigheden andersoortige betaling noodzakelijk maken.
1.1.3 De ON dient desgevraagd aan de in de Wet BRP aangewezen bevoegde instanties toegang te verschaffen tot de in 1.1.1 bedoelde vastgelegde arbeidsvoorwaardelijke afspraken.
1.1.4 De ON dient desgevraagd en onverwijld aan de OG, dan wel de door hem aangewezen perso(o)n(en), onvoorwaardelijke toegang te verschaffen tot deze vastgelegde arbeidsvoorwaardelijke afspraken indien OG dit noodzakelijk acht in verband met het voorkomen van en/of de behandeling van een loonvordering aangaande verrichte arbeid ten behoeve van de Overeenkomst.
1.1.5 Indien naar het oordeel van de OG sprake is van een abnormaal lage inschrijfprijs van de ON dan wel de OG anderszins een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat werknemers die door de ON bij de uitvoering van de Overeenkomst werkzaam zijn niet (volledig) conform de wet- en regelgeving en CAO worden betaald, dan wel dat mogelijk sprake is van wetsontduiking en/of het uitbuiten van derden en/of benadeling van de fiscus, zal de ON op eerste verzoek van de OG aan de OG alle informatie verstrekken die in dit kader noodzakelijk is, in het bijzonder de informatie die noodzakelijk is om de samenstelling of opbouw van de inschrijfprijs en de juistheid van het vermoeden, te kunnen vaststellen dan wel te falsifiëren.
1.2 Toetsen, controles, inwinnen van informatie
1.2.1 De ON dient desgevraagd onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan alle onderzoeken (waaronder controles, toetsen, audits en loonvalidaties) die bevoegde instanties en/of de OG, dan wel de door hem aangewezen perso(o)n(en), dienstig achten om voldoening van verschuldigd loon en toeslagen ten behoeve van personen betrokken bij de uitvoering van de Overeenkomst te verifiëren. De ON dient hiertoe desgevraagd onvoorwaardelijke toegang te verschaffen tot de, zich in Nederland bevindende, bewaarplaats van de informatie.
1.2.2 De ON dient tijdens de looptijd van het werk, voor eigen rekening, twee maal een controle te laten uitvoeren door een onafhankelijk accountant op de naleving van de geldende wet- en regelgeving en CAO. De controle dient met name gericht te zijn op de uitbetaling van lonen en toeslagen conform de geldende CAO. Dit is van toepassing voor zowel de ON als door hem ingeschakelde hulppersonen en/of organisaties. De accountant dient zijn bevindingen in een ondertekende verklaring vast te leggen, waarmee aantoonbaar wordt gemaakt dat door de ON én de in te schakelen zelfstandige hulppersonen en organisaties wordt voldaan aan de betreffende wet- en regelgeving en CAO. Deze verklaring dient binnen één week na ondertekening te worden verstrekt aan de OG. Ook moet de ON een controle laten uitvoeren ingeval OG concrete signalen krijgt dan wel vermoeden heeft van onderbetaling. Deze controle vindt plaats door een externe specialist, op verzoek van de opdrachtgever en in opdracht van de hoofdaannemer, op kosten van ongelijk.
1.2.3 Telkens als de ON bij de uitvoering van de Overeenkomst andere partijen wil betrekken, dient de ON vooraf én gedurende de looptijd van de werkzaamheden zich ervan te vergewissen of deze partij ten opzichte van eigen werknemers, onderaannemers of leveranciers de wet- en regelgeving en de CAO naleven respectievelijk voldoen aan het bepaalde in artikel 1 algemeen en 1.1.1. De ON is verplicht ten aanzien van deze partijen te handelen op gelijke wijze als hiervoor omschreven in artikel 1.1 De ON zal alle informatie die hij hierover verkrijgt, desgevraagd en zonder enig voorbehoud, aan de OG ter beschikking stellen. De ON dient zijn bevindingen ten aanzien van deze bepaling vast te leggen, als onderdeel van de in artikel 1.1.1 genoemde informatie.
1.2.4 Telkens indien de ON bij de uitvoering van de Overeenkomst andere partijen wil betrekken dient de ON bedacht te zijn op een opvallend lage inschrijfprijs dan wel andere signalen waaruit de ON het vermoeden kan ontlenen dat mogelijk sprake zou zijn van enige vorm van wetsontduiking, uitbuiting van derden (inclusief eigen werknemers) en benadeling van de fiscus.
1.2.5 De ON verplicht zich bij de uitvoering van de Overeenkomst alleen partijen in te schakelen die beschikken over het binnen de sector gebruikelijke certificaat of keurmerk, welk certificaat of keurmerk mede waarborgt dat het personeel van die partijen betaald wordt conform de wet- en regelgeving en de CAO.
1.2.6 De ON zal bij de uitvoering van de Overeenkomst geen partijen betrekken waarvan, bij de door de ON voor de totstandkoming van een overeenkomst uit te voeren controle, blijkt dat deze, en/of de bestuurder(s) van die partij, niet beschikt over een bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, dan wel niet is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
1.2.7 De ON dient een actueel bestand van identiteitspapieren/werkvergunningen ter inzage op de bouwplaats aanwezig te hebben en te controleren op echtheid.
1.2.8 De ON dient de OG te informeren over het hanteren van de bouw-ID pas, door na uitreiking van de pas aan werknemers een kopie van de bouw-ID pas administratie aan de OG te verstrekken.
1.2.9 De ON dient op verzoek van de OG aan derden toegang te verschaffen tot alle locaties waar ten behoeve van de uitvoering van de Overeenkomst werkzaamheden worden verricht, indien deze zich op de hoogte willen stellen van de voldoening van verschuldigd loon en toeslagen bij de uitvoering van de Overeenkomst dan wel indien zij naleving van de Arbowetgeving in de ruimste zin des woords willen controleren.
1.2.10 Indien op enig moment blijkt dat de ON niet heeft voldaan aan zijn verplichting om de werknemers conform de wet- en regelgeving en CAO te betalen en/of indien sprake is van een nabetalingsplicht van de ON ter zake, zal de ON deze (na)betalingsverplichting met onmiddellijke ingang nakomen en daarvan deugdelijk bewijs aan de OG verstrekken. Indien sprake is van een lopende of nog te voeren civiel- of bestuursrechtelijke procedure, zal de ON, doch uitsluitend indien de OG daar uitdrukkelijk mee instemt, in eerste instantie mogen volstaan met het verschaffen van voldoende zekerheid voor de betaling van het volledig verschuldigde bedrag, middels een adequate bankgarantie van een te goeder naam en faam bekend staande Nederlandse bank, dan wel door het volledige bedrag op een kwaliteitsrekening bij een door de OG aan te wijzen notaris te storten.
1.3.1 Indien de OG een ingevolge artikel 616a en/of 616b Boek 7 Burgerlijk Wetboek toegewezen loonvordering heeft voldaan en op de ON verhaalt, dient de ON deze op eerste aanzegging te voldoen, bij gebreke waaraan de OG gerechtigd is deze op de eerstvolgende termijn in te houden, te verrekenen met vorderingen die de ON op de OG heeft, dan wel op andere wijze te verhalen.
1.3.2 De ON vrijwaart de OG voor eventuele boetes opgelegd aan de OG op grond van schending van de Wet Arbeid Vreemdelingen dan wel andere wettelijke bepalingen die te maken hebben met inzet van arbeidskrachten in de breedste zin van het woord. Dit betekent onder andere dat, als de OG een boete opgelegd krijgt in verband met een schending van deze wetten, de ON deze op eerste aanzegging dient te voldoen aan de OG, bij gebreke waarvan de OG gerechtigd is deze boete op de eerstvolgende termijn in te houden, te verrekenen met vorderingen die de ON op de OG heeft, dan wel op andere wijze te verhalen.
1.4 Doorgeefverplichting (“kettingbeding”)
1.4.1 De ON dient alle in de artikelen 1 algemeen, 1.1, 1.2, 1.3 en 1.5 beschreven contractverplichtingen onverkort op te leggen aan alle partijen waarmee hij afspraken maakt en/of contracten aangaat ten behoeve van de uitvoering van de Overeenkomst.
1.4.2 De ON dient hierbij tevens te bedingen dat al deze partijen alle in de artikelen 1 algemeen, 1.1, 1.2, 1.3 en 1.5 beschreven contractverplichtingen onverkort opnemen in afspraken die zij maken en/of contracten die zij aangaan ten behoeve van de uitvoering van de Overeenkomst.
1.4.3 De ON dient hierbij tevens te bedingen dat al deze partijen de vast te leggen arbeidsvoorwaardelijke afspraken voegen bij de door de ON vastgelegde arbeidsvoorwaardelijke afspraken conform het hiervoor door de ON gehanteerde format, zodat er voor de Overeenkomst één centrale vastlegging ontstaat. De ON dient deze centrale vastlegging van arbeidsvoorwaardelijke afspraken te beheren.
1.4.4 Desgevraagd dient de ON op eerste verzoek van de OG justificatoire bewijzen te verstrekken waaruit de nakoming van alle in dit artikel 1.4 omschreven verplichtingen afdoende genoegzaam blijkt.
1.5 Procedure voor omgang met signalen over onderbetaling
1.5.1 Indien de OG signalen ontvangt over enige lagere betaling bij de uitvoering van de Overeenkomst dan verplicht conform de wet- en regelgeving en/of CAO (verder te noemen: onderbetaling), spreekt hij meteen de ON hierop aan.
1.5.2 De OG spant zich in om de ontvangen signalen over onderbetaling te laten valideren. Afhankelijk van de situatie kan de OG hiertoe vakorganisaties en/of bevoegde instanties om medewerking verzoeken. Belanghebbende partijen worden door de OG geïnformeerd over signalen van onderbetaling, en het hierop volgende traject.
1.5.3 De ON dient passende maatregelen te treffen die leiden tot het voldoen van het juiste verschuldigde loon en toeslagen aan de betreffende werknemers, een en ander met terugwerkende kracht. Hiertoe behoren onder meer het medewerking verlenen aan het valideren van de signalen, en de omgang met bevoegde instanties.
1.5.4 Indien onderzoek aantoont dat daadwerkelijk sprake is van onderbetaling bij de uitvoering van de Overeenkomst, dan legt de OG aan de ON een boete op.
Eerste overtreding: 0,5 % van de aanneemsom tot een maximum van € 50.000
Tweede overtreding: 1,0 % van de aanneemsom tot een maximum van € 100.000
Derde en verdere overtreding(en): 2,0 % van de aanneemsom tot een maximum van € 200.000
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-5560.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.